Crozza
kent me te goed en heeft opgemerkt dat het de laatste tijd nog slechter met me
gaat. Hij zei een paar weken geleden dat ik wat meer sociaal contact moet
hebben en dat ik genoeg moet eten. Toen
ik vanmiddag flauwgevallen was tijdens een fotoreportage, besloot hij dat het
echt genoeg was. Hij hing een bordje aan de deur van de winkel met daarop:
Gesloten wegens onvoorziene omstandigheden. Daarna is hij met me naar het
ziekenhuis gereden (wat hij eerder ook al eens gedaan had, maar dat had niet
veel uitgehaald vermits ik vandaar de bus naar huis genomen had). Deze keer was
hij echter mee uitgestapt en naar binnen gegaan. Nu had ik dus geen andere keuze dan me te
laten behandelen door een dokter. Als ik hem daarmee een plezier kon doen, deed
ik dat wel voor hem. Ik vond wel een manier om niet te moeten eten.
In
het ziekenhuis werd ik van de ene dokter naar de andere doorgestuurd.
Uiteindelijk belandde ik in een ziekenhuisbed in een witte ziekenhuiskamer.
Crozza was de hele tijd bij me gebleven en ook nu zat hij naast me. Ik kon zien
hoe hij stilaan ouder werd en de rimpels in zijn gezicht beter zichtbaar
werden. Ik volgde zijn rimpels met mijn ogen. Hij keek bezorgd naar mij en
vroeg of alles in orde was. Ik antwoordde ja, terwijl ik wist dat het eigenlijk
niet goed ging want ik wou hier helemaal niet zijn, niet in het gebouw waar ik
mijn moeder voor het laatst had gezien. Crozza knikte en verliet mijn kamer
want er waren nog enkele dingen die in de winkel in orde gebracht moesten
worden. Mijn kamer werd leeg en stil. Ik keek om me heen en bestudeerde de
witte muur vol kleine bobbeltjes naast me.