RERUM NOVARUM 2013
Marc Leemans
Vriendinnen, vrienden, Geachte genodigden.
Rerum Novarum is in wezen een herdenkingsviering. Maar het is vooral een gelegenheid om vooruit te kijken. Op de korte en op de lange termijn. Met overigens een voorkeur voor de lange termijn. We zijn immers een beweging van de lange afstand, minder van de korte sprint die vertrekt volgens de dwaling van de dag, of de waan van de week.
Toch wil ik daar vandaag opzettelijk een uitzondering op maken. Omdat we op zeer korte termijn een dossier moeten oplossen dat ons als arbeidersbeweging al decennia lang bezig houdt : dat van het eengemaakte statuut voor arbeiders en bedienden.
Het was in 1960, ook op een Rerum Novarum-viering, dat de toppoliticus Theo Lefèvre het volgende uitriep: "Het onderscheid tussen het arbeiders- en het bediendecontract moet worden opgeheven, omdat het kunstmatig en bovendien onrechtvaardig is geworden". Drieëndertig jaar later, in 1993, voegde het Arbitragehof daar aan toe dat het ook ongrondwettig was. En twee jaar geleden legde het Grondwettelijk Hof op dat dit tegen 8 juli 2013 moet zijn geregeld. Dat is dus nog twee maand. Twee maand om eindelijk recht te doen aan de arbeiders zodat hun
werk en inzet naar waarde worden geschat, in plaats van een tweederangsstatuut.
Sociale partners en regering krijgen nu bakken kritiek over zich omdat er nog altijd geen oplossing ligt. En terecht. Maar het ACV voelt zich niet aangesproken. Want wij hebben altijd met volle overtuiging aan die kar geduwd. We namen, tegen alle weerstanden in, steeds het voortouw, al jaren. Al sinds 2003 heeft het ACV een globaal voorstel. Want wij willen geen half werk. Niet enkel een correctietje hier en een schaamlapje daar. Het ACV wil een globale oplossing, die eens en voorgoed komaf maakt met het verschillend behandelen van werknemers.
Maar naarmate de deadline van 8 juli nadert, zie je het vluchtgedrag toenemen. Vorige maand stond in de krant dat binnen de regering een strekking leeft om de Grondwet dan maar aan te passen. Ik dacht eerst dat ik hallucineerde. Beeld je eens in : "Alle Belgen zijn gelijk voor de wet, behalve de arbeiders voor nog een tijdje!". Kan je je dat voorstellen? Totaal ongelooflijk en ongeloofwaardig. Maar snel bleken sommigen het nog serieus te menen ook. Wij hebben er bijzonder scherp op gereageerd. En terecht blijkbaar. Want vorige week kregen we hierin ook de steun van de verzamelde specialisten in het sociaal recht. Beter laat dan nooit; dus ben ik blij met hun steun. Zoals ik ook blij ben met hun oproep dat er een globale oplossing moet komen. Dat zeggen wij al jaren. En dat staat ook zo in het regeerakkoord.
Toch blijft de Minister van Werk volhouden dat het volstaat alleen de kwestie van de opzegtermijn en van de carenzdag te regelen. Wat overigens netjes overeenkomt met het werkgeversstandpunt.
Die werkgevers schuwen vandaag het zware geschut niet. "Een gelijk statuut wordt de dood van de industrie". "Als de vakbonden zo verder doen, dan worden vooral werknemers de dupe". "Want een loonkoststijging van 2 à 4%, dat kan er echt niet bij".
2 à 4%, waar halen ze het? Dat zijn geen berekeningen, dat is nattevingerwerk. De werkgevers nemen enkele bedrijven uit een paar sectoren met heel veel arbeiders en veel verloop. Dat verkeerde beeld wordt dan gemakshalve uitvergroot voor de hele economie. Daarom heeft het ACV zelf het loonkosteffect van onze voorstellen heel nauwkeurig en op basis van correcte cijfers berekend. Het resultaat: 0,07% (nul komma nul zeven) voor ons ontslagvoorstel. 0.05% (nul komma nul vijf) om de carenzdag te regelen. Samen een verhoging van de loonkost van 0,12%. 0,12% om een eeuw arbeidersdiscriminatie voorgoed uit te vagen. En bovenop onze uitgestoken hand om dit te compenseren door een belastingverschuiving, minder bijdragen van de arbeid, en meer van het kapitaal. Die verschuiving van belastingen, die zogeheten tax shift, daar pleiten we al jaren voor.
De cijfers spreken dan ook voor zich. We weten sinds twee weken dat in België 44% van het vermogen geconcentreerd zit bij
de 10% rijksten. Toch wordt onze arbeid 41% zwaarder belast dan kapitaal. Dat onevenwicht heeft Europa vorige week nog eens benadrukt.
Dat schaadt onze werkgelegenheid. Onze loonkost is te hoog. Niet omdat de lonen te hoog zijn. Niet omdat we vasthouden aan de loonindexering. Maar wel omdat belastingen en bijdragen op loonarbeid zeer hoog zijn. En die op vermogens en inkomens uit vermogen zeer laag. Vermogenden willen hier wel samenleven maar niet samen betalen. Dat vertikken ze. Dat verhinderen ze. Dus hebben we geen fatsoenlijke bijdrage van grote vermogens. Geen voldragen meerwaarde-belasting. Geen serieuze roerende voorheffing. En brengen beterverdieners hun hebben en houden onder in managementsvennootschappen, om aan de normale bijdrage in de personenbelasting te ontsnappen. Maatschappelijk onverantwoord vluchtgedrag! En tegelijk maar blijven kankeren op te hoge loonkost.
En wij dan maar de hand uitsteken om die loonlast te verlagen. Het is godgeklaagd dat werkgevers onze uitgestoken hand telkens opnieuw negeren. "We willen geen broekzak-vestzak-operatie", zeggen ze. Wablief? Hoe dikwijls moet ik het nog herhalen? Dit is geen broekzak-vestzak-operatie. Al is het maar om de doodeenvoudige reden dat het jobs creëert en het verdwijnen van jobs tegengaat. En dat je lege zakken van
werklozen vervangt door loonzakjes voor werkenden. Dus, broekzak-vestzak, mijn gedacht !
Ik was vorige week blij die boodschap eindelijk ook eens op 1 mei in alle klaarheid te horen. Nadat juist de opeenvolgende regeringen sinds 2005 dat onevenwicht tussen arbeid en kapitaal uit de hand hebben laten lopen. Dat wringt nog steeds, maar toch overheerst de vreugde omdat men ons eindelijk komt vervoegen in onze analyse en voorstellen.
Met die taks shift moeten we dus dringend onze groei aanzwengelen zodat er terug meer werk komt. En dat is broodnodig ook voor de jonge en komende generaties. Vandaag zijn in ons land 22,7% van onze jongeren werkloos. Dat is meer dan één op vijf. Dat is bijna één op vier. Als aanmoediging om werk te zoeken werd hun wachtuitkering vertraagd en beperkt in tijd. Onze Minister van Werk legt dit uit als stok achter de deur. Terwijl de jongeren net overal de deur tegen de neus krijgen.
Vrienden, vriendinnen, laat me toe om toch ook even terug te blikken, op de roetjsbaan waarop we de voorbije maanden zaten. Dag na dag werd op de christelijke werknemersbeweging en zijn meer dan een miljoen Vlaamse leden ingebeukt door radicaalrechts, met bereidwillige steun van een deel van de media. Omdat we een sta-in-de-weg zijn voor hun sociaal-economisch model, voor hun neo-liberale visie. "Onze samenleving kan echt wel zonder het ACW overleven", zo was
letterlijk te horen op het voorbije Vlaamse Zangfeest. Veel verzuring niet ?, om een feest op te fleuren. Het moet gezegd, dit heeft minstens het voordeel van de duidelijkheid. We weten nu beter dan ooit wie onze vrienden zijn. En vooral, wie dat niet zijn. Laat ze maar komen. We geven ons niet zonder slag of stoot gewonnen. We tellen ruim één miljoen Vlaamse leden. We vormen samen met CM, Femma, KWB, KAJ, Familiehulp en Okra, de grootste Vlaamse ledenbeweging. Al die leden blijven ons vertrouwen geven. Wij zijn en blijven dus dé legitieme vertegenwoordiger van al die werknemers, actieven en niet-actieven. Wie anders beweert wil niet alleen het ACW en zijn deeltakken monddood maken. Die wil ten gronde ook de werknemer naar zijn plaats wijzen. Om de balans tussen arbeid en kapitaal nog schever te trekken in het voordeel van wie bezit. Om de verdeling tussen rijk en arm nog schever te trekken ten koste van middengroepen en zwakkeren.
"Ja maar, we hebben niks tegen al die inzet van vrijwilligers binnen het ACW", heet het nu. Kennelijk krijgen ze toch wat schrik dat ze met hun zware uithalen een aantal zieltjes zouden verliezen. En dus smeren ze snel wat zalf. Niks mis met vrijwillige inzet voor zieken en ouderen. Vrijwillige inzet, goed en wel, als het beperkt blijft tot burenhulp en onderlinge gezelligheid. Maar oh wee, als die is gericht op emancipatie van mensen, op het
herstel van maatschappelijke onevenwichten, op collectieve inzet voor een rechtvaardiger beleid.
Want dan worden onze organisaties bedreigend voor de realisatie van hun conservatieve project. Met aan de ene kant de overheid en aan de andere kant de markt. En met zo weinig mogelijk tussenin. Een vakbond mag geen werkloosheid uitbetalen maar zich enkel bekommeren om wie werk heeft. En liefst ingeschakeld in medebeheer. Een mutualiteit mag geen ziektegeld uitbetalen maar zich enkel inlaten met ziekenzorg. We mogen dus geen enkele beherende of uitvoerende rol meer spelen. De sociale zekerheid is niet langer van werknemers en werkgevers maar van de staat. We zijn enkel nog goed en aanvaardbaar om lokaal, via caritatieve hulpverlening, de gaten te dichten die worden gelaten door het terugtrekken van de overheid en de ontmanteling van de non-profit-dienstverlening. Want heb geen illusie, deze neo-conservatieven zijn geen etatisten, ze willen geen verstaatsing. Ze willen graag juist zo weinig mogelijk overheid en zoveel mogelijk markt. Onze rol wordt in die visie het best overgenomen door de markt. Welk bedrijf biedt het meest om de uitbetaling van werkloosheid te mogen organiseren? Wie zegt meer voor het ziektegeld? Eenmaal, andermaal
Vrienden, vriendinnen,
Een maatschappij waar uitsluitend de markt regeert, met slechts een heel klein beetje overheid en zonder gestructureerd middenveld is onleefbaar. Het marktkapitalisme zonder sociale correcties is een spuuglelijk monster. Dat zien we in vele landen. Ik wil daarom vandaag ook even stil staan bij het drama dat honderden werknemersfamilies heeft getroffen in Bangladesh. Vele Bengali leven en werken in onmogelijke omstandigheden. De instorting van het fabrieksgebouw, met meer dan zevenhonderd doden en nog honderd vermisten, heeft onze neus daar nog eens op gedrukt. Het ACW zet zich met al zijn deeltakken in voor een eerlijke samenleving overal ter wereld. Ik nodig u allen uit om dat ook vandaag persoonlijk en symbolisch te doen door de petitie van Schone Kleren Campagne te ondertekenen.
Vrienden, vriendinnen,
We moeten niet blind zijn voor de verborgen politieke agendas. Het middenveld en onze beweging stoort omdat we mensen zoveel mogelijke gelijke kansen willen geven. Omdat we solidariteit stellen tegenover eigenbelang en het recht van de sterkste. Dat steekt sommigen de ogen uit.
Maar we moeten mekaar ook recht in de ogen kijken. We mogen niet blind zijn voor wat misliep, voor de keuzes die ooit werden gemaakt en die nadien verkeerde inschattingen bleken te zijn. We moeten er de lessen uit trekken. Meer nog, we moeten dit
ook zien als een opportuniteit om de veranderingen door te voeren die zich al eerder opdrongen. Om de samenhang binnen de beweging te versterken. Om de transparantie te verhogen. Om de tering naar de nering te zetten. Om onze kerntaken duidelijk te stellen. Om onze allianties te herbekijken en te verbreden. Herbronnen, herijken, hertekenen, heruitvinden. Maar wat we absoluut niet gaan herzien, dat is onze gehechtheid aan de internationale, Europese en federale solidariteit tussen werknemers. Wij passen ervoor om mensen te verdelen en tegen mekaar op te zetten. Wij kiezen er voor om mensen en werknemers te verbinden en te verenigen.
Crisissen zijn uitdagingen, crisissen zijn kansen. Laat ons die met beide handen aanpakken. Onze beweging is springlevend en veerkrachtig. Alive and kicking!
Ik dank u.
|