Vertrokken om 7 u. Fijne druppeltjes mist. Op het plein voor de kathedraal onze regencape aangetrokken. Wat getreuzeld. De camino loopt voorbij de parador Hospital de los Reyes Cátolicos en zo de stad uit, weer langs bosweggetjes en veel levendige dorpen. De meeste huizen hebben een pergola met druivenranken erboven. De bordjes geven nog altijd " camiño de Santiago" aan. In oude tijden kwamen de bedevaarders hier naar het einde van de wereld ( Fisterra) om hun oude kleren te verbranden en een St-Jakobsschelp op te rapen op het strand. De schelp hadden ze dus enkel op de terugtocht. We komen zelfs enkele dapperen tegen die volop tijd hebben en te voet naar Santiago terugkeren. Wij gaan naar Muxía en Fisterra en nemen vrijdagavond de bus terug naar Compostela. Zaterdag vertrekt Anne-Marie met de bus en ik vertrek met het vliegtuig terug naar huis.
Picknick in Bar Casa Pancho in Trasmonte. We horen luide knallen in de verte. 24 juni, feestdag van Johannes. Aan de kerkjes worden er vuurpijlen afgeschoten.
In Pontemaceira is er een mooie middeleeuwse brug. Volgens de legende kwamen de discipelen van Sint-Jakob hierlangs om hem te begraven in Compostela. Toen de Romeinen hen achtervolgden, stortte de brug achter hen in. Wij lopen over deze oude brug en even verder onder de nieuwe brug over de Río Tambre door.
Als je in Negreira aankomt zie je meteen een officeel informatiebord - met hangslot en al - waarop staat of de albergue municipal ( 1,5 km verder ) volzet is of niet. Geen probleem, er zijn hier wel 4 privé albergues. We vinden onderdak in albergue Lua ( met computer). Morgen een langere etappe naar Olveiroa.
|