Fossiele brandstoffen zijn eigenlijk versteende overblijfselen die pas energie leveren bij verbranding. Er zijn 3 fossiele brandstoffen en dat zijn aardgas, steenkool, aardolie. Aardolie wordt ook ruwe olie en petroleum genoemd. Aardgas is ongeveer 300 miljoen jaar geleden al ontstaan. Steenkool waar nu steenkool te vinden is groeiden heel lang geleden bomen, varens en struiken zeer dicht bij elkaar. Aardbevingen hebben deze plantengroei laten verdwijnen. Aardolie wordt ook zwarte goud genoemd omdat het alsmaar duurde kost. Het verbruik van aardolie is ook vooral vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw enorm toegenomen. Aardolie wordt bepaald per "barrel". Aardgas kan gevaarlijk zijn bij uitstoot. Gas wordt bij voorkeur in metalen of kunststoffen gasleidingen vervoerd. Schoon aardgas is reukloos. Steenkool werd per mud afgerekend. Tot de jaren 60 van de 20 e eeuw werden veel huizen met kolenkachels verwarmd. Alle fossiele brandstoffen moeten verbrandt worden vooraleer ze energie leveren.