Elk product vraagt een eigen manier van
transport, of noem het een eigen verpakking. Je hebt personenvervoer en
goederen- of productenvervoer. Bijna alle producten die je in het dagelijks
leven gebruikt, passeren de haven van Antwerpen. We onderscheiden daarbij
hoofdzakelijk vijf soorten ladingen: containerlading, vloeibare bulk, droge
bulk, stukgoed en roro.
Containervervoer: Speelgoed, televisies,
dvd's, kleding, vlees en computers; containers zijn voor al deze en nog vele
andere vergelijkbare producten het ideale transportmiddel. Door de goederen
efficiënt in te laden, kunnen ze in grote hoeveelheden tegelijk worden
vervoerd. Bovendien zijn de goederen door de metalen wanden van de container
goed beschermd tegen weer en wind. Ook de vaste afmetingen van de containers
hebben een belangrijk voordeel. Door de standaardmaten passen containers op
zeeschepen, vrachtwagens, binnenschepen én treinwagons.
Vloeibare bulk of massagoed: Ruwe aardolie,
benzine, stookolie, plantaardige oliën en zelfs wijn; dit zijn allemaal
vloeibare producten die vaak op grote schaal in een tankschip of pijpleiding
worden vervoerd naar een volgende bestemming.
Droge bulk of massagoed: graan, kolen,
ijzerertsen, cement, suiker, zout en zand. Deze goederen worden niet los
verpakt, maar in grote hoeveelheden vervoerd in het ruim van een schip, in een
wagon of in een vrachtwagen.
Stukgoed: Papier, hout, zakken cacao,
rollen staal, onderdelen van windmolens; dit zijn allemaal producten die niet
zomaar even in een container of los in een schip worden vervoerd. Vandaar dat
dit zogenaamde stukgoed ook letterlijk stuk voor stuk een plaats aan boord
krijgt. Om de stukgoederen toch te kunnen tillen, worden ze vaak verpakt op
pallets of in kratten of rekken. Zo kan een kraan of heftruck de goederen
eenvoudig laden of lossen.
Roro: Roro betekent zoveel als 'roll on
roll off'. Deze naam zegt vooral iets over de manier waarop deze lading wordt
gelost en geladen. Het gaat om een verrijdbare lading, die door speciaal
opgeleide chauffeurs van en aan boord wordt gereden. Bij roro kun je denken aan
personenauto's, busjes, vrachtwagens, landbouwvoertuigen en kranen. Om zoveel
mogelijk van deze voertuigen in één keer te vervoeren, zijn enorme roroschepen
ingericht. Er zijn roroschepen die plaats hebben voor meer dan 8.500
personenauto's!
Transport betekent: het verplaatsen of vervoeren van personen of goederen, het verwijst ook naar beweging.
Hierbij kan het gaan om tastbare zaken
van dingen (bijvoorbeeld goederenvervoer), vloeistoffen (bijvoorbeeld
olietransport), gassen (bijvoorbeeld aardgas),
dieren (bijvoorbeeld veetransport) of mensen (personenvervoer), maar kan het ook gaan om
niet direct tastbare zaken zoals energie (bijvoorbeeld elektriciteitstransport
of warmtetransport) of informatie (bijvoorbeeld datatransport).
Voor het vervoer wordt gebruikgemaakt
van vervoermiddelen.
Elke soort transport heeft hiervoor zijn eigen specifieke vervoermiddel(en).
Het
proces van verplaatsingen wordt verkeer genoemd. Je hebt verschillende vormen van bewegende vervoersmiddelen volgens wat er vervoerd moet worden. Er bestaat ook transport door middel van niet-bewegende vervoermiddelen die dus op hun
plaats blijven, zoals pijpleidingen, kabels, e.d.
Het woordje transport is samengesteld uit "trans" wat Latijns is voor "over" en uit het Latijnse "portare", wat dragen betekent. Trans betekent ook 'doorheen' en porta betekent 'poort'.
Er zijn meer dan 700 miljoen mensen die zich dagdagelijks moeten verplaatsen in Europa. Sinds de industriele revolutie is het transport van mensen en goederen erg toegenomen. Daardoor moesten de landen afspraken beginnen maken met mekaar en ontstonden er allerlei organisaties zoals de Europese Unie, Raad van Europa, enz...Internationele overeenkomsten regelen het overschrijden van grenzen voor mensen en vrachtvervoer. Weg-, spoor-, lucht-, en watertransport komen overal voor in Europa en zijn erg belangrijk. De eerste spoorwegen ontstonden ook in Europa. En wij hebben hier de drukste wereldhavens en luchthavens! Het Schengenakkoord maakt grenscontrolevrij reizen mogelijk tussen 26 landen in Europa. Ondanks een zeer dicht en uitgebreid wegen-en spoornetwerk, gebeurt 43% van het internationaal transport binnen Europa per vliegtuig. De belangrijkste luchthavens zijn Londen Heathtrow, Istanbul Atatürk, Parijs Charles De Gaulle, Frankfurt en Amsterdam Schiphol. Dit drukke vliegverkeer zorgt ook voor veel luchtvervuiling! De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Andere grote havens zijn Hamburg in Duitsland en de haven van Antwerpen. Het Kanaal, het stuk Noordzee tussen ons en Verenigd Koninkrijk, is één van de drukste zeewegen ter wereld, met meer dan 400 schepen per dag! Naast het vrachtvervoer per schip, wordt er ook veel energievoorziening per zeetransport geleverd aan Europa, zoals de olietankers die bv ruwe aardolie leveren aan fabrieken hier die het verder verwerken.
Transport en duurzaamheid lijken haaks op elkaar te staan want het vervoeren van goederen gebeurt door energieverbruik waarbij meestal het verbranden van fossiele brandstoffen (benzine, diesel,...), zorgt voor een gigantische CO2 uitstoot en ook heel veel fijn stof in onze lucht. Daarom is het dus eigenlijk meestal niet duurzaam. De meeste voertuigen zoals vrachtwagens, auto's en schepen gebruiken juist die erg vervuilende fossiele brandstoffen.
Maar toch! volgens verschillende wetenschappelijke studies kan de transportwereld tegen 2050 volledig duurzaam worden door de CO2 uitstoot met 80 tot 95 % te verminderen. Om dit te bereiken wordt er nagedacht over andere vormen van brandstof, bijvoorbeeld een combinatie van elektriciteit en andere propere brandstoffen. Ondertussen rijden de eerste volledige elektrische auto's al rond. Ze ontwikkelden nu ook een volledig elektrisch aangedreven voertuig met een speciaal dak met daarop tien vierkante meter aan zonnepanelen. Ze denken er ook over na om voor het vrachtwagenvervoer te werken met transportnetwerken, zo dient een vrachtwagen niet met een lege oplegger terug te rijden na levering, maar kan ondertussen iets anders van lading terug meenemen, dit in afspraak met de andere vrachtwagenbedrijven, zo werken ze vlot in een netwerk voor een bepaalde streek.
Voorbeelden van duurzame voertuigen:
- de ecomobiel: dit voertuig gebruikt niet langer de schadelijke brandstoffen, maar wel ecologisch verantwoorde energiebronnen, bv motoren die worden aangedreven door zonnepanelen, gelaccu, biodiesel, windenergie, waterstof, knalgas, bioethanol. Deze hebben allemaal bijna geen schadelijke gevolgen voor het milieu en de samenleving.
- de zonnewagen of zonneauto: is een auto die zonne-energie als krachtbron gebruikt. Het is een zero-emissions-vehicle, omdat het geen uitlaatgassen of CO2 produceert! Het is eigenlijk ook een elektrische auto omdat het werkt met een elektromotor waarbij de energie geleverd wordt een een tractiebatterij of brandstofcel.
- een hybride auto: is een auto die meerdere technieken combineert om te kunnen rijden, bv. benzine en elektriciteit, die zijn dus niet altijd zo duurzaam.
En dan zijn er ook nog de snellaadpalen die nu meer en meer in het straatbeeld opduiken. Gelukkig maar want anders kunnen de mensen met een elektrische auto hun auto niet opladen om verder te rijden. Deze laadpalen kunnen in heel korte tijd de accu of batterij van de elektrisch auto opladen door gelijkstroom te leveren. Zo kunnen ze de auto al binnen een half uur tijd van voldoende elektrische energie voorzien.
De evolutie van het transport doorheen de geschiedenis is vooral een verhaal van innovatie. Men probeerde telkens de bestaande technieken en materialen te verbeteren. Elke dag bijvoorbeeld maken wij gebruik van het wegennet. We staan er niet bij stil maar sommige van die wegen zijn al eeuwenoud. Een voorbeeld hiervan zijn de oude kasseiwegen, zij zijn de getuigen van oude wegenbouw, de Romeinen pasten die al toe bij het aanleggen van heirbanen. De Antwerpse Heirweg die in de middeleeuwen Antwerpen met Brugge verbond is hiervan een voorbeeld. Onze voorouders beschikten nog lang niet over een GPS, zelfs een landkaart was soms niet voorhanden. Kruispuntbomen zorgden voor een goeie oriëntatie, daarna kwamen de kilometerpalen en de wegwijzers. Tot in de 20ste eeuw bleven 'paard en kar' belangrijk in het dagelijks leven van de gewone mens. Men ontwikkelde nieuwe vervoersmiddelen die getrokken konden worden door paarden. Zo ontstond in de steden de paardentram, de voorloper van het openbaar vervoer. Er was ook de postkoets en de trekschuit. De boot werd getrokken door bv paarden langs het jaagpad. De vernieuwing van het transport is sinds de industriële evolutie in een stroomversnelling geraakt en allerlei nieuwe technologieën werden toegepast. Uitvindingen zoals de fiets, de trein, de auto en het vliegtuig hebben heel wat nieuwe mogelijkheden gebracht waardoor iedereen veel verder kon reizen. De eerste spoorlijnen in België dateren van de 1ste helft van de 19de eeuw. Dit betekende een enorme vooruitgang voor zowel personen als goederentransport. Aan het begin van de 20ste eeuw komen daar ook de tramlijnen bij. Het vervoer door de lucht begon aan zijn opgang aan het einde van de 18de eeuw, toen vond de eerste ballonvlucht plaats. Daarna kwam de bouw van de zweefvliegtuigen en pas aan het begin van de 20ste eeuw waren er de eerste gemotoriseerde vliegtuigen. De evolutie stopt nooit, vandaag reizen we met de TGV (= train à grande vitesse) op amper twee uur tijd van Brussel naar Londen, via de Tunnel onder de Noordzee, vliegen we voor weinig geld naar Berlijn en zijn zelfrijdende auto's al stilaan een feit. Het stopt dus niet, wie weet welke transportmiddelen ons in de toekomst zullen vervoeren!
1. Biobrandstoffen: een goed en duurzaam alternatief voor ruwe aardolie.
Biobrandstoffen zijn brandstoffen die gemaakt worden uit biomassa. Onder deze verzamelnaam vallen bijvoorbeeld ook biodiesel gemaakt uit plantaardige oliën of biogas uit de gisting van dierlijke mest of huishoudelijk afval. Hier heb ik het over biobrandstoffen die met gisten of schimmels gemaakt worden uit suikers of planten.
Sommige gisten zetten suikers uit planten om in alcohol. Die alcohol (ook bio-ethanol genoemd) is mogelijk een goed alternatief voor benzine. In Brazilië wordt ethanol op basis van rietsuiker trouwens al meer dan 50 jaar verkocht als autobrandstof.
Tijdens de groei van suikerriet, maar ook van andere planten, worden CO en zonlicht omgezet in suikers en ander plantenmateriaal via de fotosynthese. Gist kan de rietsuiker daarna omzetten in ethanol. Bij de verbranding van ethanol in een motor komt ook CO2 vrij, maar die CO2 wordt door het suikerriet weer gebruikt en omgezet en dit geeft als resultaat een neutrale, hernieuwbare biobrandstof: bio-ethanol.
Via wetenschappelijk onderzoek hebben ze gemerkt dat deze nieuwe biobrandstoffen een hogere energiedichtheid hebben en dat de verbrandingseigenschappen ervan meer op biodiesel of kerosine lijken. Zo kunnen biobrandstoffen, samen met andere technologische ontwikkelingen zoals elektrische personenautos, bijdragen aan een duurzame samenleving die niet langer afhankelijk is van brandstoffen uit ruwe aardolie, die zeer vervuilend zijn.
Er zijn ondertussen al meer dan 2000 modellen van elektrische fietsen op de markt! Velen kochten al zon fiets, vaak als alternatief om op die manier naar het werk gaan en bijvoorbeeld files te vermijden, geen hoge benzine of dieselkosten meer te betalen en niet te moeten zoeken naar die moeilijk vindbare parkeerplaats.
Maar hoe duurzaam is zon fiets nu eigenlijk? Daar bestaan grote discussies over. Sommige zeggen dat de mensen daardoor de auto nog niet meer aan de kant laten staan. Anderen zeggen dat de oude en lege batterijen van die elektrische fietsen zeer vervuilend zijn voor het milieu en dat er voor de productie van die batterijen grondstoffen nodig zijn die in de mijnbouw ontgonnen worden door mijnwerkers in mensonterende omstandigheden, ook via kinderarbeid....!
Eigenlijk zijn het niet de elektrische fietsen zelf die niet duurzaam zijn, maar het is hoe de mensen ermee omgaan. Het duurzaam voordeel van fietsen zou je kunnen uitrekenen via een soort rekenregel. Hoeveel duurzamer deze fiets precies is, daarop geeft de fietscalculator het antwoord. Deze laat zien hoeveel brandstof, kosten en calorieën je kunt besparen door met de fiets te gaan in plaats van met de auto, en laat ook zien hoe veel vervuiling voor de lucht dit bespaart!
Bedrijven proberen hun personeel al te stimuleren door bijvoorbeeld fietsvergoedingen uit te betalen per gefietste kilometer. Dit is een goeie zaak! Gezondere werknemers, minder ziekten en minder ziektekosten, minder productieverlies en meer rust en ontspannen mensen in het bedrijf, dankzij een gezonde fietstocht en het is goed voor het milieu. Dat is winst voor iedereen!
3. Er zullen in de toekomst 600 windmolens in onze Noordzee staan draaien voor de Belgische kust!
Nu staan er al 232 windmolens of turbines te draaien op de Thorntonbank. Tien jaar geleden werden de eerste windturbines er gebouwd, deze staan 30 km ver in zee, het was de eerste keer ter wereld dat er toen zo ver in zee gebouwd werden. Daar gingen jaren van voorbereiding en onderzoek aan vooraf.
Toen was dit een grote gebeurtenis waar de mensen van opkeken, nu zijn we de windmolens al gewoon en vinden dit normaal. Het is duurzame groene elektricteit die zo opgewekt wordt door windkracht en die 232 windmolens leveren nu al energie voor 860.000 gezinnen! Die turbines hebben een vermogen van 871 megatwatten (MW).
Zon windmolens op zee, heten off-shorewindmolenparken, want er zijn er ook andere gewoon op het land. In de volgende twee jaar komen daar minstens nog eens 144 windmolens bij op zee. Dat zal dat goed zijn voor 10% van de totale elektriciteitsvraag in ons land. Tegen 2020 moet de doelstelling van 2300 megawatt/uur gehaald worden.
De Belgische off-shore-industrie zorgt ook voor veel nieuwe jobs. Dat is dus een succes-verhaal!
Dat is energie die wordt opgewekt door een kernreactie of met andere woorden door het splijten van atoomkernen van de grondstof uranium. Hierdoor komt energie vrij in de vorm van warmte. Deze warmte wordt gebruikt om water te verwarmen. Het water verandert in stoom en zet grote turbines aan het werk die generatoren aandrijven. Deze generatoren zorgen voor elektriciteit.
De atomen die gebruikt worden bij dit proces, zijn uranium en plutonium. Het opwekken van deze energie kent veel voordelen maar eigenlijk nog meer nadelen. Al jarenlang worden er in ons land en ook in vele andere landen door de overheden discussies gevoerd over het al of niet verbieden van kernenergie en het al of niet stopzetten en sluiten van de kerncentrales die dit produceren.
Voordeel is dat de grondstof urananium vrij goedkoop is en dat ze veel energie kunnen halen uit kleine hoeveelheden. Er is ook geen CO2 uitstoot.
Nadelen zijn het vele kernafval die tot 100.000 jaar lang radioactief kan blijven en daardoor erg gevaarlijk is voor de gezondheid van het milieu, planten, dieren en mensen. Een overdosis aan blootstelling aan radioactieve straling is zeer schadelijk en kan kanker veroorzaken en misvormingen in ongeboren kinderen en dieren teweeg brengen.
De veiligheid van de oude kerncentrales is niet altijd 100% in orde en als er iets gebeurt, kan dit een ramp betekenen voor een hele streek of deel van het land.
Met waterkracht kan je energie opwekken uit stromend water. De energie die dan ontstaat, komt er door gebruik te maken van een hoogteverschil waar het water van valt of door gebruik te maken van de stroomsnelheid van het water.
Hier in laag België komt dit minder voor omdat hier geen snelstromende rivieren zijn of grote hoogteverschillen. In de Ardennen heb je wel zon waterkrachtcentrales.
Die liggen meestal aan een meer, een stuwmeer genoemd, met een daarbij gebouwde stuwdam, langswaar het water met hoge snelheden naar beneden tuimelt in een langer gelegen rivier en de turbines doet draaien zodat energie opgewekt kan worden!
Dit brengt geen vervuiling en geen gevaarlijk afval met zich mee, waardoor dit een heel groene vorm is van energieproductie!