Het toerisme in België is een vorm van vrijetijdsbesteding in België en een belangrijke sector van de Belgische economie. België wordt vooral bezocht door toeristen uit de buurlanden Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg,
hoewel ook steeds meer bezoekers uit verderweggelegen landen tijdens
een Europareis enkele dagen in België doorbrengen. Ook de Belgen houden
vaak vakantie in eigen land, waarbij een weekje aan de Belgische kust, een weekeindje in de Ardennen of een dagje naar één van de historische steden tot de favorieten behoren.
Geschiedenis
Het toerisme in België kwam al vrij vroeg tot ontwikkeling in enkele plaatsen aan de kust en in de Ardennen. Spa en Chaudfontaine waren al in de 18e eeuw bekende kuuroorden,
waar zich gekroonde hoofden, oude Europese adel, rijkgeworden
kooplieden en fabrikanten, officieren en kanunniken, mengden met
elegante vrouwen, avonturiers (Casanova bijvoorbeeld), gokverslaafden en ingebeelde zieken. In Spa verrees in 1774 het eerste casino van Europa. Aan de kust kwam het badtoerisme vanaf het midden van de 19e eeuw tot ontwikkeling in onder andere Knokke en Oostende. Brugge werd al in de 19e eeuw bezocht door liefhebbers van historisch stedenschoon, vooral na het verschijnen van de roman Bruges-la-Morte van Georges Rodenbach.
Agrotoerisme:
Toeristen gaan naar het platteland om daar te recreëren en te
verblijven. Tijdens deze vorm van recreatie probeert de toerist de
authentieke sfeer van het platteland te beleven.[5]
Audiotoerisme:
reizen aan de hand van audiotours en andere door audio geleide vormen
van toerisme, zoals audioreisboeken en musea bezoeken aan de hand van
hoofdtelefoons.
Bermtoerisme:
Bermtoerisme of bermrecreatie was een fenomeen dat begin jaren zestig
ontstond. Mensen parkeerden hun auto langs de snelweg en gingen dan
gezellig picknicken met het hele gezin.
Boekhandeltoerisme is een basisinspanning om onafhankelijke boekhandels te steunen door hen als reisbestemming te bevorderen.
Doemtoerisme:
Het bezoeken van bestemmingen die binnenkort niet meer als authentiek
te beschouwen zijn vanwege politieke en culturele veranderingen.
Duister toerisme
(Engels: Dark tourism): reizen naar plaatsen die met de dood of lijden
worden geassocieerd. Het eerste toeristenagentschap om zich in dit soort
toerisme te specialiseren begon met reizen aan Lakehurst, New Jersey, de scène van de Hindenburg luchtschipramp.
Drugstoerisme: Reis naar een land om drugs te verkrijgen of om ze legaal of illegaal te verbruiken.
Duurzaam toerisme:
Als het maximaal aantal bezoekers dat een bestemming kan gebruiken
zonder onacceptabele veranderingen te veroorzaken in het fysieke milieu
en zonder een onacceptabele afname te veroorzaken in de kwaliteit van de
beleving van de bezoeker.
Ecotoerisme:
kleinschalig toerisme naar ongerepte natuurgebieden met als motivatie
natuur- en milieu educatie. De natuurlijke en sociaal-culturele bronnen
van de bestemming mogen niet onherstelbaar beschadigd worden.
Erfgoedtoerisme (Engels: Heritage Tourism): Het bezoeken van historische (Rome, Athene, Krakau ...) of industriële plaatsen, zoals oude kanalen, spoorwegen, slagvelden, enz.
Genealogietoerisme:
reis met het doel om zijn voorgeslacht te vinden, de geboorteplaatsen
van deze voorvaderen te bezoeken en soms verre familie trachten te
ontmoeten.
Grenstoerisme:
een reis naar een ander land met als doel een goed of dienst te
consumeren of te kopen dat in het eigen land moeilijker verkrijgbaar,
duur of illegaal is. Voorbeelden zijn tanken in Luxemburg en het
consumeren van in eigen land verboden alcoholische door Saoedi's in
liberalere buurlanden.
Gezondheidstoerisme:
Gewoonlijk aan de haast en drukte van steden of spanning ontsnappen,
soms door te zonnebaden, maar vaker door de zogenaamde "Spa's", of
"Health Spas"
Hobbytoerisme:
Toerisme alleen of met groepen om aan hobby's deel te nemen, anderen
met gelijklopende interesses te ontmoeten, of iets toepasselijk rond de
hobby te ervaren.
Hoevetoerisme: Verblijf op het platteland in hoeves en boerderijen, dit help landbouwbedrijf de lokale landbouweconomie te steunen.
Ook al is het grootste deel van de toeristen in Spanje zelf Spaans,
het is ook het land met het op één na grootste aantal buitenlandse
toeristen per jaar, na buurland Frankrijk, en neemt maar liefst 7% van het wereldwijde internationale toerisme voor zijn rekening. Dat is meer dan Italië of de Verenigde Staten.
Het toerisme kwam al op in de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw. Het
aantal buitenlandse toeristen steeg van minder dan 700.000 in 1951 naar 4
miljoen in 1959, 34 miljoen in 1973 en 40 miljoen begin jaren 80.[7] In 2005 werd Spanje volgens het ministerie van Industrie, Handel en Toerisme bezocht door maar liefst 52,4 miljoen buitenlanders.
Catalonië (Barcelona, Costa Brava, Costa Dorada, Pyreneeën)
is veruit het meest toeristische deel van het land: meer dan 25% van de
buitenlandse toeristen in Spanje bezocht deze regio in 2005, gevolgd
door de Balearen (9,4 miljoen buitenlandse toeristen), en de Canarische Eilanden
(8,6 miljoen buitenlandse toeristen). Ongeveer twee derde van de
buitenlandse toeristen komt uit slechts drie landen; 29% uit het Verenigd Koninkrijk, 18% uit Duitsland en 16% uit Frankrijk (vooral naar Catalonië). Nederlandse en Belgische toeristen maken respectievelijk slechts 4% en 3% van het totaal uit.
Binnenlandse, oftewel Spaanse, toeristen gingen in 2005 vooral naar
Madrid (20,7 miljoen toeristen of 18,5% van het totaal), gevolgd door
Catalonië met 17,7 miljoen mensen (15,8%) en Andalusië met 16,7 miljoen
mensen. (15,0%).[8]
Volgens de Wereldtoerismeorganisatie
zal het aantal toeristen dat Spanje bezoekt met ongeveer 5% per jaar
stijgen in de komende 20 jaar. In 2020 zal het land dan ongeveer 75
miljoen buitenlandse toeristen ontvangen.