ZANGERSANGST

Een moderne versie van eeuwenoud hartenzeer


11-12-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Maar al te vaak wordt hij, na zo'n eerste strofe onderbroken door een of andere onverlaat. Deze, van mannelijke of vrouwelijke kunne, gaat dan onverbiddelijk tegen de bandeloze gezangen in en werpt Benaar voor de voeten of zulke teksten heden ten dage echt nodig zijn.

" Moet dat, " wordt 'm letterlijk gevraagd, " moet dat nu echt? "

Meestal haalt Vandeplusse de schouders 's op en middels het kalende hoofd schuddebolt hij 's van links naar rechts. Dat dat niet moet, wenst hij daarmede spontaan te bevestigen, echter zonder daar meer woorden aan vuil te maken. En, terwijl hij de mannelijke of vrouwelijke stoorfactor vrank en vrij in de ogen kijkt, enigszins scheel weliswaar, slaat hij gelaten een akkoord aan en stort zich, zonder omzien en met veel kabaal, in een kakelverse aria:

En, geloof het of niet, doch vanuit de druppelende mensensoep maakt zich een figuur los. Die Vandeplusse beoogt wijl ze 'm komt tegemoetgetreden, die wat geld in de gitaarzak gooit en die 'm goedkeurend toeknikt en zich daarna met 'n monkellach op de lippen verwijdert. Bij het zien van het vallende nikkel, schept Benaar moed. En dat doet wel eventjes deugd, dat doet verschrikkelijk veel deugd en voor de duur van een tiental seconden vergeet de straatluis het ikke en meent hij een lichte turbulentie gewaar te worden, alsof hij ten hemel stijgt, wijl hij almaar lichter en lichter weegt. Tot z'n lichaam met iedere vezel daadwerkelijk overgaat in licht. Weliswaar bij het schijnsel van een tweedehandse schemerlamp. Doch wijl hij toch maar schoon het gevoel heeft dat z'n botten en z'n spieren enkel en alleen bestaan uit fotonen. De reinste occasieklaarte gelijkt hij. Dat, en dat alleen is op dat eigenste moment het meest oprechte gevoel dat hij heeft en dat als een momentane waarheid in 'm leeft. En hij blijft, verder pulkend aan de gitaarsnaren, de jagende duivels uitdrijven. Argeloos bouwend op drie akkoorden, uit volle borst alle doorgemaakte teneergeslagenheid van 'm afzingende, verzengende in een verhitte woede. 'n Vlammende Franse koleire die, jaren aan een stuk het al verterende, 'm tot op de laatste vezel uitputte en iedere cel in 'm het licht ontnam. Waardoor z'n leven in steeds sneller terugkerende cycli werd herschapen tot een kolkende schemering. Thans, ja thans, komt alles er in één grote gulp uitgegutst, als klaterwater waarop hele horden associaties gelijk monumentale brokken wrakhout tegen elkaar aan liggen te schuren. Alsof hij onder hoogspanning staat en er onverdroten onbewuste droomstoten door z'n lijf en leden sidderen. Dat hij iets van een verkouden merel heeft, bedenkt Benaar ineens, en op andere ogenblikken vertoont hij het gedrag van een kruisspin die zich verslikt in haar drift en verstrikt geraakt in een uitgestrekt, eigenhandig gewoven web. Hij herinnert zich wonderwel de eerste keer dat die gedachte vanonder de hersenpan in z'n leefwereld sijpelde. En aangezien Vandeplusse - ook al kroop hij bij nacht en ontij de straatstenen op om serenades te brengen aan de afzichtelijken en de schonen van de fenomenale sekte - beter dan wie ook besefte dat een dusdanig denken op de zenuwen ging beginnen werken, vooral op de zijne, zong zoveel hij geven kon en dat dagen en nachten naeen. Zodat het op den duur niets anders meer geleek dan echt werken. Arbeiden voor z'n kost. Al was het dan zwart.

'n Ietsiepietsie zwarter dan de lucht was, maandagavond laatstleden, toen hij - na de krant te hebben gelezen diep bedroefd en om de levendige zelfmoordzucht te verdrijven - vanuit het oude huurhuis naar het station van Sint-Niklaas schoof. In het zwerk zweefden wolken in vele stomende tinten donker- en nog donkerder grijs zodat Vandeplusse moest denken aan iets eeuwenouds en wel zo eeuwenoud was dat waaraan hij dacht dat hij bijna begon te schreien van rauwe ellende. De opwellende tranen zorgden ervoor dat de wolken ineens geleken op een zompige zwarte waas die door ziljoenen mensenhanden gedurende eeuwen en eeuwen flink door mekaar was geroerd geworden. Westwaarts toog de zon zachtjesaan naar de zijdezachte horizon. Het was negen uur, of iets vroeger of iets later, wanneer Vandeplusse de stationscafetaria binnenschaatste en zich een koffie bestelde. Vanaf een tafeltje aan het raam verdwaalden Benaars ogen in het magisch dampende luchtschilderij. Op de radio speelde op hetzelfde moment iets van ABBA. Overspoeld door het gerinkel van glazen en overstemd door een emmer blabla.

11-12-2005 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull


12-12-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Het is die zaterdagavond, in die lente van tweeduizend en drie, daags na de splinterbom die viel op de groenen, en aan de kathedraal, dat Benaar - en hij wist begot niet hoe of waarom- zichzelve weer in dat station van Sint-Niklaas ziet zitten. Terwijl hij daar in die Oostvlaamse stad als een zwetende bezetene aan het bekomen was van de net geschaatste rit. Achter de koffie. Starend in de rondtuimelende maandagavondhemel. En gaandeweg geraakte hij uitgekeken op het wieken en het malen van de verpletterende wolken. En Vandeplusse mijmert, daar aan die kathedraal, over hoe hij de moeë ogen afwendde. Af van de roetige hemelkoepel en recht de cafetaria binnen, waar de klandizie en de routine van het verbruik een ongemakkelijke indruk boden. Ongemakkelijk voor Benaar omdat hij zichzelve in iedere aanwezige meende te herkennen:

" ... en over hoe 'k schroomvallig en wanhopig in d' ogen van die talloze gehavende gezichten zag, met hun afhangende schouders onder hongerige blikken. Ingevallen wangen, donkere kringen en harde trekken rondom monden die zwegen en dronken aan pinten en zogen aan sigaretten en rook uitbliezen en terug de bloedeloze lippen sloten. Over de vele verhalen van kommer, kwel en ellende die, hoewel onuitgesproken, gewillig over en terug kaatsten. Ze weerspiegelden gelijk visuele echo's van glas naar glas. De rook in het gelagzaaltje was om te snijden. Dat vervreemdende gevoel stak plotsklaps de kop op. Nergens anders was die vervreemding sterker dan hier. Sensatie die gelijk is aan de sensatie die leeft in de wachtkamer van de dood. Alsof men er nooit meer uit kan en er voor altijd zal dienen te vertoeven. Een enkeling zat te snoeven tegen z'n drinkebroers en hij schold z'n ex-vrouw de huid vol. Z'n makkers kenden dat liedeke ondertussen al van buiten en ook van binnen en reageerden ogenschijnlijk boudweg koud en onverschillig. De jeremiades van de snoever gingen gaandeweg verloren in het kabaal van vier kaarters. Die zaten tegen het deurgat en verloren zich nu en dan in hevig gevloek en heftig gegesticuleer. 'k Keek ondertussen terug uit het raam en op een of andere wijze werd het me plotsklaps duidelijk. En daarenboven daagde het me meer dan ooit tevoren dat het nooit of te nimmer duidelijker zou worden. Alle mist was in een tel opgetrokken, elke nevelflard van voor m'n gedachtewereld weggerukt. En 'k voelde me verwarmen, alsof 'k ieder ogenblik van de weeromstuit licht ging beginnen geven. En 't was uiteindelijk niet meer dan het opborrelen van het waarachtige leven. 't Schopte me tegen de schenen, 't trampelde me op de tenen, 't stampte me in de kloten en dreef alle zintuigen op de top hunner kunnen. Maar bovenal... 't verwarmde. Toen 'k die warmte meer dan overduidelijk gewaarwerd, rees het besef dat alles alleen nog bestond uit ruis en gruis. Ruis in de oren, gruis in het hart. Verpulverde dromen en langzaamaan dovende lichten. Vergane levenslust en verdronken eilanden. Overgesneden luchtwegen. Afgedankte longen. Afgedankte jongen. En zo was 'k, zoals altijd, in steeds dezelfde kringetjes draaiend, weer bij mezelve uitgekomen. En dat betekende een zoveelste voorlopig einde van het heilzame dagdromen. In de plaats daarvan verscheen het afzichtelijke monster dat vertwijfeling heet. En zelfs in haar lamslagende lelijkheid huist ergens een vonk van schoonheid die een sterveling pas raakt op de meest onverwachte tijdstippen. In bed, bijvoorbeeld, de laatste momenten voor het inslapen. Of onder de warmwaterstraal van de douche. Of op het toilet, net voor de ontlasting de riolen wordt ingeschoten. Of achter de voordeur, roerloos en met ingehouden adem, nadat er voor de tweede keer naeen werd aangebeld. Of somtijds ook in de tuin, bij het zien van de zon terwijl ze traag maar zeker baan ruimt voor de maan. En als alles ten langen leste dan veranderde in twijfel, en als alles dan van alpha tot omega één en al twijfel was, dan wachtte 'k tot de genoegdoening opdoemde. Hoewel dat wachten weliswaar niet zelden een ware marteling betekende, gaf 'k niet op. En dikwijls, heel dikwijls, werd dat wachten beloond. Door een vogel te horen kwetteren vanuit het struikgewas, of een grasspriet te zien wuiven in de wind. Of door het proeven van de zomer die door de dagen en de luchtlagen zindert en paraat staat om aan te vangen. En tezamen met de zomer beginnen andere dingen te dringen. Bijvoorbeeld de gedachte dat het leven geprangd zit in een volrijpe kers en dat... "

" Hei, " klinkt er ineens een stem, " tegen wie zijt gij bezig, jong? Er luistert geen kat. En als ge dan toch een gitaar bij hebt waarom probeert ge er dan 's niet op te spelen? Of weet ge misschien niet hoe dat moet misschien? "

Een luid gelach klotst en botst over de kasseien en tolt rond door de Jan-Blomstraat. Voor enkele seconden drijft Benaar opnieuw weg en reddeloos verloren in de boulevard van de twijfel, de illusie en de waan van ieder etmaal. Daarna verdroomt hij de avond met plotsklaps in te zien dat, dankzij Jan Blom, de kathedraal staat waar ze staat. En hij droomt lustig verder, aangaande het leven als ding an sich, hetgene 'n uiterste concentratie vergt, en over z'n toekomst als werkelijk te maken werkelijkheid. Ondanks de kwaadaardigheid van die avonddroom, althans dat deel dat handelde over z'n toekomst, kan Benaar niet anders dan glimlachend en met gesloten ogen het visioen ondergaan. Z'n mond opent zich ’n weinig en er verschijnt een gemaakte lach op de lippen. Er staan zweetdruppels onder z'n neus en plotsklaps komt er een soort gemurmel vanuit de keel opgeborreld. Alsof hij in een traumatische trance gevangen wordt gezet. En hij, hij lacht ermee en strooit heel z'n treurniswekkende toekomst uit over de kinderkoppen van de Jan-Blomstraat:

" En almaar onderweg zijnde, zal het landschap een ietsiepietsie veranderen doch de begroeiing in de bermen en de beemden des te meer. Het paars van de mariadistel valt meer dan eens op. Fluitenkruid gedijt geruime tijd om dan bijna onmerkbaar over te gaan in een palet van hagewinde en heggewikke die zich omhoog werken langs de stengels van brandnetels. De zaaddoosjes hiervan zullen doorbuigen maar de stengels blijven, ondanks de loden last op hun ranke gestel, sierlijk met hun uiteinden in het ijle hangen. Rondomrond lucht. Wijl het brandnetelzaad groeit en bijna uit de doosjes knalt. En op tweeëntwintig juni zal 'k ergens Sint-Janskruid zien en wat verder weer Sint-Janskruid en dat is twee dagen te vroeg en dat vloekt met de overlevering. En met de daarmee gepaard gaande zekerheid die, hoewel een illusie, bij momenten een broodnodige opstoot voor het geloof kan betekenen. En nog wat verder weer, en nu nog meer, Sint-Janskruid. Dat is dan van het goede te veel. De geschiedenis mag niet gesard worden. Sinterklaas verschijnt evenmin vroeger dan de hem toebedachte datum. Het kan echt niet worden ontkend dat rituelen een ontstaansgeschiedenis met zich meedragen. En dat deze straatoude rituelen bijgevolg minutieus dienen te worden nageleefd. En dat de politiek hiervoor moet zorgen. En dat politici moeten heersen. Want voortdurend is er crisis en daardoor nood aan machtsbeesten waar de zelfverklaarde redders des vaderlands dan op handige wijze een deugd van weten te maken. Alsook gapen de gaten in de leidersmarkt als nooit voorheen en kan elkeen die goed van oren en poten voorzien is, een gooi doen naar de oppergaai van de oppermacht. Verder blijft het toneel zich ontrollen voor het goede doel en wanneer er al 's iets aan de vingers blijft kleven? Ach, dan is dat des mensen en daarenboven... een frauduleuze uitschuiver verwijt men niemand een gehele leven. Gelet op het feit tegelijkertijd dat er in de maatschappij drie types zijn die slagen, te weten de eerzuchtigen, de intriganten en de onbekwamen. En die medelevenslozen worden dan leiders. Kneden uit het zuurste desem de zoetste broodjes. Sukkelen van overeenkomst naar compromis. En, met een overdaad aan wegomleggingen en verkeershindernissen, weer terug naar overeenkomst. En het scenario loopt maar verder. Het script schrijft namelijk zichzelf. Omdat het toneel nu eenmaal rare wetten kent. De meeste ongeschreven. En naast haar wetten en geslepen messen kent zij ook haar geschiedenis. En daar zijn de oudste wetten immer en immer oraal doorgegeven. Want de echte wetten, die kende iedereen losweg op het duimpje en van binnen en van buiten. Die dienden niet te worden neergegriffeld in klei of op perkament. En dan zijn er altijd lieden die het ongeschrevene aarts- en staatsgevaarlijk vinden. Omdat daarover geen controle valt uit te oefenen. Omdat het dagelijks bestuur vanuit den Hoge niet kan bijgesteld worden. En dan beginnen er sommigen hoogdravend te ijlen, precies of ze lijden aan een esoterische zonneslag. En dat dan nog bij heldonkere nacht. En is het werkelijk van dat of lijkt het alleen maar zo, dat onze leiders steeds opnieuw gevaar scheppen door eigengereide optredens, te kust en te keur? Leiders die zichzelf redden, de rituelen verminkende en de geschiedenis misbruikende om, ja, om wie weet welk wangeloof te belijden. Naar 'k vermeen toch geen realisme. Noch altruïsme noch idealisme. Indien er werkelijk een woord op deze obscure sociosofische stroming dient te worden gekleefd, laat dan gewis en zeker dit het enige woord zijn dat hier de kat een kat noemt en de koe een koe: watismedatisme. En een heel land, één grote natie, in de greep daarvan. Als het ware gegijzeld door de verkozen wereldvreemden die niet in staat schijnen van die gemeenschap als een gezin te leiden, te begeleiden en te ontwikkelen. Een uit haar voegen gebarsten en onderontwikkeld gezin, dat spreekt niemand tegen, dat bestaat uit vallende stervelingen en drijvende drenkelingen die eensgezind kijken op de enkelingen die zichzelf gelukkig achten. Terwijl elkeen van die haveloze schare nagenoeg hetzelfde lot te beurt valt. In gevangenschap genomen door corrupte cipiers die zichzelf ternauwernood weten te beredderen. Zolang de sleutel maar past op het slot. In het huis van bewaring. Dit terloops. En in de waterkanten zal het slanke riet ten hemel klimmen, ontvouwt de moerasspirea de witte bloemen in vertakte schijnschermen en duiken her en der fiere kattenstaarten op die zich als purperen pijlen vantussen het rijzige riet wurmen... "

12-12-2005 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull


13-12-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

En plotseling slaat Vandeplusse op woeste wijze en met een kracht, bijna eender aan die waarmede z'n beide grootvaders zaliger de spade in de grond en de ploeg over de akker dreven, met de vingers van de rechterhand op de zes snaren van z'n gitaar en onder zoveel onbeheerste energie begeeft één van de snaren het. Zodus, op vijf snaren, rammend als een bezetene, vertelt Vandeplusse over z'n leven:

En Benaar Vandeplusse... die staat daar gewoonweg te staan. En onderwijl te loeien als een koe. En in plaats van verder te zingen, stokt de stem in z'n keel en, alzo afgeleid door dit nieuwste lichamelijke ongemak, vangt Benaar opnieuw aan met uitzichtloos piekeren en gewetensvol dubben omtrent van alles en nog wat. De grootste onnozelheden eerst. Hoe het komt, bijvoorbeeld, dat het leven, in het beste geval dan nog, altijd scheen gepaard te gaan met incontinentieluiers en kleurloze permanenten. En met pijn in het hart en met pijn in de gewrichten. En Benaar vraagt zich tevens af om domheid sieren kan. Hetgene hij echter onmiddellijk durft te betwijfelen. Maar dat van die incontinentieluiers en die kleurloze permanenten, dat oogt onweerlegbaarlijk waarachtig. Daaromtrent zal nimmer twijfel rijzen. Net zomin als aan de pijn in het hart en in de gewrichten. En met de sluimerende doofheid erbij genomen, niet te vergeten. De oprukkende blindheid, evenmin over het hoofd gekeken. De stokkende organen. De dichtslibbende bloedbanen. De wegvlietende asem. De hand van God die zich van elk schouwspel wegtrekt. De zucht van de dood die zich muisstil aanbiedt. En hoe varkens worden vetgemest en dan geslacht, hoe de gediplomeerde beenhouwer hen in stukken hakt, hoe de dronken kok - diep in z'n eigen soep verzonken - hun hersenen kookt en hun ingewanden bakt, hoe de beschaafde klant ze schaamteloos vreet en later, zoals dat in mensentermen heet, ze zonder een zweem van schuldgevoel weer uitkakt. Van de mond naar de anus en van de anus naar de mond, zo gaat alle voedsel steeds maar biobio in het rond. Van de mond naar de kont en van de kont weer naar de mond. 't Is spotgoedkoop en op de koop toe vlezig, pezig en gezond.

13-12-2005 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull


15-12-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Het verfomfaaide gelaat, de gekreukte kleren en de afgetrapte turnpantoffels geven Benaar - en dat echt niet alleen vandaag - de aanschijn van een gemakloze dakloze. Hoewel hijzelve maar al te zeer beseft dat hij voorlopig nog over een eigen woonst beschikt. Met een dak, met een slaapkamer, met een bad, met een gemak en met een keuken. Daarin een ijskast en een fornuis. Een tafel en twee stoelen. Enkele geschonden borden, wat beschimmeld bestek. Een lavabootje, een matras en een gaskachel. Kortom, aan het belangrijkste geen gebrek. Niet zelden is het dat hij begrijpt dat hij daarvoor dankbaar moet zijn. Even vaak is het dat hij tot z'n grote schaamte dient te erkennen dat dat soort van dankbaarheid 'm volkomen vreemd blijft voorkomen. Ondanks het naakte begrip daaromtrent. Want dat begrip alleen volstaat niet om die welbewuste dankbaarheid aan eender wie of wat te tonen. En God, die zou het wel begrijpen en Vandeplusses stuurse stuurloosheid als een stille vorm van erkentelijkheid beschouwen. Hetgene de poorten naar de hemel dag na dag iets meer, ja, tot bijna wagenwijd, openzet. En Benaar heel goed beseft dat men over God niet praat. Er hoogstens gedurig aan denken maar daarover eens, al is het eenmalig, de mond roeren, nee, dat hoort niet. Meer zelfs, in het openbaar slaat dat meestal als een tang op een varken. En wie wil zich daarmee bezighouden, met het zinloze slaan van een tang op een tam varken? Het huiszwijn, met de liefelijk kruivende krulstaart en het ruffende geknor, dat als een onschuldig zoogdier zichzelve bij tijd en wijlen vrij hongerig overgeeft aan het ledigen van de trog om zich daarna geestdriftig te wentelen in de modder? Nog geen klein beetje stinkend naar de zeik van een ouwe bok en naar de stront van een spreeuw die net bezig is geweest van zich te goed te doen aan een hele resem vlierbessen.

Loerend op het volgende aandachtig luisterende oor, blijft Benaar bezig met stokstijfstil te staan, de gitaar voor 'm opgehouden gelijk een guerrillastrijder z'n Minimi draagt. Van zodra er een meisje van ongeveer zestien voorbijkomt, valt het 'm pas op hoeveel jeans er op straat te zien is. De uniformiteit van slechte smaak heerst alom. De lelijkste schoenen onder de meest vormeloze broeken, de meest afzichtelijke blouses onder de meest smakeloze jasjes. Kommer en kwel van het vertoonde leven. En een erbarmelijke modecode. Dat vooral. Vanuit esthetisch oogpunt bekeken. Wordt de relevantie van zulke beschouwingen dan onder de loep genomen, dan krimpt Vandeplusse een beetje ineen en dat vindt hij dan al even zielig als de altijd en overal aanwezige smaakterreur. En Benaar, de occasionele beenhouwer, krijgt het zoveelste subjectieve inzicht in z'n eigen netenleven. Dat hij, objectief waargenomen, een uitermate triestig mannetje is. En tot leven gewekt door een bacterie. Die bitter ruikt en zuur smaakt. En hij slikt en tracht dan tegen z'n eigen inzichten in te gaan door weer meer goesting te staan kweken, goesting teneinde te zingen. En na enkele seconden kruipt er elektromagnetisch vuur door de aderen en het ruggenmerg en plotsklaps krijgt hij daar een onstuitbare zangdrang te verwerken en, naar hij meent, zingt hij maar voor een neutrale waarnemer lijkt het eerder op een bandeloos kwaken:

Daarna krijgt Vandeplusse het koud en stopt hij met z'n ziel uit te storten. Hij grabbelt het stuk van twintig eurocent weg uit de gitaarzak en bekijkt het nauwkeurig. Hij ziet er niets verdachts aan en besluit even te gaan bezinnen over z'n toekomst en hoe haar kletterende bestemmingsontwrichting te sturen. En, net als hij de gitaar heeft weggeborgen en zich omdraait om een café op te zoeken, een koffie te nuttigen en huiswaarts te keren, valt z'n oog op een obscuur figuur dat dichterbij komt gedrenteld. Zulks is niet de eerste keer en dat zal ook niet de laatste keer wezen. Vandeplusse bemerkt dat het spichtige personage zich in het gezelschap van een geel bord bevindt. Messcherpe opmerkzaamheid is hierbij langs geen kanten vereist geworden omdat het bord een meter hoog boven het gepette hoofd zit geheven. Sporadisch houdt die vreemde kerel dat schijnbaar belangwekkende bord omlaag, en wel op de momenten dat hij last krijgt in de elleboog. Ondertussen flitsen de ogen van die rare snuiter van links naar rechts en ze stoppen maar met flitsen wanneer ze op vrouwenlichamen botsen. Oftewel wijvenlijven. Dan worden ze precies als glanzende boter, die ogen, maar toch ook een beetje met een woeste wolvenblik daaronder, onder die harde boter, en dan houdt die magere snoeshaan dat bord terug omhoog maar nu met de andere arm en hij spreekt de mensen rechtstreeks aan, te luider stemme, evenwel zonder ze lastig te vallen of zich op enigerlei onfatsoenlijke wijze op te dringen. Het is pas thans dat Vandeplusse echt geïnteresseerd begint te geraken. Hij neemt de rolschaatsen mede, stapt op de lawaaierige man af en vraagt 'm wat er eigenlijk op dat rondzwaaiende Blitzbord te lezen staat.

15-12-2005 om 00:00 geschreven door Criétiff Peepull







gastenboek
  • cialis und herzproblem
  • apcialis uk cheap delivery
  • user reviews on cialis
  • acheter cialis levitra
  • gnrique du cialis en franc

    laat maar weten wat u denkt als u denkt dat u iets weet, waarvoor dank.


    Foto

    Eviva de cinema en leve de regen, hiep hiep hoera voor al die blablabla en voor hen die worden doodgezwegen!!!
    Foto

    In deze tijden van oplichting en verduistering is het uit pure noodzaak dat 'k zing...
    Foto

    Wat is er erger dan de creativiteit van een handelaar? De leugens en het zelfbedrog, dat is toch zonneklaar...
    Foto

    hei, gecorrumpeerde commerçant, blijf met je fikken van m'n kind, schreeuwde 'k tegen de wind...
    Foto

    Niet zelden zijn zij die altijd al gelukkig zijn geweest, de armsten van geest...
    Foto

    Wanneer de liefde de leegte begint te zegenen, begint 't in 't donker lichtjes te regenen.
    Foto

    Aardig bij de tijd: vaardig in onrechtvaardigheid!
    Foto

    Danke danke dank u wel, afdanken die papa en liefst heel snel, nietwaar misschien, mama tuttebel???
    Foto

    Jantje klopte d'er altijd op... op de kindjes hunne kop
    Foto

    Jantje was dan ook niet emotioneel intelligent en werd dan maar advocaat, de voddenvent
    Foto

    Later ging Jantje in de dorpspolitiek en zo werd het hele dorp ziek
    Foto

    Op het allerlaatst mocht hij niet meer met de auto rijden wegens overmatig drankmisbruik, tja, ze gaat zolang te water t
    Foto

    De verstoten vader droomt z'n enige meisje rauw tot 'n fantastische jonkvrouw en die droom droomt hij met alle macht van
    Foto

    Benaar kreeg het niet gezegd hoe iedere volle minuut een half uur geleek en hij kreeg het evenmin uitgelegd waaraan hij
    Foto

    Vooruit of terug in de tijd... Benaar leeft plichtsbewust z'n gebenedijde Benarigheid en dat dan langs geen kanten in ka
    Foto

    Er zijn zo van die dagen, er zijn zo van die dingen: Benaars onbedaarlijke bedenkingen monden steevast uit in die ene le
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    E-mail Benaar

    Druk op onderstaande knop om 'm 't eender wat te laten geworden...


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 25/12-31/12 2006
  • 19/12-25/12 2005
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs