-Volgens Plato was de realiteit een geheel van 'ideeën' ; en was onze empirische werkelijkheid niets meer dan 'schaduwen' in de 'Grot van Plato' ...
-Maar alles had zijn basis en oorsprong vanuit die 'ideeën-wereld' .
-En die Ideeën-wereld had als basis de Logos of de absolute logica zelf .
-Die absolute logica van de wiskunde bv. is dan ook de absolute en eeuwige wetmatigheid, waaraan alles dan contingent moet zijn ; dus een ware 'schepper' van alles .
-Maar ook die ideeën waren en zijn verwerkelijkt in 'de dingen' zelf .
-Als 2+3 =5, of Pi is 3,14..., dan veronderstellen deze absolute wetten ook dat er 'iets' aan beantwoordt - dingen, die kunnen geteld worden, cirkels, bollen ?.
-Dus geen Pi bv. zonder dat er cirkels of bollen zouden (echt) bestaan .
-Maar dat 'bestaan' van die cirkels en bollen, enz. zal dan wel van een niet-empirische of van een boven-empirische aard of wijze moeten zijn ; want al het empirische zelf is niet eeuwig of absoluut .
-Dus de Ideeën-leer of Ideeën-wereld gaat uitsluitend over een realiteit, die dan ook eerder meta-fysisch idealistisch zal wezen .
-Een Ideeën wereld als een :(Ideeën)Wereld als wil en voorstelling (Schopenhauer) ...
-Een voorstelling als een scheppend denken vanuit een 'super-ego', die alles en ook ons slechts als een moment-voorstelling ziet ...
-Men kan het 'innere' der dingen nooit kennen, beweerde Kant .Inderdaad bij ontleding of splitsing van 'dingen' komen we steeds weer terecht bij een nieuw 'omhulsel' dat weer een nieuwe vorm is .
-En dat innere, dat niets materialistisch om zich heeft, uit zich in zijn vormen (ideeën volgens Aristoteles) ; de 'dingen' zelf ...
-Een Ideeën-wereld ...; 'alles is slechts een evolutie van een absoluut denken' (Hegel ) ???
-Quid ?