Ik, Albert Einstein. Mijn geheime dagboek.

E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


Gastenboek
  • blog
  • groetjes uit Heusden - Zolder
  • Hey x
  • gezelligheid kent geen tijd of relativiteit
  • ALbert

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Warmte achter de koelkast (Marjoleine)
        op Donderdag 4 januari 1900

  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Het geheime dagboek van Albert Einstein. Of hoe ik de relativiteitstheorie ontdekte.


    free hit counter

    11-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Priorij van Sion

    De Priorij van Sion, of de Orde Van Sion of Zion, heeft zich als doel gesteld de waarheid te beschermen over Jezus Christus. En dat is eigenlijk hetzelfde als wat ik wil doen in de fysica. Ik wil ook de waarheid beschermen, de waarheid over de natuur. In die zin is dat complementair met de doelstellingen van de Priorij van Sion. Zij beschermen de waarheid over het geestelijke, gesymboliseerd door Jezus Christus, ik de waarheid over het stoffelijke. Het geestelijke en het stoffelijke vormen samen het Alles. Ze zijn beiden eeuwig en absoluut en vullen mekaar aan. Een beetje zoals Yin en Yang. Ze belichten elk maar de helft van het verhaal, en zijn zonder de ander eigenlijk niets.


    Hier vind je o.a. animaties gebaseerd op hetzelfde ontwerp als de tekening hieronder:

    http://members.home.nl/robtenberge/schema/animatie.html

    http://members.home.nl/robtenberge


    Ik ben blij dat mijn lieve zusje Maria, we noemen haar Maja, mij heeft laten kennismaken met Godfried van Bouillon. Ze heeft haar doctoraatsthesis over die redder van Jeruzalem gemaakt en ze heeft me de symbolen van Sion (een andere naam voor Jeruzalem) leren kennen. Ik ben een Jood, ook al ben ik niet aktief religieus, en voor elke Jood zijn zijn wortels belangrijk en die liggen voor ons in Jeruzalem. In haar doctoraatsthesis heeft Maja het over de kruistochten en ze onderzoekt een aantal van de mythes rond Godfried van Bouiilon. Een hele sterke mythe is de mythe dat Godfried van Bouillon resten heeft gevonden van het graf van Jezus. Ze is tot de conclusie gekomen dat dat die mythe niet waar is, maar ze heeft wel kunnen bewijzen dat Godfried van Bouillon belangrijke Romeinse documenten heeft ontdekt die het hadden over de zoon van Jezus. Nu moeten we niet te snel conclusies maken. Jezus behoorde tot de drievuldigheid (God - Zoon - Heilige Geest) en daarom kan de "zoon van Jezus" net zo goed Jezus zelf zijn. Het Latijn (de taal waarin die Romeinse documenten geschreven waren) van de meeste Middeleeuwers was niet zo sterk en het Latijn van Godfried van Bouillon zeker niet. Er was echter ook sprake van een relatie met een zekere Maria, en dat moet dan wel Maria Magdalena geweest zijn. In elk geval is Maja tot de conclusie gekomen dat die "zoon van Jezus" ofwel een geadopteerde zoon van Jezus moet geweest zijn, ofwel een natuurlijke zoon.

    Later ben ik er achter gekomen dat Isaac Newton grootmeester is geweest van de Priorij van Sion. Voor Newton heb ik de allergrootste bewondering. Zijn zwaartekrachttheorie klopt wel niet met mijn speciale relativiteitstheorie en daarom zoek ik een nieuwe zwaartekrachttheorie, maar dat maakt zijn verdienste niet minder groot. Zijn theorie blijft bij grote benadering correct, want de planeten bewegen zich, met uitzondering van Mercurius, toch maar netjes volgens zijn theorie. Als ik een nieuwe theorie op tafel leg, dan gaan de planeten niet plots anders gaan bewegen.

    Ik moet eerlijk toegeven dat het ook de symbolen van de Priorij van Sion zijn, die een zekere aantrekkingskracht hebben uitgeoefend. De mystiek rond de Gulden Snede en de getallen van Fibonacci bijvoorbeeld. Ik ken die al sinds mijn vroege jeugd, al van toen ik een passie had voor de meetkunde van Euclides, maar ik wist pas veel later dat beiden in de kunst en de mystiek en zelfs de natuur een grote rol spelen. En dan de Man van Vitruvius van Leonardo da Vinci. Bijna zo volmaakt als de volmaakste bol en zo boordevol mystiek!

    Tussen haakjes, het bewijs dat ik al als kind van de stelling van Pythagoras vond, is gebaseerd op de getallen van Fibonacci en de Gulden Snede. Ik bedoel niet dat ik daarvan vertrokken ben, maar in mijn oplossing vind je de Gulden Snede dikwijls terug. En dat was toen ik nog niets afwist van de Orde van Sion en Godfried van Bouillon. Ik kan moeilijk geloven dat dit toeval is. Ik geloof namelijk niet dat het toeval bestaat, en zeker niet dat het toeval een belangrijke rol speelt. En al zeker niet in de wiskunde.

    Die getallen van Fibonacci zijn genoemd naar de wiskundige Fibonacci, die eigenlijk Leonardo van Pisa heette (het kan geen toeval zijn dat dit dezelfde naam is als Leonardo da Vinci, en dat is het ook niet). Fibonacci betekent "zoon van Bonaccio of Bonacci", in het Italiaans: Fibonacci. Dit even terzijde. Rond 1200 reisde hij als koopman rond in de Arabische wereld. In 1202, na zijn terugkeer, heeft hij een boek geschreven "Liber Abaci", een boek over rekenen. Daarin schrijft hij over de getallen systemen waarmee de Arabieren en de Indiërs rekenen. Op het gebied van rekenen stonden zij namelijk veel verder dan iedereen in de Westerse wereld. In zijn boek "Liber Abaci" beschreef Fibonacci ook heel wat algebraïsche (rekenkundige) vraagstukken. In 1220 schreef hij nog een boek: "Practica Geometriae". Hierin beschreef hij alles wat hij geleerd had over meetkunde en trigonometrie (driehoeksmeetkunde). En hij doet nog meer: hij beschrijft nieuwe vraagstukken die de Arabische wereld nog niet kende.

    In zijn eerste boek "Liber Abacci" beschreef hij het vraagstuk met de oplossing die als de getallen van Fibonacci bekend geworden zijn. Maar het hadden dus ook de getallen van Leonardo van Pisa geweest kunnen zijn. Dat vraagstuk is het volgende. Hoeveel paren konijnen kunnen in één jaar uit een enkel paar konijnen worden gewonnen als:

    - elk paar elke maand één nieuw paar gewint dat zichzelf vanaf de tweede maand begint voort te planten

    - geen enkel konijn sterft.

    De oplossing gaat zo. De eerste maand heb je één paar konijnen. Die zijn nog niet vruchtbaar en daarom komen er de tweede maand geen konijnen bij. Het aantal konijnen is dus zo:

    - maand 1: 1 paar konijnen

    - maand 2: 1 paar konijnen.

    In de tweede maand is het paar konijnen wel al vruchtbaar, en dus komt er in de derde maand één paar konijnen bij. Het aantal konijnen is dus:

    - maand 1: 1 paar konijnen

    - maand 2: 1 paar konijnen.

    - maand 3: 2 paar konijnen.

    In de derde maand is het eerste paar konijnen nog steeds vruchtbaar. Zij gaan in de vierde maand dus weer één paar konijnen op de wereld zetten. Het paar konijnen dat er in de derde maand is bijgekomen, is in de derde maand nog niet vruchtbaar en zij gaan in de vierde maand dus geen nieuwe konijnen voortbrengen. Het aantal konijnen is dus:

    - maand 1: 1 paar konijnen

    - maand 2: 1 paar konijnen.

    - maand 3: 2 paar konijnen.

    - maand 4: 3 paar konijnen.

    In de vijfde maand zijn er twee paar konijnen vruchtbaar: het eerste paar, en het paar dat er in de derde maand is bijgekomen. Dat zijn de paren konijnen die er dus in maand 3 al waren. Het paar dat er in de vierde maand is bijgekomen, is nog niet vruchtbaar en zal dus in de vijfde maand geen konijntjes krijgen.

    Het aantal konijnen is dus:

    - maand 1: 1 paar konijnen

    - maand 2: 1 paar konijnen.

    - maand 3: 2 paar konijnen.

    - maand 4: 3 paar konijnen.

    - maand 5: 5 paar konijnen. Namelijk: 3 paar konijnen (de 3 paar die er vorige maand waren) + 2 paar (dat zijn de nieuwe paren konijnen van de konijnen die er in maand 3 waren) = 5 paar konijnen.

    In de zesde maand komen er konijnen bij van de konijnen die er al waren in de vierde maand. Er waren toen 3 paren konijnen en in de zesde maand komen er dus 3 paren konijnen bij. Het aantal konijnen is dus:

    - maand 1: 1 paar konijnen

    - maand 2: 1 paar konijnen.

    - maand 3: 2 paar konijnen.

    - maand 4: 3 paar konijnen.

    - maand 5: 5 paar konijnen.

    - maand 6: 8 paar konijnen (5 + 3).

    En nu zie je ook het systeem in de reeks van het aantal konijnen: 1,1,2,3,5,8. Elk getal is de som van de twee voorgaande getallen. Het is dan ook een fluitje van een cent om de reeks verder te schrijven: 1,1,2,3,5,8,13,21,34,55,89,144 enzovoort. Die 144 is trouwens het antwoord op het raadsel: na één jaar of 12 maanden heb je dus 144 paar konijnen.

    Dat zijn dus de getallen van Fibonacci. Leuk, zul je zeggen. Maar dan, wat is dan de mystiek hierachter? Die getallen van Fibonacci tonen enkel aan wat we al lang wisten: dat konijnen zich razendsnel voortplanten.

    Het grote wonder rond die getallen van Fibonacci zit in het verband met de Gulden Snede. Die Gulden Snede is al gekend van in de Griekse Oudheid en wordt onder beschreven in de boeken van Euclides over de meetkunde die Euclides waarschijnlijk rond 300 voor Christus heeft geschreven. En Euclides ken ik natuurlijk. In mijn kindertijd heb ik de meetkunde van Euclides bestudeerd van voor naar achter en van achter naar voor. De manier waarop ik mijn speciale relativiteitstheorie heb opgesteld, is trouwens gelijk aan de methode van Euclides. We zijn beiden vertrokken van een klein aantal axioma's (hij 5 en ik 2) en op die fundamenten hebben we dan een heel groot gebouw neergezet.

    Die Gulden Snede (voorgesteld door het symbool Phi en bij de klassieke Grieken soms Tau) is eigenlijk ook het antwoord op een raadsel, in dit geval een meetkundig raadsel. Het raadsel is: hoe moet je een lijn in twee stukken van verschillende lengte verdelen, zodat de verhouding van de lengte van het grootste stuk tot de lengte van de hele lijn, gelijk is aan de verhouding van de lengte van het kleine stuk tot de lengte van het grote stuk. Dat klinkt moeilijk en daarom zal een tekening helpen.

    Stel dat we een lijn hebben met als eindpunten A en B:

    A ---------------------------------------------------------- B

    De vraag is dan: waar moeten we de lijn verdelen (door bijvoorbeeld een punt C te zetten) 

    A ---------------------------------C------------------------ B

    Zodat de lengte AC gedeeld door de lengte AB gelijk is aan de lengte van CB gedeeld door de lengte AC.

    Op dus: AC / AB = CB / AC

    Dat is eigenlijk een eenvoudig raadseltje. Eenvoudig rekenwerk levert dat de je C ongeveer op 62% van de lijn AB moet leggen. Meer exact is dat: de vierkantswortel van 5, min 1, gedeeld door 2. Dat is gelijk aan 0,618033989. Dat wil dus zeggen dat de lengte van AC gedeeld door de lengte van AB gelijk is aan 0,6180. En dat de lengte van CB gedeeld door de lengte van AC ook gelijk is aan 0,6180.

    Je kunt de verhouding van de lengtes ook omkeren: dan doe je AB / AC = AC / CB. Dat is even eenvoudig en het levert als oplossing: AB / AC = AC / CB = 1,618033989. Dat is precies één meer dan het getal dat we zopas hadden.

    En dat getal is dan de Gulden Snede: 1.6180 (of voor sommigen: 0, 6180).

    Nu kun je je ook weer afvragen waar die Gulden Snede goed voor is, behalve dat het een leuk raadsel is. Het antwoord vinden we terug in de kunst. Het blijkt namelijk dat we de verhouding 0,6180 (of dus 62%) mooi vinden. Voor een of andere reden heeft die verhouding een grote esthetische waarde. Stel dat we een foto nemen. Op die foto staat enkel een verticale paal. We kunnen die paal op verschillende manieren op de foto zetten, bijvoorbeeld helemaal links, of helemaal rechts, of precies in het midden, of ergens elders. Als we dan aan mensen vragen wat ze de mooiste foto vinden, dan gaat bijna iedereen vinden dat een foto met de paal op 62% van de breedte van de foto het mooist is.

    Dat geldt ook voor andere zaken. Bijvoorbeeld een gebouw. Het blijkt dat we een gebouw waarvan de hoogte 62% van de breedte is, of omgekeerd: waarvan de breedte 62% is van de hoogte (of, wat op hetzelfde neerkomt, de hoogte 162% van de breedte is) mooier vinden dan een gebouw met andere voorwerpen. Hetzelfde geldt voor ramen. We vinden dergelijke ramen veel mooier dan bijvoorbeeld vierkante ramen of heel langwerpige horizontale of verticale ramen. In de bouwkunst wordt dit principe al van in de oudheid toegepast.

    Ook in de schilderkunst wordt dit principe toegepast. Je kunt namelijk mensen en voorwerpen op die manier op een schilderij plaatsen zodat je overal de verhouding 62% terugvindt. Een heel bekend voorbeeld is de Kruisafneming van Rubens. Ik bedoel uiteraard de Kruisafneming van Jezus Christus, geschilderd door Rubens. Je kunt op dat schilderij een heleboel denkbeeldige lijnen zien (bijvoorbeeld de omtrek van het schilderij, de twee lijnen van het kruis, lijnen op alle de mensen). Al die lijnen snijden elkaar. Als je kijkt waar die lijnen elkaar snijden, dan vind je overal de verhouding 62% terug, de Gulden Snede.

    En nu komt de kers op de taart. Wat heeft in 's hemelsnaam (deze uitdrukking is misschien oneerbiedig, maar is mijn inziens heel gepast) het verband tussen zich voortplantende konijnen en de esthetiek van de Gulden Snede? Let goed op. Laat ons voor de lol eens de verhouding berekenen van de opeenvolgende getallen van Fibonacci. De getallen zijn dus: 1,1,2,3,5,8,13,21,34,55 enzovoort.

    De eerste verhouding is: 1/1 = 1. Niets wonderbaarlijks, nietwaar?

    De tweede verhouding is: 2/1 = 2. Nog niets aan de hand.

    De derde verhouding is: 3/2 = 1,5.

    De vierde verhouding is: 5/3 = 1,666666667. Nog steeds niets aan de hand.

    De vijfde verhouding is: 8/5 = 1,6. Mmmmmm. Nog steeds niet aan de hand.

    De zesde verhouding is: 13/8 = 1,625. Nog steeds niets.

    De zevende verhouding is: 21/13 = 1,61538. Mmmmmm. Lijkt dit al een beetje op 1,618033 of is dit toeval?

    De achtste verhouding is: 34/21 = 1,6190. Oei. Dat is pech hebben. Dat getal is te groot voor de Gulden Snede. En het begon zo mooi. Zouden we opgeven, of toch nog maar eens verder proberen? Laat ons toch maar verder proberen.

    De negende verhouding is: 55/34 = 1,6176. Ola. We gaan weer de goede kant op.

    De tiende verhouding is: 89/55 = 1,618181. Dat kan geen toeval meer zijn!

    De volgende verhouding is: 144/89 = 1,6179.

    De volgende verhouding is: 233/144 = 1,618055555

    En dan: 377/233 = 1,618025

    En dan: 610/377 = 1,618037

    En dan: 987/610 = 1,618032787

    En dan: 1597:987 = 1,618034

    En jawel hoor. Hoe verder we gaan, hoe dichter we bij de Gulden Snede komen! En de wiskundigen hebben dat trouwens bewezen. Hoe verder je gaat, hoe dichter je de Gulden Snede benadert. En door verder te gaan kun je zo nauwkeurig gaan als je maar wilt. Tot op 10 cijfers na de komma, 100, 1000, een miljoen, een miljard. Miljard keer miljard. Miljard keer miljard keer miljard keer miljard keer miljard.

    Konijnen en kunst hebben wel degelijk met elkaar te maken! Is het een toeval dat de Priorij van Sion hier een teken in zag? Dat Leonardo da Vinci hier een teken in zag? Dat de echte naam van Fibonacci eigenlijk Leonardo van Pisa is? Alles heeft met alles te maken. Er is een onderliggende orde, een onderliggend principe, een basiswaarheid. En net zoals mijn speciale relativiteitstheorie een onderliggend principe is van hoe de natuur met de wetten van Tijd en Ruimte in elkaar zit, zo is ook de Gulden Snede een onderliggend principe. De Gulden Snede verdeelt op een perfecte manier. De twee stukken zijn niet even groot maar passen elkaar perfect aan. Yin en Yang. Het mannelijke en het vrouwelijke. Jezus Christus en ... En wie? Dat is de waarheid die de Priorij van Sion wil beschermen. Jezus Christus en Maria Magdalena. Zoals Leonardo da Vinci, naamgenoot van Leonardo van Pisa, bijgenaamd Fibonacci zoon van Bonaccio of Bonacci, overduidelijk op zijn schilderij Het Laatste Avondmaal heeft geschilderd. Aan de rechterhand van Jezus, aan zijn erekant, zien we overduidelijk een vrouw zitten, en geen man. Overduidelijk? Voor wie zien wil. Want staat er niet in de bijbel: zij zijn ziende blind?

    Oh ja, nog even dit. De Gulden Snede komt niet enkel in de kunst voor, maar op veel andere plaatsen in de meetkunde (de goddelijkste van de takken van de wiskunde) voor. Als je bijvoorbeeld kijkt waar de lijnen van het pentagram (je weet wel, een soort ster met 5 punten) elkaar snijden, dan vind je overal de Gulden Snede terug. Is het te verwonderen dat het Pentagram een rol speelt in de symboliek van de Priorij van Sion? Voor mij niet.

    Je kunt de Gulden Snede gemakkelijk berekenen met een eenvoudige rekenmachine. Je tikt een 1 in. Dan neem je het omgekeerde (dat is de toets 1/x). Je telt er 1 bij op. Je neemt het omgekeerde. Je telt er 1 bij op. Je neemt het omgekeerde. Je telt er 1 bij op. Enzovoort, enzovoort. Opmerkelijk, nietwaar?

    Er is nog een tweede methode. Je tikt een willekeurig getal in dat groter is dan -1. Er mogen cijfers na de komma zijn. Je telt er 1 bij op. Je neemt de vierkantswortel. Je telt er 1 bij op. Je neemt de vierkantswortel. Je telt er 1 bij op. Je neemt de vierkantswortel. Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Wonderbaarlijk, nietwaar?

    Het volgende raadsel is ook leuk. Je hebt een zaal met mannen en vrouwen en een lange rij stoelen. Je moet de mannen en de vrouwen zo plaatsen dat er nooit twee mannen naast elkaar zitten (van vrouwen mag het). Als je 1 stoel hebt, kun je die stoel op 2 manieren met mannen en vrouwen vullen, namelijk 1 man of 1 vrouw. Als je 2 stoelen hebt, zijn er 3 manieren: man+vrouw; vrouw+man; vrouw+vrouw. Als je 3 stoelen hebt zijn er 5 manieren. Enzovoort. De getallen van Fibonacci!

    En waar in de natuur vinden we de Gulden Snede (onder de vorm van de getallen van Fibonacci) terug? Op onnoemelijk veel plaatsen. Bijvoorbeeld bij de bijen. Graag wil ik hierbij de heer Jaap Wever danken, die een paar onnauwkeurigheden (zeg maar: fouten) heeft rechtgezet.

    In een bijenkorf heb je één koningin. Daarnaast heb je een aantal werkbijen (allemaal vrouwtjes, zoals bij de mensen). Het zijn onvolkomen vrouwtjes (dit in tegenstelling tot de mensen) die voortdurend uit de onbevruchte eitjes van de koningin komen. Volkomen vrouwelijke bijen worden ter wereld gebracht als de eitjes door mannetjes worden bevrucht. Volkomen vrouwelijke bijtjes hebben dus 2 ouders: een mannetje en een vrouwtje. Mannelijke bijen hebben maar één ouder: een vrouwtje. Een mannelijke bij heeft dus maar één ouder. Hij heeft 2 grootouders, omdat zijn moeder twee ouders heeft. Hij heeft 3 over-grootouders, want zijn grootmoeder heeft 2 ouders en zijn grootvader maar één. Hij heeft 5 over-over-grootouders enzovoort. En wat zien we? De getallen van Fibonacci. En van de vrouwelijke bijen zien we hetzelfde. Ze hebben meer voorouders dan de mannetjes, maar het aantal verloopt ook volgens de getallen van Fibonacci. Ze hebben 2 ouders, 3 grootouders, 5 over-grootouders, 8 over-over-grootouders, enzovoort.

    Ook bij de bloemen vinden de getallen van Fibonacci terug. Kijken we naar het aantal bloemblaadjes bij verschillende bloemen:

    - 3 bloemblaadjes: lelie, iris;

    - 5 bloemblaadjes: boterbloem, wilde roos, ridderspoor, colombine;

    - 8 bloemblaadjes: ridderspoor Delphinium;

    - 13 bloemblaadjes: jakobskruiskruid, goudsbloem, cineraria;

    - 21 bloemblaadjes: aster, suzanna, cichorei;

    - 34 bloemblaadjes: weegbree, moederkruid;

    - 89 bloemblaadjes: herfstaster.

    Sommige bloemen hebben niet altijd hetzelfde aantal blaadjes, maar bij velen is het gemiddelde dan wel gelijk aan een getal uit de reeks van Fibonacci.

    Er zijn nog meer voorbeelden. In de wijze waarop de zaden van een zonnebloem zijn gerangschikt, in de vorm van een spiraal, vinden we ook de getallen van Fibonacci terug. En in de manier waarop de bladeren van planten zijn geschikt. Ze vormen ook een spiraal waarbij we een aantal bladeren vinden per toer rond de stam. Bij de iep (of olm) en de linde vinden we 1 blad per 2 toeren (verhouding 1/2). Bij de eik, de appelaar en de pruimelaar vinden we 2 bladen per 5 toeren (verhouding 2/5). Bij de roos 3 op 8. Bij de amandel 5 op 13. Weliswaar geen opeenvolgende getallen uit de reeks van Fibonacci maar toch getallen uit de reeks van Fibonacci.

    11-02-2007, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (178 Stemmen)
    10-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heel moeilijke puzzels en hele leuke raadsels

    Mijn oom Jakob liet me altijd puzzels en raadsels oplossen. Hij kende heel veel leuke puzzels, heel moeilijke puzzels, zonder en met antwoorden, leuke raadsels, leuke raadseltjes, heel moeilijke raadsels, hele moeilijke raadseltjes, wiskundige puzzels, wiskundige raadsels en wiskundige raadseltjes, goede en intelligente raadseltjes, hele moeilijke en heel gemakkelijke kinder puzzels en kinderpuzzels en puzzeltjes voor kinderen, logische puzzels en raadsels over rekenen en logische raadsels en raadseltjes over wie liegt of is de leugenaar en wie vertelt de waarheid of is de waarheidspreker of waarheidsspreker, en vind jij de oplossing van het bekende Einstein raadsel van Einstein of de puzzel van Einstein of Einsteins puzzel of wie heeft de vis of wie houdt de vis, wie kent de oplossing van wie is de vis van Einstein over 5 mannen in 5 verschillende huizen die elk een huisdier hebben en roken, waarvan iemand de mythe heeft gelanceerd dat Einstein dat raadsel in de vorige eeuw heeft bedacht en dat hij dacht dat maar 2% van de wereldbevolking of 5% of 10% dat raadsel zou kunnen oplossen. Heel het internet heeft die mythe overgenomen, maar het blijft een leuk raadsel. Het is trouwens van Lewis Carroll afkomstig, de schrijver van Alice in Wonderland. Hij is een wiskundige die heel veel raadsels heeft ontworpen, waaronder dit raadsel dat zogenaamd van Einstein is en een aantal fantastische gedichten, waaronder Jabberwocky, dat zelfs verfilmd (!) is...

    10-02-2007, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (159 Stemmen)
    09-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heel leuke raadsels en hele moeilijke puzzels

    Stuur je antwoorden naar Nils De Waarnemer

    Hieronder vind je de eerste twintig leuke puzzels, moeilijke puzzels, zonder en met antwoorden, leuke raadsels, leuke raadseltjes, moeilijke raadsels, moeilijke raadseltjes, wiskundige puzzels, wiskundige raadsels en wiskundige raadseltjes, moeilijke en gemakkelijke kinder puzzels en kinderpuzzels en puzzeltjes, logische puzzels en logische raadsels en raadseltjes over wie liegt of is de leugenaar en wie vertelt de waarheid of is de waarheidspreker of waarheidsspreker, en het Einstein raadsel van Einstein of de puzzel van Einstein of Einsteins puzzel of wie heeft de vis of wie houdt de vis, van wie is de vis, zonder en met antwoorden. Je kunt je antwoorden opsturen. Wie het correcte antwoord geeft, zal hier zijn of haar naam voor eeuwig zien prijken in de Walk of Fame!

    1. De lengte van de lijn



    Het “Leuke puzzels” logo rechtsboven is ontworpen door een kunstenaar. Het bestaat uit een cirkel met een rechthoek erin. Wat is de lengte van de diagonaal van de rechthoek (de dikke lijn met het vraagteken erbij) als de cirkel een straal heeft van 10 centimeter?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    2. De klokslag

    Als een grootvadersklok zes uur slaat, zitten er 15 sekonden tussen de eerste en de laatste slag. Hoeveel sekonden zitten er tussen de eerste en de laatste slag als de klok middernacht slaat?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    3. Grootvader en kleinzoon

    In 1932 was Jules even oud als de laatste 2 cijfers van zijn geboortejaar. Toen hij dit interessante toeval aan zijn grootvader vertelde, vertelde hij Jules tot zijn verbazing dat hetzelfde ook voor hem gold. In welk jaar waren zij geboren?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    4. Cognac en water

    Een eerste glas bevat 50 eetlepels cognac en een tweede glas bevat 50 eetlepels water. Een eetlepel cognac wordt nu van het ene glas naar het andere overgebracht en het mengsel wordt geroerd. Vervolgens brengt men een eetlepel van het mengsel naar het glas cognac over. Is er nu meer cognac in het water of meer water in de cognac?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    5. Boekenwurm

    Een boekenwurm, die honger heeft, is dolblij als hij de 3 delen van dr. Johnson’s grote Dictionary of the English Language naast elkaar op een plankje van de goed georganiseerde dr. Peterson tegenkomt. Hij begint aan de voorkant van het eerste deel, en boort zich een weg tot hij bij de achterkant van het derde deel is beland. Als de voor- en achterkant van de boekbanden van elk deel elk een halve centimeter dik zijn, en de bladzijden van elk deel 7 centimeter dik, welke afstand legt de boekenwurm dan borend af?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    6. Een weddenschap

    "Ik wed om een pond," zegt Karel, "dat als jij me twee pond geeft, ik je drie pond teruggeef." "Goed," zegt Piet. Steven staat erop te kijken. Wie van de drie doet de beste zaak?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    7. De tunnel

    Piet, Karl, Jan en Geert willen een tunnel doorkruisen. De vier gaan niet allemaal even snel: Piet kan de tunnel helemaal doorkruisen in 1 minuut, Karl in 2 minuten, Jan in 5 en Geert in 10 minuten. Ze hebben maar één zaklamp. De tunnel is zo eng dat niemand zonder zaklamp de tunnel durft binnengaan. De tunnel is zo nauw dat ze maximaal met twee personen tegelijk de tunnel kunnen binnengaan. En omdat de tunnel zo eng is lopen ze naast elkaar in de tunnel. De vraag is nu: hoe leggen ze het aan boord om met zijn vieren in 17 minuten aan de andere kant van de tunnel te geraken?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    8. Rekenen

    Hoe kun je voor de tien volgende gevallen rekenkundige operatoren invullen en haakjes plaatsen zodat je steeds 6 verkrijgt. Je mag de volgende operatoren gebruiken: optelling, aftrekking, vermenigvuldiging, deling, wortel trekken, faculteit, logaritme. Je mag telkens zoveel operatoren gebruiken als je wilt. Je mag ook telkens zoveel haakjes gebruiken als je wilt.

    1    1    1    =    6

    2    2    2    =    6

    3    3    3    =    6

    4    4    4    =    6

    5    5    5    =    6

    6    6    6    =    6

    7    7    7    =    6

    8    8    8    =    6

    9    9    9    =    6

    10 10 10    =    6

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    9. Knikkers wegen

    Je hebt 9 knikkers waarvan je weet dat er 8 even zwaar zijn en 1 zwaarder is. Je hebt een balansweegschaal zonder gewichten. Hoe kun je te weten komen welke knikker de zwaarste is door 2 keer te wegen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    10. Knikkers wegen (2)

    Je hebt 9 knikkers waarvan je weet dat er 8 even zwaar zijn en 1 ofwel lichter ofwel zwaarder is. Je hebt een balansweegschaal zonder gewichten. Hoe kun je te weten komen welke knikker anders weegt dan de andere 8 door 3 keer te wegen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    11. De fles en de kurk

    Een fles en een kurk kosten bij elkaar 101 frank en de fles kost 100 meer dan de kurk. Hoeveel kosten ze apart?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    12. 6 keer 1 is 24

    Schrijf 6 keer 1 en 3 keer + op één rij zodat je 24 bekomt.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    13. Verdeel in paren

    Hoe verdeel je de volgende cijfers in paren zodat de sommen van elk paar aan elkaar gelijk zijn?

    1 2 3 4 5 6 7 8

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    14. Vijf 2's

    Kun je elk van de getallen 0 tot 10 schrijven met behulp van telkens precies 5 cijfers 2. Je mag enkel + - * / en haakjes gebruiken.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    15. Vier 4'en

    Kun je elk van de getallen 1 tot 10 schrijven met behulp van telkens precies 4 cijfers 4. Je mag enkel + - * / en haakjes gebruiken.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    16. Wie heeft de vis (met dank aan Geert De Koninck, OLV-Lombeek)

    Van de onderstaande puzzel wordt heel dikwijls gezegd en geschreven (kijk maar op internet) dat het een puzzel van Einstein is en dat Einstein zou gezegd hebben dat 90% van de bevolking de puzzel niet kan oplossen. Dit is een mythe (zoals er zoveel mythes zijn over Einstein: hij was dom op school, hij heeft geen diploma behaald, hij kon niet rekenen, hij had dyslexie, hij had dyscalculie, hij heeft de atoombom uitgevonden, hij heeft de vierde dimensie uitgevonden, hij plagieerde... ): de puzzel is in werkelijkheid gebaseerd op een puzzel van Lewis Carroll, de schrijver van "Alice in Wonderland".

    Vijf mannen wonen elk in een huis van een verschillende kleur. Ze roken elk een verschillend merk sigaretten, drinken elk een verschillende soort drank, en houden een verschillend huisdier. Wie houdt de vis als je de volgende tips krijgt:

    - de Brit leeft in het rode huis
    - de Zweed heeft honden
    - de Deen drinkt thee
    - het groene huis is links van het witte huis
    - de eigenaar van het groene huis drinkt koffie
    - hij die Pall Mall rookt, kweekt vogels
    - de eigenaar van het gele huis rookt Dunhill
    - de bewoner van het middelste huis drinkt melk
    - de Noor bewoont het eerste huis
    - hij die Blends rookt, woont naast diegene die katten houdt
    - hij die paarden houdt, woont naast diegene die Dunhill rookt
    - diegene die Blue Master rookt, drinkt bier
    - de Duitser rookt Prince
    - de Noor woont naast het blauwe huis
    - diegene die Blends rookt, heeft een water drinkende buur.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    17. Rangschik de getallen van 0 tot 9

    Rangschik de getallen van 0 tot 9 en gebruik wat rekenkundige symbolen zodat je 100 verkrijgt.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    18. Wat is mijn leeftijd?

    Als de helft, eenderde en driemaal drie,

    geteld worden bij jaren mijn,

    Zal de uitkomst dertien tientallen zijn,

    Vind eens uit wat mijn leeftijd mag zijn.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    19. Wat is de huwelijksleeftijd?

    Karel merkte eens op dat op zijn huwelijksverjaardag de verhouding tussen zijn eigen leeftijd en die van vrouw 3 tot 1 was, maar vijftien jaar later was de verhouding tussen hun leeftijden 2 tot 1. Hoe oud waren ze toen ze trouwden?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    20. Wijn verdelen

    Geert bezit een vat met 12 liter wijn. Sympathiek als hij is, wil hij de wijn verdelen in 6  liter voor zichzelf en 6 liter voor Daniel. Hij heeft echter alleen een kan van 5 liter en een van 7 liter. Hoe lost hij dit op? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    21. Drie cijfers

    Wat is het hoogste getal dat men met slechts drie cijfers kan uitdrukken, zonder andere tekens of symbolen te gebruiken, en wat zijn de laatste twee cijfers ervan? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    22. De eierwekker

    Als men de beschikking heeft over een zandlopertje van 7 minuten en een zandlopertje van 11 minuten, wat is dan de snelste methode om een ei 15 minuten te laten koken? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    23. Het grootste product

    Wat is het grootste getal dat verkregen wordt als het product van positieve gehele getallen waarvan de som 100 is? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    24. Consulting X

    Een groot consulting bedrijf houdt er een aantal opmerkelijke gewoontes op na. Een ervan kunnen we jullie niet onthouden. Zoals elk ander consulting bedrijf bespreekt de top van het bedrijf elk jaar de promoties waar de hardwerkende consultants zo naar snakken. Vooral de promotie van consultant naar senior consultant is een mijlpaal in de carrière van elke consultant. Vanaf het niveau senior consultant krijgen ze bij dat consulting bedrijf immers een BMW. Vanaf dan is men een volwassen consultant als het ware.

    Dat consulting bedrijf heeft een perfect werkend geruchtencircuit. Op het ogenblik dat een gerucht ontstaat, wordt het gerucht ogenblikkelijk verspreid en heeft iedereen in het bedrijf daar onmiddellijk kennis van. Er is echter één uitzondering: als het een gerucht betreft over een werknemer van dat bedrijf, zal het gerucht zich over het hele bedrijf verspreiden, behalve tot bij de werknemer zelf. Als bijvoorbeeld over consultant Karel een gerucht de wereld wordt ingestuurd, zal iedereen daar onmiddellijk van op de hoogte zijn, behalve de arme Karel zelf die nietsvermoedend en blijgezind geruchten te horen krijgt over alle anderen. De consultants zijn daarenboven hyperprofessioneel en ze zullen nooit op een of andere manier aan iemand laten merken dat er eigenlijk een gerucht over hem of haar de ronde doet.

    De promoties van consultant naar senior consultant worden enkel via het geruchtencircuit bekend gemaakt.

    Rond die promotie wordt nog een speciaal ritueel uitgevoerd. Wanneer een consultant op een of andere manier te weten komt dat hij gepromoveerd is, dan rijdt hij 's anderendaags 's morgens met zijn ouwe wagentje naar de dichtstbijzijnde BMW-garage om daar zijn klaarstaande BMW in ontvangst te nemen. Daarna rijdt hij onmiddellijk naar kantoor om aan iedereen zijn BMW te laten zien.

    Zoals elk jaar zal de top van het bedrijf ook dit jaar tijdens de nacht van 30 juni op 1 juli over de promoties beslissen. Zoals elk jaar zal er ook weer dit jaar minstens één promotie zijn. En vanaf 1 juli 's morgens heel vroeg zal het geruchtencircuit zijn werk doen.

    De vraag is nu: wat gebeurt er en wanneer gebeurt het?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    25. Hilbert - 1

    In het stadje Ertewegem op de planeet Vulcanus bevindt zich een Hilbert-hotel, van de beroemde Hilbert-hotelketen genoemd naar de wiskundige Hilbert. Zo een Hilbert-hotel heeft een aftelbaar aantal kamers. Dit is heel gangbaar op Vulcanus. In het aards betekent dit dat er een oneindig aantal kamers zijn, maar die zijn dan wel aftelbaar. Dat betekent dat elke kamer een nummer heeft (een geheel getal), en dat er voor elk getal (dus bijvoorbeeld voor 1547875313213478756425132135478789743515567876545465764 en voor 74546516546548976543212315456479879876541321346876845314657984516576431687984946 of voor 9895989598975459899598997545497956994668987979469784649798989897969794949512) een kamer is met dat nummer.

    Op een bepaalde dag in het hoogseizoen loopt de manager fluitend door het hotel. Hij kan best tevreden zijn, want zijn hotel zit vol. In elke kamer logeert een gast. Op de planeet Vulcanus krijgt elke gast altijd zijn eigen kamer. Kamers worden nooit gedeeld, ook niet door koppels.

    Die avond wordt er aan de deur gebeld. Een reiziger meldt zich aan, op zoek naar een kamer. De manager krabt zich even in de haren, want de wetten van Vulcanus verplichten hem om die reiziger een kamer te geven.

    De vraag is nu: hoe lost de brave man dit op?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    26. Hilbert - 2

    De volgende dag zit het Hilbert-hotel alweer vol. De manager loopt opnieuw fluitend door zijn hotel, blij omdat hij het probleem van de vorige dag zo slim heeft opgelost.

    Alweer wordt er aan de deur gebeld. Hij doet open en trekt grote ogen. Hij had namelijk gehoord van het bestaan van Hilbert-bussen, maar hij had er nog nooit een gezien. En jawel hoor, daar staat een Hilbert-bus, en helemaal vol met toeristen. Even hoopt hij nog dat ze gewoon de weg komen vragen, maar ijdele hoop.... 

    Hoe slaagt de manager er ditmaal in om elke reiziger een kamer te geven?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    27. Hilbert - 3

    Het Hilbert-hotel blijft goed draaien en de volgende dag zit het alweer vol. De manager loopt weer fluitend door zijn hotel, blij omdat hij het probleem van de vorige dagen zo slim heeft opgelost.

    Die avond wordt alweer aan de deur gebeld. Zelfverzekerd doet de manager open. Iets moeilijker dan het probleem van gisteren zal hij niet te zien krijgen, ongetwijfeld. Helaas voor hem. Want voor hem staat de enige echte Hilbert-dek-bus. Een bus met een aftelbaar aantal verdiepingen (zoals bij een dubbeldekbus, behalve dat een Hilbert-dek-bus een aftelbaar aantal verdiepingen heeft) en elke verdieping heeft een aftelbaar aantal plaatsen. Helemaal vol met toeristen. Elke plaats is bezet. Tegen beter weten in  hoopt hij ook ditmaal dat ze gewoon de weg komen vragen. Helaas.... 

    Hoe slaagt de manager er ditmaal in om elke reiziger een kamer te geven?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    28. Vier bomen (met dank aan Daniel De Wieuw)

    Plant 4 bomen zodanig dat de afstand van alle bomen ten opzichte van elkaar telkens gelijk is.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    29. De vlieg (met dank aan Peter Fokker)

    Frank en Evert fietsen elkaar tegemoet vanuit Amsterdam en Den Haag. De afstand is 50 kilometer. Ze starten tegelijk. Frank fietst aan een snelheid van 20 km/u; Evert fietst aan een snelheid van 30 km/u. Nu zit op Franks neus een intelligente en snelle vlieg die ook de weg weet. Hij begint op hetzelfde moment te vliegen in de richting van Evert, met een snelheid van 60 km/u. Daar aangekomen draait hij zich om en vliegt weer terug naar Frank. Zo vliegt hij steeds heen en weer.

    Hoeveel kilometer heeft de vlieg afgelegd als Evert en Frank elkaar ontmoeten?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    30. De sokken (met dank aan Peter Fokker)

    Ik heb een kast met 50 rode en 50 blauwe sokken. Het is donker. Hoeveel sokken moet ik pakken om er zeker van te zijn dat ik er 2 van dezelfde kleur heb?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    31. 12 bomen (met dank aan Daniel De Wieuw)

    Een jood wil 12 bomen planten in 6 rijen van telkens 4 bomen. Hoe doet hij dat?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    32. Row, row, row your boat

    Geert is een sportieve jongen en hij houdt van een stevig partijtje roeien. Op een dag roeit hij op de Lesse. Hij is wel sportief, maar is niet al te fanatiek en daarom roeit hij stroomafwaarts. De Lesse stroomt immers met een niet te verwaarlozen snelheid van 6 kilometer per uur. Hij beschermt zich tegen de felle zon met een petje van KBC. In het vuur van de inspanning merkt hij niet dat hij zijn petje verliest bij kilometerpaal 24. Hij peddelt gezwind verder zonder petje. Plots merkt hij dat de wind zijn haren doet wapperen en tot zijn grote verschrikking concludeert hij dat zijn petje weg is. Hij keert onmiddellijk om en roeit stroomopwaarts zijn petje tegemoet. Hij doet er twintig minuten over om zijn petje te bereiken sinds hij omgedraaid is. Bij welke kilometerpaal kan hij zijn petje liefdevol in zijn armen sluiten? Hij heeft de hele tijd met dezelfde kracht geroeid.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    33. De schilder

    Evert is handig met verf en borstel en staat altijd klaar om een vriend een dienst te bewijzen. Zijn vriend Jan is bakker. Op een dag komen de kinderen van Jan in de zaak. Het opschrift "Bakkerij Jan" moet dus aangepast worden. "Bakkerij Jan en zonen" zal het worden. "Geen probleem," zegt Evert. Dat breng ik onmiddellijk voor elkaar. Een kwartiertje later is het klaar. "Wat vind je d'ervan?" vraagt hij. Jan lijkt niet overtuigd. Hij staat met een peinzend gezicht te kijken. Dan zegt hij ... Ja, wat zegt hij? Hij spreekt een zin uit, waarin het woord "en" vijf keer na mekaar voorkomt. Het is een volstrekt normale zin, en Jan is geen stotteraar. Wat heeft Jan gezegd?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    34. Zeven consultants

    Zeven consultants doen elk zeven projecten. Voor elk project schrijven ze zeven rapporten. Elk rapport telt zeven hoofdstukken van zeven paragrafen. Elke paragraaf telt zeven zinnen. Hoeveel zijn er dat van zijn allen bij elkaar?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    35. De bronzen leeuw

    In de tuin van Roger staat een bronzen leeuw. De leeuw spuit water uit de ogen, de muil en de staart. Het rechteroog vult een emmer in 2 dagen, het linkeroog in 3 dagen. De muil vult een emmer in 4 dagen en de staart in 6 dagen. Hoelang doen ze er samen over om een emmer te vullen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    36. Klusjesman

    Klusjesman Evert neemt een werk aan op voorwaarde dat hij 20 gulden ontvangt voor de uren dat hij werkt, terwijl hij 3 gulden moet betalen voor de uren dat hij niet werkt. Na 30 uur stelt hij vast dat hij niets verdiend heeft. Hoeveel uur heeft hij gewerkt?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    37. Wijn

    Jan heeft een weddenschap verloren en betaalt met een vat wijn. Hij vindt het nogal zonde en vervangt 3 liter ervan door water. Hij vindt het nog steeds zonde en tapt opnieuw 3 liter af, waarna hij het weer aanvult met water. Dit doet hij nog een keer. Als gevolg van dit alles is de wijn maar de helft zo sterk meer als oorspronkelijk. Hoeveel liter wijn was er oorspronkelijk?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    38. zessen gooien

    Wat is waarschijnlijker: ten minste één zes gooien met zes dobbelstenen, ten minste twee zessen met 12 dobbelstenen of ten minste 3 zessen met 18 dobbelstenen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    39. Josephus

    Keizer Vespasianus heeft vele Joodse steden geplunderd. Een van die steden was Jotapata. Een aantal Joden verborg zich voor het Romeinse geweld in een kelder. Een van hen was Josephus. Samen met de 40 anderen had hij gezworen dat hij liever zelfmoord zou plegen, dan in de handen van de Romeinen te vallen. Hij voelde daar echter niet veel voor, en hij zocht en vond een manier om toch te overleven zonder zijn eed te breken. Hij stelde voor dat ze met zijn allen in een cirkel zouden staan en aftellen. Elke derde persoon moest uit de cirkel treden en zelfmoord plegen, waarna het aftellen verder ging. Josephus wou niet enkel zichzelf maar ook zijn beste vriend redden. Waar gingen ze staan om zeker te zijn dat zij de twee laatste overblijvenden zouden zijn?. 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    40. Christenen en Turken

    Een schip, met aan boord 15 Christenen en 15 Turken is de speelbal van de woeste zee tijdens een vreselijke storm. Het schip kan alleen gered worden indien het lichter wordt gemaakt. Er wordt besloten om de helft van de vracht en de helft van de opvarenden overboord te kieperen. Een van de Christenen stelt voor om het lot te laten beslissen over de opvarenden die overboord gegooid zullen worden. Hij stelt voor dat ze allemaal willekeurig in een cirkel gaan staan. Ze zullen aftellen en elke negende persoon moet overboord springen. Daarna zouden ze verder aftellen, waarna telkens de negende overboord springt. De Turken aanvaarden het voorstel. Toch hadden ze dit beter niet gedaan, want de Christenen gingen niet op willekeurige plaatsen gaan staan, al leek het wel zo. Waar gingen de Christenen staan?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    41. Een groepje consultants

    Een groep consultants treedt zoals elke morgen het hoofdkantoor van een grote Belgische bank binnen. Ze werken op acht verschillende verdiepingen en stappen met zijn allen in de lift. Op de eerste verdieping stapt de helft plus één uit. Op de tweede verdieping stapt de helft plus één van het overblijvende aantal uit. Zo ook op de derde, vierde, vijfde en zesde en zevende verdieping. Op de achtste verdieping stapt de laatste consultant uit. Met hoeveel zijn ze in de lift gestapt (PS: Belgische banken hebben grote liften; er werken dan ook veel consultants)? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    42. Brieven

    Tijdens een hectische dag op de financiële markten sluit Geert 10 optiecontracten af. Hij kribbelt de gegevens ervan op 10 briefjes papier, behalve de namen van de tegenpartijen: deze onthoudt hij. Aan het einde van de dag schrijft hij de 10 tegenpartijen op het correcte briefje en geeft ze door aan de back office. Hij is trots op zichzelf want hij heeft geen enkele fout gemaakt. En dat is opmerkelijk, rekening houdend met het aantal verkeerde manieren waarop hij de 10 namen op de 10 briefjes zou kunnen schrijven. Hoeveel verkeerde manieren zijn er?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    43. De klok

    Karel had geen uurwerk bij en wou weten hoe laat het was. In de verte zag hij een kerktoren met daarin een klok. Hij was te ver weg om de cijfers te zien. Karel zag echter dat de twee wijzers precies in elkaars verlengde stonden en naar rechtsboven wezen. Hoe laat was het?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    44. De bootjes

    Vorige zomer voer Piet met een roeibootje van Gent naar St. Martens-Latem, een afstand van 18 kilometer. Zijn vriend Karel deed net het omgekeerde. Karel had geluk want hij voer stroomafwaarts. Dat scheelde toch 1.5 kilometer per uur dan wanneer het water zou stilstaan en hij met dezelfde kracht zou varen. Voor Piet scheelde het ook 1.5 kilometer per uur, dan wanneer het water zou stilstaan en hij met dezelfde kracht zou varen. Als ze elk in stilstaand water zouden varen, zouden ze elk een snelheid behalen van 4 kilometer per uur. De vraag is nu: waar en wanneer zullen ze elkaar ontmoeten?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    45. Negen cijfers

    Maak een getal van 9 cijfers die elk verschillend zijn. Vermenigvuldig het getal met 8 en je bekomt weer een getal van 9 verschillende cijfers. Wat is het oorspronkelijke getal?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    46. Verdeel 45

    Verdeel het getal 45 in 4 delen. Tel bij het eerste deel 2 op. Trek van het tweede deel 2 af. Vermenigvuldig het derde deel met 2. Deel het vierde deel door 2. Je bekomt telkens hetzelfde resultaat. Wat zijn de 4 delen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    47. Maak 100

    Gebruik alle cijfers van 0 tot 9 elk één keer, samen met een aantal rekenkundige symbolen en bekom als resultaat 100.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    48. Maak 1

    Gebruik alle cijfers van 0 tot 9 elk één keer, samen met een aantal rekenkundige symbolen en bekom als resultaat 2 breuken waarvan de som 1 is.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    49. De AIDS-test

    In een bepaald land zijn er op elk miljoen inwoners 100 inwoners besmet met AIDS. Gelukkig is er een AIDS-test beschikbaar die in 99.9% van de gevallen een correcte diagnose stelt: als iemand met AIDS de test ondergaat, zal de test met 99.9% zekerheid de diagnose "AIDS" stellen. Als iemand zonder AIDS de test ondergaat, zal de test met 99.9% zekerheid de diagnose "geen AIDS" stellen. Krista laat een AIDS-test uitvoeren. Volgens de test heeft ze AIDS. Wat is de kans dat Krista inderdaad AIDS heeft?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    50. De 4 honden

    4 honden bevinden zich op de 4 hoekpunten van een vierkant terrein van 100 meter op 100 meter. Ze kijken elk in wijzerzin naar de hond die zich op het volgende hoekpunt (in wijzerzin dus) bevindt. Op een bepaald ogenblik beginnen ze alle 4 te rennen in de richting van de hond waarnaar ze kijken. Vanaf hun start lopen ze constant met een snelheid van 3 meter per seconde in de richting waar hun doel (d.w.z. de andere hond) zich op dat ogenblik bevindt. Wanneer komen ze tot stilstand?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    51. De schepen

    Elke dag om 12 uur 's middags vertrekt een schip vanuit New York richting Antwerpen. Elke dag om 12 uur 's middags vertrekt er een schip vanuit Antwerpen richting New York. De overtocht duurt steeds precies 7 dagen en 7 nachten. Op 12 juli 1975 vertrok de Antverpia vanuit Antwerpen richting New York. Hoeveel schepen ontmoette de Antverpia tussen zijn vertrek in Antwerpen en de aankomst in New York?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    52. De tafel met de 4 gaten

    Nathalie zit geblinddoekt aan een vierkante tafel. De tafel heeft één poot in het midden en kan draaien rond deze poot als een roulette. In elke hoek van de tafel bevindt zich een gat. In elk gat bevindt zich een glas dat ofwel rechtop ofwel omgekeerd staat. De gaten en de glazen zijn identiek. De tafel is ook perfect symmetrisch. Nathalie moet ervoor zorgen dat de 4 glazen dezelfde richting krijgen: door ze ofwel allemaal rechtop te zetten of door ze allemaal omgekeerd te zetten. Als ze daarin slaagt, rinkelt een bel. Nathalie moet hierbij als volgt te werk gaan. Ze moet haar 2 handen in 2 verschillende gaten steken. Ze kan hierbij vrij beslissen in welke 2 gaten. Dan voelt ze hoe de glazen staan in deze 2 gaten, en dan mag ze bij elk van deze 2 glazen doen wat ze wil: ofwel keert ze het glas om of laat het staan. Als hierdoor de 4 glazen dezelfde stand krijgen, zal de bel automatisch rinkelen. Daarna moet ze haar handen uit de gaten halen en de tafel een ferme draai geven. Hierdoor maakt de tafel een aantal draaien (niet noodzakelijk gehele draaien) zodat ze daarna niet meer weet in welke gaten ze haar handen de laatste keer heeft gestoken. Nu moet ze dus weer 2 gaten kiezen en de glazen daarin al dan niet omkeren. Ze moet steeds haar handen tegelijk in 2 gaten steken. Ze mag dus niet eerst haar ene hand in een gat steken, en afhankelijk van de stand van het glas in dat gat, haar andere hand in een ander gat steken. Ze mag dus wel eerst de 2 glazen betasten en daarna beslissen wat ze met elk van de 2 glazen doet.

    De vraag is nu: welke strategie moet Nathalie volgen, om na verloop van tijd met 100% zekerheid de bel te hebben laten rinkelen? Wat is hierbij de beste strategie: we definiëren de beste strategie als de strategie die ervoor zorgt dat het aantal nodige "zetten" (bij elke zet steekt Nathalie haar handen in 2 gaten en draait de glazen al dan niet om) waarna de bel rinkelt, nooit hoger is dan een bepaald getal (hoe de begintoestand van de glazen ook is en hoe de tafel draait bij elke zet), waarbij dat getal voor alle andere strategieën hoger is dan het getal van de beste strategie? Met andere woorden: in het slechtste geval is het aantal nodige zetten minimaal.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    53. Het schaakbord

    Peter verdeelt een vierkant van 24 bij 24 cm in 64 vierkantjes van 3 bij 3 cm (8 rijen van 8). Het vierkantje linksboven en het vierkantje rechtsonder haal je eraf. Als je nu 31 dominostenen hebt van 3 bij 6 cm, op hoeveel manieren kan je dan de resterende 62 vierkantjes daarmee bedekken?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    54. De wedren

    Yvette is op stap met haar hond Pluto. Ze ontmoet haar vriendin Lenneke die haar kat Felix bij zich heeft. Ze stellen voor hun lieve diertjes een wedstrijd te laten lopen. Hun diertjes zijn goed gedresseerd en ze slagen erin om de wedstrijd uit te leggen. De dieren moeten een afstand van 100 voet heen en 100 voet terug afleggen. Felix maakt sprongen van 2 voet; Pluto maakt sprongen van 3 voet. In de tijd dat Pluto 2 sprongen maakt, maakt Felix er 3. Welk dier heeft meest kans om te winnen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    55. De ketting

    Evert heeft 6 stukken ketting van elk 5 schakels. Hij wil echter een gesloten ketting van 30 schakels. Als hij zo een nieuwe ketting zou kopen, kost hem dat 150 gulden. Hij kent echter een smid die zijn stukken ketting wel wil omsmeden tot een gesloten ketting. Deze smid vraagt 8 gulden om een schakel open te breken en 18 gulden om hem weer aan mekaar te smeden. Evert krabt even achter zijn oor, want het is hem niet onmiddellijk duidelijk hoe hij op de goedkoopste manier zijn gesloten ketting van 30 schakels kan bekomen. Wat is de goedkoopste manier en hoeveel kost ze?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    56. Hannelore op de tentoonstelling

    Hannelore ging vorige week naar een voedseltentoonstelling. Ze proefde daar van 17 verschillende soorten ontbijt (allemaal gratis) en ze verzamelde 10 pond aan monsters van 25 soorten ontbijt. Deze monsters stopte ze in haar binnenzak, haar linker jaszak en haar rechter jaszak. Daarna stond ze op een gratis weegschaal. Ze zag dat haar gewicht met 10% was toegenomen. Haar gewicht zou zelfs met 11% zijn toegenomen als ze tweemaal zoveel van het gratis ontbijt had gegeten. Hoeveel woog Hannelore toen ze de tentoonstelling binnenkwam? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    57. De spin en de vlieg

    Een vlieg en een spin bevinden zich in een groot, rechthoekig leeg fabrieksgebouw van 30 meter lang, 12 meter breed en 12 meter hoog. De spin bevindt zich precies in het midden van een van de korte muren, op een afstand van 1 meter van het plafond. De vlieg bevindt zich in het midden van de tegenoverstaande muur, ook in het midden, op een afstand van 1 meter van de vloer. Welke is de kortste afstand die de spin kruipend moet afleggen om tot bij de vlieg te komen? De vlieg blijft zitten en de spin legt de hele afstand kruipend af, zonder gebruik te maken van de mogelijkheid zich te laten vallen of een web te spinnen.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    58. Naar wie kijkt hij?

    Een man kijkt naar een foto. Iemand vraagt hem: "Naar wiens foto kijk je?" Hij antwoordt: "Broers en zussen heb ik niet, maar de vader van die man is mijn vaders zoon." Wie is die man op de foto?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    59. Naar wie kijkt hij nu?

    Een man kijkt naar een foto. Iemand vraagt hem: "Naar wiens foto kijk je?" Hij antwoordt: "Broers en zussen heb ik niet, maar de zoon van die man is mijn vaders zoon." Wie is die man op de foto?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    60. Wat gebeurt er als een onweerstaanbare kogel een onbeweegbare muur raakt?

    Een onweerstaanbare kogel ontmoet een onbeweegbare muur. Zo een kogel werpt alles neer wat hij ontmoet. Zo een muur kan door niets neergeworpen worden. Wat gebeurt er?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    61. Nog eens sokken

    Dit is een variant op raadsel 30. Ik heb een aantal rode sokken en hetzelfde aantal blauwe sokken in mijn kast liggen. Veronderstel dat het zodanig is dat het minimum aantal sokken dat ik in het donker moet nemen, om er minstens twee van dezelfde kleur te hebben, hetzelfde is als het minimum aantal dat ik in het donker moet nemen om er minstens twee sokken van een verschillende kleur te hebben. Hoeveel sokken heb ik in die kast liggen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    62. Haren

    In het stadje Aandeboom zijn de volgende feiten waar:

    - er zijn geen twee inwoners met hetzelfde aantal haren

    - Geen enkele inwoner heeft precies 518 haren

    - er zijn meer inwoners dan het aantal haren van om het even welke inwoner.

    Wat is het grootst mogelijke aantal inwoners van Aandeboom?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    63. Hoeveel negens?

    Een bepaalde straat telt 100 gebouwen. Een man moet huisnummers aanbrengen: van 1 tot 100. Hoeveel negens zal hij nodig hebben?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    64. Hoeveel lonten?

    Je hebt tien lonten en twee aanstekers en geen uurwerk. Elke lont brandt precies een uur maar geen enkele lont brandt gelijkmatig: als je een lont aansteekt, verandert de snelheid van opbranden voortdurend, maar dus wel zodanig dat de lont opgebrand is na precies een uur. Elke lont brandt bovendien op een andere ongelijkmatige manier. Hoe kan je nu met zo weinig mogelijk lonten precies 45 minuten afmeten?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    65. Elektriciteitskabel rond de aarde

    Karel wil een elektriciteitskabel rond de aarde leggen. Hij wil de kabel tien meter diep leggen. Zijn vriend Piet legt hem uit dat hij de kabel twintig meter diep moet leggen: zo bespaart hij een flink stuk op de lengte van de kabel. De kostprijs van het extra werk wordt daardoor ruimschoots gecompenseerd, beweert Piet. Aangezien de kabel 10 EURO per meter kost, laat Karel zich snel overhalen, zonder een precieze berekening te maken. Hoeveel bespaart Karel wat de kabel betreft?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    66. 24

    Maak het getal 24 door al de volgende cijfers een keer te gebruiken: 1,3,4,6. Je mag alleen gebruik maken van optellen, aftrekken vermenigvuldigen en delen.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    67. Elektriciteitsmasten

    Tussen twee elektriciteitsmasten die 50 meter hoog zijn hangt een elektriciteitskabel van 60 meter. In het midden hangt de kabel 20 meter van de grond. Hoever staan de elektriciteitsmasten uit elkaar?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    68. Jarig

    Karel houdt van wiskunde en van voetbal. Op een dag analyseert hij de verjaardagen van de spelers en de arbiter van de voorbije jaren van de nationale voetbalcompetities van België en Nederland. Hij analyseert 24.000 voetbalmatchen. Hij gaat hierbij na tijdens hoeveel van die 24.000 wedstrijden er bij de aftrap minstens 2 personen op het veld stonden met dezelfde verjaardag. Als we hiervan een schatting maken op basis van kansberekening, hoeveel zouden dit er moeten zijn? 

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    69. Hoeveel kinderen

    Een man komt bij de sociale dienst, en een medewerker vraagt de man: "Meneer, hoeveel kinderen heeft u?". De man antwoordt: "drie". Medewerker: "Hoe oud zijn uw kinderen?". Man: "Het product van de leeftijden is 36". Medewerker: "Dat is niet genoeg informatie meneer". Man: "OH ja, de som van de leeftijden is gelijk aan het aantal winkels voor dit kantoor". Medewerker: "Dat is nog steeds niet genoeg". Man: "Mijn oudste kind houdt van chocolade". Hoe oud zijn de drie kinderen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    70. Fysica

    Je zit in een kamer zonder elektriciteit en zonder ramen. Je hebt maar één lucifer. Je vindt in een kast een olielamp, een gasfornuis en een kaars. Wat steek je eerst aan en waarom?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    71. Acht

    Hoe schrijf je duizend met acht achten en enkele plustekens?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    72. Enveloppen

    Voor je verjaardag laat je vader je twee enveloppen zien. In één ervan zit een briefje van 100 EURO. Je krijgt het als je weet in welke enveloppe het zit. Op de ene enveloppe staat: "deze enveloppe is leeg". Op de andere staat "Slechts één bewering is waar." Waar zit het briefje van 100 EURO?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    73. Slak

    Een slak zit in een put van 20 meter. Elke dag klimt de slak 5 meter omhoog. 's Nachts glijdt de slak 4 meter naar beneden. Na hoeveel dagen bereikt de slak de rand van de put?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    74. Vijver

    Je hebt een vijver met een kroosplantje erin. Na één dag zijn het er twee geworden. Na twee dagen vier en na drie dagen acht. Na dertig dagen is de vijver helemaal bedekt. Na hoeveel dagen was de vijver half bedekt?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    75. Dansen

    Op een feest zijn 420 mensen aanwezig. Op een bepaald moment danst 60% van de vrouwen met 80% van de mannen. Hoeveel mensen zitten aan de kant?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    76. Resultaten

    In een klas halen de meisjes gemiddeld 8,5. De jongens 7,6. Het klasgemiddelde is 8. Er zijn 12 meisjes. Hoeveel leerlingen zitten in deze klas?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    77. Feestje

    Op een feestje zegt een dame: "Eergisteren was ik 23 jaar oud, maar volgend jaar word ik 26." Op welke dag verjaart ze?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    78. Licht

    Je zit in een kamer zonder elektriciteit en zonder ramen. Je hebt maar één lucifer. Je vindt in een kast een olielamp, een gasfornuis en een kaars. Wat steek je eerst aan en waarom?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    79. Reeks

    Wat is het volgende getal in deze rij: 1, 11, 21, 1211, 111221, 312211, 13112221?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    80. Wachtwoord

    Je bent de wachtwoordprocedure van je jeugdclub vergeten. Je stelt je verdekt op om de procedure te weten te komen. Er komt een lid aan. De bewaker zegt: 6. Het lid antwoordt: 3 en mag binnen. Er komt een tweede lid. De bewaker zegt: 8. Het lid antwoordt: 4 en mag binnen. Er komt een derde lid. De bewaker zegt: 12. Het lid zegt 6 en mag binnen. Dan waag je je kans en je komt tevoorschijn. De bewaker zegt: 10. Je zegt 5 maar je mag niet binnen. Wat had je moeten antwoorden?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    81. Prijs

    Je speelt mee in een quiz en hebt een prijs gewonnen. Om hem in ontvangst te nemen hoef je alleen nog maar te gokken achter welke deur hij zit, er zijn 3 deuren. Nadat je een deur hebt gekozen, wijst de presentator een van de andere twee deuren aan waar hij niet achter zit. Er blijven dus twee deuren over waar hij achter kan zitten, je mag nog een keer kiezen. Blijf je bij je eerste keuze? Vertel ook waarom.

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    82. Vals muntje

    Je hebt 2 zakken met beide 14 muntjes. In één van de zakken zit een vals muntje, je weet wel in welke zak hij zit maar je weet niet of dit muntje lichter of zwaarder is. Je mag 3 keer wegen met een balans, krijg jij het valse muntje te pakken? Hoe?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    83. De weg kwijt

    Je bent op reis en je wilt naar een bepaald dorp. Op een gegeven moment kom je op een splitsing waar je twee kanten op kunt. Je weet alleen niet welke kant je op moet. Bij de splitsing staan gelukkig twee mannetjes. Maar een van die mannetjes liegt altijd en de andere spreekt altijd de waarheid. Je weet niet welke van die twee de leugenaar is. Omdat de mannetjes ook weer niet zo heel veel zin hebben om je te helpen mag je een van hen een vraag stellen. Welke vraag stel je?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    84. Vliegreis

    Een piloot die op het punt staat te vertrekken vanuit Peking ziet een reiziger staan. Hij biedt haar een lift aan. Hij zegt dat het niet uit maakt voor hem waar ze heen moet, het ligt toch op de route. De piloot is niet van plan om een omweg te maken naar zijn bestemming. Waar wil de piloot naar toe?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    85. Piratenroof

    Vijf piraten zijn op de terugtocht van een geslaagde roof. Ze hebben 1000 dukaten buitgemaakt. Nu moeten ze de buit verdelen. De piraten mogen een voor een een voorstel doen hoe ze de buit willen verdelen. Een voorstel wordt aangenomen als de meerderheid van de piraten het er mee eens is. Wanneer het voorstel wordt verworpen dan wordt de indiener daarvan overboord gegooid. Er moet rekening mee worden gehouden dat de piraten enorm slim, gigantisch bloeddorstig en verschrikkelijk gulzig zijn. Piraat 5 mag als eerste een voorstel doen. Welk voorstel doet hij?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    86. 6 getallen

    Een getal bestaat uit 3 verschillende cijfers. Met deze 3 cijfers kun je 5 verschillende andere getallen vormen. De som van die 5 getallen is 2003. Wat zijn de 3 cijfers?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    87. Kabouters met hoeden

    Vier slimme kabouters staan op een rij met hun gezichten dezelfde kant op. Ze hebben allemaal een hoedje op, alleen ze weten zelf niet welke. Ze weten wel dat er twee rode en twee groene hoedjes zijn. Het eerste kaboutertje staat achter een muurtje en kan geen van de andere kabouters zien. Het tweede kaboutertje staat redelijk hoog en kan de hoeden van de derde en vierde zien. Het derde kaboutertje ziet de hoet van de vierde en de vierde ziet helemaal geen hoeden. Stel nu dat de hoeden zo verdeeld zijn dat het eerste kaboutertje een rode heeft, het tweede een groene, het derde een rode en het vierde een groene. Welk kaboutertje weet nu het eerst welke hoed hij zelf op heeft?


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    88. Kwartjes

    Je staat met een blinddoek om voor een tafel waar heel veel kwartjes op liggen. Er wordt je verteld dat er 128 kwartjes met de kop naar boven liggen en de rest met munt naar boven. Hoe kun je twee groepen met evenveel munten die de kop naar boven hebben liggen, maken?


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    89. Kabouters bij de koning

    Op een dag moesten alle kabouters bij de koning komen. De kabouters kregen allemaal een hoed op, een rode of een witte. De koning vertelde de kabouters, die zelf nooit met elkaar over hoeden spraken, dat er minstens 1 kabouter een witte hoed op heeft. Verder sprak de koning: 'Iedere dag laat ik jullie bij elkaar komen en na afloop mag de kabouter die mij de verdeling van witte en rode hoeden kan vertellen dit aan mij melden. Wanneer hij het fout heeft worden alle kabouters onthoofd.' Na hoeveel dagen vertelt een kabouter de koning de juiste verdeling?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    90. Uitgehuwelijkt

    Prinses Irina kreeg op een gegeven dag van haar vader te horen dat ze moest trouwen met neef Adolf. Ze had hier helemaal geen zin in en begon dagenlang te huilen. Om Irina iets tegemoet te komen sprak de koning met Adolf af dat Irina een kiezelsteentje moest trekken. Als ze een witte steen zou trekken moet ze trouwen, als ze een zwarte trekt is ze vrij. De volgende dag verzamelden Irina, de koning en neef Adolf zich op het pad voor het kasteel. Adolf ging twee kiezelsteentjes halen. Irina zag dat Adolf gemeen wilde spelen, Adolf pakte namelijk twee witte stenen. Wat kan Irina nu het beste doen?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    91. Komkommers

    Een groenteboer zet aan het begin van de dag 200 kg komkommers buiten, die voor 99% uit water bestaan. Door de hitte bestaan de komkommers aan het eind van de dag nog maar voor 98% uit water. Hoeveel kg komkommers heeft de groenteboer over aan het eind van de dag?


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    92. Zoek de juiste schakelaar

    In een huis zijn twee kamers, als je in de ene kamer staat kun je niet in de andere kijken. In de ene kamer hangen drie lampen, in de andere kamer zijn drie schakelaars. Bij elke lamp hoort een schakelaar. Je staat in de kamer met de schakelaars. Je mag 1 keer in de kamer kijken waar de lampen hangen. Hoe kom je er achter welke schakelaar bij welke lamp hoort?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    93. Een geit op een eiland

    Een boer heeft een cirkelvormig eilandje waarop mooi groen gras groeit. Op de rand van dat eilandje staat een paaltje. De boer heeft ook een geit die hij met een touw aan het paaltje vast kan maken. De boer wil nu dat de geit precies de helft van het gras op eet. Hoe lang moet de boer het touw van de geit naar het paaltje maken?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

    94. Woestijnreiziger

    Een ontdekkingsreiziger is van plan een zesdaagse toch door de woestijn te maken. Eten en water is niet te vinden in de woestijn, daarom moeten de reiziger en de dragers hun water en voedsel meenemen. De reiziger en de dragers kunnen per persoon water en voedsel voor vier dagen meesjouwen. Hoeveel dragers heeft de reiziger nodig?

    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    95. Paardenrace

    Twee paardeneigenaren wilden kijken wie van de twee het beste paard bezit. Omdat geen van beide eigenaren zin had om te verliezen spraken ze af dat het een langzaam-aan race werd. Het paard dat als laatste over de finish komt heeft gewonnen. De wedstrijd ging van start maar vorderde niet echt. Na een paar uur sprongen de ruiters van hun paard af en spraken ze iets met elkaar af. Direct daarna reden ze met volle snelheid richting de finish. Wat spraken de ruiters met elkaar af?


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    96. Opnieuw de weg kwijt

    Je bent op reis naar Rivendel. Opnieuw kom je op een t-kruispunt en weet je niet welke kan je op moet. Nu staan er drie mannetjes die je willen helpen. Je mag in totaal 2 vragen stellen. Een van de mannetjes liegt altijd, een spreekt altijd de waarheid en een liegt soms en spreekt af en toe de waarheid. De mannetjes kennen elkaar door en door en weten dus van elkaar wie de waarheidspreker, leugenaar of wispelturige is. Welke vragen moet je stellen om de juiste weg te weten te komen?


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    97. Reeksen

    Maak de volgende reeksen op een logische manier af
    a: 77, 143, 221, 323, 437
    b: 0, 1, 5, 32, 288
    c: 127, 21, 12, 6, 3
    d: 2, 3, 5, 11, 31
    e: 100, 121, 144, 202, 244


    Klik hier om te zien wie op deze vraag een correct antwoord gaf.

     

    98. Deelbaar

    09-02-2007, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (61 Stemmen)
    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 4 mei 1880

    Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

    Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 

    27-09-2005, 16:32 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 19 maart 1879

    Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

    Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

    Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

    Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

    Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

    Lees dit in het volgende bericht hieronder!

    27-09-2005, 16:32 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 30 december 1900

    Het wordt steeds ingewikkelder met de straling. Er bestaan blijkbaar verschillende soorten straling. We hebben in de eerste plaats elektromagnetische straling. Een deel ervan kunnen we zien, dat is het zichtbare licht tussen rood en violet; dat zijn letterlijk alle kleuren van de regenboog. Het grootste deel van de elektromagnetische straling kunnen we niet zien. Daar zitten bijvoorbeeld de radiogolven: ze zijn er wel maar we kunnen ze niet zien.

    We hebben dan straling die geen elektromagnetische straling is. Kathodestralen bijvoorbeeld. Een paar jaar geleden bleken kathodestralen elektronen te zijn. Kathodestralen zijn dus een stroom kleine elektrisch geladen kogeltjes.

    Radioactieve stralen zijn nog een ander soort stralen. Er blijken zelfs drie soorten radioactieve stralen te bestaan: alfa-straling, beta-straling en gamma-straling. Het is ondertussen duidelijk geworden dat beta-stralen ook uit een stroom van elektronen bestaat.

    En het verhaal is nog niet gedaan. Er zijn ook nog die X-stralen of Röntgenstralen waarvan niet duidelijk is wat ze zijn. Sommigen zeggen dat het elektromagnetische stralen zijn. Anderen beweren dan weer van niet.

    Enkele dingen weten we ondertussen wel met grote mate van zekerheid. In de eerste plaats hebben de ontdekking van de elektronen door Thomson en het Zeeman-effect de meeste wetenschappers ervan overtuigd dat elektronen een onderdeeltje van atomen zijn. En, wat daarmee te maken heeft, dat straling ontstaat omdat elektronen in atomen op een of andere manier naar een lager energieniveau gaan en dat verschil in energie op een of andere manier in stralingsenergie omzetten. Die “een of andere manier” mag je heel ruim opvatten. Geen kat weet hoe hoe die “een of andere manier” eruit ziet. Het is een groot raadsel en het gaat het begrip van alle wetenschappers te boven.

    Het is ook meer en meer duidelijk geworden dat die radioactiviteit die in 1896 is ontdekt te maken heeft met splitsbare atomen. Dat is wat Marie Curie eerder dit jaar heeft geschreven. Jawel, een vrouw. Een heel fijne vrouw overigens; ik wil haar best leren kennen Volgens haar zijn atomen vanuit chemish standpunt (dus vanuit het standpunt van chemische reacties waarbij stoffen in andere stoffen worden omgezet) onsplitsbaar.  Bij radioactieve stoffen zijn ze echter wel splitsbaar.

    De discussie over het bestaan van atomen is trouwens nog steeds aan de gang. Er zijn nu drie groepen wetenschappers. De eerste groep bestaat uit mensen zoals Ostwald en Mach die helemaal niet in atomen geloven. Hun aantal wordt echter steeds kleiner en ze zijn met uitsterven bedreigd. Het is nog slechts een kwestie van jaren. De tweede groep gelooft in atomen als ondeelbare dingen. De derde groep bestaat uit mensen zoals J.J. Thomson en Marie Curie en Rutherford die wel in splitsbare atomen geloven.

    12-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    11-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 19 december 1900

    Ik heb ook een belangrijke mijlpaal bereikt: ik heb mijn eerste wetenschappelijke artikel geschreven en ik heb het naar het tijdschrift Annalen der Physik gestuurd. Het heeft te maken met mijn hersenspinsels op het gebied van thermodynamica en statistische en kinetische theorie, meer bepaald met intermoleculaire krachten. Dat zijn de onderlinge aantrekkingskrachten en afstotingskrachten tussen moleculen. Die krachten zorgen bijvoorbeeld voor oppervlaktespanning en capillariteit bij vloeistoffen.

    De oppervlaktespanning bij vloeistoffen zorgt ervoor dat het lijkt alsof er een vliesje op het vloeistofoppervlak ligt. Je kan dat op verschillende manieren merken. Als je een glas met water vult, dan kun je het glas tot iets boven de rand van het glas vullen zonder dat het overloopt. En als je heel voorzichtig bent, kun je een naald op het vloeistofoppervlak leggen en de naald zal blijven drijven. En als je een waterjuffer bekijkt die op het water rondloopt dan lijkt het inderdaad alsof ze op een vliesje loopt.

    Capillariteit is het verschijnsel dat de vloeistof in een fijn buisje dat je rechtop in een vloeistof in een glas zet, hoger of lager in dat buisje klimt dan de vloeistof in het glas. Overigens, of de vloeistof hoger of lager klimt, heeft te maken met het feit of de moleculen van de vloeistof en het buisje elkaar aantrekken of afstoten.

    Ik heb in mijn artikel een hypothese onderzocht om intermoleculaire krachten experimenteel te kunnen aantonen. Ik baseer mij op gelijkenissen met de zwaartekracht. Om eerlijk te zijn: zonder dat ik weet of die gelijkenissen kloppen. Maar zo gaat het nu eenmaal in de fysica. Men redeneert op een bepaalde manier, men stelt hierbij hypotheses op, men gebruikt die hypotheses in een theorie, op basis van die theorie doet men voorspellingen over het resultaat van experimenten. En als die experimenten worden uitgevoerd, kan men de resultaten ervan gebruiken om geloofwaardigheid over de theorie op te bouwen, of ze naar de prullenmand te verwijzen.

    Op basis van gekende experimentele gegevens kan ik mijn theorie aan de werkelijkheid toetsen. Voor bepaalde zwaardere chemische koolstofverbindingen lijkt ze te kloppen, maar niet voor lichtere verbindingen. Voor water bijvoorbeeld zit ik er mijlenver naast.

    Waarom ik trouwens gelijkenissen met de zwaartekracht zoek? Ik weet het niet. Of toch, ik weet het wel. Ik voel een inwendige drang om grote principes te zoeken. Grote universele principes die aan de basis van verschillende fysische verschijnselen liggen. Ik zoek eenheid in de veelheid. Ik ben er namelijk van overtuigd dat een klein aantal grote principes de volledige natuur beheersen. En ik wil die grote principes ontdekken.

    11-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    10-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 14 december 1900
     Planck heeft vandaag aan het Berlijns Natuurkundig Genootschap laten zien hoe hij de wiskundige formule van zijn stralingswet heeft bekomen. Die wiskundige formule, E=hf, had hij in oktober al bekendgemaakt maar hij heeft toen niet in detail gezegd welke berekeningen ertoe hebben geleid.

    Zijn formule E=hf zegt dus dat energie (dat is die E uit de formule) gelijk is aan een bepaald vast getal dat voor alle frequenties gelijk is (die h) vermenigvuldigd met de frequentie (die f). Ze zegt dus dat de straling van een bepaalde frequentie uit gelijke pakketjes energie bestaat. Die pakketjes hebben een andere grootte dan de pakketjes van een andere frequentie. Het getal h moet heel klein zijn, dus die pakketjes energie zijn ook heel klein. Hoe klein weet Planck nog niet want hij weet niet hoe groot dat getal h is. Die formule zegt ook dat de pakketjes energie van straling van een hogere frequentie groter zijn dan de pakketjes energie van straling van een lagere frequentie. Bijvoorbeeld de pakketjes energie die bij blauw licht horen, zijn groter dan de pakketjes energie die bij rood licht horen.

    Planck heeft nog eens herhaald dat hij zich niet gelukkig voelt met zijn resultaat omdat die kleine pakketjes energie niet oneindig klein zijn. Dat betekent dus bijvoorbeeld dat je een strijkijzer alleen in sprongetjes kunt opwarmen. Want elk sprongetje bestaat er dan in dat je de kleinst mogelijke hoeveelheid warmte toevoegt en je kunt geen halve hoeveelheid warmte toevoegen. En dat is dikke onzin natuurlijk, zegt Planck zelf, want het is toch overduidelijk dat energie wel continu moet zijn. Dat wil zeggen dat je een bepaalde hoeveelheid energie wel kunt blijven opdelen in kleinere hoeveelheden energie tot je er een punthoofd van krijgt. Net zoals je tijd kunt blijven opdelen. Je kunt een sekonde opdelen in tien tienden van een sekonde. Een tiende van een sekonde kun je opdelen in tien honderdsten van een sekonde. Een honderdste kun je weer opdelen in tien duizendsten. En dat kun je blijven doen. En dat zou ook met energie zo moeten zijn.

    Maar zo is het dus blijkbaar niet. Om die stralingswet van Planck met de experimenten te doen kloppen, moet je veronderstellen dat energie uit een hoop onbreekbare knikkers bestaat. Je kunt tien knikkers hebben, of één knikker of tien miljoen zevenhonderd drieëntachtigduizend tweehonderd tweeëntwintig. Maar geen twee en halve knikkers, of één en driekwart, of twee en zeven duizendsten van een knikker.

    Planck zegt zelf dat zijn theorie ooit wel door iets beter zal vervangen worden, waarbij de energie wel continu is en dus niet gekwantiseerd. Ik ben benieuwd. Heel benieuwd.

    10-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    09-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 25 oktober 1900
    Heinrich Rubens en Ferdinand Kurlbaum hebben nog eens de stralingswet van Wilhelm Wien bekeken en de wet van Planck onder de loepe genomen en ze hebben hun resultaten vandaag aan de Pruisische Academie van Wetenschappen voorgesteld. Ze hebben namelijk de voorbije dagen extra experimenten uitgevoerd waarbij ze straling hebben gemeten die nog verder in het infrarode gedeelte van het spectrum zit, dus met nog lagere frequenties van elektromagnetische straling dan tot nu toe was gedaan. En ook bij die frequenties klopt de wet van Planck met hun waarnemingen. Hoera voor de kwantumfysica! Leve Planck.

    09-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    08-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 19 oktober 1900
     Wat een ongelooflijk, fantastisch nieuws! Wat een uitzonderlijke, historische gebeurtenis! Het probleem van de straling van zwarte voorwerpen, of zwarte lichamen zoals de wetenschappers zeggen, is opgelost! Een van de grootste raadsels van de wetenschappen is uit de weg geruimd.

    De tovenaar van dienst: Max Planck. Deze Duitse wetenschapper heeft vandaag aan het Berlijns Natuurkundig Genootschap zijn oplossing, zijn stralingswet voor de straling van zwarte voorwerpen, van dat buitengewone probleem voorgesteld. Die oplossing is zo buitengewoon dat Planck ze met een heel grote terughoudendheid heeft voorgesteld. Planck zelf vindt het idee achter zijn oplossing, namelijk de kwantisering van de energie, maar niets. Maar anderzijds klopt ze perfect met de resultaten van alle experimenten die in het verleden zijn uitgevoerd.

    Zowel de uiteindelijke oplossing als de manier waarop Planck het probleem heeft opgelost, zijn uitermate origineel. Vergeef me overigens deze stortvloed van superlatieven maar we hebben het hier werkelijk over een kleine stap voor een mens maar een enorme sprong voor de mensheid. We kunnen gerust zeggen: een kwantumsprong.

    De oplossing van Planck is origineel omdat ze indruist tegen het gezond verstand en tegen de huidige wetenschappen. De manier waarop Planck het probleem heeft opgelost, is origineel omdat ze steunt op een combinatie van wetenschappen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben en omdat ze steunt op een aantal veronderstellingen die tegen het gezond verstand indruisen.

    Wat de oplossing betreft: Planck veronderstelt dat zwarte voorwerpen met elektrische oscillatoren bedekt zijn. Oscillatoren zijn dingetjes die trillen. Planck veronderstelt verder dat die oscillatoren harder gaan trillen naarmate de temperatuur van het zwarte voorwerp hoger is. Dat is een plausibele veronderstelling omdat warmte energie is en beweging ook.

    Planck is een van de weinigen die goed vertrouwd is met de elektromagnetische theorie van Maxwell en hiermee kon hij berekenen hoe die oscillatoren straling uitzenden en straling opslorpen. Maar Planck is ook een specialist op het gebied van de thermodynamica. En hij gebruikte uit die thermodynamica een aantal ideeën die hem hielpen om te berekenen hoe de energie over die oscillatoren verdeeld is, met andere woorden: hoeveel energie elk van die oscillatoren uitstraalt of opslorpt. Hij vond zelf (en vindt dat trouwens nog steeds) dat hij hierbij een wanhoopsdaad moest doen om de uiteindelijke formule met de resulaten van de experimenten te doen kloppen. Hij gebruikte namelijk het trucje dat de uitgestraalde of opgeslorpte energie uit kleine pakketjes bestaat. Dat is klinkklare onzin natuurlijk want energie bestaat niet uit pakketjes.

    Maar wonder boven wonder, aan het einde van zijn berekeningen bekwam hij een wiskundige formule die perfect met de experimenten van de straling van zwarte voorwerpen overeenkomt. Zijn formule zegt meer bepaald dat de totale hoeveelheid energie die een zwart voorwerp uitstraalt of opslorpt, gelijk is aan een groot aantal keer een klein pakketje energie. Dat was aanvankelijk wat hem betreft een wiskundig trucje. Want in zijn hoofd zat dan het plan om naderhand te bewijzen dat je dat pakketje energie zo klein kunt maken als je wilt. En dat is logisch want ons gezond verstand en ons inzicht in de werking van de natuur vertellen ons dat energie iets continu is: energie bestaat niet uit pakketjes; je kunt een zo kleine hoeveelheid energie nemen als je maar wilt. Elke hoeveelheid energie kun je immers blijven en blijven opdelen in steeds kleinere stukjes.

    Om zijn formule met de experimenten te doen kloppen, moest hij verder veronderstellen dat de pakketjes energie niet voor alle frequenties van de straling gelijk zijn. Alle pakketjes die bij een bepaalde frequentie van straling horen, zijn aan elkaar zijn. Maar ze zijn niet even groot als de pakketjes van een andere frequentie.

    Hij veronderstelde verder dat de grootte van de pakketjes energie voor een bepaalde frequentie evenredig is met die frequentie. Hoe hoger de frequentie, hoe groter de pakketjes energie voor die frequentie. Je kunt dat anders zeggen door te zeggen dat een pakketje energie gelijk is aan een bepaald vast getal vermenigvuldigd met de frequentie. Dat bepaald vast getal is dus gelijk voor alle frequenties. Maar omdat Planck er vanuit ging dat hij de pakketjes energie zo klein kon maken als hij wilde, ging hij er dus ook van uit dat je dat getal zo klein kunt maken als je maar wilt.

    Maar wat bleek nu toe zijn grote verrassing, zeg maar ontsteltenis? Om de resultaten te laten kloppen met de experimenten, kun je dat getal niet zo klein maken als je maar wilt! Dat was voor Planck een ijskoude douche, want dat betekent dus dat je een hoeveelheid energie niet in steeds kleinere stukjes kunt opdelen. Er bestaat dus een kleinste hoeveelheid energie en die kun je niet verder opdelen. Energie gaat in gehele stapjes vooruit! Er bestaan geen halve stapjes of tiendes van stapjes! Dat is nog erger dan besluiten dat de zon wel rond de aarde draait. Of dat de amoebes van de mens afstammen. Of dat roken heel gezond is. Of dat je een baby beter met whisky dan met melk opvoedt. Planck is een traditioneel wetenschapper en hij heeft het met zijn eigen conclusie heel moeilijk.

    Alles is nog niet opgelost trouwens. Planck zegt wel dat er blijkbaar dat bepaald vast getal bestaat, een getal dat we de constante van Planck kunnen noemen, maar hij weet niet hoe groot (of beter: hoe klein) dat getal dan wel is. In elk geval, vandaag is het de geboorte van de stralingswet van Planck. De langgezochte wet die precies zegt hoe de straling van zwarte voorwerpen eruit ziet en die perfect met de experimenten overeenkomt. Maar die wel gebaseerd is op een wereldschokkende gedachte: energie bestaat uit pakketjes die je niet oneindig klein kunt maken. Om het anders te zeggen: energie is gekwantiseerd. Energie bestaat dus uit kwanta. Kwanta is het meervoud van kwantum. Een kwantum is een kleine hoeveelheid energie die je niet verder kunt opdelen. Vandaag is dan ook de kwantumfysica geboren, de fysica van kwanta. Of de kwantumtheorie. De theorie van kwanten. Men had dat ook de kwantummechanica kunnen noemen, maar niet dus. Misschien gaat men dat later doen, maar vandaag dus niet. Vandaag kennen we enkel de kwantumfysica.

    08-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    07-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 4 oktober 1900
     Wat mij zo boeit aan de natuurkunde is dat de natuurkunde naar synthese streeft. Daarmee bedoel ik dat de natuurkunde probeert om totaal verschillende verschijnselen te verklaren aan de hand van één en hetzelfde principe. De bewegingstheorie van Newton is hiervan het duidelijkste voorbeeld. Die theorie geeft het verband tussen de krachten die op voorwerpen worden uitgeoefend en de beweging die de voorwerpen daardoor maken. Volgens Newtons theorie beschrijven we de beweging van de voorwerpen als de verandering in de tijd van de plaats, de snelheid en de versnelling van dat voorwerp. Nu blijkt dat diezelfde theorie ook met veel succes gebruikt kan worden om verschijnselen te verklaren die er op het eerste gezicht niets mee te maken hebben, zoals het geluid en de warmte. Het geluid kan verklaard worden door de beweging van luchtmoleculen en ook de warmteoverdracht kan voor een deel door de beweging van moleculen worden verklaard.

    Hetzelfde vinden we ook terug in de elektromagnetische wetten van Maxwell. Deze vier wetten leggen heel duidelijke verbanden tussen elektrische en magnetische verschijnselen. Het toppunt van integratie tussen die twee vinden we terug in de elektromagnetische golven. Deze golven bestaan uit een combinatie van een elektrische golf en een magnetische golf. Is dat niet prachtig allemaal?

    07-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    06-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 26 september 1900
    Hurwitz heeft me laten weten dat er een kans bestaat om bij hem assistent te worden. Ik heb hem dan weer laten weten hoeveel plezier mij dat doet. Ik heb nog geen zekerheid maar hoop doet leven. In afwachting van een definitief antwoord moet ik mij uit de slag trekken. Dan maar op zoek naar iets om de tijd te vullen. En mijn portefeuille.

    06-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    05-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 23 september 1900
     Ik ben in Milaan bij mijn ouders, in de via Bigli nummer 23. Financieel gezien zijn mijn vooruitzichten niet onmiddellijk schitterend te noemen. Ik heb nog steeds geen werk. En ik krijg natuurlijk geen geld meer van mijn tante nu ik afgestudeerd ben en toch op mijn eigen benen zou moeten kunnen staan. Ze heeft gelijk natuurlijk. Maar ik wil niet om het even wat doen.

    Ik heb vandaag een brief geschreven aan professor Hurwitz. Ik heb hem geschreven dat mijn vriend Ehrat mij vertelde dat zijn assistent, de assistent van Hurwitz dus, een andere job aangenomen heeft. En dat ik hem vraag of er kans bestaat dat ik zijn plaats kan innemen. Ik heb er bij gezegd dat ik dit enkel durf vragen omdat ik het burgerschap van Zurich zou willen verkrijgen maar dat dit slechts kan wanneer ik een vaste job heb.

    05-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 10 september 1900
     Weber heeft mij nog eens een loer gedraaid. De grapjas weigert mij als assistent. Ik vind dat zo kleinzielig. Ik weet wel dat het tussen hem en mij niet zo boterde. Maar om mij daarom als assistent te weigeren. Zie mij hier nu staan. Mijn medestudenten Marcel Grossmann, Jakob Ehrat en Louis Kollros zijn wel assistent geworden. Ik ben de enige die geen assistent kan worden, Mileva daargelaten maar zij is niet geslaagd. Ze heeft een beetje te veel tijd bij mij doorgebracht zeker? En we hebben niet altijd artikels en boeken gelezen ...

    Ik had zo gehoopt om assistent te worden. Wat moet ik nu aanvangen. Ik moet toch geen leraar worden zeker.

    04-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 25 augustus 1900
    Ik ben nu officieel leraar wiskunde en natuurkunde en ik moet nu denken aan de volgende stap. Ik heb bergen wiskunde en natuurkunde gehad maar mijn aandacht ging en gaat vooral uit naar natuurkunde. Misschien wel spijtig want professor Hurwitz en professor Minkowski waren toch wel uitstekende leraars. Ik vraag me af of ik er ooit spijt van zal hebben dat ik niet wat meer aandacht aan hun vakken heb besteed. Ik moet eerlijk bekennen dat ik in die vier jaar veel minder van wiskunde heb opgestoken dan ik had kunnen doen. Misschien zal ik het mij ooit nog beklagen. Maar ik vind het zo moeilijk om te kiezen in de wiskunde. Er zijn zoveel deelgebieden van de wiskunde en ze lijken mij eigenlijk allemaal best interessant. Maar er zijn er gewoon te veel en met een klein deelgebied kun je gerust een heel leven vullen. In de natuurkunde vind ik het gemakkelijker om te voelen waar de interessante stukken zitten.

    03-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 25 juli 1900
     Ik heb een heel ernstig conflict over Mileva gehad met mijn moeder. Ik had Mileva mijn vrouw genoemd en ze heeft mij de huid vol gescholden. Ze vindt Mileva absoluut geen goede vrouw voor mij en ze heeft grote schrik dat ze een kind zal krijgen. Ik heb haar gezegd dat we niets verkeerd gedaan hebben.

    Mijn vader heeft me ook op de vingers getikt. Dat is uitzonderlijk want meestal laat hij dergelijke zaken aan mijn moeder over.

    Ik heb aan Mileva geschreven dat ze bij haar familie over ons moet zwijgen om te vermijden dat zij zelf ook problemen krijgt.

    02-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    01-04-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 28 juni 1900
    Geslaagd voor mijn eindexamens! En niet gewoon met de hakken over de sloot: de punten van mijn eindexamen zijn echt niet mis. Gemiddeld 4,91 op zes. Ik heb een vijf voor theoretische natuurkunde, voor praktische natuurkunde en voor sterrenkunde. En zelfs vijf en een half voor functietheorie. Ze hebben mijn examenscriptie minder gesmaakt. Slechts vier en een half.

    01-04-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 16 mei 1900
    De eindexamens van de ETH staan voor de deur. Wat een verschrikking. Niet direct mijn kopje thee. Gelukkig heeft mijn goede vriend en medestudent Marcel Grossmann zeer goede nota’s van de lessen. Anders was het voor mij een onmogelijke zaak om te slagen. Met zijn nota’s en zijn hulp zal ik er mij wel doorslaan.

    31-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 21 maart 1900
    Ik heb de hele tijd discussies met professor Weber. Ik haat zijn manier van lesgeven en hij kan mij niet uitstaan. Hij heeft tegen mij gezegd dat ik een slim kereltje ben maar dat ik één groot gebrek heb, namelijk dat ik mezelf door niemand iets laat vertellen. Nu, ik vind dat geen gebrek; het is een kwaliteit. Ik wil leren en dat kan alleen door zelf allerlei dingen uit te proberen en door zelf over alles na te denken en door te durven alles in vraag te stellen. Ik wil geen papegaai zijn die op een domme manier dingen navertelt die hij niet begrijpt.

    30-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    29-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 12 maart 1900
    Hier aan de ETH is professor dr. Hermann Minkowski een van mijn favoriete leraars, samen met professor dr. Adolf Hurwitz. Zijn cursus Toepassingen van de analytische mechanica is een van de beste cursussen die ik aan de ETH volg.

    29-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    28-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 28 februari 1900
     Gustav Kirchhoff wist dus dat een heet zwart voorwerp elektromagnetische straling uitzendt waarbij de energie van elke frequentie enkel van de temperatuur afhangt. Hij wist echter niet hoe hij de energie uit de temperatuur en de frequentie moest berekenen. Hij kon op geen enkele manier een theorie opstellen die de experimentele resultaten juist kon voorspellen.

    In 1879 stelde Jozef Spefan op basis van experimentele feiten vast dat de totale uitgestraalde energie van een heet voorwerp (dus het geheel van energie van alle frequenties samen) evenredig is met de temperatuur in Kelvin tot de vierde macht van dat hete voorwerp. Dus als je de temperatuur in Kelvin twee keer groter maakt, dan wordt de uitgestraalde energie twee tot de macht vier (dat is twee maal twee maal twee maal twee of dus zestien) keer groter. Maak je de temperatuur in Kelvin drie keer zo groot, dan wordt de uitgestraalde energie drie tot de macht vier, dus 81, keer groter.

    Stefan dacht nog dat dit zo was voor alle voorwerpen, en dus niet enkel voor zwarte voorwerpen. In 1884 echter kwam Ludwig Boltzmann tot dezelfde conclusie, maar nu op basis van de wetten van Maxwell en de thermodynamica. Boltzmann gaf in 1884 de correcte wet van Stefan door te bewijzen dat ze alleen klopt voor zwarte voorwerpen. Die wet van de vierde macht noemt men nu de wet van Stefan-Boltzmann.

    In 1896, dus amper vier jaar geleden, gaf Wilhelm Wien een gedeeltelijke theoretische oplossing voor het wiskundige verband tussen de energie, de frequenties en de temperatuur die klopte met de experimentele gegevens. Die theoretische oplossing klopt echter slechts gedeeltelijk: ze klopt niet voor alle frequenties. Ze klopt meer bepaald niet in het verre infrarode gebied, dat wil dus zeggen voor frequenties die veel lager zijn dan die van het zichtbare licht. Heinrich Rubens en Ferdinand Kurlbaum hebben die theoretische oplossing later met experimenten bevestigd.

    En tot op de dag van vandaag is er niemand die wel het volledige en goede verband kan geven tussen de energie, de frequentie en de temperatuur. Met volledig bedoelen we: voor alle temperaturen en voor alle frequenties. En dat is dus één van de grootste raadsels van de fysica en de wetenschappen in het algemeen.

    28-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    27-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 27 februari 1900
     We kunnen de entropie nog niet helemaal verklaren maar toch is de entropie geen probleem: het is gewoon iets dat we nog niet helemaal begrijpen. In de wetenschap zijn er echter ook nog echte raadsels. Een van de grootste raadsels van de huidige wetenschap is de straling van zwarte voorwerpen of zwarte lichamen, zoals wetenschappers voorwerpen ook wel noemen.

    Perfect zwarte voorwerpen hebben een bijzondere eigenschap. Ze zijn bijzonder omdat ze helemaal geen elektromagnetische straling, licht bijvoorbeeld, weerkaatsen. Ze slorpen alle licht op en zenden ander licht uit. Niet-zwarte voorwerpen zijn anders. Die kaatsen een deel van het licht terug en slorpen het andere deel van het licht op. Zo zien we trouwens kleuren. Een gele trui kaatst alleen geel licht terug en slorpt al het andere licht op. Een rode trui kaatst rood licht terug en slorpt al het andere op.

    Perfect zwarte voorwerpen weerkaatsen dus geen licht; ze slorpen licht en andere elektromagnetische straling op en stralen dan ander licht en andere elektromagnetische straling uit. Ze stralen tegelijk verschillende kleuren licht (dus verschillende frequenties van elektromagnetische straling) uit. We noemen dat het spectrum van elektromagnetische straling van dat voorwerp. Niet-zwarte voorwerpen hebben ook een spectrum. Bij niet-zwarte voorwerpen hangt dat spectrum onder andere af van het materiaal waaruit het voorwerp is gemaakt. Voor perfect zwarte voorwerpen is dat echter niet het geval. Als je een zwart voorwerp heel heet maakt, dan heb je een continu spectrum (dat wil zeggen dat het alle opeenvolgende kleuren bevat) dat enkel van de temperatuur van het zwarte voorwerp afhangt en niet van het voorwerp zelf. Het spectrum van zwarte voorwerpen hangt dus niet af van bijvoorbeeld de vorm van het voorwerp of het materiaal waaruit het voorwerp is gemaakt. Dat is heel bijzonder want dat is enkel zo voor perfect zwarte voorwerpen.

    Een heel heet perfect zwart voorwerp zendt dus een continu spectrum van licht uit. Het zendt dus tegelijk licht van een heleboel opeenvolgende frequenties van elektromagnetische straling uit.  Elke frequentie van het licht bevat een bepaalde hoeveelheid licht. Die hoeveelheid licht is de sterkte van het licht, dus van de hoeveelheid energie van dat licht. Dat is hetzelfde zoals bij een lamp. Een felle lamp straalt meer licht, dus meer energie, uit dan een zwakke lamp.

    De hoeveelheden licht van de verschillende frequenties, of anders gezegd de hoeveelheden energie van de verschillende frequenties, zijn niet allemaal even groot. De energie van frequentie 5000 is bijvoorbeeld 100; de energie van frequentie 5001 is bijvoorbeeld 102; de energie van frequentie 5002 is bijvoorbeeld 105 enzovoort. Deze getallen kloppen niet; het is enkel ter illustratie maar ze tonen het idee.

    Een van de allergrootste wetenschappelijke raadsels van vandaag is dat de berekeningen voor de grootte van de hoeveelheden energie niet met de huidige wetten van de fysica kloppen. Meer bepaald gaat het hier over de wetten van Newton over de krachten en de beweging van voorwerpen en de wetten van Maxwell over elektromagnetische straling, waaronder dus licht.

    Uit experimenten met hete zwarte voorwerpen blijkt namelijk dat de frequentie van het licht met de grootste sterkte, dus met de grootste hoeveelheid energie, afhankelijk is van de temperatuur van dat zwarte voorwerp. Die frequentie verandert dus naarmate de temperatuur van het zwarte voorwerp verandert. Bijvoorbeeld bij een temperatuur van 1000 graden is er meest licht van frequentie 6000, bij een temperatuur van 1100 graden is er meest licht van frequentie 6500, enzovoort. De getallen kloppen niet maar het is weer enkel ter illustratie.

    Dat verschijnsel is echter in tegenspraak met de theorie die gebaseerd is op de wetten van Newton en de wetten van Maxwell. Deze theorie voorspelt namelijk dat het meeste licht altijd zou moeten zitten in de hoogste frequenties, zeg maar het violet, en dus onafhankelijk zou moeten zijn van de temperatuur van het zwarte voorwerp.

    Eigenlijk is het nog erger. Volgens de theorie zou het zo moeten zijn dat er meer en meer lichtsterkte zit voor de hogere en hogere frequenties. De lichtsterkte en dus de energie zou zelfs oneindig groot moeten worden als we het licht van de de heel hoge frequenties meten. En je kunt natuurlijk niet oneindig veel energie hebben. Een poëtische geest heeft dat de ultraviolette catastrofe genoemd; ultraviolet licht heeft immers een hogere frequentie dan al het zichtbare licht.

    De wetenschappers zitten echt met een dik probleem omdat de wetten van Newton en Maxwell al ontelbare keren nauwkeurig getest en voor waar bevonden zijn. We kunnen ze dus niet zomaar overboord gooien omdat we één enkele situatie hebben waar de wetten niet kloppen. Er moet iets meer aan de hand zijn.

    Trouwens, het is niet alleen maar experimenteel nagegaan dat alle zwarte voorwerpen bij dezelfde temperatuur hetzelfde spectrum hebben. Gustav Kirchhoff heeft dat al in 1859 op een theoretische manier bewezen. Hij heeft ook bewezen dat de hoeveelheid uitgestraalde energie van een bepaalde frequentie ook enkel van de temperatuur van het zwarte voorwerp afhangt, en dus bijvoorbeeld niet van het materiaal waaruit dat zwarte voorwerp is gemaakt. Als je twee verschillende zwarte voorwerpen van verschillende materialen hebt en ze hebben dezelfde temperatuur, dan hebben ze helemaal hetzelfde spectrum en ze stralen precies dezelfde hoeveelheid energie uit.

    Daaruit volgt dan automatisch dat de totale hoeveelheid door een zwart voorwerp uitgestraalde energie enkel van de temperatuur van het zwarte voorwerp afhangt.

    Dat bewijs van Kirchhoff is een echt juweeltje. Het is gebaseerd op het feit dat een perpetuum mobile van de tweede soort niet kan bestaan.

    27-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    26-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 31 januari 1900
    Het zijn niet enkel de thermodynamica en de kinetische gastheorie die mijn aandacht opeisen. De relativiteit houdt mij ook nog bezig. Ik heb een methode gevonden om te meten hoe snel de aarde ten opzichte van de ether voortbeweegt. Ik heb ze al dikwijls met mijn medestudent en vriend Marcel Grossmann besproken. Marcel is meer wiskundig ingesteld dan ik. Hij bekijkt het probleem van de relativiteit dan ook op een andere manier dan ikzelf: hij heeft vooral aandacht voor de wiskundige kant van de zaak. Ik bekijk vooral de fysische kant: ik wil begrijpen op welke manier je de beweging van de aarde ten opzichte van de ether kunt meten. Hoe je de gedetailleerde berekeningen moet maken, interesseert mij minder. Als je de methode hebt, is het probleem eigenlijk al opgelost. De wiskunde is volgens mij bijzaak.

    26-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    25-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 10 januari 1900
     Goed, met die kinetische gastheorie kun je dus allerlei dingen voorspellen. Maar andere theorieën doen dat ook. De zwaartekrachttheorie van Newton voorspelt bijvoorbeeld waar de maan en de aarde zich in de toekomst zullen bevinden. En andere theorieën doen dat ook. Wat is dan het bijzondere aan die kinetische gastheorie? Wat is de grote vernieuwing? De grote vernieuwing is dat je de dingen statistisch gaat benaderen. Als je je bezighoudt met vallende voorwerpen, dan bekijk je elk voorwerp heel precies. Je hebt er twee of drie of misschien tien en op elk van die voorwerpen ga je de bewegingswetten van Newton over de krachten en de beweging toepassen. In de kinetische gastheorie doe je dat niet. Je hebt vele miljarden keer miljarden kleine bolletjes en je benadert ze op een statistische wijze. Je zegt bijvoorbeeld dat de gemiddelde snelheid van die bolletjes zoveel is, en je zegt dat er zoveel bolletjes precies die snelheid hebben en er zijn er zoveel met een iets hogere en iets lagere snelheid, en zoveel met een nog iets hogere of lagere snelheid, enzovoort. En op basis van die snelheidsverdelingen ga je dan allerlei gevolgen en eigenschappen gaan berekenen, zoals bijvoorbeeld de temperatuur. Het is hierbij niet relevant wat een individueel bolletje doet, enkel wat er gebeurt met het geheel van de bolletjes. En dat geheel wordt dus op statistische wijze beschreven. Het lijkt een nadeel dat je het geheel statistisch benadert, maar eigenlijk is dat een voordeel. Je hoeft immers niet te weten wat al die miljarden keer miljarden individuele bolletjes doen.

    En werkt het dan wel in de praktijk? In de praktijk werkt het inderdaad heel goed: de voorspellingen komen meestal heel goed overeen met de resultaten van de experimenten. Alleen met de entropie wil het nog niet zo goed lukken. En daar wil ik een steentje toe bijdragen. Ik weet dat vooral Boltzmann zich met de kinetische gastheorie en entropie bezighoudt maar hij weet nog lang niet alles. Er zijn dus nog genoeg belangrijke vragen te beantwoorden.

    25-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 4 januari 1900
     Met de kinetische gastheorie kun je dus allerlei voorspellingen maken en die voorspellingen via experimenten uittesten. De allerbelangrijkste vraag in verband met de kinetische gastheorie is de vraag of je met die theorie de entropie kunt verklaren. Entropie is een heel bijzonder begrip in de thermodynamica, misschien wel het belangrijkste begrip. In elk geval is het het meest mysterieuze begrip. Er zweeft een waas van mystiek rond en over de entropie kun je heftige filosofische discussies voeren. Een ideaal gespreksonderwerp voor wetenschappers op café. Spanning en sensatie verzekerd.

    Maar wat is entropie dan wel? Entropie is een bepaalde eigenschap van een systeem zoals je de eigenschappen temperatuur of gewicht of volume of energie hebt. Een systeem kan hier van alles zijn: een pot met water, een thermosfles met een gas erin, een vat met een mengsel van vloeistoffen, gassen en vaste stoffen, een planeet, het zonnestelsel, alle zeewater op aarde, een boom, een hond, een kat, een olifant. Net zoals je de temperatuur of het gewicht van zoiets kunt meten of berekenen, kun je ook de entropie bepalen.

    De entropie komt niet uit de lucht vallen. Men heeft de entropie gedefinieerd omdat men ontdekt heeft dat er in de thermodynamica een bepaalde eigenschap bestaat (die men dus entropie heeft gedoopt) die in een gesloten systeem nooit kan dalen. Een gesloten systeem is een perfect geïsoleerd en onvervormbaar systeem, bijvoorbeeld een onsamendrukbare, perfect geïsoleerde thermosfles. In dat systeem kunnen er allerlei chemische reacties plaatsvinden. De temperatuur kan hierbij stijgen of dalen, de druk kan stijgen of dalen, er kunnen allerlei chemische stoffen worden ontbonden of gevormd, zowel gasvormige als vaste als vloeibare en toch zal de entropie van dat gesloten systeem steeds stijgen, nooit dalen. En de entropie zal blijven stijgen tot er een evenwichtstoestand ontstaan is. Vanaf dan blijft de entropie gelijk.

    De entropie is de sleutel tot de tweede hoofdwet van de thermodynamica. Die tweede hoofdwet kun je op verschillende manieren formuleren. Je kunt bijvoorbeeld zeggen, zoals Clausius heeft gedaan, dat warmte altijd van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur vloeit. Als je een blokje ijs in je whisky legt, dan zal de temperatuur van het ijs door de wamte van de whisky stijgen, waardoor het ijs water wordt, en de temperatuur van de whisky zal door de koude van het ijs dalen. De warmte vloeit dus van de warmere whisky naar het koudere ijs. Het zal nooit gebeuren dat de warmte van het ijs (want ook ijs heeft warmte!) naar de whisky vloeit waardoor het ijs nog kouder wordt en de whisky nog warmer. Dat laatste is niet verboden door de eerste hoofdwet van de thermodynamica (want de totale energie van het ijs en de whisky blijft gelijk) maar dus wel door de tweede hoofdwet van de thermodynamica.

    Eigenlijk moet ik de formulering van hierboven een beetje nuanceren. Eigenlijk moet ik zeggen dat de tweede hoofdwet van de thermodynamica zegt dat de warmte nooit zonder meer van iets kouds naar iets warms loopt. Warmte kan wel van iets kouds naar iets warms lopen, maar niet zonder meer, dat wil zeggen: spontaan. Warmte kan wel door een extern mechanisme gedwongen worden om van iets kouds naar iets warms te lopen. Gelukkig maar, want anders zou je je nooit een koelmachine, zeg maar een koelkast, kunnen voorstellen. In een koelmachine of koelkast laat je immers wel wamte van de koude koelkast naar de warme kamer lopen. Hierdoor wordt de inhoud van de koelkast koel gehouden. Maar je hebt wel een mechanisme nodig om dat te kunnen doen. In het geval van die koelkast ga je bijvoorbeeld een gas samenpersen en dan weer laten expanderen of uitzetten. Als je een gas samenperst, stijgt de temperatuur ervan. De temperatuur van dat gas is hierdoor hoger dan de kamertemperatuur. Hierdoor staat het gas spontaan warmte af aan de kamer. Je moet eens achter aan een koelkast voelen. Dan zie je wel wat ik bedoel. Het gas koelt dus af omdat het warmte aan de kamer afstaat. Door het afgekoelde gas daarna te expanderen (dat wil zeggen: te laten uitzetten), daalt de temperatuur van dat gas. Hierdoor is het gas nu kouder dan de koude in de koelkast. Dus vloeit de warmte van de koelkast spontaan naar het gas. Hierdoor wordt de koelkast kouder en het gas warmer. Dan pers je het gas weer samen, waardoor de temperatuur ervan stijgt en je de warmte aan de kamer kunt laten afstaan. Enzovoort, enzovoort. Je pompt als het ware de warmte van de koelkast naar de kamer. Het is dus een eindeloze cyclus en hierdoor kun je dus wel warmte van iets kouds naar iets warms laten vloeien. Je moet er wel een prijs voor betalen: je moet in die cyclus energie pompen. Je hebt namelijk een pomp nodig om dat gas samen te persen en te laten expanderen. En daarvoor heb je energie nodig, bijvoorbeeld elektrische energie.

    Je kunt de tweede hoofdwet van de thermodynamica ook op een andere manier uitleggen, bijvoorbeeld zoals Kelvin en Planck hebben gedaan. Dan klinkt het zo: je kunt niet zomaar warmte (wat een vorm van energie is) in een andere energievorm omzetten, bijvoorbeeld in bewegingsenergie of elektrische energie. Hierdoor kun je bijvoorbeeld geen zelfwerkende koelkast maken. Je kunt dus niet de warmte die de koelkast afgeeft, gebruiken om de pomp van de koelkast aan te drijven. Met die warmte kun je weliswaar een bepaalde hoeveelheid elektriciteit maken, maar niet genoeg om de pomp van de koelkast te laten werken.

    Je kunt daarom bijvoorbeeld ook geen trein maken die de warmte van de lucht gebruikt om te rijden. Zo een trein zou bijvoorbeeld aan de voorkant lucht naar binnen zuigen, uit die lucht de warmte halen, de resterende nu koude lucht aan de achterkant laten ontsnappen, en de warmte gebruiken om de trein te laten rijden en om het mechanisme aan te drijven dat de warmte uit de lucht haalt. Zo een trein zou heel handig zijn maar helaas. De tweede hoofdwet van de thermodynamica zegt dat het niet kan. Zo een zelfwerkende koelkast of een zelfaandrijvende trein zou een perpetuum mobile van de tweede soort zijn. En zoiets kan dus niet bestaan volgens de tweede hoofdwet van de thermodynamica. En zo hebben we nog een derde manier om de tweede hoofdwet van de thermodynamica te formuleren: je kunt geen perpetuum mobile van de tweede soort maken.

    24-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    23-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 3 januari 1900
     We hebben dus een theorie van velden en een theorie van voorwerpen. En die hebben dus niets met elkaar te maken. Maar hoe zit het dan met de theorie van de warmte, de warmteleer zoals men zegt? Waar moeten we de warmte zetten: bij de theorie van de velden of bij de theorie van de voorwerpen?

    Je zou misschien geneigd zijn om de warmte als een veld te zien, want warmte verspreidt zich als het ware ook in alle richtingen. Toch blijkt dit niet zo te zijn. De uitwendige invloed van de warmte lijkt misschien wel op een veld maar als we het inwendige mechanisme van warmte willen beschrijven, kunnen we dat beter met de theorie van Newton over bewegende deeltjes doen. In dat geval kunnen we namelijk een theorie opstellen waarvan de voorspellingen overeenkomen met de resultaten van experimenten. Toch een kleine opmerking: het klopt vooral als we het over de warmte van gassen hebben. In het geval van gassen hebben we het dan over de kinetische theorie en de statistische theorie van de gassen. Voor vaste stoffen en vloeistoffen werkt het helaas zo goed niet.

    Laat ons die kinetische gastheorie eens bekijken. De kinetische gastheorie is een bepaalde theorie die eigenschappen van gassen verklaart door gassen te beschouwen als een geheel van kleine bolletjes, moleculen zo je wilt, die door elkaar bewegen en die tegen de wanden botsen van de doos of de kolf of de fles of wat dan ook dat het gas bevat. Met die kinetische gastheorie probeer je dan de eigenschappen van de gassen te verklaren en te voorspellen:  de druk, de temperatuur, de geleidbaarheid van warmte, enzovoort.

    Kun je zomaar veronderstellen dat gas echt uit bolletjes bestaat? Want die bolletjes komen blijkbaar overeen met de moleculen en er zijn toch nog heftige discussies over de vraag of moleculen en atomen echt bestaan of niet? En als ze bestaan, zijn dat dan kleine bolletjes of niet?

    Ondanks deze vragen kun je in je theorie veronderstellen dat gas inderdaad uit kleine bolletjes bestaat op voorwaarde dat die theorie klopt. Dat klinkt vreemd want het betekent zoiets als “het klopt op voorwaarde dat het klopt” maar we bedoelen het volgende: je kunt het doen op voorwaarde dat je met de theorie correcte resultaten van allerlei experimenten kunt voorspellen. Hoe meer resultaten je correct voorspelt, of hoe correcter de resultaten, hoe beter de theorie. Je kunt in je kinetische gastheorie dus niet om het even wat beweren: het moet kloppen met de werkelijkheid in de zin dat het moet kloppen met het resultaat van experimenten die je kunt uitvoeren.

    Hoe ziet die theorie eruit? Je maakt eerst een eerste reeks veronderstellingen. Bijvoorbeeld dat gas uit heel kleine bolletjes bestaat die botsen zonder energieverlies. Fysici noemen dat een elastische botsing. En dat de bolletjes altijd heel blijven: ze breken nooit. En dat de bolletjes altijd in rechte lijnen vliegen tot ze ergens tegenaan botsen. En als ze botsen, worden ze volgens de wetten van Newton teruggekaatst. Dat zijn dezelfde wetten die zeggen hoe biljartballen botsen. En zo zijn er nog een paar veronderstellingen. Die eerste reeks van veronderstellingen is dezelfde voor bijna alle kinetische theorieën. Eigenlijk moeten we dus zeggen dat er niet één kinetische theorie bestaat. Er bestaan er meerdere maar ze lijken wel op elkaar. Ze verschillen van elkaar omdat ze andere veronderstellingen maken.

    Dat was het eenvoudige stuk. Dan is er een reeks van veronderstellingen die wel sterk afwijkt van theorie tot theorie. In die tweede reeks maakt men veronderstellingen over de snelheidsverdeling van de bolletjes. De bolletjes hebben immers niet allemaal dezelfde snelheid. Toch veronderstelt men dat er een bepaalde systematiek in de verschillende snelheden zit. Om het wetenschappelijker uit te drukken: men veronderstelt dat er een bepaalde snelheidsverdeling is. Deze snelheidsverdeling zegt hoe de snelheden van de bolletjes verdeeld zijn: bijvoorbeeld 30% van de bolletjes heeft een snelheid tussen 900 en 1000 kilometer per uur, 15% heeft een snelheid tussen 800 en 900 kilometer per uur en 15% een snelheid tussen 1000 en 1100 kilometer per uur, 10% een snelheid tussen 700 en 800 kilometer per uur, 10% een snelheid tussen 1100 en 1200 kilometer per uur, enzovoort.

    In de natuur zijn dergelijke verdelingen meestal verdeeld als een klokfunctie, dat is een wiskundige lijn met de vorm van de klok van een kerktoren. Dat is een lijn die op de grond begint en eerst zachtjes omhoog begint te gaan, dan sneller omhoog gaat, dan weer trager omhoog gaat tot ze een maximum bereikt en daar horizontaal is, dan zachtjes naar beneden gaat, dan sneller en sneller naar beneden gaat en dan weer trager naar beneden gaat tot ze weer horizontaal op de grond ligt. Echt de vorm van een kerkklok. De lengtes van de mensen zijn bijvoorbeeld zo verdeeld. Er zijn veel mensen die ongeveer de gemiddelde lengte van alle mensen hebben. Hoe meer je afwijkt van de gemiddelde lengte, hoe minder mensen er zullen zijn met jouw lengte. Ben je heel klein of heel groot, dan is er bijna niemand met jouw lengte.

    Zo een klok die de snelheidsverdeling van de bolletjes van een gas voorstelt, kan verschillende vormen hebben. Het kan bijvoorbeeld een smalle klok zijn; dan hebben alle bolletjes ongeveer dezelfde snelheid. Het kan ook een brede klok zijn; dan liggen de snelheden ver uit elkaar. Het kan een symmetrische klok zijn, dan zijn de linkerkant en de rechterkant elkaars spiegelbeeld. Het kan ook een asymmetrische klok zijn, dan zijn rechts en links verschillend.

    Die klokvorm is karakteristiek voor een bepaalde theorie: die klokvorm is de weerspiegeling of vertaling van de belangrijke verschillen tussen de theorieën. De grote truc is nu natuurlijk om zo een klokvorm te vinden zodat de voorspellingen van de theorie zo goed mogelijk met de resultaten van de experimenten overeenkomen. En dit voor een zo groot mogelijk gebied; dat wil zeggen voor alle soorten gassen, zowel voor hoge als voor lage temperaturen, zowel voor hoge drukken als voor lage drukken, enzovoort.

    Die voorspellingen van de theorie kun je berekenen op basis van die snelheidsverdeling. Met die snelheidsverdeling kun je immers allerlei berekeningen maken, bijvoorbeeld wat de temperatuur van het gas is, of de druk van het gas. Die druk is in de kinetische gastheorie immers het gevolg van alle botsingen van de bolletjes op de wand van de recipiënt waarin het gas zich bevindt. De druk in een ballon bijvoorbeeld is het gevolg van al die bolletjes die met de ballonwand botsen. Er zijn vele miljarden keer miljarden bolletjes. Die bolletjes zijn heel klein; daarom zijn de botsingen heel klein. Maar omdat er zoveel bolletjes zijn, miljarden keer miljarden, lijkt het alsof er een constante druk is. Maar eigenlijk zijn er per seconde vele miljarden keer miljarden minieme botsingen.

    Met de kinetische gastheorie kun je nog andere dingen dan de druk proberen te voorspellen. Bijvoorbeeld de soortelijke warmte van een gas: hoeveel warmte heb je nodig om de temperatuur van één kilogram gas met één graad Celsius te verhogen? Je kunt dat experimenteel vaststellen voor verschillende gassen, bij lage en hoge temperaturen, bij lage en hoge drukken. Je kunt dat allemaal experimenteel uitproberen, en je kunt dus nagaan in welke omstandigheden je theorie met de experimenten klopt.

    Dat is dus allemaal heel boeiend en het is een onderwerp waar heel veel grote natuurkundigen hun tijd en energie in stoppen.

    23-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 29 december 1899
     We zijn bijna in het jaar 1900. Het goede ogenblik om een paar zaken duidelijk op een rijtje te zetten. Meer bepaald: waar staan we nu eigenlijk op het gebied van de fysica? Wat weten we? Wat weten we niet? Hoe zit het met de grote theorieën van de natuurkunde?

     We kunnen de theorieën van de fysica in twee grote soorten indelen. Langs de ene kant hebben we de theorie van de materiële deeltjes. Dat is de theorie van Newton die betrekking heeft op de beweging van heel kleine materiële deeltjes: heel kleine bolletjes; heel kleine kogeltjes als het ware. Die theorie beschrijft hoe heel kleine bolletjes onder invloed van krachten bewegen. Met andere woorden: hoe bewegen bolletjes als je op die bolletjes een kracht uitoefent. In essentie komt het erop neer dat bolletjes versneld of vertraagd worden indien er een kracht op werkt. Vergelijk het met het gaspedaal of de rem van de zopas uitgevonden auto. Als je het gaspedaal stevig indrukt, gaat de auto versnellen. Druk je de rem stevig in dan gaat de auto vertragen.

    Een auto is toch geen bolletje, zeg je dan. Dat klopt. Maar als je rekening houdt met een aantal eenvoudige regeltjes dan zijn de wetten van Newton niet alleen voor heel kleine bolletjes geldig maar ook op de voorwerpen in de wereld rondom ons, planeten en sterren en dieren en mensen en zo inbegrepen.

    Langs de andere kant hebben we de theorie van de velden. Het woord “veld” moeten we hier begrijpen in zijn natuurkundige betekenis, en niet zoals in een aardappelveld. In de natuurkundige betekenis zijn velden een soort verstoringen van de ruimte. Het magnetisch veld is het voorbeeld dat we het best begrijpen. Als je een magneet op tafel legt, en er zijn geen ijzeren voorwerpen in de buurt, dan zie je niets dat de aanwezigheid van de magneet verraadt. Maar er is wel een magnetisch veld: de magneet verstoort de ruimte, ook al zie je dit niet. Als je een ijzeren voorwerp in de buurt van die magneet houdt, bijvoorbeeld de naald van een kompas, dan ga je dat veld wel opmerken. Het ijzeren voorwerp of de naald zal de kracht van dat veld voelen en het gaat erop reageren: het ijzeren voorwerp en de naald van het kompas worden door de magneet aangetrokken. Je kunt de aanwezigheid van dat veld op een andere manier duidelijk maken: je kunt het met behulp van ijzervijlsel zichtbaar maken. Als je ijzervijlsel rond een magneet strooit, dan zal dat ijzervijlsel zich in duidelijke lijnen organiseren. Die lijnen geven aan hoe het veld ligt.

    Waarom maken we dat onderscheid tussen de theorie van de bolletjes en de theorie van de velden? Die twee theorieën hebben een heel groot fundamenteel verschil: een veld strekt zich in de ruimte uit terwijl een bolletje zich op een heel precieze plaats in de ruimte bevindt. Als ik een magneet in het midden van de kamer leg, dan vult het magnetisch veld de hele kamer. De kracht van dat veld neemt heel snel af, naarmate de afstand tot de magneet groter wordt maar het veld is wel overal. Bij een gewone huis-tuin-en-keukenmagneet ga ik in de hoek van de kamer helemaal geen invloed van het magnetisch veld meer kunnen opmerken maar eigenlijk komt het veld wel tot in de hoek. Het is in de hoek van de kamer echter zo zwak dat het niet meer op te merken is.

    Velden en bolletjes, of meer algemeen velden en voorwerpen, zijn dus iets totaal anders. Het is dus normaal dat ze door een heel ander soort wetenschappelijke theorie worden beschreven. Ze hebben helemaal niets, maar dan ook niets met elkaar te maken. En dus hebben we een theorie van velden en een van deeltjes. En dat zal nooit veranderen. Nu ja, nooit. Zeg in de fysica nooit nooit. Eigenlijk moet ik zeggen: niemand kan het zich voorstellen dat het ooit zal veranderen. Velden zijn velden en voorwerpen zijn voorwerpen.

    22-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    21-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 28 september 1899
     Ik heb mijn Mileva nog een brief geschreven. Ik schreef haar dat ik hoop dat we ons werk over de relativiteit van de beweging tot een goed einde kunnen brengen. Ik spreek over ons werk maar eigenlijk doe ik het werk en zij luistert. En dat is heel veel waard: ik heb een klankbord nodig. Ik moet mijn ideeën aan iemand kunnen uitleggen en die iemand stelt mij dan vragen en dat helpt mij dan weer om het zelf beter te begrijpen.

    Mijn ouders zijn trouwens heel ongelukkig met mij en Mileva. Ze vrezen dat Mileva meer dan een klankbord is en ze gedragen zich echt alsof ik de grootste mislukkeling ter wereld ben.

    Toch gaat het nu al wat beter dan in het begin. Soms lijkt het zelfs alsof mijn ouders zich bij de situatie hebben neergelegd. Al baart mijn moeder mij grote zorgen. Ik denk dat ze zich nooit met Mileva zal kunnen verzoenen. Mileva denkt dat ook. Ze vindt dat mijn moeder haar overal zwart maakt.

    21-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 21 december 1899
     J. J. Thomson, de ontdekker van het elektron, heeft vorig jaar en dit jaar nog meer experimenten gedaan om de massa, dus het gewicht, van dat elektron nog nauwkeuriger te meten. Hij deed verschillende soorten experimenten en die leverden allemaal hetzelfde resultaat op. Nu staat het onomstotelijk vast: de elektrische ladingen worden gedragen door kleine elementaire deeltjes die tweeduizend keer lichter zijn dan waterstofatomen. Dus geen duizend keer zoals hij eerst dacht.

    Thomson heeft ook gezegd dat het elektrisch maken van een stof eigenlijk betekent dat je het atoom splitst: je breekt een stukje los van het atoom.

    Volgens Thomson heb je in een atoom namelijk positieve dingen en negatieve dingen. Je hebt evenveel positieve dingen als negatieve dingen: een atoom is dus elektrisch neutraal. Als je een negatief stukje van dat atoom afbreekt, bijvoorbeeld een elektron, dan neem je een stukje negatieve elektrische lading weg van dat atoom. Het atoom heeft dan een overschot aan positieve dingen en dus is het atoom na het afbreken van een elektron positief geladen.

    En tussen haakjes, het klopt dus niet dat het grote verschil tussen atomen en moleculen is dat atomen ondeelbaar zijn en moleculen niet. Als Thomson gelijk heeft, zijn atomen wel deelbaar!

    20-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    19-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 10 augustus 1899
     Ik heb aan mijn poppetje Mileva een brief geschreven over de ether en de relativiteit die mij nog steeds heel erg bezighouden. Ik stel mij bijvoorbeeld de vraag of we aan die ether wel een fysische betekenis moeten hechten: bestaat de ether echt of is het maar een trucje om berekeningen te kunnen maken. Bij watergolven is het duidelijk dat je water nodig hebt. Zonder water geen watergolven. En bij geluid heb je lucht nodig. Zonder lucht geen geluid. Maar voor elektromagnetische golven? Misschien is die ether alleen maar een wiskundige uitvinding om gemakkelijker te kunnen rekenen met elektromagnetische golven. Dan zou die ether dus geen alles doordringende stof zijn met gewicht en andere fysische eigenschappen zoals samendrukbaarheid en elektrische geleidbaarheid en zo. Ik ben hier heel diep over aan het nadenken.

    Misschien is het nog anders en is die ether enkel een abstracte referentie om beweging te beschrijven. Als wij spreken over beweging spreken we bijna altijd over beweging ten opzichte van iets anders, dus altijd over relatieve beweging. Ik loop zo snel op de aarde. De aarde draait zo snel rond de zon. De maan draait zo snel rond de aarde. Ik loop zo snel in een rijdende trein die zo snel rijdt ten opzichte van de aarde die zo snel draait rond de zon die op haar beurt weer zo snel vliegt ten opzichte van iets anders. Ten opzichte van wat? Van de ether? Misschien is de ether dus iets om absolute beweging te meten. Als je ten opzichte van de ether beweegt dan is dat misschien een absolute en geen relatieve beweging. Maar zelfs in dat geval is die ether misschien enkel een abstracte referentie en dan heeft die ether geen fysische werkelijkheid. Ik weet niet of ik die ideeën goed op papier heb gezet en of Mileva mij wel begrijpt.

    19-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 14 oktober 1898
    Ik vind dat etherprobleem uitermate boeiend. Ik wil een apparaat bouwen om de beweging van de aarde door de ether te meten. Maar ik mag niet van de ETH.

    18-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 13 oktober 1898
     Ik heb kennisgemaakt met een heel interessant probleem: dat van het licht en de beweging van de aarde en de ether. Dat probleem heeft te maken met de relativiteit. Heel belangrijk, die relativiteit.

    Het probleem is het volgende. Het hele heelal is gevuld met een heel fijne stof, de ether. We weten dat omdat de elektromagnetische golven in het hele heelal voorkomen en omdat die elektromagnetische golven iets nodig hebben dat golft. Dat is dus de ether en de ether moet dus overal zijn, zoals God. Nu weten we sinds Copernicus dat de aarde rond de zon draait en we kunnen ons dus de vraag stellen of de aarde ten opzichte van de ether beweegt of niet. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel beweegt de aarde door de ether zonder de ether te verstoren. Zoals een heel gestroomlijnde boot door water snijdt. Ofwel sleurt de aarde de ether mee, zoals siroop aan een lepel blijft kleven. Als de aarde door de ether klieft zonder de ether te verstoren, dan moeten we op aarde een verschil in lichtsnelheid kunnen meten, afhankelijk van de richting waarin de lichtstraal vliegt. Want het licht moet een vaste snelheid hebben ten opzichte van de ether. Dus afhankelijk van hoe de aarde tijdens het draaien rond de zon ten opzichte van de ether en die lichtstraal beweegt, moet je vanaf de aarde de lichtstraal met een andere snelheid zien passeren. Dat is hetzelfde als met treinen. Als een eerste persoon in een rijdende trein stilstaat, en een tweede persoon loopt heel snel naar voor in die rijdende trein, en een derde persoon loopt heel snel naar achter in die rijdende trein, dan ziet een vierde persoon buiten de trein die drie personen elk met een andere snelheid passeren. En omgekeerd: die drie personen zien die vierde persoon buiten de trein ook elk met een andere snelheid ten opzichte van zichzelf passeren. Zoiets gebeurt dus ook met een lichtstraal.

    Er is echter nog een tweede mogelijkheid. Het kan ook zijn dat de aarde de ether meesleurt. Dan zouden we dus geen verschil in lichtsnelheid kunnen meten. De grote vraag is nu: sleurt de aarde de ether mee of niet?

    17-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 12 september 1898
     Ik krijg een punthoofd van die professor dr. Weber. In zijn cursussen natuurkunde wordt hij verondersteld ons de geheimen der natuur te leren doorgronden. Elektrotechniek kent hij als zijn broekzak maar hij zwijgt in alle talen over de elektromagnetische theorie van James Clerk Maxwell en al die andere belangrijke recente ontwikkelingen. En van de zaken die hij ons wel leert, trekt hij zich van de theoretische kant niet veel aan. Het is toch belangrijk om te begrijpen hoe alles in elkaar zit en waarom de dingen zijn zoals ze zijn?

    Ik heb ook een paar lessen over differentiaalmeetkunde bij Geiser gevolgd. Je weet nooit waarvoor het goed is. Voor de rest steek ik weinig op van de lessen. Ik leer vooral door zelfstudie. Ik lees de werken van Gustav Kirchhoff, Heinrich Hertz en Hermann von Helmholtz. Ik heb Mileva zover kunnen krijgen dat ze meedoet. En ik leer de theorie van Maxwell kennen met een goed boekje van August Föppl. Het is een heel recent boek, pas verschenen in 1894. En ik heb ook het boek van Ernst Mach over de mechanica gelezen en ik lees artikels van Hendrik Antoon Lorentz en Ludwig Boltzmann. En zelfs Charles Darwin, maar dat is een heel ander onderwerp.

    16-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 5 mei 1898

    Ik heb vandaag weer mijn maandelijkse honderd frank van tante Koch uit Genua gekregen. Toch een brave ziel om mij in mijn levensonderhoud te voorzien nu mijn ouders het op financieel gebied zo moeilijk hebben. Eigenlijk ben ik een gelukzak. Ik heb een gemakkelijk leventje en ik doe wat ik wil terwijl mijn ouders het zo moeilijk hebben.

    15-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 29 april 1898
     Ik heb vandaag een leuk compliment over mezelf gehoord. Ik had het waarschijnlijk niet mogen horen. Maar ja, ik stond achter het hoekje. Iemand zei over mij: “hij zegt wat hij denkt en hij doet wat hij zegt.” Mooi hé: hij zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt. Klinkt als een slogan van een politicus. Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg. Als men dat van een politicus zou zeggen, gaat hij voor de eeuwigheid de geschiedenisboeken in.

    En voor mij klopt het in elk geval. Ik kom steeds voor mijn mening uit en als ik iets beloof, dan doe ik het ook. Dikwijls tot ongenoegen van de professoren aan de ETH die mij een luie, koppige, eigenzinnige en respectloze steenezel vinden.

    13-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    12-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 16 februari 1898

    Ik mis mijn schatje, mijn Mileva. Ze zit al sinds oktober in Heidelberg waar ze lessen wiskunde en natuurkunde volgt. Ik heb haar een briefje geschreven. Een beetje een onpersoonlijk briefje over de lessen hier want ik durf haar nog niet alles schrijven wat ik denk en voel.

    12-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 1 februari 1898
     Vandaag ben ik met enkele collega-studenten een pint gaan drinken in de Metropol. Die pinten gaan steeds vergezeld van levendige discussies over de wetenschappen. Als je ons bezig zag, zou je denken dat het kruim van de wetenschappelijke wereld daar in de Metropol de toekomst aan het vormen is: we weten alles over alles en we hebben over alles een uitgesproken mening. Elk een andere uitgesproken mening uiteraard maar dit kruidt de discussies alleen maar.

    Ik was natuurlijk weer een uur te laat. Zoals altijd had ik weer een goede reden. De lieve dame waar ik een kamer huur, vertelde me dat ze zoveel beter kan strijken als ik viool speel. En wat doet een galante heer dan? Ik krijg soms tranen in mijn ogen als ik denk aan mijn eigen goedheid.

    11-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 3 juni 1897
    Ik heb vandaag een brief geschreven aan Rosa Winteler, bij wie ik woonde toen ik op de kantonnale school van Aargau zat. Ik heb haar geschreven dat het harde werken en het aanschouwen van Gods natuur de engelen zijn die mij door het tumult van het leven leiden. Ik heb er haar niet bijverteld dat mijn aandacht vooral uitgaat naar de vrouwelijke aspecten van Gods natuur. Maar als God niet wou dat we de vrouwtjes zouden bekijken, zou hij ze toch niet zo mooi hebben gemaakt? Of ons geen ogen hebben gegeven? Er is er vooral eentje waar ik mijn pijlen op richt: mijn klasgenote Mileva Maric. En met succes overigens: ze ziet mij ook wel zitten.

    10-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    09-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 30 april 1897
     Het was vandaag een historische dag voor de wetenschappen. J. J. Thomson heeft in de Royal Institution in Londen de resultaten van zijn experimenten met kathodestralen bekendgemaakt. Zijn conclusie maakte hij ook bekend, en dat heeft schokgoven door de hele wetenschappelijke wereld gejaagd.

    Met zijn experimenten wou J. J. Thomson beter begrijpen hoe kathodestralen zich gedragen. Op die manier wou hij erachter komen wat kathodestralen zijn. In zijn experimenten liet hij kathodestralen door elektrische en magnetische velden afbuigen en hij mat heel precies de grootte van die afbuigingen.

    Het feit dat kathodestralen afbuigen, is op zich al een heel opmerkelijk resultaat. Het bewijst immers dat kathodestralen elektrisch geladen zijn. Elektromagnetische straling is niet elektrisch geladen, wat ons misschien kan verwonderen, maar zo is het nu eenmaal. De eerste belangrijke conclusie was dus: kathodestraling is geen elektromagnetische straling.

    Omdat kathodestralen elektrisch geladen zijn, kon J. J. Thomson veronderstellen dat ze uit elektrisch geladen deeltjes bestaan, een soort heel minieme kogeltjes die elektrisch geladen zijn. Op de beweging van die deeltjes paste hij de elektromagnetische wetten van Coulomb en de bewegingswetten van Newton toe. Die wetten van Coulomb zeggen aan welke elektrische krachten elektrisch geladen deeltjes onderhevig zijn. De wetten van Newton zeggen hoe deeltjes onder invloed van krachten bewegen. Door die twee wetten te combineren, kon hij dus berekenen welke beweging elektrisch geladen deeltjes maken. Of meer specifiek in zijn experiment, hoe ze worden afgebogen door elektrische en magnetische velden.

    Hij combineerde de berekeningen met de resultaten van zijn metingen. Op die manier kon hij de elektrische lading en de massa (de massa kun je min of meer beschouwen als het gewicht) van de deeltjes berekenen. En zo constateerde hij een tweede hoogst opmerkelijk feit. De massa van de deeltjes bleek onafhankelijk te zijn van het gas waarmee hij werkte en ook onafhankelijk van het materiaal dat hij voor de draden gebruikte: welk gas je ook gebruikt en welk materiaal je voor de draden ook gebruikt, het maakt geen verschil voor de massa en de elektrische lading van de deeltjes.

    Er was nog een derde heel verrassend resultaat. Die geladen deeltjes zijn duizend keer lichter dan de massa van het waterstofatoom. De massa van waterstofatomen had men vroeger al via een bepaalde techniek, namelijk elektrolyse, kunnen meten.

    Uit dat alles trok Thomson enkele wereldschokkende conclusies. Namelijk dat elektrische lading door kleine deeltjes gedragen wordt en dat die deeltjes ongeveer duizend keer kleiner zijn dan waterstofatomen. En dan moet je weten dat waterstofatomen de kleinste gekende atomen zijn! Dus de kleinste gekende bouwstenen van de materie. En dan moet je ook weten dat atomen niet gesplitst kunnen worden! Thomson was dus van mening dat hij een nieuw bouwsteentje van de materie had ontdekt. Of zachter (en wetenschappelijker) uitgedrukt: zijn experimenten leveren resultaten op die duidelijk de hypothese van het bestaan van die bouwsteentjes ondersteunen. Wetenschappers zijn altijd heel voorzichtig wanneer ze ophefmakende ontdekkingen hebben gedaan. Ze zijn ook maar mensen en ze beseffen dat ze zich ook kunnen vergissen;

    Ik probeer de conclusie van Thomson een beetje anders uit te leggen. Thomson heeft het eerste soort elementair deeltje ontdekt: het elektron. Waarom noemen we het een elementair deeltje? Omdat het elektron blijkbaar in alle stoffen voorkomt; het is een bouwsteentje dat in alle stoffen voorkomt: ijzer, water, bier. Want dat elektron is hetzelfde in alle experimenten die Thomson deed met alle soorten gassen en met alle soorten materialen als elektroden. Nu ja, hij heeft het niet echt getest met ijzer en water en bier maar zo werkt de wetenschap, zo werkt de wetenschappelijke methode. Je doet een aantal experimenten met zoveel mogelijk materialen en dan probeer je conclusies te trekken voor alle materialen, ook voor de materialen waarmee je geen experimenten hebt gedaan. Vandaar dat ik daarnet schreef: “zijn experimenten leveren resultaten op die duidelijk de hypothese van het bestaan van die bouwsteentjes ondersteunen.”

    Het resultaat van Thomson luidt meteen het einde in van de discussie of kathodestralen een stroom van moleculen of atomen is ofwel elektromagnetische straling. Het is geen van beide. Het zijn elektronen, een nieuw soort materie. Een nieuw soort materie! Je kunt je voorstellen dat de wetenschappers ongelovig hebben gereageerd toen Thomson zijn resultaten voorstelde. De meeste wetenschappers denken dat hij ze voor het lapje houdt. Hier zullen nog vele dagen en nachten over gediscussieerd worden, dat geef ik je op een briefje.

    09-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    08-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 23 maart 1897
     Ik weet dat licht en radiogolven een vorm van straling zijn, meer bepaald elektromagnetische straling. Maar niet alle straling is elektromagnetische straling; er bestaan ook andere vormen van straling. Bij radioactiviteit bijvoorbeeld komt er ook straling vrij maar ik weet niet wat soort straling dat is. Ik denk zelfs dat niemand weet wat soort straling dat is. En er bestaat ook zoiets als kathodestraling. Kathodestralen ontstaan als je een elektrische spanning zet in een met gas gevulde buis waaruit je bijna al het gas wegpompt. Die elektrische spanning zet je op twee draden die zich op een kleine afstand van elkaar in die buis bevinden. Die draden noemt men elektroden. De draad met de postieve elektrische spanning noemt men de anode; de draad met de negatieve elektrische spanning noemt men de kathode. Als de draden uit het goede materiaal bestaan en als de afstand tussen de draden goed is, treedt er een elektrische ontlading op: er springt als het ware elektriciteit van de kathode naar de anode. Hierbij gloeit het gas tussen de draden op. Er treedt dus een vorm van straling tussen de anode en de kathode op. Die straling noemt men kathodestraling want we kunnen zien dat ze bij de kathode ontstaat. Ze gaat dus van de kathode naar de anode.

    Er is al lange tijd een discussie aan de gang of die kathodestraling elektromagnetische straling is, zoals licht en radiogolven, ofwel een stroom van moleculen of atomen. De discussie is tot op vandaag de dag onbeslist.

    08-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 18 februari 1897
     Velen hebben het definitieve resultaat van de discussies over het bestaan van atomen en moleculen niet afgewacht. Ze waren ervan overtuigd dat die atomen en moleculen echt bestaan en vanaf het begin deden ze pogingen om de grootte van die elementaire deeltjes (waarbij we in het midden laten of ze hiermee atomen of moleculen bedoelden) te meten.

    Thomas Young probeerde in 1816 de grootte van de deeltjes van water te meten. En Loschmidt in 1866 de grootte van de deeltjes van lucht. En in 1870 probeerde Kelvin dat voor de gassen in het algemeen. Hij schreef zelfs onomwonden dat het een onweerlegbaar wetenschappelijk feit was dat gas uit bewegende moleculen bestaat. In 1873 deed Maxwell pogingen om de grootte van de deeltjes van waterstof te meten. Zijn berekeningen kwamen overeen met de resultaten van van der Waals van datzelfde jaar.

    In de jaren 1880 kwamen de verschillende berekeningen in verband met de grootte van de deeltjes van gassen en waterstof meer en meer met elkaar overeen. Onder andere hierdoor kon je rond 1880 bijna niet meer ontkennen dat moleculen echt bestaan. Maar desondanks zijn er dus die mensen zoals Ostwald en Mach die atomen en moleculen ook vandaag, in 1897, nog onzin vinden.

    Anderen vroegen zich dan weer af hoeveel moleculen er dan wil zitten in een bepaalde hoeveelheid gas of vloeistof of vaste stof. Avogadro had al beweerd dat dezelfde hoeveelheid van verschillende gassen onder dezelfde druk en temperatuur evenveel moleculen bevatten. In verband hiermee definieerde hij een bepaald getal, het getal van Avogadro (soms ook het getal van Loschmidt genoemd), dat zegt hoeveel moleculen een bepaalde hoeveelheid gas bij een bepaalde druk en temperatuur bevat. Dat getal moest in elk geval heel groot zijn, vele miljarden keer vele miljarden maar hij wist niet hoe groot het dan wel was. Velen hebben pogingen gedaan om dat getal te berekenen of te meten. Loschmidt en Maxwell waren slechts enkele van de bekendste voorbeelden.

    En nu kun je mij geloven of niet maar ik wil ook dat getal meten. Ik ben ervan overtuigd dat atomen en moleculen echt bestaan en ik wil ook helpen om dat te bewijzen. Dat kan ik nu nog niet doen maar het zal zeker geen tien jaar meer duren. Daar ben ik echt van overtuigd.

    07-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    06-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 8 februari 1897
     Energie is boeiend en materie is dat ook. Energie kunnen we niet rechtstreeks zien; materie wel. Overal waar we kijken, zien we materie: onszelf, de tafel, de lucht, de zee, de maan, de zon, de sterren. Allemaal materie.

    Al duizenden vragen de mensen zich af wat materie eigenlijk is. Ze weten al heel lang dat er vaste stoffen bestaan (hout) en vloeibare stoffen (bier) en gassen (lucht). Maar waaruit bestaan al die stoffen? Bestaan ze uit een soort bouwsteentjes die je niet verder kunt splitsen, bouwsteentjes die men atomen noemt? Of bestaan ze uit moleculen, wat ook een soort bouwstenen zijn, maar dan anders dan atomen? Hoe anders dan? Of bestaan ze zowel uit atomen als moleculen? Of bestaan atomen en moleculen helemaal niet en bestaat er niet zoiets als bouwstenen?

    Meer dan tweeduizend jaar geleden waren klassieke Griekse filosofen zoals Democritos en Epicurus ervan overtuigd dat materie uit hele kleine bouwsteentjes bestaat die niet verder te splitsen zijn. Ze noemden die bouwsteentjes “atomen”, afgeleid van het Griekse woord voor “ondeelbaar”. Het zijn dus elementaire deeltjes die niet verder gesplitst kunnen worden. Ze hadden daar geen wetenschappelijk bewijs voor, tenminste niet in de betekenis die we daar nu aan hechten, met verifieerbare experimenten en zo. Ze waren daar via filosofische weg op gekomen. Gewoon door erover na te denken. Maar dat was nu eenmaal eigen aan de klassieke Griekse filosofie: wetenschap en filosofie waren ondeelbaar met elkaar verbonden.

    Dat idee van die atomen kwam later nu en dan zijn kop weer opsteken. John Dalton was de eerste die er een samenhangende theorie van maakte. In 1808 publiceerde hij zijn Nieuw Systeem van Chemische Filosofie. Dat was de start van de moderne chemie die zegt dat alle stoffen uit een klein aantal atoomsoorten bestaan. Alle vaste, vloeibare en gasvormige stoffen bestaan dus uit combinaties van een klein aantal atoomsoorten. In de tijd van Dalton waren er achttien verschillende atoomsoorten bekend. En hiermee worden dus alle stoffen gemaakt, van ijzer tot wol, van suiker tot hout, van water tot aarde, van lucht tot wijn en bier.

    Dalton maakte nog wel het onderscheid tussen enkelvoudige en samengestelde atomen. Een enkelvoudig atoom is gewoon een atoom; dat is dus één van de achttien gekende atoomsoorten. Een samengesteld atoom is een combinatie van atomen, maar zodanig dat het de kleinst mogelijke hoeveelheid van een stof is. Bijvoorbeeld de kleinste hoeveelheid water die er bestaat, of de kleinste hoeveelheid suiker. Je kunt een watermolecule niet verder opdelen want dan heb je geen water of suiker meer.

    Vandaag de dag noemen de meeste wetenschappers die erin geloven enkelvoudige atomen gewoon “atomen” en ze noemen samengestelde atomen “moleculen”. Atomen zijn dus de bouwstenen van alles en er zijn er maar een klein aantal soorten van. Een molecule is de kleinste hoeveelheid van een stof. En aangezien er miljoenen verschillende vaste, vloeibare en gasvormige stoffen bestaan, bestaan er miljoenen soorten moleculen.

    Niet alle wetenschappers geloven in atomen en moleculen. De wetenschappers voeren vandaag nog verhitte discussies over de vraag of atomen en moleculen wel echt bestaan. Dat was meer dan tweeduizend jaar geleden bij de klassieke Griekse filosofen al het geval. En dat was ook zo toen Dalton zijn theorie publiceerde. En degenen die wel in atomen geloven, zijn het er niet over eens of er zoiets bestaat als enkelvoudige atomen en samengestelde atomen of niet. En ze zijn het ook niet eens over de goede benamingen van die dingen. De namen “atoom” en “molecule” worden gewoon door elkaar gebruikt en zelfs met een andere betekenis. Kortom een grote verwarring en verhitte discussies alom. Zelfs op het congres van chemici van Karlsruhe in 1860 werd er gediscussieerd over de vraag of het nodig was een onderscheid te maken tussen atomen en moleculen, in de zin dat moleculen de kleinste hoeveelheid materie is die in een chemische reactie deelneemt en een atoom het kleinste onderdeel van een molecule is. Ze zijn er niet uitgeraakt.

    Om het nog ingewikkelder te maken, waren er mannen zoals Kekulé die een onderscheid maakten tussen fysische en chemische moleculen. Een fysische molecule is de kleinste hoeveelheid van een gas of vloeistof of vaste stof. Een chemische molecule is de kleinste hoeveelheid van een gas of vloeistof of vaste stof die in een chemische reactie deelneemt. Ze zijn beiden deelbaar (je kunt ze dus splitsen) maar dan heb je niet meer datzelfde gas of vloeistof of vaste stof. Atomen daarentegen zijn niet verder deelbaar: je kunt ze niet splitsen.

    Een zekere Stanislao Cannizarro zei dat er geen enkele experimentele basis was om een onderscheid te maken tussen fysiche en chemische moleculen en dat het dus geen zin had om dat onderscheid te maken: er zijn gewoon moleculen, punt uit.

    Die discussie tussen Kekulé en Cannizarro was heel typerend voor die tijd: chemici en fysici praatten gewoon langs mekaar heen: ze verstonden mekaar niet en ze luisterden ook niet echt naar elkaar. Chemici houden zich bezig met chemische reacties, waarbij dus stoffen in andere stoffen worden omgezet en ze hebben dus vooral interesse voor moleculen. Fysici houden zich vooral bezig met de kinetische gastheorie en meer bepaald met de tweede hoofdwet van de thermodynamica, waarover ik nu nog niet veel weet. En zelfs onder fysici en onder chemici is er geen eensgezindheid.

    Als we in al die meningen toch een beetje structuur proberen te brengen, lijkt het grote verschil tussen atomen en moleculen te zijn dat atomen ondeelbaar zijn en moleculen niet. Of is het zo eenvoudig niet? Het is inderdaad zo eenvoudig niet. Maxwell was bijvoorbeeld van mening dat atomen ondeelbaar zijn maar toch een inwendige structuur hebben. Volgens Maxwell bestaat een atoom toch uit kleinere bouwsteentjes maar die bouwsteentjes kun je niet uit elkaar trekken. Anderen waren het er hier mee eens omdat ze net als Maxwell meenden dat je enkel op die manier de spectra van atomen (dus de verschillende stralingen die een atoom uitstraalt) kunt verklaren. Atomen bestaan volgens hen dus uit nog kleinere deeltjes maar je kunt de atomen niet in die deeltjes breken.

    Zelfs Dalton, die we de vader van de chemie kunnen noemen en die allesbehalve een idioot was, sloeg de bal in deze discussie helemaal verkeerd. Zo ging hij niet akkoord met de fysische wet van Amedeo Avogadro van 1811, die zegt dat bij gelijke temperatuur en gelijke druk, gelijke hoeveelheden van verschillende gassen evenveel moleculen bevatten. Om het eenvoudiger uit te drukken: als je een gelijke hoeveelheid zuurstofgas en koolzuurgas (bijvoorbeeld elk een liter) onder dezelfde druk (bijvoorbeeld elk 10 bar) en temperatuur (bijvoorbeeld elk 20 graden Celsius) hebt, dan bestaan die hoeveelheden zuurstofgas en koolzuurgas uit evenveel moleculen. Dalton kon of wilde dit niet geloven en dat was een gevolg van het feit dat Dalton niet inzag dat de kleinste hoeveelheid van een gas een molecule is en niet een atoom.

    Die wet van Avogadro was uiteraard gebaseerd op de veronderstelling dat moleculen bestaan. Avogadro was trouwens de allereerste die een wet formuleerde die expliciet steunt op de veronderstelling dat moleculen bestaan. Maar nu, meer dan vijfentachtig jaar later, geloven nog steeds niet alle wetenschappers in moleculen.

    Dat is trouwens nog niet de volledige geschiedenis. Dalton was de eerste die in de moderne tijd een samenhangende theorie van atomen opstelde, maar hij was niet de eerste van de moderne tijd die er ideeën over had. In de achttiende eeuw dachten sommigen al dat gassen uit kleine deeltjes bestaan, heel kleine bolletjes. Daniel Bernouilli was misschien de eerste die zei dat de druk van een gas (bijvoorbeeld de druk van lucht in een ballon) het gevolg is van de botsingen van die deeltjes met de wand van het ding waarin ze zitten. De druk van lucht op de wand van een ballon is dus het gevolg van de ontelbare botsingen van de deeltjes waaruit lucht bestaat met de wand van de ballon. Die deeltjes zou men nu dus moleculen kunnen noemen. En in 1857 schreef Clausius al dat het onderscheid tussen gassen, vloeistoffen en vaste stoffen ligt in een verschillende manier van bewegen van de moleculen. Bij vaste stoffen zitten de moleculen dicht opeen op een vaste plaats. Bij vloeistoffen kunnen ze als het ware over elkaar glijden maar ze zitten toch dicht opeen. Bij gassen bewegen ze totaal onafhankelijk van elkaar en vliegen ze als het ware door elkaar.

    Ook hierover bestaan heel uiteenlopende meningen. Zelfs amper twee jaar geleden nog, in 1895, zei Friedrich Wilhelm Ostwald voor het Duits Genootschap van Natuuronderzoekers en Artsen dat het een foute mening is om te veronderstellen dat je alle natuurverschijnselen tot mechanische verschijnselen kunt reduceren. Bijvoorbeeld door te veronderstellen dat vaste stoffen en vloeibare stoffen en gassen uit bewegende bolletjes bestaan en dat je uit die beweging alle eigenschappen van de stoffen kunt verklaren. Bijvoorbeeld dat de temperatuur afhangt van de beweging van die bolletjes: hoe sneller ze bewegen, hoe hoger de temperatuur. Volgens Ostwald kan dat dus niet. Ostwald zei ook dat je atomen zelfs niet als een nuttig model van de werkelijkheid kunt gebruiken. Dat wil zeggen dat je atomen zelfs niet als een vereenvoudiging van de werkelijkheid kunt gebruiken om hiermee toch een groot deel van de werkelijkheid te verklaren. Volgens Ostwald kun je dit bewijzen omdat veel processen onomkeerbaar zijn: veel processen vinden slechts in één richting plaats. Een boom kan bijvoorbeeld alleen maar groeien; een boom zal nooit een zaadje worden. Net zoals een man alleen maar ouder wordt en nooit weer een jongen wordt. Het kan volgens Ostwald dus niet dat de mechanische verschijnselen (bijvoorbeeld bolletjes die botsen) voldoende zijn om natuur te begrijpen en te verklaren.

    Ostwald was er dus van overtuigd dat moleculen en atomen niet echt bestaan. Je kunt ze hoogstens als wiskundige trucjes gebruiken maar ze bestaan niet echt. Volgens Ostwald bestaat er alleen maar energie, al is het dan energie die in verschillende vormen bestaat. Energie is materie en materie is energie als het ware. Dat lijkt me een heel vreemd idee. Materie en energie zijn volgens mij toch wel heel verschillend. Het zou natuurlijk wel wereldschokkend zijn indien zou blijken dat energie en materie wel hetzelfde zijn. Stel je voor dat je dit zou kunnen bewijzen en in een eenvoudige formule gieten. Dan wordt dat de beroemdste formule ter wereld en word je de beroemdste man ter wereld.

    Zelfs Ernst Mach, voor wie ik als wetenschapper een grote bewondering heb, deelt het standpunt van Ostwald over de atomen en moleculen. Ze zijn nuttige wiskundige hulpmiddelen maar ze bestaan niet echt.

    06-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    05-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 1 februari 1897
     

    Hier aan de ETH ben ik in de ban geraakt van de thermodynamica. Dat is een tak van de wetenschappen die bij het grote publiek onbekend is maar die uitermate boeiend is. En die overal in het dagelijkse leven meespeelt. Een stoommachine? Dat is thermodynamica. Een kachel of een koelmachine? Thermodynamica. Een auto? Thermodynamica. Gaat men ooit vliegen? Thermodynamica.

    Thermodynamica kan men definiëren als de tak van de wetenschappen die zich bezighoudt met de wetten van de natuur die zeggen hoe je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten en hoe je dat mechanisme van die omzetting van energie kunt gebruiken om allerlei machines te maken

    Energie bestaat in verschillende vormen. We kennen bijvoorbeeld de warmte-energie. Een warm voorwerp bezit meer energie dan een koud voorwerp. Om een voorwerp op te warmen moeten we dus energie toevoegen aan dat voorwerp.

    We kennen ook de kinetische energie, ook bewegingsenergie genoemd. Een voorwerp dat beweegt, heeft meer energie dan datzelfde voorwerp dat stilstaat. En een zwaar voorwerp dat beweegt, heeft meer kinetische energie dan een licht voorwerp dat met dezelfde snelheid beweegt. Het kost bijvoorbeeld veel meer moeite om een bol van twintig kilogram op te vangen dan een bol van één kilogram.

    En er zijn nog andere vormen van energie die we uit het dagelijkse leven kennen: met elektrische energie doen we een lamp branden en wijzelf werken op chemische energie, zoals alle levende wezens.

    Potentiële energie is een heel bijzondere vorm van energie en moeilijk om goed te begrijpen. Potentiële energie is een vorm van energie die te maken heeft met de zwaartekracht en die afhangt van de hoogte van een voorwerp. Een voorwerp op het dak van een huis heeft meer potentiële energie dan dat voorwerp op straat. Je kunt dat zien als je een voorwerp van een dak laat vallen. Hoe lager het voorwerp tijdens de val komt, hoe sneller het valt. Hoe lager het komt, hoe minder potentiële energie het voorwerp ook heeft. Omdat het steeds sneller valt, wint het aan kinetische energie. Een vallend voorwerp verliest potentiële energie maar het wint kinetische energie. Het zet dus potentiële energie in kinetische energie om.

    Het is een van de grote inzichten van de negentiende eeuw geweest dat het mogelijk is om energie van de ene vorm in de andere om te zetten. Het heeft lang geduurd eer de wetenschappers tot het inzicht zijn gekomen dat warmte en hoogte en snelheid en elektriciteit eigenlijk allemaal vormen van hetzelfde “iets” zijn, en dat “iets” hebben ze energie genoemd. En dat bracht dan het inzicht met zich mee dat je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten. Je kunt je bijvoorbeeld inbeelden dat je het water van een waterval in een draaiend wiel kunt opvangen, en dat je met dat draaiend wiel elektriciteit kunt maken.

    Door allerlei experimenten heeft men niet alleen ontdekt dat je energie van de ene vorm in de andere vorm kunt omzetten maar ook dat je hierbij geen extra energie kunt maken en dat je hiermee ook geen energie kunt laten verdwijnen. De totale hoeveelheid energie blijft altijd gelijk.

    Men heeft die vaststelling in een wet gegoten en men noemt die wet de eerste hoofdwet van de thermodynamica. Die wet zegt dus dat de totale hoeveelheid energie steeds gelijk blijft, wat er ook gebeurt.

    Die eerste hoofdwet heeft een belangrijk gevolg, namelijk dat je geen perpetuum mobile van de eerste soort kunt maken. Dat is een machientje of machine of wat dan ook dat energie uit het niets kan maken. Op aarde kun je zelfs geen machine maken die zonder energietoevoer gewoon blijft draaien, zelfs zonder energie te produceren. Op aarde hebben we immers wrijving. Die wrijving zorgt ervoor dat er warmte geproduceerd wordt (denk bijvoorbeeld eens aan wat je voelt als je heel snel van een glijbaan naar beneden glijdt of als je heel snel langs een touw naar beneden glijdt) en die warmte is energie die je voor je machine kwijt bent. En je hebt bovendien nog de wrijving tussen de onderdelen van de machine. Hierbij wordt ook warmte geproduceerd. Ook op de maan, waar er geen luchtwrijving is, kun je dus geen machine maken die altijd zal blijven draaien.

    Met al die dingen houdt de thermodynamica zich dus bezig. En zelfs met nog veel meer. Maar dat is voor later.

    05-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 10 december 1896
    De wiskundecursussen van professor dr. Adolf Hurwitz schijnen heel goed in mekaar te zitten. Tenminste dat zegt mijn medestudent Marcel Grossmann. Ik wil dat best geloven maar mij zegt het allemaal wat minder. Die Grossmann is trouwens een uiterst slimme kerel. Al die wiskunde gaat er zo gemakkelijk in bij hem. Gelukkig is het ook een sympathieke knul die mij wel zal helpen. En zo goed georganiseerd. Zijn nota’s van de cursussen zijn echte juweeltjes. Daar ben ik een sloddervos bij. Op nog andere gebieden ook. Mijn kledij bijvoorbeeld. Je kan niet altijd zeggen dat ik eruit zie als om door een ringetje te halen.

    04-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 2 december 1896
    Ik heb ook horen spreken over de radioactiviteit die dit jaar door een zekere Henri Becquerel is ontdekt. Hij had fotografische platen een beetje slordig weggeborgen, weliswaar goed gewikkeld in zwart papier, zodat er geen licht bijkon, maar wel met wat uraniumzouten in dezelfde schuif. Toen hij later de fotografische platen wou ontwikkelen, was alles zwart. Als goed wetenschapper veronderstelde hij niet zomaar dat er iets met de fotografische platen mis was. Neen, hij vroeg zich af of het uranium misschien bepaalde straling uitzendt die door het zwarte papier kan dringen. Hij deed enkele eenvoudige experimenten en zijn vermoeden klopte. Hij noemde het verschijnsel radioactiviteit en het nieuws raakte heel snel bekend. De hele wereld werd er stil van.

    03-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    02-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 1 december 1896
     Ik heb iets gelezen over het Zeeman-effect dat dit jaar is ontdekt. Ik dacht eerst dat het iets was dat verklaarde waarom zeelui nooit zeeziek worden. Maar daar heeft het niets mee te maken. Het is genoemd naar de Nederlander die het ontdekt heeft: Pieter Zeeman.

    Het Zeeman-effect heeft te maken met spectraallijnen die splitsen wanneer er een magnetisch veld in de buurt is.

    Elke stof heeft zijn eigen karakteristieke spectraallijnen. Die spectraallijnen beschrijven heel precies welke elektromagnetische straling de stof uitzendt. Met elke spectraallijn komt elektromagnetische straling met één welbepaalde frequentie overeen. Als het om zichtbaar licht gaat, gaat het dus om licht van één welbepaalde kleur.

    Als je een magnetisch veld in de buurt houdt, dan splitst elke spectraallijn in twee nieuwe lijnen. Die twee lijnen liggen dan zodanig dat de oorspronkelijke spectraallijn precies in het midden van de twee nieuwe spectraallijnen ligt. Dat wil dus zeggen dat de stof in een magnetisch veld andere straling uitzendt dan zonder magnetisch veld.

    02-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    01-03-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 25 november 1896
    Mileva Maric is een lief meisje en ik vind ze heel mooi. En ze heeft zo een lieve stem. Ze is van Servische afkomst en is op 8 december 1875 in het Hongaarse Titel geboren. Ze is Grieks-orthodox opgevoed. Ze is een beetje aan de stille kant. Toch denk ik dat ze mij aardig vindt. Het kan ook gewoon beleefdheid zijn. Beleefde interesse of zoiets. Ik zal dat eens verder onderzoeken.

    01-03-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 13 november 1896
     Per maand krijg ik 100 Zwitserse frank om te leven. Het is geen luxe maar het is ook geen armoe. Ik ben zelfs aan het sparen. Ik wil tot Zwitser worden genaturaliseerd. En dat zal ook wel lukken. Als ik eenmaal iets wil, is er veel nodig om mij tegen te houden.

    Al bij al mag ik niet klagen over mijn persoonlijke situatie. De zaak van mijn vader is op de fles gegaan. Bijna al het geld van mijn familie is in rook opgegaan. Oom Jakob gaat voor een groot bedrijf werken. Mijn vader zal nog eens proberen een zaak op te zetten. Ik heb hem dat sterk afgeraden maar het helpt niet.

    Ik heb Maja geschreven dat de hele situatie mij veel pijn doet. Ik ben alleen maar een last voor mijn familie. Het ware beter geweest als ik niet zou leven. Er is maar één ding dat me overeind houdt: dat ik mezelf geen enkel pleziertje gun.

    Nu ja, geen pleziertje. Zonder pleziertje kan niemand leven. Ik pik soms een concertje of een theatertje mee en ik ga soms een kopje koffie drinken. Ik houd van het gezelschap van de historicus Alfred Stern en van de familie van Marcel Grossmann, mijn medestudent.

    28-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 29 oktober 1896
    Vandaag ben ik mij bij de burgerlijke stand van Zurich gaan melden. Vanaf vandaag woon ik officieel in Zurich.

    27-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 27 oktober 1896
     De ETH kent mij nu beter. Ik ben er ingeschreven voor de studie van leraar wiskunde en natuurkunde, bij de afdeling VI  A van de Eidgenössische Polytechnische Hochschule, zoals de officiële naam eigenlijk luidt. De Poly, zoals men zegt.

    Ik heb vier klasgenoten: Marcel Grossmann, Louis Kollros, Jakob Ehrat en Mileva Maric. Jawel, een meisje. Schijnt niet dom te zijn. Lijkt een beetje stil. En mankt een beetje. Ze is vier jaar ouder dan ik. Maar ik val op oudere vrouwen. Hihihi. Eigenlijk val ik een beetje op alle vrouwen.

    26-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 18 september 1896
     Ik ben geslaagd voor mijn examens op de kantonnale school van Aargau. Ik heb het maximum van de punten behaald voor geschiedenis, algebra, geometrie, beschrijvende geometrie en fysica. Ik was het zwakst voor aardrijkskunde en tekenen. En ik had de op een na hoogste graad voor Duits, Italiaans en natuurwetenschappen. Met glans over de hele lijn geslaagd.

    Ik heb de deur van de school achter mij dichtgedaan en tegelijk een fase van mijn leven afgesloten. Dit was maar een tussenstap. Ik weet niet hoe erg ik mijn klasgenoten zal missen. Zal ik ze ooit nog terugzien? Cesar Hofer en Ernst Hunziker en Adolf Lüthy en Guido Müller en Oskar Schmidt en Emil Ott en Karl Wetter en Eduard Haury. En vooral dan Hans Frösch. Dat is een hele fijne gast.

    Professor Fritz Mühlberg zal ik ook missen. Hij heeft ons veel dingen zelf leren ontdekken. Alleen jammer dat hij natuurwetenschappen gaf. Gelukkig was professor August Tuchschmidt die natuurkunde gaf ook niet slecht. Natuurkunde, daar wil ik verder in gaan.

    ETH, hier kom ik.

    25-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 6 maart 1896
     Vader Winteler, Jost heet de brave man, is een van mijn leraars op de kantonnale school. Een van de weinige leraars waarvoor ik in mijn leventje al respect heb gehad. Hij is niet een van die leraars die alleen maar zeggen dat we moeten geloven wat ze zeggen, enkel en alleen omdat ze het zeggen. Dat is ook wel de stijl van de school. Het is een school waar je mag denken en waar de leraars geen respect willen afdwingen, enkel op basis van autoriteit, enkel omdat ze leraar zijn en wij leerlingen. Zo heel anders dan de meeste scholen in Duitsland. Voor het eerst vind ik school fijn.

    Ook mevrouw Winteler is een hele fijne dame. En met alle zeven kinderen kan ik goed opschieten.

    24-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    23-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 5 maart 1896
     Ik woon bij de familie Winteler. Ik heb het zeer goed getroffen. Fijne mensen om bij te wonen. Verfijnde mensen ook. Ze hebben ook wel een beetje geluk met mij. Als ik op mijn viool Mozart of Bach speel, kunnen er niet veel met mij wedijveren.

    Wat ik het allerleukste vind, is dat ze interessante mensen zijn om mee te discussiëren. Veel mensen kunnen niet discussiëren. Die kunnen alleen ruziemaken.

    23-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 4 maart 1896
     Het bier maakt dom en lui, zegt Bismarck. Niet dat ik van Bismarck houd. Ik houd niet van het leger. Maar ook niet van domheid en luiheid. Geef mij maar Kant. De Kritik der reinen Vernunft. Dat is pas een boek. Beter dan al het bier van de hele wereld.

    22-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 15 februari 1896
     Wat gebeurt er als je naast een lichtstraal loopt, even snel als de lichtstraal? In de eerste plaats loop je heel snel, want een lichtstraal gaat vooruit met een snelheid van ongeveer 300.000 kilometer per seconde. Maar wat zie je dan? Een lichtstraal is een soort golf, zoals je watergolven hebt. Op en neer, op en neer. En die bobbels die op en neer gaan, bewegen dus met een snelheid van 300.000 kilometer per seconde. Als je naast een lichtstraal loopt, precies met dezelfde snelheid als die lichtstraal, dan ga je even snel als die bobbels, en dan zie je dus die bobbels ter plaatse trappelen. Net zoals je een trein per fiets volgt. Als je even snel als de trein fietst, dan zie je de trein stilstaan ten opzichte van jezelf.

    Maar zo een ter plaatse trappelende bobbel, zo een stilstaande lichtstraal, daar kan ik met mijn verstand niet bij. Een stilstaande lichtstraal kan niet volgens mij. Maar hoe zit het dan in mekaar?

    21-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    20-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 28 januari 1896
     De kogel is door de kerk. Vanaf vandaag ben ik officieel geen Duits staatsburger meer. Ik heb een officieel papier van de stad Ulm dat verklaart dat ik geen burger van Württemberg meer ben.

    20-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 10 januari 1896
     Een zekere mijnheer Röntgen heeft iets wereldschokkends ontdekt: X-stralen. Dat is een nieuw soort straling. Het is groot nieuws en er wordt in alle kranten over gesproken. Röntgen heeft de stralen op 8 november van vorig jaar ontdekt, maar hij heeft het nieuws pas op 1 januari van dit jaar bekendgemaakt. Hij vond het zelf een heel schokkende ontdekking en zijn collega’s waren ook heel verrast. Sommigen dachten dat hij zijn verstand verloren had.

    Het is nog niet duidelijk wat die X-stralen eigenlijk zijn. Zijn het elektromagnetische stralen of is het iets anders? Het zijn in elk geval heel harde stralen. Er zit zeer veel energie in want ze gaan door bijna alles heen. Het is niet zoals zichtbaar licht dat bijna door alles wordt tegengehouden.

    19-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 21 december 1895
     Men heeft dit jaar de chemische stof ontdekt waarvan het spectrum precies overeenkomt met die onbekende zwarte lijnen in het spectrum van de zon die Fraunhofer heeft ontdekt. Men heeft die stof helium genoemd, naar het Griekse woord voor zon.

    Ik vind dat zo fascinerend. Iemand voorspelt iets en later wordt dat bevestigd. Dat gebeurt alleen maar in de wetenschappen. Helderzienden voorspellen ook dingen maar die zijn altijd zo onduidelijk geformuleerd dat het wel moet kloppen. Dit jaar zal er iets gebeuren dat je erg raakt. Iemand die je dierbaar is, zal je ontvallen. Zo kan ik het ook.

    18-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    17-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 13 december 1895
     We hebben een opstel moeten schrijven over onze plannen voor de toekomst. In het Frans. We zitten hier in het Duitstalig gedeelte van Zwitserland maar het is toch leuk om Frans te kennen.

    Mijn plannen dan. Als ik voor mijn examens slaag, dan wil ik naar de ETH in Zurich. Ik wil daar vier jaar blijven om wiskunde en fysica te studeren. Daarna zie ik mij als leraar, vooral dan voor de theoretische kant.

    Waarom ik deze plannen heb? Ik ben sterk in wiskunde en ik kan goed abstract denken, ik heb niet veel verbeelding en ik heb twee linkerhanden. Toch is het geen negatieve keuze: ik wil dat ook werkelijk. Ik denk namelijk dat de mensen graag de dingen doen die ze goed kunnen. En bovendien biedt een wetenschappelijke loopbaan een zekere onafhankelijkheid. En onafhankelijkheid vind ik zeer belangrijk.

    17-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 10 december 1895
     Zie mij hier nu zitten in de kantonnale school van Aargau. De kantonnale school of all places.

    Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat het allemaal best meevalt. Veel beter dan ik mij had voorgesteld.

    Een mens kan zich vergissen. Zelfs ik.

    16-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    15-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 30 oktober 1895
     Ik heb in de ETH in Zurich ingangsexamen afgelegd. Ik moest dat doen omdat ik geen diploma van de middelbare school heb. Dat ingangsexamen was niet van de poes. De examenvragen wiskunde en natuurkunde waren een lachertje, maar de rest, hola. Resultaat: negatief. Ik mag niet beginnen.

    Rector Albin Herzog, een heel vriendelijke man, heeft me goede raad gegeven. “Waarom doe je niet het laatste jaar van de kantonnale school van Aargau?” Dat is nu eigenlijk wel het allerlaatste dat ik wil. Maar heb ik te kiezen? Gustav Maier, een vriend van mijn vader, vindt dat rector Herzog gelijk heeft.

    15-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    14-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 19 april 1895
     Ik ben een artikel aan het schrijven. Ik wil het naar mijn oom Caesar Koch in België sturen. Het gaat over de ether in een magnetisch veld. Ik onderzoek hier hoe een magnetisch veld de ether beïnvloedt. En ook omgekeerd, hoe de ether het magnetisch veld beïnvloedt.

    14-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 15 april 1895
     Enkele jaren geleden onderzocht Fraunhofer op een heel nauwkeurige manier het spectrum van het licht van de zon. Hij ontdekte dat het spectrum van het licht van de zon hier en daar onderbroken is. Als je het volledige spectrum van het zonlicht heel nauwkeurig bekijkt, zeg maar de opeenvolgende kleuren zoals in een regenboog, dan zijn er hier en daar heel fijne zwarte lijnen. Zo een zwarte lijn geeft aan dat een bepaalde kleur niet in het zonlicht voorkomt. De zon zendt dus een heleboel kleuren uit maar er zijn bepaalde kleuren die niet door de zon uitgezonden worden.

    Het omgekeerde zien we als we het licht van opgewarmde stoffen zoals gassen, metalen en zouten onderzoeken. Het spectrum van die opgewarmde stoffen is bijna overal zwart met hier en daar heel fijne gekleurde lijnen. Die gekleurde lijnen worden spectraallijnen genoemd. Dat toont dus aan dat die opgewarmde stoffen enkel licht van heel welbepaalde kleuren uitzenden, of dus elektromagnetische straling van heel welbepaalde frequenties. Elke opgewarmde stof zendt enkel een bepaalde combinatie van die gekleurde lijnen uit. Elke opgewarmde stof heeft dus zijn eigen karakteristieke spectrum met zijn eigen karakteristieke spectraallijnen. Dat spectrum is dus voor elke opgewarmde stof anders. Het spectrum van de stoffen, dus de combinatie van spectraallijnen die bij elke stof hoort, kunnen we als de vingerafdrukken van de stoffen beschouwen. Als we een bepaald spectrum meten, kunnen we dat vergelijken met de spectra die we kennen en hiermee weten we dus van welke stof de elektromagnetische golven van dat spectrum afkomstig is.

    Men ontdekte ook dat je een continu spectrum krijgt als je stoffen heel sterk opwarmt: dan zie je alle mogelijke kleuren, zonder enige onderbreking. Dan zie je dus wit licht.

    Later deed men nog een belangrijke ontdekking. Als je perfect wit licht, dus zonder enige onderbreking, door een scherm van een bepaalde chemische stof op een lagere temperatuur laat schijnen, dan zal het licht aan de andere kant van het scherm donkere lijnen vertonen. Dat wil dus zeggen dat het scherm het licht van bepaalde frequenties opslorpt. En wat was de grote verrassing? De frequenties van die opgeslorpte kleuren zijn precies dezelfde frequenties als de frequenties van de kleuren die ontstaan als je die chemische stof opwarmt.

    De conclusie is dus dat een bepaalde stof enkel licht van heel specifieke frequenties (dus kleuren) uitzendt én opslorpt. En die frequenties zijn dus specifiek voor elke stof.

    De volgende stap was dan evident. Als we deze ontdekking gebruiken om Fraunhofers spectrum van de zon te verklaren, dan kunnen we dus concluderen dat de zwarte lijnen in het spectrum van de zon afkomstig zijn van bepaalde chemische stoffen die zich aan de koudere buitenkant van de zon bevinden. Die koudere chemische stoffen slorpen een deel van het licht op dat aan de hete binnenkant van de zon wordt geproduceerd.

    Toch wel heel fantastisch hé. Hierdoor weten we dus uit welke stoffen de zon bestaat.

    Toch klopte er iets niet. In 1878 ontdekte men dat sommige van die zwarte lijnen met geen enkel spectrum dat we hier op aarde kennen, overeenkomen. Is er iets verkeerd met de theorie of is er iets anders aan de hand? Men heeft ondertussen zo een groot geloof in de theorie dat men vermoedt dat die zwarte lijnen overeenkomen met een chemische stof die we op aarde nog niet kennen!

    13-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    12-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 12 april 1895
     We kunnen niet al die elektromagnetische golven zien. Het licht dat wij kunnen zien, bestaat uit elektromagnetische golven waarvan de frequenties binnen een bepaalde marge liggen. Elke kleur van licht heeft zijn eigen frequentie. Zo heeft bijvoorbeeld rood licht zijn eigen frequentie, net zoals geel en blauw en violet licht. Rood heeft de laagste frequentie van het zichtbare licht en heeft dus de langste golflengte van het zichtbare licht. Violet is de hoogste frequentie die we kunnen zien en heeft dus de kortste golflengte van het zichtbare licht. Elektromagnetische golven met een frequentie hoger dan het violette licht kunnen we niet zien, net zoals elektromagnetische golven met een frequentie lager dan het rode licht. Die golven van Hertz noemen we trouwens radiogolven. Radiogolven hebben een lagere frequentie dan rood licht. Radiogolven en licht zijn dus eigenlijk hetzelfde. Ze hebben alleen een andere frequentie.

    Die elektromagnetische golven worden uitgestraald en je kunt ze dus ook elektromagnetische straling noemen. De elektromagnetische straling kun je dus onderverdelen in verschillende categorieën die enkel bepaald worden door de frequentie (en dus ook de golflengte) van de straling.

    We kennen uiteraard het best de categorie van het zichtbare licht. Het is bijvoorbeeld het licht dat van de zon of van een kaars afkomstig is. Dat licht van de zon is eigenlijk een bundeling van verschillende kleuren van licht. We kunnen dit zien bij een regenboog: het licht van de zon valt als het ware in al zijn verschillende kleuren uiteen. We kunnen dit ook zien als we wit licht door een prisma laten schijnen: het komt er aan de andere kant uit als een waaier van dezelfde kleuren als de regenboog, allemaal kleuren netjes naast elkaar. Van rood tot violet.

    Licht met een iets lagere frequentie dan rood licht noemen we infrarood licht. Licht met een iets hogere frequentie dan violet licht noemen we ultraviolet licht. Onze ogen kunnen dat infrarode en dat ultraviolette licht niet zien.

    De frequenties die aanwezig zijn in bepaalde elektromagnetische straling noemen we het spectrum van de elektromagnetische straling. Het onderzoeken van de frequenties van elektromagnetische straling in het algemeen noemen we spectroscopie. Spectroscopie is niet nieuw. Newton en anderen hebben vanaf de zeventiende eeuw hierover experimenten uitgevoerd. Ze gebruikten hiervoor enkel prisma’s en gebruikten enkel zichtbaar licht. In de achttiende en negentiende eeuw begon men ook lenzen en planken met heel dunne spleetjes te gebruiken. Hierdoor kon men veel nauwkeuriger de frequenties van het licht meten.

    12-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    11-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 4 april 1895

    Toen ik een jaar of vier was, was ik erg gefascineerd door het kompas dat mijn vader mij gegeven had. Zo een kompas heeft magnetische eigenschappen. Nu vind ik elektriciteit even boeiend als magnetisme. En beide verschijnselen zijn heel oud. De oude Grieken wisten al meer dan tweeduizend jaar geleden dat er een vreemd verschijnsel optreedt als je met een wollen doek over amber wrijft. Het amber trekt dan lichte voorwerpen aan. We kunnen zoiets zelf merken als we bij droog weer ons haar kammen. Kleine papiertjes blijven dan aan de kam kleven. De Grieken noemden dat verschijnselen elektriciteit, naar het Griekse woord voor amber.

    In de jaren 1600 heeft de Engelse fysicus William Gilbert dat elektrische verschijnsel op een systematische manier met experimenten onderzocht. Tegelijk onderzocht hij het magnetisme. Elektriciteit en magnetisme vertonen immers sterke gelijkenissen. Toch besloot hij al gauw dat het twee verschillende verschijnselen zijn.

    In de achttiende eeuw heeft de Fransman Charles Coulomb de elektriciteit dan verder via experimenten onderzocht. Hij werkte onder andere met glazen staven die hij met een zijden doek opwreef. Via ingenieuze instrumenten kon hij metingen uitvoeren en hij trok enkele heel belangrijke besluiten. Als je twee voorwerpen tegen elkaar wrijft, dan kan het niet dat slechts één ervan elektrisch geladen wordt. Ofwel worden ze alle twee elektrisch geladen, ofwel geen van beide. Als je twee voorwerpen tegen elkaar wrijft en ze worden hierdoor elektrisch geladen, dan zullen ze elkaar daarna aantrekken. Als je twee soortgelijke voorwerpen, bijvoorbeeld twee glazen staven, met soortgelijke voorwerpen opwrijft, bijvoorbeeld elk met een andere zijden doek, dan zullen de twee glazen staven elkaar afstoten. Als een elektrisch geladen voorwerp, bijvoorbeeld een glazen staaf, een kracht uitoefent op een niet elektrisch geladen voorwerp, dan is dat altijd een aantrekkingskracht, nooit een afstotende kracht.

    De verschijnselen die Coulomb ontdekt heeft, kunnen we verklaren door aan te nemen dat elk voorwerp twee soorten vloeistoffen bevat, een positieve en een negatieve. Een niet geladen voorwerp bevat evenveel positieve als negatieve vloeistof. Die twee houden elkaar in evenwicht. Als twee voorwerpen tegen elkaar gewreven worden, dan vloeit er positieve of negatieve vloeistof van het ene voorwerp naar het andere. Hierdoor zal een van de twee voorwerpen een overschot aan positieve vloeistof hebben (en dus een tekort aan negatieve vloeistof) en het andere een tekort aan positieve vloeistof (en dus een overschot aan negatieve vloeistof). Het ene voorwerp zal dus positief geladen zijn en het andere negatief. Het is heel belangrijk om in te zien dat er geen elektrische vloeistof wordt geschapen wanneer twee voorwerpen tegen elkaar gewreven worden: de bestaande hoeveelheden elektrische vloeistoffen worden enkel over de voorwerpen herverdeeld.

    Coulomb is er ook in geslaagd om de grootte van de kracht tussen twee voorwerpen te meten. De kracht tussen twee voorwerpen hangt omgekeerd kwadratisch van de afstand af. Dat wil zeggen: als je de afstand tussen de voorwerpen dubbel zo groot maakt, dan wordt de kracht vier keer kleiner. Maak je de afstand drie keer zo groot, dan wordt de kracht negen keer kleiner. De kracht tussen de voorwerpen hangt op evenredige wijze van de elektrische lading van de voorwerpen af, dus van de hoeveelheid elektrische vloeistof die van het ene naar het andere voorwerp is gevloeid. Als je de lading verdubbelt, dan verdubbelt de kracht ook. Maak je de lading drie keer groter, dan wordt de kracht ook drie keer groter.

    Coulomb kon echter niet verklaren hoe die kracht tussen voorwerpen wordt overgebracht: de kracht is er immers ook als de voorwerpen niet tegen elkaar worden gehouden. Ze oefenen dus een kracht op afstand uit, zonder met elkaar contact te hebben. Dat is een beetje zoals de zwaartekracht: de aarde en de zon oefenen ook op elkaar een kracht uit, zonder dat ze met elkaar in contact staan.

    In het begin van de negentiende eeuw vond Michael Faraday de verklaring. Hij zei dat een elektrisch geladen voorwerp een elektrisch veld creëert. Een veld is een soort verstoring van de ruimte. Een ander voorwerp voelt de invloed van dat veld en daardoor lijkt het alsof het tweede voorwerp rechtstreeks door het eerste voorwerp wordt aangetrokken of afgestoten. Dat idee kan ook op magneten worden toegepast. Een magneet creëert een magnetisch veld en dat veld beïnvloedt andere voorwerpen.

    In het begin van de negentiende eeuw was ook bekend dat bewegende elektrische ladingen een magnetisch veld creëren. Faraday voelde dat het omgekeerde ook het geval moest zijn. En inderdaad: als je een magneet bij een ijzer- of koperdraad heen en weer beweegt, dan ontstaat er in de draad een elektrische stroom. Faraday ontdekte dus dat er een heel sterk verband was tussen magnetisme en elektriciteit. De twee zijn als het ware aspecten van eenzelfde verschijnsel. Vanaf dan sprak men van elektromagnetisme.

    James Clerk Maxwell heeft dan alles wat van het elektromagnetisme bekend was in mooie wiskundige vergelijkingen gegoten, dat zijn de wetten van Maxwell. Toen hij zijn wetten beter bekeek, zag hij dat elektrische velden op twee verschillende manieren ontstaan: door elektrische ladingen en door veranderende magnetische velden. Magnetische velden konden blijkbaar maar op één manier ontstaan, namelijk door elektrische stromen. Hij vond dat niet logisch en daarom vermoedde hij dat veranderende elektrische velden ook magnetische velden creëren. Hij goot dat vermoeden in een wiskundige vorm en daaruit bleek dan het volgende. Een voortdurend veranderend elektrisch veld creëert een magnetisch veld. Als dat magnetisch veld zelf voortdurend verandert (dat kan als het elektrisch veld op een bepaalde manier verandert), dan creëert het op zijn beurt een elektrisch veld. Als dat op zijn beurt zelf verandert, creëert dat ook weer een veranderend magnetisch veld. Enzovoort. Enzovoort. Al die elektrische velden worden als het ware bij elkaar opgeteld en vormen één elektrisch veld. Hetzelfde met de magnetische velden: die vormen ook één magnetisch veld. Er ontstaat dus een verschijnsel waarbij een voortdurend veranderend elektrisch veld en een voortdurend veranderend magnetisch veld elkaar in stand houden. Uit zijn wiskundige vergelijkingen volgde ook dat er hieruit een elektromagnetisch verschijnsel ontstaat dat zich met een bepaalde snelheid voortbeweegt. Hij kon die snelheid berekenen. En wat bleek? De snelheid was precies gelijk aan de snelheid van het licht! Dat kon geen toeval zijn en heel snel kon men aantonen dat licht inderdaad een elektromagnetisch verschijnsel is! Elektriciteit, magnetisme en licht is dus eigenlijk allemaal hetzelfde.

    En dat zat allemaal in de vier wetten van Maxwell die hij in 1867 heeft gepubliceerd. Uit die wetten bleek ook dat licht eigenlijk uit golven bestaat. Maar als er golven zijn, dan moet er ook iets zijn dat golft. Zoals bij watergolven: daar golft het water. Of geluidsgolven: daar is het de lucht die golft.

    Voor de lichtgolven moest er dus een soort alles doordringende stof zijn die golft wanneer er licht passeert. Die stof heeft men de ether genoemd. En zo hangt alles samen! Wetenschap kan toch zo verschrikkelijk mooi zijn.

    Dat was nog niet het einde van het verhaal. Men vroeg zich af of je die elektromagnetische golven op een andere manier kunt creëren. Heinrich Hertz deed hierrond experimenten en in 1888 kwam hij tot de conclusie dat hij inderdaad elektromagnetische golven kon maken. Die golven voldeden blijkbaar aan de wetten van Maxwell (ze verplaatsen zich bijvoorbeeld met de snelheid van het licht) en aan de wetten van de optica (ze worden net zoals licht door spiegels en lenzen weerkaatst en afgebogen). Hertz kon elektromagnetische golven met verschillende frequenties maken: de golfjes bevinden zich verder of dichter bij elkaar. Hoe groter de frequentie, hoe smaller de golfjes en hoe dichter de golfjes bij elkaar. Al die golven voldoen aan de wetten van Maxwell. Het enige verschil tussen al die golven is blijkbaar de frequentie.

    Er bestaan dus verschillende soorten elektromagnetische golven en het enige verschil tussen die golven is hun frequentie en dus hun golflengte. De frequentie zegt hoeveel golfjes er per meter zijn; de golflengte zegt hoe lang de golfjes zijn. Ken je de frequentie, dan kun je de golflengte berekenen en omgekeerd. Bij een hoge frequentie heb je korte golven; bij een lage frequentie heb je lange golven.

    Ik ben zo gelukkig dat ik deze recente ontdekkingen kan meebeleven. Die ontdekkingen van Hertz zijn amper zeven jaar oud!

    11-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    10-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 29 maart 1895
     Zoals te verwachten was, zijn mijn ouders erg geschrokken toen ze me hier plots zagen opduiken. “Albert! Jongen toch. En je diploma dan!” Welkom in Italië.

    “Hier” is trouwens Pavia, Via Foscolo nummer 11. Mijn familie is van Milaan naar hier verhuisd.

    Ik heb ze beloofd dat ik me zal voorbereiden op het ingangsexamen van de Eidgenössische Technische Hochschule, de ETH, in Zurich.

    10-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 4 maart 1895
     Ik voel me hier niet goed in Duitsland. Mijn familie is al naar Italië verhuisd en ik mis ze heel erg. Die school ga ik ook hoe langer hoe meer haten. En ik ben bijna zestien jaar: de militaire dienstplicht hangt als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Ik moet Duitsland verlaten voor mijn zeventiende verjaardag. Anders kan ik hier nooit meer terugkeren zonder mijn dienstplicht te moeten vervullen.

    Tijd voor actie. Ik kap ermee. Ik ga weg. Ik ga naar mijn ouders in Milaan. Ik heb genoeg van die dwaze manier van lesgeven. Dat diploma is mij niets waard. Ik ga in Milaan wel wat schoollopen. Er is daar een Zwitsers schooltje waar ik vast terecht kan. Ik heb alles tot in de puntjes uitgedacht: met een attest van onze dokter dat ik zenuwstoornissen heb, kan ik van school wegblijven. Dat van die zenuwstoornissen is niet eens zo erg gelogen.

    Mijn ouders zullen er niet blij mee zijn. En dan moet ik ze ook nog vertellen dat ik uit de Israëlitische Synagoge ben getreden. En dat ik afstand wil doen van mijn Duits staatsburgerschap. Al dat gezag ligt mij niet zo goed. Ik hou er nu eenmaal niet van dat mensen mij vertellen wat ik moet denken en doen. Ik moet niets.

    09-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    08-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 16 juni 1894
     De zaken van vader en oom Jakob draaien niet goed. Hun Italiaanse vertegenwoordiger, signor Garrone, heeft hen aangeraden om naar Italië te verhuizen. De vooruitzichten zouden er beter zijn. Oom Jakob was nog maar eens de eerste om enthousiast te worden. En vader heeft zich alweer laten meeslepen.

    De nieuwe zaak zal Einstein en Garrone heten. Ze wordt in Pavia opgericht en wij gaan in Milaan wonen. De zaak en ons huis hier zijn al verkocht. We verhuizen binnenkort allemaal naar Italië. Allemaal? Neen, ik niet. Ik moet eerst mijn school afmaken.

    08-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 17 mei 1893
    De filosofie heeft ook heel wat te bieden. Ik kan bijvoorbeeld eindeloos nadenken over die uitspraak van de filosoof Schopenhauer: “Een mens kan wel doen wat hij wil, maar niet willen wat hij wil”. Soms begrijp ik het, op andere momenten dan weer niet. Ben ik dan een filosoof? Kan een mens tegelijk wetenschapper en filosoof zijn?

    07-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    06-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 19 juli 1892

    Ik ben helemaal in de wolken van dat boek van Ludwig Bücher: Kracht en Stof. En van de boeken van Aaron Bernstein. Hoe mooi toch, zoals de natuur in elkaar zit. En hoe leuk is het om alles te begrijpen. Waarom zit ik in dat stomme gymnasium mijn tijd te verliezen?

    06-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 23 april 1892
     Ik ben met mijn vioollessen gestopt. Ik vind dat ik er genoeg van ken en ik heb ook genoeg van die leraar, Herr Schmied. Mijn pianospel is ook goed vooruitgegaan: ik kan zelfs al redelijk goed improviseren.

    Muziek is niet de enige kunst die mij interesseert. Ik houd ook van gedichten. Dat is dan de invloed van mijn vader. Elke avond leest hij ons gedichten van Heine en Schiller voor.

    05-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    04-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 2 juli 1891
     Ik heb één grote ambitie: zelf een grote theorie uit de grond stampen. En il wil dat even systematisch en logisch doen als Euclides met zijn Euclidische meetkunde. Net zoals Euclides wil ik mijn theorie uit een paar eenvoudige axioma’s afleiden. En net zoals Euclides wil ik de theorie op zo een manier opbouwen dat iedereen de redenering kan volgen. Alsof iedereen het zelf had kunnen vinden. In elk geval zodat iedereen kan nagaan of het klopt wat ik zeg. Dat is heel wat anders dan de manier waarop hier in München wordt lesgegeven. Hier zegt men: “Het is zo omdat ik zeg dat het zo is.” Niks nadenken, niks creativiteit, niks vrijheid van denken. Het is zo en daarmee basta.

    Eigenlijk wil ik nog sterker dan Euclides presteren. Ooit komt er een dag dat ik de wetten van tijd en ruimte uit twee axioma’s zal afleiden. Geen vijf zoals Euclides. Ook geen vier of drie. Neen: twee.

    04-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    03-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 24 juni 1891
     Ik heb heel lang getwijfeld over de weg die ik wil gaan. Godsdienst en wetenschappen trekken mij allebei aan. Maar ik besef dat ik niet tegelijk aan alles kan werken als ik beroemd wil worden. Daarom heb ik een keuze gemaakt: ik word wetenschapper. Het is dus niet omdat ik godsdienst onbelangrijk vind, maar de wetenschap trekt me nu eenmaal nog meer aan.

    Ik word dus geen bar mitzvah. Ik bevrijd me van het persoonlijke; weg van het ‘ik’ en het ‘ons’. Het ‘het’, daar gaat het om.

    03-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 3 mei 1891
     Ik heb een boekje over de Euclidische meetkunde gekregen. Een nieuwe wereld is voor mij opengegaan. Het is niet te beschrijven hoe prachtig die Euclidische meetkunde in mekaar zit. Het is als een sierlijk slank torengebouw dat opgebouwd is uit de  fundamenten, de ruwbouw, de ramen en deuren, de afwerking, enzovoort.

    Euclides bouwt zijn hele meetkunde geleidelijk en systematisch vanuit een paar eenvoudige definities en axioma’s op. Met die definities en axioma’s leidt hij namelijk nieuwe definities en allerlei eigenschappen van meetkundige figuren af. En daaruit leidt hij nog meer eigenschappen af. En zo gaat hij maar verder en verder. Tot hij de hele meetkunde heeft opgebouwd. En iedereen kan precies volgen waarom die eigenschappen waar zijn. Bijvoorbeeld waarom de oppervlakte van een cirkel gelijk is aan pi keer de straal in het kwadraat. Of waarom een ellips twee brandpunten heeft en een parabool maar één.

    Definities zeggen wat iets is. Euclides vertrekt bijvoorbeeld van de definities van een “meetkundig punt” en een “meetkundige lijn”: hij zegt wat een meetkundig punt is en wat een meetkundige lijn is.

    Axioma’s zijn dan weer een soort basiswaarheden die je voor waar aanneemt. Axioma’s kun je niet bewijzen want ze zijn het absolute begin. Het is alsof je wel kunt vragen wie het heelal geschapen heeft (God) maar niet wie God heeft geschapen. Die axioma’s zijn echter zo voor de hand liggend dat geen zinnig mens er aan twijfelt dat de axioma’s waar zijn. Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat dit voor God ook geldt. Waarmee ik dan weer niet gezegd wil hebben dat het voor God niet geldt.

    Een van die axioma’s van Euclides zegt dat een lijn oneindig lang is. Een ander zegt dat je door elk punt dat niet op een gegeven lijn ligt een lijn kunt trekken die evenwijdig is met die gegeven lijn. In totaal gebruikt hij vijf axioma’s. En uit die vijf axioma’s leidt hij alles af: dat de som van de hoeken van alle driehoeken 180 graden is en alle meetkundige eigenschappen van cirkels en ellipsen en parabolen en hyperbolen. En de stelling van Pythagoras.

    Die stelling van Pythagoras heb ik trouwens ook zelf bewezen. Er zijn veel verschillende bewijzen van de stelling van Pythagoras gekend. Het zou mij niet verwonderen dat iemand anders mijn bewijs al eens heeft gevonden. Dat vind ik niet erg. Ik heb het zelf gevonden en ik ben er zeker van dat ik het nooit ergens heb gelezen of gezien.

    Die meetkunde is prachtig maar ik laat het hier niet bij. Ik studeer nu ook differentiaalrekenen en integraalrekenen.  Dat is eigenlijk veel te moeilijk voor de kinderen van mijn leeftijd. Het is allemaal heel abstract maar ik heb er geen moeite mee. Wie dacht ook weer dat ik niet zo slim ben?

    02-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    01-02-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 8 februari 1890
     Toen ik nog op de Volksschool zat en nog niet op het Luitpoldgymnasium leerden we enkel over de katholieke godsdienst. Thuis heb ik wel een beetje over de Joodse godsdienst geleerd maar we zijn thuis niet echt aktieve beoefenaars van het Joodse geloof. En dat is dan nog zachtjes uitgedrukt.

    Op het Luitpoldgymnasium leren we nu ook over de Joodse godsdienst. Veel dingen zijn helemaal nieuw voor mij. En ik ben erg onder de indruk geraakt. Ik volg nu zelfs de Joodse regels. Zo eet ik bijvoorbeeld geen varkensvlees meer. Ik heb ook een paar liedjes voor God gecomponeerd. Als ik van school naar huis terugkeer, zing ik ze. Niet te luid natuurlijk en zeker niet als er iemand in de buurt is.

    01-02-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 3 oktober 1889

    Dat Luitpoldgymnasium hangt me echt de keel uit. Je kunt je niet voorstellen hoe saai men er les geeft. Ze sommen gewoon feiten of zogenaamde feiten op en we moeten alles uit het hoofd leren. We leren bijvoorbeeld dat de planeten in ellipsen rond de zon draaien maar waarom dat zo is, komen we niet te weten. Ook niet hoe men dat van die ellipsen te weten gekomen is. Of waarom de mensen vroeger dachten dat de zon rond de aarde draait. Ze leggen helemaal niets uit. Het is blijkbaar verboden om ons zelf te laten nadenken. Ze zijn waarschijnlijk bang dat we hen op een fout of een tegenstrijdigheid zouden betrappen. Ze stampen maar droge, dorre, saaie kennis in ons arme hoofdje. Ik noem dat geen kennis. Een papegaai kan dat ook. We zijn toch zelfstandig denkende wezens?

    31-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    30-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 15 juli 1889
     Wetenschappen en filosofie zijn niet mijn enige interesses. De muziekmicrobe heeft me goed te pakken. Ik heb vooral aanleg voor viool. Ik speel ook een beetje piano maar het vlot minder goed dan viool. Van alle componisten spreken Mozart en Beethoven mij het meeste aan. Mijn moeder en ik spelen uren aan een stuk samen: mijn moeder op de piano en ik op de viool.

    Mijn allergrootste interesse gaat echter uit naar de wiskunde. Op school gaat die wiskunde maar heel traag vooruit. Ik doe het dan maar in mijn eentje met de boeken die ik vind.

    30-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 6 juni 1889
    Max Talmud is vandaag weer bij ons komen eten. Hij studeert geneeskunde en heeft niet veel geld. Hij weet heel veel over wetenschappen en filosofie en ik kan heel goed met hem praten. Elke donderdag brengt hij een paar populair-wetenschappelijke boeken mee. Ik lees ze tegen de week erna en dan discussiëren we daarover.

    29-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 26 oktober 1888

    Ik loop nu school op het Luitpoldgymnasium. Ik vind het hier niet fijn, ook al behaal ik weer goede punten. Ik ben heel goed in wiskunde en Latijn maar ik heb een hekel aan sport en gymnastiek. Mijn sociale capaciteiten zijn nog steeds niet veel beter. Ik heb weinig vriendjes hier op school.

    28-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    27-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 27 april 1887

    Mijn oom Jakob geeft me graag moeilijke puzzels en moeilijke raadsels. In het begin waren het eenvoudige raadseltjes. Nu zit er bijna altijd een addertje onder het gras. Ik was er bijna ingelopen met zijn vraagstuk over de fles en de kurk. Een fles en een kurk kosten samen 101 knikkers. De fles kost 100 knikkers meer dan de kurk. Hoeveel kosten de fles en de kurk apart?

    27-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 30 augustus 1886
     Het gezelschap van andere kinderen ligt mij niet zo goed. Ik speel het liefst alleen. Zo kan ik bijvoorbeeld uren aan een stuk kaartenhuisjes maken. Het is zo fascinerend om die dingen zo te bouwen dat ze stabiel zijn en blijven staan.Er is maar één kind dat ik goed kan verdragen en dat is mijn nichtje Elsa. Ze is nu dubbel zo oud als ik maar het klikt heel goed tussen ons. Als ze in mijn buurt is, voel ik het in mijn buik kriebelen. Ik ben er zeker van dat ze voor mij ook een boontje heeft. De manier waarop ze naar mij kijkt ...

    26-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 30 juli 1886
    Ik heb een heel slechte reputatie. Omwille van de een of andere reden denken de mensen dat ik niet zo slim ben. Maar daar klopts niets van. Ik heb vandaag op school mijn punten gekregen en ik ben alweer de eerste. Ik weet niet wat ik nog meer moet doen om mijn slechte reputatie kwijt te raken. Ik kan mij heel goed voorstellen dat ik met heel moeilijk werk wereldberoemd word en dat de mensen zich nog steeds zullen “herinneren” dat ik als kind of tiener niet zo slim was en dat ik op school altijd slechte punten had. Maar hoe raak je zo een reputatie kwijt?

    25-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    24-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 5 juli 1885

    Ik leer viool spelen. Het ziet er gemakkelijk uit maar het is het niet. Een beetje met een stok over de snaren wrijven, denk je misschien. Maar dat is het niet. Je moet de toon zelf maken: als je enkel met de stok over de snaren strijkt, krijg je enkel een vreselijk geknars. Helemaal anders dan met de piano. Daar doet de piano het voor jou: druk je een toets in, dan heb je precies de goede toon.

    24-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 12 juni 1885
     Ik ga nu naar school zoals de meeste andere kinderen. Ik ga naar de Volksschool. Ze vinden mij een goede leerling: leergierig en vlijtig en intelligent. Als ik later beroemd ben, zullen de mensen dat allemaal vergeten. Ze zullen denken dat ik als kind niet zo slim was omdat ik pas laat naar school ben gegaan.

    23-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag, 6 mei 1885
     Sinds vandaag bestaat de nieuwe fabriek van vader en oom Jakob officieel. Ze hebben ook samen een huis gekocht in Sendling, een voorstad van München. In de Adelreitstrasse. We wonen er al. Maja en ik vinden het hier heel fijn. Het is een huis met een grote tuin en veel bomen.

    22-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag, 19 februari 1885
     Bij een dynamo laat je een opgerolde koperdraad rond een magneet draaien en er komt elektriciteit uit. Vanwaar komt die elektriciteit dan? Die kan toch niet uit het niets komen? Of verander je het magnetisme van de magneet in een elektrische stroom? Wat is het verband tussen magnetisme en elektriciteit? Of is dat verband er eigenlijk niet? Die vragen zijn al even moeilijk als die vragen over het religieuze. Zal ik mijn hele leven met die vragen blijven zitten? Of zal ik die vragen ooit zelf beantwoorden? Word ik een profeet of een filosoof of word ik een koele, koude wetenschapper? Of is filosofie ook een wetenschap?

    22-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag, 18 februari 1885
     Oom Jakob doet het weer. Hij heeft alweer een schitterend idee gehad. Nu wil hij met mijn vader een fabriekje oprichten en dynamo’s en booglampen en meetapparatuur maken. Allemaal van die moderne dingen. Mijn vader heeft zich laten meeslepen en hij ziet het al helemaal zitten. De familie ziet er ook wat in want ze gaan er allemaal geld in stoppen.

    21-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 31 juli 1884

    We zijn van Joodse afkomst maar bij ons thuis wordt er niet over het geloof gesproken. Het geloof sluimert een beetje in elk van ons maar manifesteert zich niet echt. Ook uiterlijk is er weinig aan ons te merken: we voeren nooit Joodse riten op. Zijn we dan goede Joden of niet? Wat is echte religiositeit? Zijn we goede mensen? Moet je religieus zijn om een goed mens te zijn? Allemaal vragen die veel te moeilijk zijn voor een vijfjarige.

    20-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 6 mei 1884
     Ik ga niet naar school; ik krijg thuis les van een lerares. Of beter gezegd: kreeg. Ik heb een stoel naar die lerares gegooid. Ze kon daar niet om lachen en ze komt niet meer terug.. Die lerares was een trut maar dat gooien is toch een van mijn minder aangename karaktertrekken. Mijn zusje heeft het al een paar keer erg te verduren gehad en dat doet me zo een pijn. En toch kan ik die neigingen niet onder controle houden. Ik weet niet wat mij scheelt.

    19-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 6 april 1884
     Ik krijg kop noch staart aan dat kompas. Mijn vader heeft het mij laten zien. Het is een doosje met een magnetische naald erin. Die naald zit in het midden op een spijker en kan vrij ronddraaien. Nu ja, vrij ronddraaien. Een wonder van de natuur zorgt ervoor dat de ene punt van de naald naar het noorden wijst en de andere kant van de naald naar het zuiden. Hoe je het doosje ook draait, het doosje weet precies waar het noorden is. Ik begrijp er niets van. Is er een onzichtbare man die de naald altijd in de goede richting houdt? En is er dan een onzichtbare man voor elk kompas ter wereld? Of voelt die naald gewoon waar het noorden is? En hoe voelt die naald dat dan? Een naald heeft toch geen zenuwen? Of een instinct zoals de vogels?

    Het heeft in elk geval iets te maken met het materiaal waaruit de naald is gemaakt. Dat materiaal bevat magnetische ijzeroxides; dat zijn chemische verbindingen van ijzer en zuurstof die magnetisch zijn. Een voorwerp dat magnetische ijzeroxides bevat, bijvoorbeeld de naald van een kompas, heeft twee kanten die men de noordpool en de zuidpool noemt. De noordpool van een magneet trekt de zuidpool van een andere magneet aan en omgekeerd. Twee noordpolen stoten elkaar af en twee zuidpolen ook.

    Hé, dat is natuurlijk de verklaring van hoe een magneet werkt! De aarde moet ook een magneet zijn. Wat men de noordpool en de zuidpool van de planeet aarde noemt, zijn eigenlijk de noordpool en de zuidpool van de magneet aarde.

    Dat kompas trouwens is geen recente ontdekking. De Chinezen kennen het kompas al bijna tweeduizend jaar. Bij ons in Europa heeft het wat langer geduurd: wij kennen het kompas pas sinds de twaalfde eeuw.

    18-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 6 juni 1883
     Ken je de Chinese kamer van Searle? Dat is een gedachte-experiment uitgevonden door Searle. Een gedachte-experiment is een experiment dat je in je gedachten uitvoert. Je denkt gewoon na over wat er zou gebeuren als je het experiment echt zou uitvoeren.

    De Chinese kamer is een bepaald gedachte-experiment. Iemand zit in een gesloten kamer. In die kamer zijn twee luikjes, een luikje ‘in’ en een luikje ‘uit’. Via het luikje ‘in’ kan iemand buiten de kamer een papiertje met een vraag in het Chinees naar binnen werpen. De persoon in de kamer kent geen Chinees. Maar hij heeft wel een reeks instructies om een antwoord te produceren op een vraag in het Chinees die via een papiertje naar binnen geworpen wordt. Die instructies zeggen iets als: “als je een vraag krijgt die begint met dit Chinese karakter, dan kijk je in boek 13 wat je moet doen. Als de vraag met dat Chinese karakter begint, kijk dan in boek 24.” In die boeken vind je dan wat je verder moet doen: “als het tweede karakter dit is, dan kijk je verder in hoofdstuk 13.” Op een bepaald moment zal het boek zeggen: schrijf nu dat Chinese karakter als onderdeel van het antwoord. En zo ga je verder. Als je de instructies uitvoert, dan ga je uiteindelijk krijgen: “Je hebt nu alle Chinese karakters van het antwoord opgeschreven. Werp nu het papiertje met het antwoord door het luikje ‘uit’”.

    Op die manier kan de persoon in de Chinese kamer het antwoord op elke vraag in het Chinees produceren. En hij kent nochtans geen woord Chinees en hij kent de betekenis van de Chinese karakters niet. Hij voert gewoon blindelings instructies uit, net zoals iemand die optelsommen leert maken. Bij optelsommen heb je 10 cijfers, van 0 tot 9; het plusteken en een streep tussen de som en het resultaat. En dan heb je een heel simpele reeks instructies. Die instructies zeggen dat je de twee getallen die je moet optellen netjes onder elkaar moet schrijven, zodat de laatste cijfers van elk getal precies onder elkaar staan. Je schrijft dan een ‘+’ voor het tweede getal. Je trekt er dan een streep onder. Dan bekijk je de laatste cijfers van elk getal. Als het laatste cijfer van het eerste getal een 0 is, en het laatste getal van het tweede getal ook, dan schrijf je als laatste getal onder de streep ook een 0. Is het laatste getal van het eerste getal een 0, en het laatste getal van het tweede getal een 1, dan schrijf je een 1 als laatste cijfer onder de streep. Enzovoort. Door al die instructies precies uit te voeren, ga je alle cijfers van de som neerschrijven. Ook als je die cijfers niet begrijpt, omdat je bijvoorbeeld een oude Romein bent die alleen Romeinse cijfers kent, dan ga je toch op een correcte manier getallen kunnen optellen.

    Zo een reeks instructies noemt men trouwens een algoritme. Het algoritme van hierboven zit niet zo intelligent in elkaar. In plaats van 10 verschillende instructies te hebben voor de gevallen waarbij het laatste getal van het eerste getal een 0 is, kun je dit korter maken door te zeggen: “als het laatste cijfer van het eerste getal een 0 is, dan schrijf je het laatste cijfer van het tweede getal als laatste cijfer onder de streep.” Dat maakt het algoritme veel korter, maar eigenlijk blijft het hetzelfde algoritme. Je zult in alle gevallen hetzelfde resultaat bekomen. Het maakt dus geen essentieel verschil uit of je de eerste versie of de tweede versie van het algoritme uitvoert.

    Volgens Searle kun je dus een algoritme opstellen om alle mogelijke Chinese vragen te beantwoorden zonder dat je Chinees kent. Veel mensen zijn het daar niet mee eens, ze zeggen dat het niet mogelijk is om zo een algoritme te maken.

    Anderen gaan nog een stapje verder. Ze zeggen dat je een boek zou kunnen maken dat hetzelfde antwoord geeft op elke vraag zoals een bepaalde persoon zou geven. Bijvoorbeeld een boek dat op elke vraag het antwoord geeft dat Julius Caesar zou gegeven hebben. Bijvoorbeeld de vraag: “Wie zijn de dappersten van alle Galliërs?” Antwoord: “De Belgen zijn de dapperste van alle Galliërs.” Volgens iemand die zegt dat je zo een boek zou kunnen maken, zou dat boek gelijkwaardig zijn aan de persoon wiens antwoorden het bevat. Het boek wordt die persoon. Het boek is die persoon.

    Zo een dagboek wil ik schrijven. Maar dan enkel over mijn werk. Ik wil een boek schrijven dat het antwoord geeft op elke vraag die met mijn werk te maken heeft. Niet over wat ik vind van de politieke situatie in Duitsland. Niet of ik liever rozen dan brandnetels zie. Niet wat ik vind van de rol van de vrouw in de maatschappij.

    17-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 5 juni 1883
     Een mens moet je op zijn daden, op zijn prestaties beoordelen. Het gaat er niet om waar een mens gewoond heeft, wie zijn vader en moeder en broers en zusters waren, wanneer hij ziek geworden is of weer gezond geworden is, wie zijn vrienden en kennissen waren. Wat hij waarover dacht. Dat heeft allemaal geen belang. Wat heeft die persoon gepresteerd; daar gaat het om. Een dagboek heeft dan ook geen enkele zin als het niet gaat over wat die persoon voor mekaar heeft gebracht. Goed, er is een beetje context nodig over wat er in zijn leven gebeurt, wie hij ontmoet, wie invloed heeft en zo. Maar dan enkel als het erom gaat om te begrijpen wat die persoon heeft gedaan. In mijn geval ben ik er nog niet uit op welk gebied ik grootse dingen wil doen. Dat kompas heeft me wel geleerd dat de werking van de natuur mij interesseert. Maar of ik hierin wil verder doen? Dat weet ik nog niet.

    17-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    16-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 21 oktober 1882
     Een analyse van de machtsverhoudingen thuis heeft me heel wat geleerd. Ik ben voorlopig sterker dan mijn zusje en ik bescherm haar dan ook, even de dingen waarmee ik haar soms bekogel daargelaten. Mijn moeder echter is de sterkste van ons allemaal. Zelfs veel sterker dan mijn vader. Ze geeft hem de hele tijd duwtjes in de rug.

    Ze speelt ook heel goed piano en ze heeft ervoor gezorgd dat ik graag muziek hoor. Ik wil later ook een instrument bespelen. Piano bijvoorbeeld. Maar ook viool. Lijkt me heel moeilijk, viool.

    16-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    15-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 26 januari 1882
     Ik heb nu dus leren praten en ik spreek zelfs in volledige zinnen maar ik ben eigenlijk een stil jongetje. En ik speel graag alleen. Ik houd niet van het gezelschap van anderen; ik ben een beetje een eenzaat denk ik.

    Toch ben ik geen mensenhater: ik houd echt wel van de mensen. Maar dan niet zozeer van individuele mensen zoals Jan of Piet of An of Peter. Ik houd eerder van de mensheid, van alle mensen samen. Er is een heel grote uitzondering: ik houd heel veel van mijn zusje Maja; zij is de persoon die mij het nauwst aan het hart ligt. Toch gooi ik soms dingen naar haar hoofd. Ik weet niet waarom. Ik kan er niets aan doen. Het is sterker dan mezelf.

    15-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    14-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 20 december 1881
     Ik heb eindelijk leren praten. Dat is laat want ik ben al twee en een half jaar oud. Maar ik praat niet zomaar. Ik zeg alles in volledige zinnen en dus niet zoals mijn leeftijdsgenoten. Die zijn sneller beginnen praten maar ze flappen er maar wat losse woorden of zinsdelen uit. Ik niet. Ik moet wel een trucje toepassen. Ik probeer de zin eerst heel stilletjes in mezelf. En als ik denk dat het goed is, zeg ik het luidop.

    Omdat ik zo traag heb leren praten en ook zo traag praat, denken de mensen dat ik niet slim ben. Dat ik niet slim ben, zal een van de vele mythes over mezelf worden.

    14-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    13-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 18 november 1881
     Vandaag heb ik een zusje gekregen. Maria heet ze, maar we zullen haar Maja noemen. Ik ben naar mijn grootvader genoemd maar ik weet niet naar wie zij genoemd is. Ze is zo ongelooflijk klein en ze zegt nog niet veel zinnige dingen.

    Ik zou het fijn vinden als ze later een goede man zou vinden. Een van mijn vrienden bijvoorbeeld. En dat ze later doctor in iets wordt. Ik wil trouwens zelf ook doctor in iets worden.

    13-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    12-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 11 oktober 1880

    Vandaag is het een belangrijke dag voor mijn vader en oom Jakob: hun zaak in  gas- en waterinstallaties gaat vandaag open. Ik wens ze veel succes. Mijn moeder ongetwijfeld ook. Want haar geld zit ook in de zaak.

    12-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 21 juni 1880

    Zo, we zijn verhuisd naar München. Sinds vandaag wonen we hier officieel. Dat is hier in Duitsland heel belangrijk, dat officiële. Als iets niet officieel is, is het niet echt. Ik vind dat maar niets. Ik houd niet van dat officiële. Als iets is, dan is het toch? Ook al staat er geen stempel op? Als de aarde rond de zon draait, dan is dat toch zo, ook al bestaat er geen papier met een stempel erop dat zegt dat het zo is?

    In elk geval, hier in München gaan mijn vader en oom Jakob iets doen met gas- en waterinstallaties. Voorlopig hebben ze alleen nog plannen. Ze moeten nu nog alles in orde brengen. Ze zullen daar nog maanden mee zoet zijn.

    11-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 8 augustus 1879
    Mijn vader en mijn moeder zijn vandaag 3 jaar getrouwd. Ze zijn in de synagoge van Cannstatt getrouwd. Het was een belangrijke stap in hun en mijn mensenleven. Het was ook de aanloop voor een reuzenstap voor de wetenschap. Ik zou bijna zeggen een kwantumsprong, maar dat woord bestaat nog niet.

    09-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-01-1967
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 21 maart 1879
     Ik heb mijn moeder horen foezelen met wat oude tantes. Ze maakt zich zorgen over de vorm van mijn schedel. Die is nogal groot met een hoekige achterkant. Mijn grootmoeder vindt me veel te dik, en ze laat dat ook luidkeels blijken. Mijn gevoelens tellen niet mee. Heeft ze zichzelf al eens bekeken? Ik zal ze een lesje leren. Om ze te pesten zal ik pas laat leren praten. Of beter, ik zal doen alsof. Laat ze maar lekker ongerust zijn.

    08-01-1967, 00:00 geschreven door Albert Einstein  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Zoeken in blog


    Mijn favorieten
  • Mijnheer Albert, Roman over de gedachte-experimenten van Einstein
  • Leuke raadsels en puzzels
  • Hoe win je megabike 2007
  • Wie wint megabike 2007

  • Rondvraag / Poll
    Wie was de echte bedenker van de relativiteitstheorie?
    Albert Einstein
    Mileva Maric, de vrouw van Albert Einstein
    Henri Poincaré
    Bekijk resultaat


    Archief per maand
  • 02-2007
  • 09-2005
  • 04-1967
  • 03-1967
  • 02-1967
  • 01-1967

    Inhoud blog
  • De Priorij van Sion
  • Heel moeilijke puzzels en hele leuke raadsels
  • Heel leuke raadsels en hele moeilijke puzzels
  • Dinsdag 4 mei 1880
  • Woensdag 19 maart 1879
  • Zondag 30 december 1900
  • Woensdag 19 december 1900
  • Vrijdag 14 december 1900
  • Donderdag 25 oktober 1900
  • Vrijdag 19 oktober 1900
  • Donderdag 4 oktober 1900
  • Woensdag 26 september 1900
  • Zondag 23 september 1900
  • Maandag 10 september 1900
  • Zaterdag 25 augustus 1900
  • Woensdag 25 juli 1900
  • Donderdag 28 juni 1900
  • Woensdag 16 mei 1900
  • Woensdag 21 maart 1900
  • Maandag 12 maart 1900
  • Woensdag 28 februari 1900
  • Dinsdag 27 februari 1900
  • Woensdag 31 januari 1900
  • Woensdag 10 januari 1900
  • Donderdag 4 januari 1900
  • Woensdag 3 januari 1900
  • Vrijdag 29 december 1899
  • Donderdag 28 september 1899
  • Donderdag 21 december 1899
  • Donderdag 10 augustus 1899
  • Vrijdag 14 oktober 1898
  • Donderdag 13 oktober 1898
  • Maandag 12 september 1898
  • Donderdag 5 mei 1898
  • Vrijdag 29 april 1898
  • Woensdag 16 februari 1898
  • Dinsdag 1 februari 1898
  • Donderdag 3 juni 1897
  • Vrijdag 30 april 1897
  • Dinsdag 23 maart 1897
  • Donderdag 18 februari 1897
  • Maandag 8 februari 1897
  • Maandag 1 februari 1897
  • Donderdag 10 december 1896
  • Woensdag 2 december 1896
  • Dinsdag 1 december 1896
  • Woensdag 25 november 1896
  • Vrijdag 13 november 1896
  • Donderdag 29 oktober 1896
  • Dinsdag 27 oktober 1896
  • Vrijdag 18 september 1896
  • Vrijdag 6 maart 1896
  • Donderdag 5 maart 1896
  • Woensdag 4 maart 1896
  • Zaterdag 15 februari 1896
  • Dinsdag 28 januari 1896
  • Vrijdag 10 januari 1896
  • Zaterdag 21 december 1895
  • Vrijdag 13 december 1895
  • Dinsdag 10 december 1895
  • Woensdag 30 oktober 1895
  • Vrijdag 19 april 1895
  • Maandag 15 april 1895
  • Vrijdag 12 april 1895
  • Donderdag 4 april 1895
  • Vrijdag 29 maart 1895
  • Maandag 4 maart 1895
  • Zaterdag 16 juni 1894
  • Woensdag 17 mei 1893
  • Dinsdag 19 juli 1892
  • Zaterdag 23 april 1892
  • Donderdag 2 juli 1891
  • Woensdag 24 juni 1891
  • Zondag 3 mei 1891
  • Zaterdag 8 februari 1890
  • Donderdag 3 oktober 1889
  • Maandag 15 juli 1889
  • Donderdag 6 juni 1889
  • Vrijdag 26 oktober 1888
  • Woensdag 27 april 1887
  • Maandag 30 augustus 1886
  • Vrijdag 30 juli 1886
  • Zondag 5 juli 1885
  • Vrijdag 12 juni 1885
  • Woensdag, 6 mei 1885
  • Donderdag, 19 februari 1885
  • Woensdag, 18 februari 1885
  • Donderdag 31 juli 1884
  • Dinsdag 6 mei 1884
  • Zondag 6 april 1884
  • Woensdag 6 juni 1883
  • Dinsdag 5 juni 1883
  • Zaterdag 21 oktober 1882
  • Donderdag 26 januari 1882
  • Dinsdag 20 december 1881
  • Vrijdag 18 november 1881
  • Maandag 11 oktober 1880
  • Maandag 21 juni 1880
  • Vrijdag 8 augustus 1879
  • Vrijdag 21 maart 1879
  • Donderdag 20 maart 1879
  • Dinsdag 18 maart 1879
  • Maandag 17 maart 1879
  • Zondag 16 maart 1879
  • Zaterdag 15 maart 1879
  • Vrijdag 14 maart 1879


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs