DE LADDER VAN LANSINK is een ladder die aangeeft wat er beter en minder goed zijn voor de natuur. De bovenste trede is het best en hoe meer je naar onder gaat hoe slechter. Op de onderste trede staat storten. Storten is dus het slechtste dat je kunt doen voor de natuur. Daarboven heb je verbranden. Het is slecht omdat er slechte stoffen onstaan tijdens de verbranding. De trede daarboven is recycleren. Daarboven heb je hergebruiken en het beste dat je kunt doen is voorkomen.
Een tetrabrik wordt alleen gebruikt voor vloeistoffen. Fost plus is een organisatie die overeen komt met het Tetrapak firma. de firma zorgt ervoor dat alles wordt gerecycleert. De zak dat we gebruiken voor lege flessen in te gooien heet: P M D. De zak heeft een doorzichtige blauwe kleur. de letters staan voor: plastiek, metaal en drankkarton.
Bewaren van voedingsmiddelen. We hebben pasteuriseren, dat is een proces dat zorgt dat de bacterién vernietigd worden. Daarnaast hebben we ook: inleggen in het zout, het zuur, suiker en alcohol. Die zorgen dat microben hun werk niet kunnen doen. we hebben ook steriliseren, dat is het doden van schimmels, sporen,...dan hebben we ook drogen. Hierbij wordt het watergehalte van het voorwerp verlaagt. Wat we ook vaak doen is het voedingsmiddel in een vacuum verpakken. Zo is er geen lucht aan wezig bij het voedingsmiddel. De laatste is roken. Hier wordt het voedingsmiddel in de rook van smeulend hout gehangen
Hoogspanningsmasten worden gebruikt voor het transport van grote hoeveelheden elektrische energie over relatief grote afstanden.
Elektriciteit
op hoogspanningsniveau wordt vaak bovengronds getransporteerd met
leidingen die op veilige afstand boven de grond aan hoge masten worden
opgehangen. Deze masten worden hoogspanningsmasten of -pylonen genoemd.
Veruit de meeste hoogspanningsmasten zijn zogeheten vakwerk- of
lattenmasten. Deze masten bestaan uit tientallen tot honderden metalen
latten (hoekprofielen), die met bouten aan elkaar zijn bevestigd. In de
meeste hoogspanningsmasten is hoegenaamd niets gelast.
Een transformator is een statisch dat wil zeggen zonder bewegende onderdelen elektrisch apparaat, bestaande uit magnetisch gekoppeldespoelen.
Stuurt men een veranderlijke stroom door een van de spoelen, de
primaire spoel of primaire zijde genoemd, dan wordt in de andere
spoel(en), de secundaire, een spanning opgewekt. Een transformator wordt
toegepast voor verhogen of verlagen van een wisselspanning en/of voor
het galvanisch scheiden van de primaire en secundaire stroomkringen.
Een belangrijke toepassing is het omzetten van een hogere wisselspanning, zoals de netspanning,
naar de gewenste lagere wisselspanning. De hogere wisselspanning op de
primaire spoel met meer windingen veroorzaakt daarin een wisselstroom,. Door de magnetische koppeling
(ijzerkern) bereikt de wisselende magnetische flux van de primaire spoel
de secundaire spoel met minder wikkelingen. In deze secundaire spoel
wordt een lagere wisselspanning opgewekt:
de spanning is omlaag getransformeerd. Heeft de secundaire spoel meer
wikkelingen dan de primaire dan wordt de spanning omhoog
getransformeerd. Doordat de secundaire spoel vaak een veel lager aantal
wikkelingen heeft, is er ruimte voor dikkere draad, waarbij bij deze
lagere spanning een grotere stroom kan worden afgenomen. De beschikbare
ruimte is uiteraard ook afhankelijk van het fysieke ontwerp van de
transformator.
De verhouding tussen het aantal windingen van de primaire spoel en de
secundaire spoel geeft de factor waarmee de spanning omhoog, dan wel
omlaag wordt getransformeerd. Dit noemt men de transformatieverhouding.
In het elektriciteitsnet worden transformatoren gebruikt om de in de centrale
opgewekte energie te transformeren naar een hoge spanning. Bij deze
hoge spanning wordt de energie door het net getransporteerd tot de
punten waar de energie wordt afgenomen. Daar wordt de spanning weer
omlaag getransformeerd en geleid naar transformatorhuisjes in de woonwijken, waar de spanning weer verder omlaag wordt getransformeerd.
Een transformator is geen versterker, het vermogen
aan de primaire zijde is gelijk aan het vermogen aan
de secundaire zijde. Hierdoor kan bij hoge spanning de stroomsterkte
relatief klein gehouden worden.
Een fietsdynamo is een wisselstroomdynamo die de fietsverlichting van een fiets van spanning voorziet. De rotatie van het fietswiel
wordt overgebracht op de as van de dynamo. De dynamo levert dus alleen
spanning aan de verlichting tijdens het fietsen, tenzij de verlichting
uit een andere bron zijn energie krijgt zal de verlichting dan ook niet
werken zonder draaiende wielen.
Gebruikelijke types van dynamo's bij fietsen zijn de band-, naaf- en
roldynamo. Andere types fietsdynamo's zijn onder meer de velg- en
spaakdynamo.
Een omzetter (in sommige toepassingen ook transducer of transducent)
is een apparaat dat energie van de ene vorm in een andere vorm van
energie omzet, bijvoorbeeld elektrische energie in beweging of licht,
chemische energie in elektrische energie of geluid in elektrische
energie.
Een omzetter (in sommige toepassingen ook transducer of transducent)
is een apparaat dat energie van de ene vorm in een andere vorm van
energie omzet, bijvoorbeeld elektrische energie in beweging of licht,
chemische energie in elektrische energie of geluid in elektrische
energie.
De meeste metalen hebben een positieve temperatuurcoëfficiënt,
hetgeen wil zeggen dat weerstand toeneemt bij toenemende temperatuur.
Dit komt doordat de atomen in het kristalrooster sterker trillen
naarmate de temperatuur hoger is. Deze trilling verstoort de beweging
van de elektronen door het kristalrooster. De elektronen bewegen zich
daardoor moeilijker door het kristalrooster naarmate de temperatuur
hoger is. Dit is waar te nemen als een toenemende weerstand bij
stijgende temperatuur.
Wanneer de weerstand van een geleider bij zeer lage temperatuur nul wordt, spreekt men van een supergeleider.
Sommige stoffen worden halfgeleider
genoemd, omdat hun geleidingsvermogen niet groot is, maar wel sterk
temperatuurafhankelijk en bovendien door een speciale bewerking.
Een zonnepaneel of fotovoltaïsch paneel, kortweg PV-paneel is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit. Hiertoe wordt een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel gemonteerd. De zonne energie die zo wordt opgevangen is een vorm van duurzame energie. Het op deze wijze opvangen en omzetten van zonne-energie wordt kortweg zon-PV genoemd. Zonnepanelen worden ook toegepast voor energieopwekking in de ruimtevaart en voor energieopwekking in afgelegen gebieden.
Een zonnepaneel moet niet worden verward met een zonnecollector. Deze is op een ander principe gebaseerd, namelijk opwarming van een stromend medium, meestal water.
In de praktijk werkt men meestal met standaardpanelen van
bijvoorbeeld 60 vierkante zonnecellen van elk 156 mm zijde, wat
overeenkomt met een afmeting van het paneel van ongeveer 1,6 m²