Producten
Omstreeks deze tijd werden negen productgroepen onderscheiden, en wel:
Voor 1890 hadden de meeste van deze productgroepen nauwelijks
betekenis. De raffinaderijgassen werden niet benut, aan de behoefte voor
de wegenbouw werd volledig voldaan door natuur-asfalt,
zodat ook bitumen geen betekenis hadden. Lang bleef kerosine het
belangrijkste product, terwijl een beperkte afzet bestond voor
stookolie, smeeroliƫn en paraffine. Een reeks uitvindingen, waaronder de
verbrandingsmotor, zouden dit beeld ingrijpend veranderen. Vanaf het tweede decennium van de 20e eeuw ontwikkelde zich bovendien de petrochemie, waardoor een aantal lichte producten onder de naam nafta (ook: raffinaderijbenzine genaamd) een nuttige bestemming kregen.
|