1. Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. (Het evangelie volgens Johannes 8,31-32)
2. Één is er, die haar eer zoekt en die oordeelt. (Het evangelie volgens Johannes 8,50)
3. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. (Het evangelie volgens Johannes 3,16)
4. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen. (Het evangelie volgens Johannes 8,51)
5. Wie mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt heeft één, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage. (Het evangelie volgens Johannes 12,48)
6. God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. (Het evangelie volgens Johannes 3,17-18)
7. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem. (Het evangelie volgens Johannes 3,36)
8. Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. (Het evangelie volgens Johannes 6,53)
9. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. (Het evangelie volgens Johannes 15,7)
|