Als je je iets of iemand vervoert, moet je altijd zorgen dat het goed of de persoon veilig is. In een auto doe je altijd je gordel om, en de airbags beschermen je ook. Op een fiets draag je een fluohesje en een helm. Bij de meest vervoermiddelen is er een gordel en airbags. Op motor draag je een helm en een beschermend pak. Door deze dingen te doen vermijd je zware ongevallen en als je er in 1 komt ben je beter beschermd.