Stop de oorlog. Deze jongen is getekend voor zijn leven.
Syrische jongen (13) op de vlucht: 'Stop gewoon de oorlog'
De boodschap van de 13-jarige Syrische vluchteling Kinan
Masalmeh is duidelijk. In de Hongaarse grensstad Szeged verscheen hij
de eerste keer voor de camera van Al Jazeera. De nieuwszender volgt hem
tot in het station van Boedapest. Sindsdien gaat zijn oproep viraal via
sociale media.
De jongen is onderweg met zijn oudere zus, samen zijn ze
gevlucht voor de terreur in hun thuisland Syrië. De tiener is duidelijk
getekend door de lange reis, maar hij heeft wel een boodschap voor de
reporter. In perfect verstaanbaar Engels.
'De politie houdt niet van de Syriërs in Griekenland, Macedonië,
Servië. Maar help de Syriërs. Zij hebben nu hulp nodig. Stop gewoon de
oorlog, dan willen wij niet naar Europa. Stop gewoon de oorlog, dat is
alles', luidt zijn boodschap.
Tijdens een reis door Syrië voor een reeks portretten van
mensen die al vier jaar leven in een oorlog, kan je niet anders dan
nadenken over oorzaak en gevolgen van dit bloedige conflict. Een
zoektocht naar 10 antwoorden op 10 vragen, want na vier jaar zien
mensen, denk ik, door de bomen het bos niet meer.
1. Is dit één van de grootste humanitaire crisissen?
Ja. Volgens de Verenigde Naties en verschillende hulporganisaties
wel. Er vielen de voorbije vier jaar zeker 200.000 doden. Zeven miljoen
Syriërs zijn op de vlucht voor het geweld. Het merendeel vluchtte binnen
Syrië. Maar ook in de buurlanden Libanon, Jordanië en Turkije zijn heel
wat vluchtelingen. In Libanon alleen zijn er meer dan een miljoen.
Volgens mensenrechtenorganisaties schenden alle partijen de
mensenrechten. Het regime van president Assad heeft tot nu toe het
grootste aantal burgerslachtoffers gemaakt.
2. Gaat de oorlog zijn vijfde jaar in?
Ja. In 2011 kwamen honderdduizenden Syriërs vreedzaam op straat.
Officieus is de startdatum van 15 maart 2011 naar voor geschoven, de dag
van de eerste demonstraties in Derraa. Veel Syriërs wilden meer
vrijheid, minder corruptie en gelijkheid. Het onderdrukte de
demonstraties met geweld, waarop demonstranten de wapens opnamen. Al
gauw ontaarde het conflict en viel de oppositie uiteen. Na twee jaar
kregen extreme religieuze strijders de overhand bij de oppositie. Zij
zijn nu de grootste groep die het opneemt tegen het regime, maar
evengoed tegen de Syrische Koerden.
3. Is de oorlog in Syrië een oorlog tegen het terrorisme?
Neen. Het gaat in Syrië niet meer om één oorlog met twee partijen. De
drie grootste gewapende groepen in Syrië zijn de aanhangers van
president Assad, de Koerden en terreurgroep Islamitische Staat. Alle
groepen zijn onderling slaags met elkaar. Verder zijn er nog tientallen
lokale milities.
4. Is ons land betrokken in de strijd in Syrië?
Ja. De voorbije jaren trokken tientallen Belgen naar Syrië om er mee
te gaan vechten, de zogenaamde Syriëstrijders. Maar er trokken ook
Belgen naar Syrië om er mee te gaan vechten met de Koerdische strijders.
Verschillende landgenoten sneuvelden al in Syrië. Ons land zet F-16
gevechtsvliegtuigen in tegen terreurorganisatie IS, maar die mogen enkel
missies uitvoeren boven buurland Irak, niet boven Syrië.
5. Is de oorlog in Syrië bijna afgelopen?
Neen. Het ziet er niet naar uit dat er snel een einde aan komt. Er is
op dit ogenblik geen enkele partij die de andere militair kan verslaan.
Omdat er zoveel versnipperde fracties zijn lijkt het onwaarschijnlijk
dat die allemaal snel ontwapend kunnen worden. Door de buitenlandse
toevloed van geld en wapens en strijders kan het conflict wel nog even
doorgaan. Om een vergelijking te maken, in buurland Libanon duurde de
burgeroorlog 15 jaar.
6. Is er hoop op vrede?
Neen. Een groot allesomvattend akkoord zit er nu niet in (zie ook
vraag 5). De Verenigde Naties zetten nu in op kleine regionale
bestanden. Als die lokaal standhouden kan dat aanzienlijk het leven
verbeteren van de Syrische burgers. Op termijn kunnen veel lokale
bestanden misschien wel regionale akkoorden opleveren. Voorwaarde is wel
dat alle partijen iets te winnen hebben bij vrede.
7. Is president Assad nog de president van alle Syriërs?
Ja. Volgens de Verenigde Naties is de president nog steeds officieel
de staatsleider van de Syrische Arabische Republiek. Volgens het Westen
is hij echter moreel verantwoordelijk voor de burgeroorlog. Sinds de
opkomst van terreurorganisatie IS is de roep om de val van Assad wat
verstild. Het regime van Assad controleert zon 35% van Syrië, goed voor
65% van de bevolking. De Koerden in het Oosten en Noorden hebben zich
semi-onafhankelijk verklaard. In het centrum heeft terreurgroep IS een
eigen staat uitgeroepen.
8. Vechten er nog andere landen mee in de oorlog in Syrië?
Ja. Aan de kant van het regime van president Assad vechten milities
uit Libanon en soldaten uit Iran mee. Bij terreurgroep IS vechten
duizenden buitenlandse strijders mee. De Verenigde Staten bombarderen
samen met enkele Arabische landen, zoals Jordanië, stellingen en
strijders van IS. Verschillende partijen krijgen financiële en
logistieke steun uit het buitenland.
9. Had de oorlog vermeden kunnen worden?
Ja en neen. Toen het regime de vreedzame opstand hardhandig de kop
indrukte was de internationale gemeenschap diep verdeeld over een
interventie. Rusland en China verhinderden in de Veiligheidsraad moties
tot interventie. President Obama was weigerachtig om weer als
internationale politieman op te treden. Na Irak en Afghanistan zijn de
VS oorlogsmoe. Europa had de handen vol met de bankencrisis. Het
conflict verdeelt ook diep de Arabische landen.
10. Slaat de oorlog over naar andere landen?
Ja. Het conflict zorgt intussen voor spanningen in Libanon, waar veel
vluchtelingen zijn. Daar zijn de voorbije jaren al tientallen doden bij
gevallen. Libanon heeft een bloedige burgeroorlog achter de rug en de
vrede is er fragiel. Vanuit Syrië heeft terreurgroep IS een
blitzoffensief gevoerd tot aan de poorten van de Iraakse hoofdstad
Bagdad. In verschillende Europese landen zijn de voorbije twee jaar
aanslagen gepleegd, waarbij vaak een link kon worden gelegd naar de
oorlog in Syrië.
Deze vader beschermt zijn kinderen tegen de gevaren die er schuilen, vluchten was de laatste optie voor deze man en zijn kinderen.
Kinderen van alle leeftijden slaan op de vlucht niet wetend waar naar toe. Maar helaas halen vele kinderen de zware tocht naar het betere oorden niet, ze sterven onder weg door de barre omstandigheden die ze moeten door staan.
106 Irakezen keren vrijwillig terug naar hun land: "Liever sterven in Irak, dan in België blijven"
Vluchtelingen
Op de luchthaven van Zaventem is vanochtend rond 6.30 uur een vliegtuig
opgestegen naar Bagdad, met aan boord een honderdtal Irakezen die
vrijwillig naar hun land terugkeren. De meeste van hen zijn
alleenstaande mannen, die volgens staatssecretaris voor Asiel en
Migratie Theo Francken (N-VA) ontgoocheld zijn in "het land van melk en
honing".
"Het is de eerste keer dat een vlucht speciaal wordt gecharterd voor
vrijwillige terugkeer", zegt Katrien Jansseune, de woordvoerster van
Francken. De vlucht, georganiseerd op initiatief van de staatssecretaris
door Fedasil en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM),
volgt op een massale vraag van Irakezen. "Het gaat vooral om afgewezen
asielzoekers of die in procedure zitten", zegt Geraldine d'Hoop,
communicatieverantwoordelijke van de IOM voor België.
"Sinds
september waren ze heel talrijk om te kiezen voor vrijwillige terugkeer,
ontgoocheld door het onthaal of omdat ze andere hoop in België hadden",
aldus Jansseune. De ontradingscampagne van Francken zal waarschijnlijk
ook een rol gespeeld hebben in hun beslissing.
Wie vrijwillig terugkeert naar zijn land van herkomst krijgt
van Fedasil ondersteuning om daar zijn vorig leven verder te zetten of
om opnieuw te beginnen
Volgens Francken reageren heel veel asielzoekers gedesillusioneerd
wanneer ze in ons land aankomen en is de vraag om terug te keren dan ook
bijzonder groot. "Ze denken dat eens ze hier aankomen ze 3.000 euro
netto krijgen, een wagen, een appartement en dat dit het land van melk
en honing is", zo zegt hij aan de VRT. "En dan liggen ze op een veldbed
in een kazerne, wat niet echt is wat ze verwacht hadden en wat hen
beloofd werd door mensensmokkelaars."
Wie vrijwillig terugkeert
naar zijn land van herkomst krijgt van Fedasil ondersteuning om daar
zijn vorig leven verder te zetten of om opnieuw te beginnen. Het gaat
dan om maximaal een jaar begeleiding om een job te vinden, een eigen
winkel of bedrijfje op te starten, te studeren of medische
ondersteuning, in totaal ter waarde van maximaal 2.000 euro. Toch is die
ondersteuning goedkoper dan de opvang in ons land, verzekert Francken.
"De opvangkosten liggen tien keer hoger."
We kregen een slechte service, slecht eten en een slechte verblijfplaats
Vluchteling
Eén van de vluchtelingen vertelt voor de camera van VTM Nieuws waarom
hij terugkeert: "We kregen een slechte service, slecht eten en een
slechte verblijfplaats. Niemand gaf om ons. Ik sterf liever in Irak, dan
dat ik in België blijf."
Bij hun aankomst in Irak zullen
IOM-medewerkers ter plaatse zich over de Irakezen ontfermen. "De hulp
bestaat erin hen tijdelijk onderdak te bieden, bijstand bij het zoeken
naar werk, en andere", aldus nog d'Hoop. Volgens Fedasil en de IOM zijn
geen andere, speciaal gecharterde vluchten gepland. "Maar de terugkeer
via de reguliere lijnen gaat voort", aldus Katrien Jansseune.
9 vluchtelingen volledig onder de klei uit vrachtwagen gehaald
Gr.-Bijgaarden Video
Negen vluchtelingen zijn deze voormiddag uit een tankoplegger van een
vrachtwagen gehaald. De vrachtwagen vervoerde een lading klei (als
grondstof voor de productie van bouwmaterialen; nvdr). De chauffeur was
deze ochtend in de Franse stad Duinkerke vertrokken en hield een
tussenstop op het parkeerterrein naast de E40 in Groot-Bijgaarden.
Toen de trucker geklop uit de tank hoorde, ontdekte hij de vluchtelingen. Het gaat om mannen uit Afghanistan en Iran.
Ze
werden in de verkeerspost van de wegpolitie in Anderlecht uit de
vrachtwagen gehaald. Ze verkeren in goede gezondheid maar zaten volledig
onder de klei. De negen dachten op weg te zijn naar Engeland.
In de tankwagen van een collega van de chauffeur werden nog eens dertien personen uit een oplegger gehaald aan de grens met Frankrijk.
Meerderheid vluchtelingen zijn nu vrouwen en kinderen
AP
Volgens Unicef, het Kinderfonds van de Verenigde Naties,
vluchten er nu meer vrouwen en kinderen naar Europa dan mannen. Dat is
een kentering want goed een half jaar geleden was 73 procent van de
vluchtelingen die de grens van Griekenland met Macedonië overstaken, nog
een man.
Het aantal kinderen dat naar Europa vlucht is het voorbije half jaar
maar liefst verdriedubbeld. De meesten komen uit Afghanistan, Syrië en
Irak.
Unicef is bezorgd want al die kinderen zijn extra kwetsbaar voor
uitbuiting en mishandeling. Unicef zegt dat nieuwe maatregelen nodig
zijn om hen te beschermen.
Unicef is vooral bezorgd over het hoge aantal minderjarigen dat de
overtocht op zee maakt tussen Turkije en Griekenland. "Nu zijn 36
procent van de vluchtelingen die de oversteek maken kinderen", luidt
het, terwijl er in juni vorig jaar maar 10 procent van hen minderjarig
waren. Onder de 272 vluchtelingen die in januari de overtocht niet
overleefden, werden 60 minderjarigen geteld.
Zeker 31 vluchtelingen zijn verdronken in de Egeïsche Zee tussen Turkije
en Griekenland terwijl redders machteloos toekeken. Zij boden geen hulp
omdat ze vreesden van mensensmokkel beschuldigd te worden.
De Australische redder Simon Lewis getuigt dat hij en zijn team in
internationale wateren nabij het Griekse eiland Lesbos voeren toen ze
zagen dat een vluchtelingenboot in nood verkeerde. Het team merkte dat
de zinkende boot zich aan de Turkse kant van de zee-engte bevond,
waardoor ze niet konden ingrijpen.
Moeder gooit baby De
vluchtelingenboot kon de watergrens niet op eigen kracht oversteken,
waardoor de reddingswerkers zich gedwongen zagen toe te kijken hoe alle
31 mannen, vrouwen en kinderen verdronken. Naar verluidt poogde een
wanhopige moeder nog haar baby over de watergrens te gooien in de hoop
dat het team het kind zou kunnen redden. Die poging mislukte.
Hartverscheurend "Dat
is de aard van onze job. We proberen te verhinderen dat mensen
verdrinken maar wanneer ze zich in Turkse wateren bevinden, kunnen we
niets doen", verklaarde Lewis tegenover het Australische ABC News.
"We
wisten wat die moeder probeerde te doen, maar we zagen ons genoodzaakt
afstand te bewaren. Haar gezicht te zien, was hartverscheurend".
Mensensmokkel Reddingswerkers kunnen van
mensensmokkel beschuldigd worden in het geval ze vluchtelingen bijstaan
bij het oversteken van internationale grenzen. Was de vluchtelingenboot
erin geslaagd de grens van de Turkse territoriale wateren naar
internationale wateren over te steken, waren alle 31 inzittenden gered
kunnen worden.
Op het Griekse eiland Lesbos zijn eerder deze
maand twee Deense en drie Spaanse vrijwilligers gearresteerd op
beschuldiging van mensensmokkel. Ze hadden een bootje met vluchtelingen
in nood naar de Griekse kust gesleept.
Vijf jaar cel Ze
worden ervan beschuldigd dat ze migranten met hun reddingsboot zouden
geholpen hebben om op een illegale manier Griekenland binnen te geraken.
Ze zouden de vluchtelingen in Turkse wateren geassisteerd hebben zonder
toestemming van de Griekse kustwacht. De hulpverleners riskeren een
gevangenisstraf van minimaal 5 jaar als ze veroordeeld worden.
517 mensen gered Lewis,
die naar Griekenland reisde onder een samenwerkingsverband tussen de
Griekse reddersvereniging en de internationale vereniging van
surfredders, verklaarde dat zijn team op 10 dagen tijd de levens van 517
mensen redde.
Lewis leidde ook een crowdfunding campagne
waarmee hij 22.000 euro ophaalde voor de aankoop van een jetski. Die zal
aan de Griekse redders geschonken worden om sneller vluchtelingen in
nood op zee te kunnen bereiken.
In 1914 vluchten meer dan één miljoen Belgen de Nederlandse grens
over voor politiek asiel. Ongeveer honderdduizend blijven er tot het eind van
de oorlog in ons land. De hulpverlening beperkt zich aanvankelijk tot het
verstrekken van informatie; de immigranten dienen in hun eigen huisvesting te
voorzien. De enorme golf van duizenden ontheemde Belgen die Zeeuws-Vlaanderen
overspoelen maakt dit snel tot een illusie. Een inderhaast opgericht
provinciaal hulpcomité meldt in haar verslag over augustus 1914 tot juli 1915:
De wegen raken vol met de vluchtende massas, de grensdorpen vullen zich tot
de laatste plaats.
Toen het oorlogsgeweld zich na oktober
1914 naar Frankrijk verplaatste keerden de meeste vluchtelingen terug naar
huis. Zo'n 135.000 Belgen bleven echter tot het einde van de oorlog in
Nederland wonen. Zij keerden pas na 1918 naar huis terug.
Voor al die mensen moest huisvesting, voeding en verzorging geregeld worden. De
eerste opvang kwam vooral van de lokale besturen langs de grens en
steuncomités. Die lokaal gegroeide vluchtelingenzorg vormde de grondslag voor
de centrale organisatie die de toenmalige regering in het leven riep, de
Regeringscommissaris.
De Rijksoverheid probeerde bovendien de vluchtelingen te concentreren, eerst in
tijdelijke vluchtkampen en later in zogenaamde "Vluchtoorden", zoals
de officiële benaming voor een aantal "Belgische dorpen in Nederland"
werd.
Uden was een van de plaatsen waar zon
definitief vluchtoord kwam. Half februari 1915 konden de eerste bewoners worden
opgenomen.
Indeling van de kampen
De klassenmaatschappij weerspiegelt zich in de indeling van de vluchtelingen in
drie categorieën:
* de gevaarlijke of
ongewenste elementen;
* de minder gewensten, en
* de fatsoenlijke behoeftigen.
Rijke Belgen zorgen zelf voor hun
onderkomen. Elk kamp bezit woon- en slaapverblijven, en eetzalen. Alles wat in
een dorp aanwezig is moet ook in een kamp aanwezig zijn. Daarom zijn er in elk
kamp scholen, ziekenhuizen, kerk, postkantoor, magazijn, wasserijen, leeszalen,
kantines, kantoren en soms een schouwburg. De vluchtelingen worden aan het werk
gezet.
Hun dag ziet er bijvoorbeeld zo uit:
06.30 opstaan
07.00-07.30 ontbijt
08.30-12.00 verplichte arbeid
12.30-14.00 lunch en middagpauze
14.00-17.00 verplichte arbeid
Na het vluchtelingendrama in Oostenrijk zijn meer dan zeventig lichamen uit een vrachtwagen geborgen. Dat bevestigde de Oostenrijkse regering vrijdagochtend. De politie vermoedt dat de inzittenden al overleden waren voor ze in het land aankwamen. Drie verantwoordelijke smokkelaars zijn inmiddels z opgepakt, zo berichtten Oostenrijkse media en dat werd op een persconferentie ook bevestigd door de politie.
De vluchtelingen werden dood aangetroffen in de oplegger van een koelwagen die geparkeerd was op de pechstrook aan de autosnelweg A4, tussen Neusiedl en Parndorf, in de Oostenrijkse deelstaat Burgenland. De weg ligt niet ver van de grenzen met Slovakije en Hongarije, waarlangs duizenden vluchtelingen de laatste dagen Europa binnen proberen te geraken.
Mogelijk vluchtelingen uit Syrië
Volgens officiële cijfers gaat het om 71 mensen: 59 mannen, acht vrouwen en vier kinderen. Mogelijk ging het om vluchtelingen uit Syrië. In de vrachtwagen zijn immers Syrische documenten aangetroffen. Dat vertelde Hans Peter Dozokil, hoofd van de politie van Burgenland, op een persconferentie vrijdagochtend.
De politie vermoedt dat de slachtoffers in de koelruimte van de vrachtwagen gestikt zijn. Experten onderzoeken of en hoeveel lucht in de ruimte van de vrachtwagen was geraakt.
Medewerkers van de Oostenrijkse snelwegbeheerder Asfinag merkten het voertuig deze voormiddag op. Ze verwittigden de politie, die de lichamen in de oplegger ontdekte. De politie spreekt van een 'verschrikkelijke misdaad' en heeft een klopjacht op de bestuurder geopend. Volgens de Oostenrijkse krant Kronen Zeitung werden vrijdag drie mannen opgepakt die verdacht worden van mensensmokkel en dat werd ook op de persconferentie bevestigd. Het zou gaan om twee Bulgaren en één Hongaar, waaronder de eigenaar en bestuurder van de koelwagen.
Verre staat van ontbinding
Het voertuig met de 71 lichamen zou er al sinds woensdag staan. De slachtoffers waren al enige tijd dood en de lichamen verkeerden in staat van ontbinding. Dat maakt het ook moeilijk om het onderzoek te voeren. "We kunnen op dit moment niet zeggen wanneer de dood precies is ingetreden." De politie vermoedt echter dat de vluchtelingen al overleden waren voor de vrachtwagen de Oostenrijkse grens overstak. Ongeveer 20 agenten waren de hele nacht in de weer om de lichamen te bergen. De lijken zullen volgens de politie in Wenen onderzocht worden.
De Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken, Johanna Mikl-Leitner, noemde op de persconferentie mensensmokkelaars criminelen. Ze zei dat Oostenrijk de Schengen-akkoorden, die vrij verkeer binnen de EU mogelijk maken, niet in vraag stelt. "We hebben geen grenscontroles nodig", zei Mikl-Leitner. "Wat we nodig hebben zijn veilige toegangen tot de EU aan de buitengrenzen, waar we meteen het onderscheid kunnen maken tussen oorlogsvluchtelingen en zij die om andere redenen vluchten".
3 mensensmokkelaars eerder opgepakt
Deze voormiddag had de Oostenrijkse politie nog bekendgemaakt dat ze dinsdag op de A4 drie bestuurders had opgepakt die verdacht werden van mensensmokkel. Eén van hen was met een bestelwagen met daarin 34 opeengepakte asielzoekers de grens overgestoken. In die groep bevonden zich ook tien kleine kinderen.
Volgens getuigenissen van de vluchtelingen konden ze 'amper ademen'. De chauffeur negeerden hun smeekbeden echter en zou het hele eind van Servië tot in Oostenrijk aan één stuk doorgereden hebben.