Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht (wind) omzetten in rotatie-energie van de wieken, die dan nuttig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektriciteit (windturbine), het malen van graan of het verplaatsen van water.
Bij windmolens kan men twee hoofdtypen onderscheiden:
de vaak 'industriële' windmolens die dienen om elektriciteit op te wekken en in de laatste decennia van de twintigste eeuw als energiebron steeds belangrijker zijn geworden, zie daarvoor windturbine;
de 'traditionele' windmolens, die tot in de achttiende eeuw van grote betekenis waren. De rest van dit artikel gaat over dit type.
De vermoedelijk oudste, echter qua leeftijd toch niet onomstreden windmolen is de Chinese windmolen. In de in Luoyang (provincie Liaoning) geopende Han-begraafplaatsen vond men muurschilderingen, die het gebruik van windmolens in China sinds de oosterse Han-dynastie (25-220 na Chr.) aantonen. Voor zover bekend stamt de eerste vermelding van een windmolen in de Chinese literatuur van Yehlu Chu-Tshai, een Chinees staatsman, die er in het verslag van zijn reis naar Turkestan (1219 na Chr.) over schrijft. Hierbij zou het echter om een Perzische windmolenkunnen gaan. De geschiedenis van de Perzische windmolen kan tot in de 7e eeuw teruggevolgd worden. Zowel de Chinese als de Perzische molen werkt met een verticale draaias.
Lang is men ervan uitgegaan dat het eerste windmolentype in Europa de standerdmolen is geweest, maar dit type molen is zo ingenieus geconstrueerd dat het er onmogelijk zo maar opeens geweest kan zijn. Het is daarom aannemelijk dat de standerdmolen het resultaat is van een "evolutie" die enige honderden jaren geduurd heeft.
In Europa verschenen de eerste windmolens ten laatste in de tweede helft van de 12e eeuw in Noordwest-Frankrijk, Vlaanderen en Zuid-Engeland. Een van de oudste schriftelijke sporen (1183) gaat over het Wormhoutse domein van de abdij van Sint-Winoksbergen.[1] Feitelijk waren dit watermolens geplaatst op een centrale paal waarbij het rad vervangen was door wieken. De laatste exemplaren van de "inverted mill" zijn waarschijnlijk rond 1930 verloren gegaan en hebben nagenoeg geen sporen achtergelaten.
Bioscoopjournaal uit 1924 over het langzaam verdwijnen van windmolens en het molenaarsvak.
In het Belgische Silly stond al in 1040 een standerdmolen.[2]
De oudste vermelding van een windmolen in Nederland is afkomstig uit het voormalige dorp Willemskerke in Zeeuws-Vlaanderen en dateert uit 1221.[3] De oudste nog bestaande standerdmolen in Nederland is de Doesburgermolen. In 1280 vindt de eerste vermelding plaats van de torenmolen met de draaibare kap. Er zijn nog vier torenmolens in Nederland. In de 15e eeuw verscheen in Nederland de wipmolen als poldermolen. De houten achtkant ontstond in Nederland aan het begin van de 16e eeuw. Ook de tjasker dateert uit deze eeuw. De houtzaagmolen kwam vanaf 1592 in ontwikkeling door de toepassing van de krukas. In 1593 ontving Cornelis Corneliszoon van Uitgeest octrooi op zijn vinding om op windkracht hout te zagen.
De komst van de stoommachine had tot gevolg dat veel windmolens in verval raakten. Ze werden niet meer gebruikt, niet meer onderhouden of gesloopt. Van veel molens is alleen nog het onderste deel aanwezig.
Schematische voorstelling van een stroomkring: gesloten en geopend
Een stroomkring is een gesloten elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere.
Voorbeeld: door een lichtschakelaar te sluiten ontstaat een stroomkring vanuit het lichtnet via de bedrading, de lichtschakelaar en de lamp. Er kan een stroom gaan lopen.
Een elektriciteitscentrale is een centrale productielocatie voor de opwekking van elektriciteit. De meeste elektriciteitscentrales wekken energie op door middel van een generator die wisselspanning (typisch 20.000 volt) produceert.
De eerste elektriciteitscentrale van Nederland lag in Kinderdijk. Deze werd ontworpen en gebouwd in 1886 door Willem Benjamin Smit, tevens een van de oprichters van Electrisch-Licht-Machinen Fabriek Willem Smit & Co. en voorzag Kinderdijk van elektriciteit.
Een middel om de generator te laten draaien is deze te koppelen aan een stoomturbine. In een thermische centrale wordt water verwarmd en omgezet in stoom en onder hoge druk door een turbine geperst. Bij elektriciteitsopwekking komt veel warmte vrij die niet volledig benut wordt. Vaak wordt dit door middel van waterkoeling met grote koeltorens in het oppervlaktewater van een nabije rivier geloosd.
De nodige warmte kan op verschillende manieren geproduceerd worden. Naargelang de bron onderscheidt men de volgende thermische centrales
Sommige van dit type centrale hebben als nevenfunctie het opwekken van warmte voor bijvoorbeeld stadsverwarming of industrie. Dit type noemt men warmte-krachtcentrale. Een dergelijke centrale heeft meestal wel een lager rendement voor de elektriciteitsopwekking omdat een deel van de energie bewust wordt gebruikt voor het opwekken van warmte. Echter het totale thermische rendement is veel hoger, omdat de vrijkomende warmte effectief benut wordt.
Wenst men een verbinding te maken tussen twee waterleidingbuizen van verschillende diameter, dan is er een verloopstuk nodig.
Wenst men een elektrisch apparaat te gebruiken in een ander land, waar de stopcontacten anders zijn, dan is er een verloopstuk nodig. Zo'n verloopstuk wordt wel reisstekker genoemd.
Een toestel dat de netspanning omzet in een lagere spanning, meestal gelijkspanning, bijvoorbeeld voor het opladen van een mobiele telefoon of het aansluiten van een apparaat dat ook op batterijen kan werken, wordt meestal adapter genoemd. Een dergelijke adapter kan één geheel vormen met een netstekker, wat weleens lastig kan zijn in meervoudige stopcontacten. De gelijkspanning uit een adapter is niet geheel gelijk aan die uit batterijen: er zijn apparaten die wel op batterijen werken maar niet op dezelfde gelijkspanning uit een adapter.
Een dynamo of gelijkstroomgenerator is een machine waarin mechanische energie, binnenkomend via een draaiende as, omgezet wordt in elektrische gelijkstroomenergie. De tegenpool van de dynamo is de gelijkstroommotor, waarin elektrische gelijkstroomenergie omgezet wordt in mechanische energie.
De dynamo (van het Griekseδύναμις (dunamis): lichaamskracht, macht, troepen) was vroeger een andere naam voor elektrische generator, maar wordt na de ontwikkeling van de alternator voornamelijk gebruikt om generatoren aan te duiden die gelijkstroom opwekken met behulp van een commutator. De wisselstroomgenerator van een fiets wordt echter nog steeds dynamo genoemd.
De Engelse natuur- en scheikundige Michael Faraday ontdekte in 1831 het principe van de elektromagnetische inductie en legde daarmee het fundament voor de dynamo en de elektromotor.
Constructie
Hoewel de specifieke uitvoeringen onderling kunnen verschillen, bestaat elke dynamo in principe uit de volgende onderdelen:
De stator, het stilstaande gedeelte van gietstaal waarin het magneetveld wordt gevormd. Bij kleine uitvoeringen door een of meer permanente magneten, bij de grotere uitvoeringen door elektromagneten (veldspoelen). Het magneetveld dat in de stator wordt opgewekt, wordt het excitatie- of bekrachtigingsveld genoemd.
Het anker (of rotor) met commutator: het draaiende gedeelte met de ankerspoelen waarin de spanning wordt opgewekt. Om het ijzerverlies
te beperken is het anker opgebouwd uit een groot aantal ankerblikken
van weekijzer, die ten opzichte van elkaar door een dun laklaagje zijn
geïsoleerd. De uiteinden van de ankerspoelen zijn verbonden met de
koperen lamellen van de commutator. De lamellen zijn onderling
geïsoleerd met plaatjes micaniet.
De borstelbrug met de koolborstels, die op de commutator rusten. Hiermee wordt de stroom van het draaiende anker afgenomen.
Net als bij gelijkstroommotoren worden bij grotere dynamos hulp-
en/of compensatiewikkelingen in de stator aangebracht om de gevolgen van
ankerreactie in te perken of op te heffen.
Ergonomie is de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving. Dit kan een product, ruimte of werkplek
zijn. Ergonomie zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral
bekend in arbeidssituaties. Het is afgeleid van de Griekse woorden
ergon (werk) en nomos (wet) en moet ervoor zorgen dat de veiligheid
en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt. Bij het ontwerpen van
consumentengoederen en interieurs speelt vooral comfort en het
doeltreffend functioneren een rol.
Ergonomie streeft naar het zodanig ontwerpen van
gebruiksvoorwerpen, technische systemen en taken dat de veiligheid, de
gezondheid, het comfort en het doeltreffend functioneren van mensen
wordt bevorderd.
Ergonomie (of human factors) is de wetenschappelijke discipline
die zich bezighoudt met het begrijpen van de interactie tussen de mens
en andere elementen van een systeem. Het is het beroep dat de theorie,
principes, gegevens en methodes toepast om zo te ontwerpen dat het
menselijk welzijn en de globale prestatie van het systeem
geoptimaliseerd wordt."
"De ergonoom
draagt bij tot het zodanig ontwerpen en evalueren van taken, jobs,
producten, ruimtes en systemen dat ze tegemoetkomen aan de noden,
mogelijkheden en beperkingen van mensen."
Verder worden nog drie specialisatiedomeinen afgebakend:
Fysieke ergonomie: houdt rekening met de menselijke anatomie, antropometrie, fysiologie,
biomechanica in relatie tot de fysieke activiteit. Relevante topics
zijn de werkhoudingen, manueel hanteren van lasten, repetitieve
bewegingen, werkgerelateerde musculoskeletale klachten,
werkplekinrichting, veiligheid en gezondheid.
Cognitieve ergonomie bestudeert de mentale processen zoals
perceptie, geheugen, denken en motorische reacties in de interactie
tussen mens en systeem. Relevante topics zijn de mentale werkbelasting,
beslissen, mens-computer interactie, menselijke betrouwbaarheid, stress
en training.
Organisatie ergonomie focust op het optimaliseren van
sociotechnische systemen zoals organisatiestructuren en processen.
Onderwerpen zijn communicatie, ontwerpen van werkplekken en tijden,
teamwork, participatieve ergonomie, telewerken en kwaliteitszorg.
Het begrip techniek wordt in verschillende betekenissen gebruikt:
Het geheel van materiële zaken als voorwerpen, meubels, apparaten,
dat niet tot de natuur behoort maar eens door de mens is uitgevonden,
verwant met uitvinding.
Het op systematische manier toepassen van nieuwe natuurwetenschappelijke of andere georganiseerde kennis ten behoeve van praktische doeleinden, verwant met technologie.
Een bepaalde aangeleerde vaardigheid in het werk, sport of spel of
in het huishouden om een bepaalde activiteit te verrichten, verwant met
gestructureerd handelen.
Techniek heeft te maken met het ontwerpen en bouwen van computers,
mobiele telefoons, wolkenkrabbers, en andere bouwwerken, verwant met bouwkunst.
Een vak in het onderwijs over het maatschappelijk functioneren van
techniek, over technische ontwikkelingen, over de pijlers van techniek
als materie, energie en informatie, over in de relatie tussen techniek
en natuurwetenschappen, over de technieken om techniek voort te brengen,
en of het zelf praktisch bezig te zijn op dit gebied.
Een tak van wetenschap naast de geesteswetenschap, de natuurwetenschap, en de sociale wetenschap, verwant met technische wetenschappen.
De geschiedenis van de technologie is de historie van de uitvinding van gereedschap en technologie. Nieuwe kennis en techniek heeft ons in staat gesteld nieuwe dingen te ontwikkelen, maar technologie heeft de wetenschap in staat gesteld nieuwe gebieden te verkennen.
De technologische groei van de mensheid is nauw verwant met het
verloop van de geschiedenis. Ging technologische ontwikkeling in het
begin nog langzaam, tegenwoordig gaan de ontwikkelingen razendsnel. De
band tussen technologie en de ontwikkeling van de maatschappij is niet
alleen innig en wederzijds versterkend, maar ook wederzijds versnellend.
Apple is vooral bekend van zijn reeks Apple Macintosh-computers, de iPod-muziekspelers, de iPhone-smartphone en de iPad. Naast hardware ontwikkelt het zelf ook veel software voor het eigen macOS, maar ook voor Windows. Eind jaren 70 is Apple bekend geworden met de Apple II, een van de eerste succesvolle personal computers
ter wereld. De Apple II speelde een essentiële rol bij de opkomst van
de pc-markt. Aan deze reeks van kleine successen kwam echter een abrupt
einde door een op handen zijnd bankroet. In 1997 stond het bedrijf aan
de rand van de afgrond, maar met een investering van 150 miljoen dollar (door Microsoft) is het bedrijf weer op de been geholpen. Microsoft is sindsdien dan ook aandeelhouder.
Tegenwoordig geniet Apple Inc. van een zeer herkenbaar beeldmerk,
wat zij dan ook veelvuldig inzet ter promotie van het bedrijf. Eind
2009 werd Apple door het Amerikaanse reclamemagazine AdWeek uitgeroepen
tot merk van het decennium.[2] De AdWeek-redactie schreef het succes van het merk toe aan toenmalig CEO Steve Jobs, die "de belichaming van het merk" en "een briljante marketeer" werd genoemd.
Apple heeft op 20 augustus 2012 met een beurswaarde van ruim 620 miljard dollar een nieuw record gevestigd. Nog nooit was een bedrijf zo veel waard. Het oude record stond op naam van Microsoft. Dat softwarebedrijf had op 30 december 1999 op de beurs een waarde van 618,9 miljard dollar.[3] Deze toppositie wist Apple overigens niet vast te houden. Zo was in januari 2013 de waarde gedaald tot 413,7 miljard dollar.[4] Op 17 april 2013 zakte de waarde van het aandeel voor het eerst sinds 2011 weer onder de 400 dollar.
Een weblog of blog is een persoonlijk dagboek op een website dat regelmatig, soms meermalen per dag, wordt bijgehouden. Meestal gaat het om teksten die in omgekeerd chronologische volgorde verschijnen. De auteur, ook blogger genoemd, biedt in feite een logboek
van informatie die hij wil meedelen aan zijn publiek, de bezoekers van
zijn weblog. Meestal gaat het om tekst, maar soms ook foto's (een
fotoblog), video (vlog) of audio (podcast).
Weblogs bieden hun lezers vaak de mogelijkheid om al dan niet anoniem
reacties onder de berichten te plaatsen of een reactie via een Trackback-mechanisme achter te laten.
Het is het persoonlijke of juist het gespecialiseerde karakter dat weblogs interessant maakt voor bezoekers.
Sinds eind 2006 is microbloggen populair, een combinatie van bloggen en instant messaging. De bekendste site hiervoor is Twitter. Er bestaan klonen van, zoals Jaiku en Tumblr.
Het concept van een weblog of een groepsweblog ontstond op
natuurlijke wijze uit de 'online dagboeken' die mensen vanaf 1994, na de
uitvinding van het HTTP-protocol (http), begonnen bij te houden. Jorn Barger
is de bedenker van het woord 'weblog' op 17 december 1997. Het ging
indertijd immers om het 'loggen van wat er op het web gevonden werd'.
Het woord 'blog' werd bedacht door Peter Merholz, die bij wijze van grap het woord weblog schreef als we blog in de zijbalk van zijn Engelstalig weblog peterme.com rond mei 1999. In augustus 1999 werd het bedrijf Blogger
opgericht, met de site www.blogger.com. Omdat Blogger als een van de
pioniers de term 'to blog' publiek uitdroeg, spreken de meeste
Amerikanen nu van 'blogs' in plaats van weblogs.
Het voor zover bekend eerste Nederlandstalige weblog, Daily Wacko, begon op 1 december 1997.[1] Het betrof hier aanvankelijk een parodienieuwsbrief op de dagelijkse e-mail-nieuwsbriefDaily Planet, welke door internet-journalist Francisco van Jole voor internetprovider Planet Internet werd gepubliceerd.[2] De karikatuurDaily Wacko groeide later uit tot een meer op zich op zichzelf staand weblog. In het boek Bloghelden van auteur Frank Meeuwsen staat beschreven dat onder pioniers van het Nederlandse webloggen het weblog Alt0169.com als eerste weblog van Nederland wordt beschouwd. Dit uit de websites Het Dagelijkse Nieuws (Jeroen Bosch) en Pjoe.net (Joep Vermaat) samengesmolten weblog zou het meeste invloed hebben gehad op de Nederlandse blogosfeer.[3]
Een van de eerste groepsweblogs was Camworld. Jesse James Garrett, een editor van Infosift, begon eind 1998 met het bijhouden van een lijst van interessante sites die hij bezocht. De lijst met URL's verstuurde hij naar Cameron Barrett, die de lijst publiceerde op de site Camworld. Meer personen begonnen met het insturen van interessante links.
In de media
neemt webloggen een steeds grotere plaats in. Bekende bloggers zijn
bijvoorbeeld presentatoren of cabaretiers, maar ook politici houden
weblogs bij die druk bezocht worden en waarvan de inhoud regelmatig de
media haalt.
Het weblog van de Cubaanse blogger Yoani Sánchez wordt vertaald in vele talen, waaronder het Nederlands. Zij ontving voor haar blogs de Prins Claus Prijs.
.Bill Gates werd geboren als zoon van een advocaat en een onderwijzeres.
Hij heeft twee zussen. Hij werd door zijn ouders naar de Lakeside Prep
School in Seattle gestuurd. Daar zag hij in 1968 een terminal die was
verbonden met een timesharing-computer bij General Electric. Gates en Paul Allen, een vriend en latere zakenpartner, waren niet bij de terminal weg te slaan. Het tweetal werd zelfs hacker:
ze braken in in het systeem dat de hoeveelheid verbruikte computertijd
bijhield. Een lokaal computerbedrijf, dat inmiddels de computertijd op
de terminal sponsorde, besloot hen daarom maar in dienst te nemen om bugs
(programmeerfouten in een programma of spel) te vinden, in ruil voor
een onbeperkte hoeveelheid computertijd. In de herfst van 1973 ging
Gates studeren aan de Harvard-universiteit. Hij stopte daarmee toen Allen hem wees op de Altair 8800, een zelfbouwcomputer. Gates realiseerde zich dat voor een computer software
nodig zou zijn. Hij belde MITS, de producent van de Altair, op en
blufte dat hij samen met Allen een programma had geschreven - een BASIC-interpreter
voor de Altair. Dat wilde het bedrijf graag zien. Gates werkte
koortsachtig aan het programma en Allen kon het ten slotte aan MITS
laten zien. Op 22 juli 1975 sloot MITS een overeenkomst met Gates en
Allen om de rechten van hun BASIC-interpreter te kopen. Dit was de
geboorte van Microsoft, het bedrijf dat Gates en Allen beide multimiljardair zou maken.
Bill Gates in 1977 (foto van de politie van Albuquerque, New Mexico, wegens een verkeersovertreding)
Rijkste man ter wereld
Volgens Forbes was Gates twaalf jaar lang de rijkste man ter wereld, van 1996 tot 2007 (met uitzondering van 1997) en in 2014 opnieuw. Forbes schatte zijn vermogen in 2007 op $ 56 miljard.[4] In juli 2007 rapporteerde de Seattle Post echter dat de Mexicaanse telecomtycoon Carlos Slim de plek van de rijkste man ter wereld had overgenomen met een vermogen van $ 67 miljard.[5] De uitgaven aan liefdadigheid door Bill en Melinda Gates via de Bill & Melinda Gates Foundation hebben hier zeker een rol in gespeeld.
Bill Gates' vermogen werd in maart 2012 op 61 miljard dollar geschat.
Hij was daarmee de rijkste mens in de Verenigde Staten, en stond tweede
op de lijst van rijkste mensen ter wereld.[6]
In mei 2013 raamde persagentschap Bloomberg zijn vermogen op 72,7 miljard dollar, wat hem op hun Bloomberg Billionaires Index opnieuw de rijkste mens ter wereld maakt.[7]
In dezelfde maand zette ook Forbes hem opnieuw bovenaan de lijst van
rijkste mensen, met een geschat vermogen van 69,9 miljard dollar.[8]
In maart 2014 schatte Forbes het vermogen van Gates op $ 76 miljard,
waarmee hij wederom de rijkste man ter wereld zou zijn. Carlos Slim zou
op een tweede plek staan met $ 72 miljard.