Soms worden geurstoffen aan producten toegevoegd om daar een bepaalde geur aan te geven. Voorbeelden van zulke producten zijn:
Cosmetica, met name parfum, aftershave en deodorant, maar ook zepen
Schoonmaakmiddelen, zoals allesreiniger, zeep, wasmiddel en brandspiritus
Luchtverfrissers
Er zijn ook stoffen met een onaangename geur die gebruikt worden:
tetrahydrothiofeen of thiolen (mercaptaan) die aan (reukloos) aardgas worden toegevoegd als waarschuwingsmiddel voor gaslekken.
Een kleurstof is een stof om aan producten een kleur te geven.
In tegenstelling tot een pigment heeft een kleurstof een vervend vermogen; het hecht zich tot op zekere hoogte aan de te kleuren stof. Daarnaast worden kleurstoffen als regel in oplossing gebruikt, terwijl pigmenten juist onopgelost moeten blijven. Vrijwel alle kleurstoffen zijn een organische verbinding. Een opmerkelijke uitzondering vormen de kleurstoffen die in de beeldbuizen van conventionele kleurentelevisietoestellen worden gebruikt.
Kleurstoffen worden met name gebruikt om textiel te verven, daarnaast bevatten inkten meestal kleurstoffen.
In levensmiddelen is een beperkt aantal kleurstoffen toegestaan, deze zijn herkenbaar aan het E-nummer in de reeks E100-199 dat meestal op de verpakking vermeld wordt. Niet al deze kleur- en smaakstoffen zijn synthetisch; E120 bijvoorbeeld is een stof die karmijnrood kleurt en gemaakt is van de cochenilleluis, dat is een beestje dat op de opuntia leeft
Het eerste bewijs voor het gebruik van zeep is bijna vijfduizend jaar oud en stamt uit Babylon. Een cilinder van klei uit 2800 v.Chr. bleek een zeepachtige substantie te bevatten, en ook werd een Babylonisch kleitablet van 2200 v.Chr. gevonden waar een samenstelling op staat beschreven die mogelijk een zeepachtige substantie op zou leveren als er lang genoeg wordt gekookt. Ook de Oude Egyptenaren gebruikten regelmatig zeep, waarbij de oliën van zowel dierlijke als plantaardige afkomst waren. Romeinse plattelandsvrouwen zouden de reinigende werking van zeep bij toeval ontdekt hebben. De klei van de oevers van de rivier de Tiber bleek te helpen bij het schoonmaken van hun was, doordat het vermengd was met dierlijk vet en as. Dit zou afkomstig zijn van de tempel van de berg Sapo, een naam die in veel talen terugkomt in het woord voor zeep. Er bestaat echter geen berg Sapo en meestal wordt aangenomen dat dit een verzinsel is.
Romeinen en Grieken kenden van oorsprong de zeep namelijk helemaal niet; zij gebruikten oliën om hun huid te reinigen. Het laat-Latijnse woord sapo wordt voor het eerst door Plinius genoemd. Het is een leenwoord uit het Germaans: *saipo-, getuige een zeer vroege Germaanse ontlening in het Fins: saippua. Oorspronkelijk was het de term voor de rode haarverf waarmee Germaanse krijgers een schrikwekkend uiterlijk poogden te verkrijgen. Uit het Germaanse woord ontstonden het Engelse soap, het Friese sjippe, het Duitse Seife en het Nederlandse zeep. Via het Latijn belandde het woord in het Italiaanse sapone, het Franse savon en Spaanse jabon[1].
Zeep werd tot de Tweede Wereldoorlog veel als schoonmaakmiddel gebruikt, maar gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw is zeep bijna geheel verdrongen door andere detergenten zoals natriumdodecylsulfaat (ook wel natriumlaurylsulfaat genoemd).
Parabenen worden vrijwel uitsluitend gebruikt als conserveermiddel. Ze zijn met name effectief tegen schimmels, maar ook tegen veel bacteriën. Parabenen worden veel gebruikt omdat ze naast de grote effectiviteit gebruikt kunnen worden in een groot pH-bereik.[1]
Parabenen worden onder meer gebruikt in:
Medicijnen zowel in inwendig als uitwendig te gebruiken medicijnen
Levensmiddelen met name in kant en klare sauzen en visproducten. De E-nummers van de parabenen zijn E214 tot en met E219.
Cosmetica als crème, shampoo, scheerschuim, handcrème, massageolie, lotions, zonnecrème, lippenbalsem, douchegels
Huishoudelijke reinigers als afwasmiddel, allesreiniger en vloeibare wasmiddelen
Bepaalde soorten inkt, lijm en verf, meestal op waterbasis.
Dit kan verschillen per product en per merk.
Gebruik in levensmiddelen vindt plaats sinds de ontdekking van de parabenen in de jaren 1920. In cosmetica worden ze grootschalig gebruikt sinds ongeveer 1950.
De hoofdactiviteit van het Antigifcentrum blijft het telefonisch beantwoorden van allerlei (dringende en niet-dringende) vragen om advies over vergiftiging. In 2014 ontving het centrum 54.207 oproepen, wat neerkomt op ongeveer 150 telefoontjes per dag. Ongeveer de helft van de oproepen gaat over volwassenen, meer dan een derde over kinderen jonger dan 4 jaar.
Daarnaast beheert het centrum ook een uitgebreide databank met informatie over giftige stoffen.
Fabrikanten van gevaarlijke producten (pesticiden, huishoudproducten, cosmetica etc.) moeten informatie over de samenstelling van hun product meedelen aan het centrum, dat die vertrouwelijk bewaart. In het begin moest het Antigifcentrum voor haar informatie-inzameling vooral rekenen op de goodwill van de chemische en farmaceutische industrie. Na verloop van tijd werd de informatieoverdracht ook wettelijk verplicht.
Tot slot bewaart het Antigifcentrum een beperkt aantal antidota voor de dringende behandeling van gehospitaliseerde patiënten.
Wikipedia is een internetencyclopedie, die wereldwijd door een groot aantal auteurs op vrijwillige basis wordt geschreven. De inhoud moet te controleren zijn en mag geen onrecht doen aan derden, maar verder geldt het principe van de vrije kennis. De naam Wikipedia is een samentrekking van wiki en encyclopedia. De website is onderdeel van de Wikimedia Foundation, een in de Verenigde Staten gevestigde organisatie zonder winstoogmerk. Onder de paraplu van de Wikimedia Foundation bevinden zich diverse meertalige projecten waarvan Wikipedia het oudste en bekendste is. In alle veelvoorkomende talen is er een Wikipedia.
Wikipedia werd in 2001 opgericht door de Amerikaanse ondernemer Jimmy Wales, samen met zijn medewerker Larry Sanger. In 2003 droeg Wales zijn rechten op de naam Wikipedia, de website zelf en de servers waarop deze draaide over aan de Wikimedia Foundation, een stichting die hij oprichtte om het behoud en de verdere ontwikkeling van Wikipedia langdurig mogelijk te maken. De stichting leeft bijna uitsluitend van donaties en heeft ongeveer honderdvijftig betaalde medewerkers. Wikipedia zelf wordt echter door vrijwilligers beheerd en geschreven.
MSN (vroeger The Microsoft Network, vormgegeven als msn) is een collectie internetdiensten van Microsoft. The Microsoft Network werd gelanceerd op 24 augustus 1995, samen met Windows 95 als internetaanbieder en online diensten. Sinds de originele lancering is het aanbod aan services van MSN meermaals gewijzigd.
MSN was ten tijde van Windows 95 een simpele online dienst en een vroeg voorbeeld van interactieve multimedia op het internet. Het was ook een van de meest populaire internetaanbieders. Sinds 1998 werd MSN primair gebruikt als web portaal. In de jaren 90 gebruikte Microsoft de MSN merknaam als promotie voor verschillende populaire web services, zoals het vroegere Hotmail en Messenger, welke later zouden worden ondergebracht onder Windows Live, terwijl andere diensten, zoals MSN Search, werden ondergebracht onder Bing.
MSN kreeg meermaals een nieuw ontwerp, in 2012 werd ook het logo vernieuwd. In september 2014 kondigde Microsoft aan dat het zijn website volledig zou vernieuwen en dat ook de voormalige Bing Apps voor Windows en Windows Phone zullen worden vervangen door MSN Apps, die ook naar MSN.com, iOS en Android komen.
acken is het vinden van toepassingen die niet door de maker van het middel bedoeld zijn, speciaal met betrekking tot computers. Complexiteit speelt hierbij geen rol, integendeel, gemakkelijke en snelle alternatieve oplossingen hebben de voorkeur. Ook het gebruik van een wasknijper om te voorkomen dat je broekspijp tussen je fietsketting komt is in principe een hack. "Gewone" uitvindingen en verbeteringen zijn dus geen hacks, zolang ze gebruikt worden waarvoor ze gemaakt zijn.
Hacken heeft dus niet direct te maken met computersoftware of met veiligheid, al is dat wel waar het om bekendstaat. Ten onrechte wordt de term hacking vaak gebruikt als synoniem voor cracking of computercriminaliteit. Oorspronkelijk was het netwerk dat uitgegroeid is tot het huidige internet en wat begon met arpanet geen publiek toegankelijk systeem, en toegang al gauw illegaal als je niet werkte bij een overheid of aangesloten bedrijf. Onbekendheid bij het grote publiek, enkele spectaculaire computermisdrijven en films als WarGames en The Net hebben hier zeker aan bijgedragen. Volgens dit romantische stereotype wordt bij hacken al snel gedacht aan extreem fanatieke computergebruikers die eindeloos bezig zijn op hun zolderkamertje langs de beveiliging te komen van de computersystemen van grote instanties zoals banken of
Een computervirus (in het dagelijks taalgebruik wordt meestal kortweg over virus gesproken) is een vorm van schadelijke software (malware). Het is een computerprogramma dat zich in een bestand kan nestelen, bijvoorbeeld in bestanden van een besturingssysteem. Computervirussen worden als schadelijk beschouwd omdat ze schijfruimte en computertijd in beslag nemen van de besmette computers. In ernstige gevallen kunnen virussen binnenin de computer schade aanrichten, bijvoorbeeld het wissen en verspreiden van gevoelige gegevens. In zeer ernstige gevallen kan de gebruiker zelfs de totale controle over de computer verliezen
Bill Gates werd geboren als zoon van een advocaat en een onderwijzeres. Hij heeft twee zussen. Hij werd door zijn ouders naar de Lakeside Prep School in Seattle gestuurd. Daar zag hij in 1968 een terminal die was verbonden met een timesharing-computer bij General Electric. Gates en Paul Allen, een vriend en latere zakenpartner, waren niet bij de terminal weg te slaan. Het tweetal werd zelfs hacker: ze braken in in het systeem dat de hoeveelheid verbruikte computertijd bijhield. Een lokaal computerbedrijf, dat inmiddels de computertijd op de terminal sponsorde, besloot hen daarom maar in dienst te nemen om bugs (programmeerfouten in een programma of spel) te vinden, in ruil voor een onbeperkte hoeveelheid computertijd. In de herfst van 1973 ging Gates studeren aan de Harvard-universiteit. Hij stopte daarmee toen Allen hem wees op de Altair 8800, een zelfbouwcomputer. Gates realiseerde zich dat voor een computer software nodig zou zijn. Hij belde MITS, de producent van de Altair, op en blufte dat hij samen met Allen een programma had geschreven - een BASIC-interpreter voor de Altair. Dat wilde het bedrijf graag zien. Gates werkte koortsachtig aan het programma en Allen kon het ten slotte aan MITS laten zien. Op 22 juli 1975 sloot MITS een overeenkomst met Gates en Allen om de rechten van hun BASIC-interpreter te kopen. Dit was de geboorte van Microsoft, het bedrijf dat Gates en Allen multimiljardair zou maken.