Wat is een turbine?
Een turbine is een turbomachine die de stromingsenergie van een fluïdum (vloeistof of gas) omzet in mechanische energie door middel van een roterend schoepensysteem. Deze mechanische energie kan gebruikt worden om een andere machine of een elektrische generator aan te drijven.
Een eenvoudige turbine bestaat slechts uit één rotor met schoepen, die zorgen voor energie-uitwisseling met de stroming. Vroege voorbeelden van turbines zijn windmolens en watermolens.
Gas-, stoom- en waterturbines hebben meestal een behuizing rond de rotor. Deze behuizing leidt de stroming in de gewenste richting, wat de doelmatigheid ten goede komt.
Het omgekeerde van een turbine is een compressor. Compressoren worden in sommige gasturbines gebruikt en zijn er in 2 uitvoeringsvormen: de radiale compressor en de axiale compressor, genoemd naar de richting waarin het fluïdum stroomt tijdens de compressie.
De naam:
De naam turbine werd voorgesteld door Claude Burdin tijdens een ingenieurswedstrijd in 1828. Deze naam is afkomstig van het Latijnse turbinis, wat wervelstroom betekent.
Constructie:
Turbines vereisen grote nauwkeurigheid wat de onderdelen betreft (schoepvormen, afsluitingen). De gebruikte materialen moeten bestand zijn tegen de extreme omstandigheden (druk, temperatuur) die in de machine heersen. Vele speciale legeringen zijn enkel ontwikkeld voor toepassingen in turbines. Gebruikte materialen zijn bijvoorbeeld inconel, monel, nimonic en hastelloy. Deze materialen zijn echter moeilijk bewerkbaar wat de constructie van een turbine nog lastiger maakt. Maar dankzij deze materialen kan men werken op hogere temperaturen waarmee een hoger energetisch rendement behaald kan worden.
Soorten:
|