In het begin van de vorige eeuw kwam het exotisch fruit uit Belgisch-Congo, met name trossen bananen, met relatief trage schepen naar Belgie. Omdat tijdens de reis veel fruit voortijdig rijp werd en zelfs overrijp aankwam in Antwerpen, zochten de fruitimporteurs naar een snellere manier om hun waar te vervoeren. De heren Gerard Verhaeghe van Frugro, samen met de beheerders van Leon Van Parijs (LVP), Gerard Koninckx Fréres (GFK) en Sander van Spiers (Fives) zochten in 1948 in Noorwegen naar koelschepen. De Scandinavische rederijen beschikten over koelschepen voor transport van fruit en boden deze jonge schepen ook te koop aan. De heren richtten de Belgian Fruit Lines (BFL) op en namen een aantal schepen over. Vanaf eind 1948 kwamen ze in de vaart voor de nieuwe eigenaren, met Antwerpen als thuishaven.
De vloot bestond in de jaren 50 over 5 schepen waarna er in de jaren 60 nog eens 6 nieuwe besteld werden bij BoelwerfTemse. De namen van de schepen begonnen alle met FRUBEL, wat stond voor (Fru)it en (Bel)gië. Op de gele schoorsteen prijkten de rode letters B.F.L. Omdat de fruitschepen of reefers wit en snel waren, werden ze in de zeemansmond ook wel eens "jachtjes" genoemd. De gemiddelde snelheid van de eerst twee was 15.5 knopen, nogal snel voor die tijd; duur heen- en terugreis: gemiddeld 1 maand en 4 dagen, ligtijd te Antwerpen 4 dagen, fruitkaai 180. 1 maand en 6 dagen hadden de schepen van de tweede reeks nodig om van Antwerpen naar Guayaquil (Ecuador) over Ierland of Marokko terug naar Antwerpen te komen. In Zuid-Amerika werden de in dozen verpakte bananen manueel geladen. De enorme frigo's aan boord zorgde ervoor dat het rijpingsproces stopte en dat de bananen groen bleven.
De gebouwen van de rederij aan de Zeevaartstraat staan er nog steeds en getuigen van de florerende handel. Van 1967 tot 1972 was het operationele gedeelte van de schepen in handen van UBEM (Union Belge d'Exploitation Maritime), gevestigd op de Mechelsesteenweg te Antwerpen. In 1972 werd de rederij overgenomen door de Nederlandse Dammers & Van der Heide's Shipping & Trading Co. te Rotterdam. De schepen zijn blijven varen onder Belgische vlag tot ze doorverkocht werden. Rond die tijd veranderde de naam van de rederij in Antwerpen van Belgian Fruit Lines naar Belgian Fruit Warf. Het bleef niet enkel bij bananen Het aanbod exotische fruit werd uitgebreid met kiwi's, mango's, etc.. Het stoppen van het rijpingsproces door frigo's is vervangen door het gebruik vanstikstof.
UHT-sterilisatie (de afkorting staat voor ultra hoge temperatuur) is het kortstondig (enkele seconden) verhitten op zeer hoge temperatuur (ongeveer 140°C). Door deze speciale behandeling blijft de smaak van voedingsmiddelen beter behouden dan bij een langzamere (twintig tot veertig minuten) sterilisatie op een gematigder temperatuur van bijvoorbeeld 120°C.
Het procedé wordt bijvoorbeeld gebruikt voor productie van lang houdbare melk. De afkorting is ook vaak terug te vinden op verpakkingen van houdbare slagroom.
een onderstel met daarin de elektromotor voor de aandrijving, dat door middel van een snoer en stekker op hetstopcontact kan worden aangesloten.
Een kan voor het opvangen van het sap. Deze is op het onderstel geplaatst. In het midden bevindt zich een soort hals, waardoor de aandrijfas voor de eigenlijke pers omhoog steekt. De kan is voorzien van een handvat om hem op te pakken en leeg te schenken en een tuitje voor het uitschenken. De kan is van glasheldere kunststof gemaakt en meestal voorzien van een schaalverdeling, zoals op maatbekers en maatcilinders, zodat men kan zien hoeveel vruchtensap er geperst is.
De eigenlijke pers. Deze rust op de kan. Dit is in principe een schaaltje met geperforeerde bodem en een uitstulping in het midden, die is voorzien van grove ribbels, meestal 5 of 6 stuks. Binnenin deze uitstulping zit een uitsparing die aansluit op de omhoog stekende as. Door de citrusvruchten hierop te drukken, wordt de pers geactiveerd en worden ze direct uitgeperst. Er zijn ook modellen waarbij op een aparte knop moet drukken om de pers aan te zetten. Deze zijn vaak te vinden in de horeca, waar vaak veel sinaasappels in één keer moeten worden uitgeperst. Nadat dan op de knop is gedrukt, kan de pers dan totdat deze weer is uitgeschakeld, continu blijven ronddraaien, zodat men snel achter elkaar meerdere sinaasappels kan uitpersen zonder hierdoor lamme armen te krijgen. Zo kan dan gemakkelijk een hele kan in één keer gevuld worden met vers geperst sap, waaruit dan meerdere glazen kunnen worden geschonken voor de consumenten.
De voedingsdriehoek is een (vooral in Vlaanderen) veel gebruikt hulpmiddel voor diëtisten, gezondheidsvoorlichters, scholen etc. om een evenwichtig samengestelde voeding uit te leggen.
De driehoek is opgebouwd als een piramide met vijf verschillende lagen. De onderste laag is het grootste in oppervlakte, dus het belangrijkste, de top is slechts smal en daar moet men dus minder van eten, al is het een essentieel bestanddeel. De lagen zijn (van top naar basis):
In 2005 werd er (eerder symbolisch) een laag onderaan toegevoegd: sporten en beweging nemen. Dit is geen voedsel, maar wel een essentiële voorwaarde voor gezonde voeding en levenswijze. De voorlichtingdiensten hanteren dus nu de "actieve" voedingsdriehoek. Ook werden er enkele varianten gemaakt, voor specifieke doelgroepen. Zo staan bij groenten en fruit bijvoorbeeld ook dadels en vijgen, en bij zetmeel ook couscous.
Pasteuriseren is een proces in de voedselindustrie dat schadelijke bacteriën in aan bederf onderhevige voedselproducten vernietigt door het voedsel kort te verhitten, zonder het product te beschadigen. Het proces is vernoemd naar de uitvinder,Louis Pasteur. Pasteur en Claude Bernard voerden de eerste pasteurisatie uit op 20 april1862. Een afgeleide term ishogedrukpasteurisatie, waarbij het product onder extreem hoge druk wordt gebracht, maar niet verhit.
Bij pasteuriseren worden, in tegenstelling tot bij steriliseren, niet alle micro-organismen vernietigd. Pasteuriseren heeft tot doel het aantal micro-organismen te verminderen tot een 'veilig' niveau, dit is het niveau waarbij het niet waarschijnlijk is dat ze ziekten kunnen veroorzaken (bij gekoeld bewaren en verbruik voor de vervaldatum).
Steriliseren is een met pasteuriseren vergelijkbaar proces met een veel hogere temperatuur waardoor de smaak sterk verandert omdat de eiwitten in het gesteriliseerde product door de hoge temperatuur chemische wijzigingen ondergaan. Door deze smaakverandering is sterilisering een weinig gebruikt systeem bij voedingsmiddelen.
Fossiele brandstoffen zijn koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde, vooral in het Carboon maar ook uit andere tijdperken. Hieronder vallen aardolie, aardgas,steenkool en bruinkool. Ook turf gewonnen uit hoogveen en laagveen zijn producten in deze reeks, die echter nog niet aan de extremen van druk en temperatuur diep in de aardkorst hebben blootgestaan, die tot de vorming van kolen, olie en gas hebben geleid. Naast koolwaterstoffen bevatten de meeste fossiele brandstoffen ook zwavelverbindingen.
Het Internationaal Atoomenergie Agentschap definieert radioactief afval, nucleair afval of kernafval als materiaal datradioactieveisotopen bevat of daarmee gecontamineerd is, in concentraties hoger dan wat minimaal meetbaar is en waarvoor geen praktische toepassingen bekend zijn. Afhankelijk van onder meer de halveringstijd is dit afval gedurende korte of langere tijd (tot wel duizenden jaren) gevaarlijk voor de volksgezondheid en het milieu.
Een batterij (stroomblokje) is een voorwerp voor opslag van elektriciteit. Het bestaat uit een elektrotechnische component en spanningsbron, een combinatie van een of meerdere elektrochemische cellen, die worden gebruikt voor de omzetting van opgeslagen chemische energie in elektrische energie. Dat kan weer als elektrische energie - stroom - geleverd worden. Historisch wordt een aantal parallel of in serie geschakelde elektrochemische cellen, Leidse flessen of condensatoren een 'batterij' genoemd, in de volksmond heeft de enkele cel van de batterij de naam van het geheel overgenomen. Een auto-accu is een oplaadbare batterij, maar deze wordt in Nederland, in tegenstelling met Vlaanderen, gewoonlijk geen "batterij" genoemd.
Het symbool voor een batterij in een elektrisch schema is als volgt:
Het + en - teken worden vaak weggelaten omdat men aan de grootte van de "platen" in de tekening kan zien welke zijde de + en welke de - is. Een ezelsbruggetje is dat voor het "+" teken twee keer zoveel streep nodig is als voor het "-" teken.
De zon is een ster die zich gemiddeld op 150 miljoen kilometer afstand van de aarde bevindt. De energie die de zon uitstraalt ontstaat door kernfusie. De atmosfeer en de magnetosfeer (het magnetisch veld van de aarde) beschermen het leven op aarde tegen het grootste deel van de schadelijke straling die de zon naast licht en warmte eveneens uitstraalt. De hoeveelheid energie die de aarde bereikt, is ca. 9000 maal groter dan de energiebehoefte van alle 7 miljard aardbewoners samen. De energie bereikt de aarde als licht en warmtestraling, een mengsel vanelektromagnetische straling van verschillende golflengten, voor 99% liggend tussen 300 en 3000 nm. (De golflengten van zichtbaar licht vallen tussen 390 en 780 nm).
De atoomkernen met een massa overeenkomend met die van ijzer (ca. 56 nucleonen) zijn energetisch bezien van alle kernen in het periodiek systeem het stabielst. Bij zwaardere of lichtere kernen is het theoretisch mogelijk energiewinst te halen door het samenvoegen van lichte (kernfusie) of het splijten van zware kernen (kernsplijting). De nieuwe atoomkernen die hierbij ontstaan, zijn samen wat lichter dan de som van de uitgangsmaterialen. De ontbrekende massa is omgezet inenergie volgens de beroemde formule van Einstein,
Omdat de term c² zo groot is, komt er bij kernreacties zeer veel energie vrij, ook als maar een klein gedeelte (een paar procent) van de massa wordt omgezet. In de praktijk wordt vrijwel alleen gebruikgemaakt van de splijting van kernen van uranium- en plutonium-isotopen. Ook andere kernen, zoals die van thorium, zijn echter splijtbaar. Plutonium ontstaat vanzelf uit uranium tijdens de kernreacties in de reactorkern en wordt ook gedeeltelijk gespleten, waarbij natuurlijk ook energie vrijkomt. Gebruikte splijtstof kan voor circa 95% hergebruikt worden, men spreekt van opwerking. De overige procenten, en de materialen die als verpakking hebben gediend van de splijtingsmaterialen en die ook in meerdere of mindere mate radioactief zijn geworden, vormen samen het zogenoemde kernafval.