In 1914 vluchten meer dan één miljoen Belgen de Nederlandse grens
over voor politiek asiel. Ongeveer honderdduizend blijven er tot het eind van
de oorlog in ons land. De hulpverlening beperkt zich aanvankelijk tot het
verstrekken van informatie; de immigranten dienen in hun eigen huisvesting te
voorzien. De enorme golf van duizenden ontheemde Belgen die Zeeuws-Vlaanderen
overspoelen maakt dit snel tot een illusie. Een inderhaast opgericht
provinciaal hulpcomité meldt in haar verslag over augustus 1914 tot juli 1915:
De wegen raken vol met de vluchtende massas, de grensdorpen vullen zich tot
de laatste plaats.
Toen het oorlogsgeweld zich na oktober
1914 naar Frankrijk verplaatste keerden de meeste vluchtelingen terug naar
huis. Zo'n 135.000 Belgen bleven echter tot het einde van de oorlog in
Nederland wonen. Zij keerden pas na 1918 naar huis terug.
Voor al die mensen moest huisvesting, voeding en verzorging geregeld worden. De
eerste opvang kwam vooral van de lokale besturen langs de grens en
steuncomités. Die lokaal gegroeide vluchtelingenzorg vormde de grondslag voor
de centrale organisatie die de toenmalige regering in het leven riep, de
Regeringscommissaris.
De Rijksoverheid probeerde bovendien de vluchtelingen te concentreren, eerst in
tijdelijke vluchtkampen en later in zogenaamde "Vluchtoorden", zoals
de officiële benaming voor een aantal "Belgische dorpen in Nederland"
werd.
Uden was een van de plaatsen waar zon
definitief vluchtoord kwam. Half februari 1915 konden de eerste bewoners worden
opgenomen.

Indeling van de kampen
De klassenmaatschappij weerspiegelt zich in de indeling van de vluchtelingen in
drie categorieën:
* de gevaarlijke of
ongewenste elementen;
* de minder gewensten, en
* de fatsoenlijke behoeftigen.
Rijke Belgen zorgen zelf voor hun
onderkomen. Elk kamp bezit woon- en slaapverblijven, en eetzalen. Alles wat in
een dorp aanwezig is moet ook in een kamp aanwezig zijn. Daarom zijn er in elk
kamp scholen, ziekenhuizen, kerk, postkantoor, magazijn, wasserijen, leeszalen,
kantines, kantoren en soms een schouwburg. De vluchtelingen worden aan het werk
gezet.
Hun dag ziet er bijvoorbeeld zo uit:
06.30 opstaan
07.00-07.30 ontbijt
08.30-12.00 verplichte arbeid
12.30-14.00 lunch en middagpauze
14.00-17.00 verplichte arbeid
17.30 avondmaaltijd
|