ZANGERSANGST

Een moderne versie van eeuwenoud hartenzeer


06-02-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Vandeplusse opende, met de stemming van een goedzakkige lamme, weer de ogen en dreef nog even in de sferen waar hij net tevoren verbleef. Tot hij bemerkte dat de twee teven de poten hadden genomen en Pavlov, de reu, even plichtsbewust als Benaar, de tijd stokgek en buitdriftig had staan verdromen. Doch Vandeplusse, volledig tegen z'n normale gemoedstoestand in, maakte zich deze keer geen zorgen. Hij zag dat de zon volop scheen en dat het goed was. En hij keek voor het eerst, zij het iets te onstuimig en tamelijk onbeheerst, in lange tijd weer uit naar morgen. Uitverkoren voelde hij zich en hij besloot te gaan douchen.

De koude douche was een hoogtepunt. Het tweede van die dag. Zij het deze keer iets korter dan het eerste. Daarna een derde hoogtepunt: warme koffie. En pas tijdens het vierde hoogtepunt, een wc-bezoek, dacht Vandeplusse terug aan de twee weggelopen teven. Het bezorgde 'm plotsklaps, of hij het nu wou of niet, last van buikkrampen en van harde-kaksymptomen. Hij vreesde hierdoor, voor eventjes maar, dat z'n aars doormidden zou worden gereten en die vrees beviel 'm hoegenaamd niet. Na nog een tijdje met die toch wel begrijpelijke en verschrikkelijke vrees opgezadeld te hebben gezeten, ruilde hij diezelfde weerzinwekkende vrees maar weer in voor de vrees omtrent de ontsnapte honden. Nadien doken dan de vrees voor alle fauna en flora van de gehele wereld, de vrees voor de mens en de vrees voor iedere vleesgeworden wens als uit het absolute niets op, ja al deze vrezen kwamen samen en hand in hand in hand vormden ze een ketting waarmede men zelfs een vliegtuig aan de grond zou houden. Doch niet zo met Vandeplusse.

Hoewel z'n hersenpan thans piepte, kraakte en knarste en wel zo hard en tergend dat het geen naam had, gaf Vandeplusse niet op met te trachten onbevreesd z'n gevoeg te plaatsen. Het deed 'm pijn, meer pijn dan hem beviel, en bij momenten duizelde de hele wc rond 'm heen. Alsof hij in een speesschip zat, was het gevoelen dat 'm bekroop. Hij greep naar de blokfluit, speelde een hoge re ('t kan ook een do geweest zijn) en daarna viel hij in katzwijm. En stortte vervolgens als een blok lomp gewicht op Pavlov, de reu, dewelke daar voor de wc-pot gewoon wat lag te liggen en geweldig schrok van de bewusteloze Vandeplusse die op z'n beurt dan weer helemaal niet schrok omdat hij immers geen enkele weet had van wat dan ook. En terwijl Pavlov stevig van zich afbeet en er in slaagde van enkele verwondingen aan te brengen aan Benaars armen en benen, kletste deze laatste tegen de grond, recht in het pompwater van de lekkende wasmachine. Daar bleef hij, bedekt onder het bloed van de hondenbeten, voor dood liggen en ondanks de ogenschijnlijke ernst der kwetsuren kreunde hij niet eens.

Onderwijl lag Pavlov reeds buiten op het gras, in het zonnetje, en staarde naar een stok. Tot er een auto stopte aan de achterkant van het huis. 't Was de witte kever van de achterdochtige vrouw. Zij was teruggekomen.

En de achterdochtige stapte uit de wagen en weer in. Daar bleef ze dan een tijdje zitten en peinsde na over wie Vandeplusse eigenlijk was. Over het nachtdier dat in 'm huisde en dat men al meermaals hardhandig doch steeds weer vergeefs ontluisde. En ze dacht ook na over de drift en de drijfveren die haar tot hier brachten. Ze rookte twee muntsigaretten kort na mekaar. En besloot toen toch even binnen te gaan kijken, kwestie van haar leven in de hand te houden. Om zich niet te laten vangen in het web van spijt spinnen en berouw beminnen. Om zich geen platte predikaten van God weet wie op te laten leggen. Ze wou immers het onmogelijke: de vermeende vrouwenhater genezen.

En Vandeplusse zelve ondertussen? Die lag zachtekens te versmoren in dat vettige pompwater tot wanneer de achterdochtige vrouw het huis binnenstapte, net op tijd om getuige te zijn van het feit dat z'n herder nog even snelsnel op 'm kwam zeiken. De vrouw trof de onfortuinlijke Benaar aan in de hierboven gekenschetste situatie. Intelligent als ze was, schoot ze direct te hulp. Ze sleepte het lompe gewicht naar buiten en lei het met het gelaat naar de zon toegekeerd. Met een immens engelengeduld drukte ze het water uit z'n borstkas weg en ging over tot mond-op-mondbeademing. En nadat zij zo enkele minuten met de redding van de drenkeling in de weer was geweest, kwam er leven in de brouwerij en alzo bewustzijn in Vandeplusse. Of dat een goede zaak was, moest nog blijken. Maar, en dat was al snel duidelijk bij de eerste woorden die hij stamelde, niks zou nog zijn zoals het ooit was geweest. Alles ging vanaf nu anders worden. Enkel nog verandering zou plaatsgrijpen. En uiteindelijk ook weer niet. En Benaar had z'n ogen open en keek, enkel en alleen omdat hij er opnieuw tegen kon, in de sprankelende zon en deze trof 'm tot in z'n zompige ziel en priemde daar zo helder krachtig en oppermachtig dat er, ondanks hemzelve, in z'n moerassige geest nieuw leven de krijsende kop opstak.

En alles werd welomrand en duidelijk, zoals reeds gezegd, behalve dan wat er van de rest van z'n leven moest geworden nu zij 'm had gered. Want thans had Vandeplusse heel wat aan haar te danken. Waardoor hun samenzijn dus een zeer verwarde toestand betekende, dewelke de man toeliet zichzelve voor de zoveelste keer te verliezen in een vrouw, een krachtige deze keer, zij het een achterdochtige, maar dacht hij dan weer dank- en kwetsbaar, bestonden er anderen en was niet hijzelve een en al achterdocht, van hoofd tot voeten, van tenen tot kruin? En, dacht hij tevens, was niet de paranoia als een glinsterend geschenk uit de gitzwarte hemel nedergestort en door 'm omklemd geworden en gaf hij daarbij immers geen blijk van haar nooit of te nooit meer te lossen? En eensklaps, en vraag 'm niet hoe of waarom, barstte hij uit in een vlaag van zinsverbijstering en werd hij ogenblikkelijk gewaar hoe hij warmer en warmer werd vanbinnen, alsof hij smolt en vloeibaar werd en weg liep te stromen in beken van liefde en eindelijk beleefde hij z'n dromen, eindelijk had z'n leven de rauwe realiteit van alledag overstegen. Hij vroeg de achterdochtige stotterend om een sigaret en slaagde er ternauwernood in een spontaan huwelijksaanzoek achter de kiezen te houden. In zichzelve startte vanaf dat tijdstip een episch schijngevecht. En hoe hij 't ook in z'n gedachten om en om liet vallen, toch deden de talloze tekenen 'm twijfelen en weifelen. Tot hij terdege besefte dat de strijd inderdaad zou leiden tot oftewel spijt en berouw oftewel tot man en vrouw. Man en vrouw, dacht Benaar en hij proefde de woorden op de punt van z'n tong. Het leidt allemaal tot kinderen in de rouw. Dacht hij daarbij. Maar dat was z'n oude ik die sprak. De nieuwe ik die zwijmelde traagjes van links naar rechts en heen en weer, en die dacht iets geheel anders. Die was verdwaasd en begeesterd tegelijkertijd en die dacht dat hij dacht dat zij zei dat zij dacht dat hij zei dat hij dacht dat hij dacht dat zei zij dat wat ze zei omdat ze feitelijk altijd al heeft gezegd wat ze denkt.

" Waarvoor dank, " zei zij. Dacht hij. En terwijl hij de wolken sigarettenrook nastaarde, zwaaide hij als een vogel zo vrij naar het einde van deze nieuwe dag en uiteindelijk verwelkomde hij als een kind zo blij het begin van mei.

Alles in 'm zong:

" Jij, jij, jij..."

06-02-2006 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull


10-02-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

In dit land, waar men in eentweedrie van een drie een twee en van een twee een nul maakt, getuigde het van een ongeziene lef dewelke daar door de achterdochtige werd tentoongespreid. Op haar knieën zittende naast het zoveelste slachtoffer dat zij hoorde te genezen. Doch middelerwijl dacht ze na. Ze dacht nu meer dan ooit. En ze ging over tot actie. Ondersteunde Benaar zo goed en zo kwaad als dat kon en nam 'm mee tot in de badkamer. Kleedde 'm daar dan uit tot op het ondergoed en waste met koud water het bloed van z'n graatmagere lichaam. Na een tijdje stond hij te klappertanden. Dus droogde ze 'm voorzichtig af en propte 'm in een stel propere kleren. Aan z'n ondergoed echter verdierf ze niet te raken. Dat zag er werkelijk niet appetijtelijk uit. En hij was al bij al toch een volwassen man. Dus hij kon dat best op eigen houtje tot een goed einde brengen. Wat zij natuurlijk niet wist, was de algehele toestand van trauma die Vandeplusse bij de keel had. Ofschoon ze wel ergens een onbestemd vermoeden voelde broeden dat er iets niet helemaal in de haak stak. Immers, 't was toch niet vanzelfsprekend te noemen dat hij werd aangevallen door z'n eigen hond?

"Jawel," stribbelde Benaar tegen, "dat is heel normaal. Dat beest lag daar gewoon wat te liggen, allez, stelt u dat voor, en dan valt er een zak aardappelen op uwe kop, dan zou 'k ook beginnen bijten. Dat is toch het meest begrijpelijke dat er bestaat. Een echte wolf komt op voor zichzelf en dat te allen tijde. Nee, nee, dat beest had gelijk. 'k Had maar beter uit m'n doppen moeten kijken."

Na deze woorden draaide hij zich naar Pavlov en klopte deze bemoedigend op de flank. Waarna hij prevelde:
"Goed gedaan, jongen, flink, heel flink."

De achterdochtige zag wat ze zag en dacht er 't hare van. Dat was niet zo moeilijk want er viel gewoonweg niet naast te kijken: de hond kwam er honderd keer beter voor dan zijn baasje. Ze wou hierover niets hardop poneren want zulke uitspraken sloegen op niks. En dan kondt ge beter zwijgen. Verder viel het haar op, weeral maar 's, dat Jojo's huis een hoogst ongezellige woonst mocht genoemd worden. Dat er niet eens warm water uit de kranen stroomde, daar geraakte ze niet bij met haar verstand. De vochtvlekken op de muren deden haar daarenboven de rillingen over de rug lopen. Ze hoorde niet dat Vandeplusse vroeg of ze zin had in thee. Zozeer zat ze ondergedompeld in haar eigen bedenkingen. Daar was 't nog altijd Oskaar die de eerste viool speelde. Ze vroeg zich af hoelang nog zijn alles-en-iedereen overrompelende nagedachtenis haar doen en laten zou bepalen. En dan, als uit het Grote Niets, viel haar die ene zin te binnen:

" Me and my shadow, walking down the avenue, no soul to tell my troubles to, just me and my shadow, walking down the avenue."

Vandeplusse ondertussen zag er afschrikwekkend uit. Behalve de oppervlakkige bijtwonden, her en der over z'n lichaam, bleek thans ook z'n linkeroog tamelijk toegetakeld. Alle kleuren van de regenboog kringelden zich rond dat oog. Hij bevond zich nu in de keuken waar hij water kookte om thee te zetten. De achterdochtige ging aan de tafel zitten en stak een sigaret op. Ze wou 'm vertellen over de brief die ze 'm meende toe te sturen maar die ze, twee dagen nadat ze deze had geschreven, verscheurde in plaats van te posten. Doch 'm nu daarvan op de hoogte stellen, wat zou daar het nut van zijn? 't Zou d'er alleen maar voor zorgen dat hij de ene na de andere vraag zou afvuren. En om dat te vermijden, bleef ze zwijgen. En terwijl ze beiden vijf minuten later in hun kamillethee zaten te roeren, was er nog altijd geen woord gevallen. Vandeplusse vond dat wel goed zo want die besefte terdege dat, als hij z'n bakkes zou opentrekken, hij niet meer zou ophouden met spreken. De achterdochtige op haar beurt werd echter ongemakkelijk van die verpletterende stilte. Die vond dat ze op zijn minst Oskaar te berde diende te brengen. Anders zou hij echt dood zijn. Immers, 't was al Oskaar wat er in haar hoofd omging (omdat hij nog steeds in haar hart hing?) en terwijl ze van de thee nipte en Benaars caleidoscopische dichtgeschroefde linkeroog bekeek, miste ze de dode nog meer. En Benaar (wat er in zijn hart omging, viel langs geen kanten en in geen enkele taal weer te geven) deed of hij het niet gewaarwerd doch hij had 't, dat spreekt vanzelf, loepzuiver in het snuitje. Aangezien hij al langer dan vandaag pas begreep dat ge met de blote hand geen ijzer kunt breken, koos hij ervoor om niet te gewagen over z'n gewaarwordingen. Hij weerstond ternauwernood de aandrang om te huilen en voelde hoe de steken van jaloezie onophoudelijk de ruïnes van z'n ego bestookten. Hij liet de afgunst en de nijd maar tekeergaan, zonder in het verweer te treden. Vroeger was dat allemaal anders geweest. Dan deed hij er veel, zoniet alles, aan om zich te verzetten. Z'n strijd, tegen dat wat hij bestempelde als z'n eigen hoogstpersoonlijke onhebbelijkheid, bestond er dan uit van over zichzelf te praten als was hij iemand die meer dan de moeite waard was om te leren kennen. Recht-door-zee, avontuurlijk, niet voor één gat te vangen, plichtsbewust, trouw, fier en van alles wat hij ondernam, deed hij niks halfslachtig. 't Was maar pas later, na enkele tientallen maanden van eenzaamheid of allenigheid of hoe moet ge dat noemen... dat altijd maar in je eigen gezelschap verkeren, dat z'n zelfbeeld taande en wegteerde tot het schamele hoopje scherven waaruit hij vandaag de dag bestond. Avontuur was aan 'm niet meer besteed en recht-door-zee? Hij liep tegenwoordig nog liever honderd kilometer om dan zich 'n weg te banen door inderhaast opgeworpen wegversperringen of plots opduikende hindernissen. En in gesprekken waar 'n mening werd vereist, verkoos hij z'n tong af te bijten, eerder dan z'n gedacht vrank en vrij te zeggen. Z'n fierheid was ook verdwenen, als sneeuw voor de zon. En dat hij niet voor één gat te vangen zou zijn, daarvan was ook gebleken dat 't maar een zinsbegoocheling was geweest. Immers, was hij niet met open ogen het grootste zwartste gat, dat hij op z'n levenspad gekruist had, ingetuind? Het begin van het einde... hij zou er nooit ofte nimmer z'n ogen voor vermogen te sluiten.

" Onnozelaar, " dacht hij , " dikke sukkel."

En toen de achterdochtige vroeg aan Vandeplusse hoe 't 'm verging, de laatste tijd, doorbrak ze de heersende stilte. De oester van geluidloosheid waarin hij zich koesterde en dewelke zij als verstikkend ervoer, kraakte in al haar voegen.

"Druk, druk, druk, " antwoordde hij.

" Met wat?" vroeg zij.

" Veel te veel druk, " mompelde hij, " is het niet van het ene dan wel van iets anders. 't Bestaan is onmenselijk. 't Leven is hard als steen. En moeilijk. Zoals m'n moeder het altoos placht te verkondigen..."

Dat, besefte de achterdochtige, was 't einde van 't gesprek. Als 'n man over z'n moeder begon, zonk de moed haar altijd in de schoenen.

10-02-2006 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull







gastenboek
  • cialis und herzproblem
  • apcialis uk cheap delivery
  • user reviews on cialis
  • acheter cialis levitra
  • gnrique du cialis en franc

    laat maar weten wat u denkt als u denkt dat u iets weet, waarvoor dank.


    Foto

    Eviva de cinema en leve de regen, hiep hiep hoera voor al die blablabla en voor hen die worden doodgezwegen!!!
    Foto

    In deze tijden van oplichting en verduistering is het uit pure noodzaak dat 'k zing...
    Foto

    Wat is er erger dan de creativiteit van een handelaar? De leugens en het zelfbedrog, dat is toch zonneklaar...
    Foto

    hei, gecorrumpeerde commerçant, blijf met je fikken van m'n kind, schreeuwde 'k tegen de wind...
    Foto

    Niet zelden zijn zij die altijd al gelukkig zijn geweest, de armsten van geest...
    Foto

    Wanneer de liefde de leegte begint te zegenen, begint 't in 't donker lichtjes te regenen.
    Foto

    Aardig bij de tijd: vaardig in onrechtvaardigheid!
    Foto

    Danke danke dank u wel, afdanken die papa en liefst heel snel, nietwaar misschien, mama tuttebel???
    Foto

    Jantje klopte d'er altijd op... op de kindjes hunne kop
    Foto

    Jantje was dan ook niet emotioneel intelligent en werd dan maar advocaat, de voddenvent
    Foto

    Later ging Jantje in de dorpspolitiek en zo werd het hele dorp ziek
    Foto

    Op het allerlaatst mocht hij niet meer met de auto rijden wegens overmatig drankmisbruik, tja, ze gaat zolang te water t
    Foto

    De verstoten vader droomt z'n enige meisje rauw tot 'n fantastische jonkvrouw en die droom droomt hij met alle macht van
    Foto

    Benaar kreeg het niet gezegd hoe iedere volle minuut een half uur geleek en hij kreeg het evenmin uitgelegd waaraan hij
    Foto

    Vooruit of terug in de tijd... Benaar leeft plichtsbewust z'n gebenedijde Benarigheid en dat dan langs geen kanten in ka
    Foto

    Er zijn zo van die dagen, er zijn zo van die dingen: Benaars onbedaarlijke bedenkingen monden steevast uit in die ene le
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    E-mail Benaar

    Druk op onderstaande knop om 'm 't eender wat te laten geworden...


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 25/12-31/12 2006
  • 19/12-25/12 2005
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs