na een goede nachtrust in ons motel gaan Kalema en ik weer naar ons land. De eerste die we tegen komen is Kato, hij ziet er niet uit, ik had al gezegd dat hij gisteren dronken was. Nadat wij waren vertrokken heeft hij gevochten met zijn broer. Het resultaat van die vechtpartij ziet u op bijgaande foto, een grote buil en een open wond op zijn hoofd, een oog dicht en een zwaar gekneusde rechterarm.
Kato
In afwachting van Uncle( de bouwer) en zijn helper, die met eigen transport zullen komen, markeren wij alvast een stuk land dat opgekuist moet worden voor de bouw van ons huis.
Uncle de bouwer en zijn helper en later ook Kalema vliegen er direct in nadat zij zijn aangekomen op hun boda-boda, motorfiets.
Ik ben nog eens het land verder gaan inspecteren en bekijken, er was toch geen kapmes meer over en het was veel te warm voor mij, gisteren ben ik al behoorlijk verbrand in mijn gezicht. Ben ook even gaan kijken naar onze steenbakkerij en steengroeve, een van de steenbakkers was aan het werk.
Iets verder ligt de waterput waar het water vandaan komt dat ze gebruiken omde klei te bevochtigen voor de stenen, die put ligt niet op ons land maar ik kan gebruiken.Het zal ook gebruikt worden door ons voor irrigatie en drinken van ons vee in de toekomst. De put is ongeveer 4 x 8 meter en ze zeggen dat hij ongeveer 10 mtr diep is.
.
Bij terugkomst bij de mannen die de bosjes te lijf gingen werd ik getrakteerd op mijn eerste slang in Oeganda, tijdens de werken kwamen ze hem tegen en hebben hem gelijk gedood, ik weet de naam van de slang niet maar volgens de mannen is hij dodelijk giftig, hij was dun misschien 15 mm dik en 70 cm lang.