Foto
Inhoud blog
  • de kakariki ( nieuw)
  • ringmaten europese vogels
  • vraag en antwoord (30-05- 2015)
  • vogels kopen (bijgewerkt 31-10-2014)
  • vraag en aanbod bijgewerkt 8-7--2015
  • links
  • evolutie van de sijs (bijgewerkt)
  • conditie vogels(de vogelliefhebber-hok-stam-voeding)
  • ingezonden stukken (bijgewerkt tm 29 juni)
  • vogels te vet
  • vererving bij de sijs
  • vogel ziekten (bijgewerkt)
  • aandachtspunten 2014 (bijgewerkt 10 mei 2014 )
  • ringmaten en kleur
  • de roodborst tapuit nieuw 2014
  • de tuinfluiter nieuw 2014 (Bijgewerkt 30-5-2015)
  • mexicaanse roodmus pheao (bijgewerkt (30-12-2016)
  • japanse nachtegaal (bijgewerkt 15-5-2015)
  • geelbuiksijs (bijgewerkt t/m 30-5-2015)
  • treursijzen (bijgewerkt t/m 4 okt 2013)
  • dennensijs (bijgewerkt t/m 29-09-2014)
  • magellaansijs/zwartkopsijs(bijgewerkt t/m 30-5-2015)
  • baardsijs(bijgewerkt t/m 07april 2013)
  • yarrelsijs(bijgewerkt)
  • de zwarte sijs (nieuw)
  • zwartborstsijs(bijgewerkt t/m 4 okt)
  • kapoetsensijs (bijgewerkt 30-05-2015)
  • Elzensijs (bij gewerkt t/m 015-05-2015)
  • duitse kuiven (bijgewerkt 30-5-2015)
  • algemeen(bijgewerkt 07-12-2016
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
  • dennendijs (john)
        op dennensijs (bijgewerkt t/m 29-09-2014)
  • Een interessant adres?
    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    brobbe
    www.bloggen.be/brobbe
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    linken
    www.bloggen.be/linken
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    domeinen
    www.bloggen.be/domeine
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    medicijnen
    www.bloggen.be/medicij
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    filesoof
    www.bloggen.be/filesoo
    Mijn favorieten
  • marktplaats
  • kapaza
  • vogelmarktplaats
  • www.paulsbird.nl
  • digitale fotografie
  • Over mijzelf
    Ik ben pim bakker
    Ik ben een man en woon in in limburg (belgie) en mijn beroep is was docent HBO/manager en had een eigen organisatie bureau .
    Ik ben geboren op 19/05/1941 en ben nu dus 82 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: fotografie,tuin en vogels.
    ik ben lid van de Werkgroep Amerikaanse sijzen (WAS) KEV belgie en de BNEC en exotica.Verder studeer ik voor foto graaf
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    zoek je nog een leuke site over vogels kijk dan eens op www.paulsbirds.nl


    Heeft u het hoofdje conditie
    vogels al geopend
    daar staat heel veel in over
    de liefhebber
    zelf, de verschilende kooien,
     de bodembedekking en het
    kweken van een stam enz zeer
     veel Verder heb ik bij de
    five fancy een interessant maar
     moeilijk stuk geplaatst over
    kleur vererving en heb ik bij de
    dennen sijs een mooie
    zelfgemaakte foto neergezet.
    wilt u op mijn kwekerslijst
    staan geef u dan op via mijn mail
    w.bakker@telenet.be
    neem eens een kijkje op
    www.bloggen.be/slissen
    www.bloggen.be/clubbruggeonline
    deze site is bijgewerkt
    sinds 29-06-2012 en kijk ook
    eens op mijn site
    www.bloggen.be/
    pim_bakkers_fotografie

    amerikaanse sijzen
    zaadeters
    vogelwereld in de voliere
    18-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel ziekten (bijgewerkt)

    Indien vogels een optimale verzorging genieten en alle levensnoodzakelijke voedingsstoffen in voldoende mate krijgen aangeboden, zal de kans op ziekte en gebreken relatief klein zijn. Toch blijft de mogelijkheid altijd aanwezig dat een vogel ziek wordt. Omdat de meeste vogels slechts 24 uur zonder voedsel kunnen, is bij ziekte een snelle diagnose gewenst. Zieke vogels dienen altijd direct uitgevangen en apart in een ziekenkooi (zie ook bij “ziekte en ziekenkooi“) gezet te worden. Besmetting van andere vogels wordt door deze handelswijze zoveel mogelijk voorkomen. Het verblijf waarin de zieke vogel zich bevond dient direct te worden ontsmet. Voederbakken, drinkflesjes en zitstokken vragen hierbij extra aandacht. Gedurende een aantal dagen zul je bij de andere vogels extra attent moeten zijn op eventuele ziekteverschijnselen. Bij ziekte van een vogel kan de diagnose natuurlijk het beste gesteld worden door een dierenarts. Het is ook de dierenarts die veelal de medicijnen zal moeten verstrekken. Helaas moet ik echter opmerken dat er te weinig dierenartsen zijn, die gespecialiseerd zijn in ziekten van vogels. Een ander probleem is dat een dier niet kan aangeven waar hij/zij lasten van ondervindt. Dit in tegenstelling tot mensen, die dat wel kunnen. Het stellen van een juiste diagnose zal dan ook, ingeval we met vogels te maken hebben, erg moeilijk zijn. Mogelijk dat dit webpagina u bij het stellen van een diagnose enigszins behulpzaam kan zijn. De ziekten en gebreken worden in alfabetische volgorde behandeld.

    BLOEDARMOEDE
    Bloedarmoede kan ontstaan door de gevreesde bloedmijt (rode vogelmijt).
    De kleur van o.a. slijmvliezen, huid en poten is bij vogels, die lijden aan bloedarmoede lichter, daarbij zien we vaak een gewichtsafname bij de vogel.

    Therapie:
    Verbeter de voeding en de huisvesting.
    Ingeval van bloedmijten dien je deze te bestrijden met een mijtenspray. De mijtenspray dient onschadelijk te zijn voor de vogels. Ter voorkoming en ter bestrijding van de rode bloedmijt schijnen de zogenaamde Vapona cassettes erg goed te voldoen. Eén cassette is voldoende voor een ruimte van 30 à 40 m.
    Zie verder onder bloedmijt.

    BLOEDMIJT (RODE VOGELMIJT)
    De rode vogelmijt is een zeer klein, nauwelijks door het oog waar te nemen spinachtig diertje. Bij warm, zomers weer vermenigvuldigen mijten zich zeer snel en kunnen dan in elk vogelverblijf terecht komen. Het is echt geen schande om zo nu en dan eens last van mijten te hebben. De rode vogelmijten verschansen zich overdag in spleten,kieren en gaten en kruipen s'nachts te voorschijn om bloed te
    zuigen bij de vogels. Volgezogen mijten zijn als rode punten herkenbaar. Bij aanwezigheid van bloedluis zult u, wanneer u met een mes door kieren/naden strijkt (nestkastje!!), bloedsporen op het mes aantreffen. Mijten zijn voor volwassen vogels niet direct (levens)gevaarlijk maar op de lange duur
    zullen ze er zeker door verzwakken. Speciaal voor broedende wijfjes kunnen mijten zeer irriterend zijn. Nestjongen kunnen door het bloedzuigen in één nacht worden gedood als zich in de spleten van nestkastjes of zelfs tussen de bodem van de blok en de nestholte mijtennesten hebben gevormd. U dient dan ook altijd uiterst waakzaam te zijn ten opzichte van mijten.
    Alvorens u nestkastjes verstrekt dient u deze eerst te behandelen met een mijtenspray of met een gasbrander "uit te branden". De mijtenspray die u kiest dient onschadelijk te zijn voor de vogels.

    Therapie:
    Rode bloedmijt kan bestreden worden met een mijtenspray.
    Zoals reeds eerder aangegeven kan ter voorkoming en ter bestrijding van de rode bloedmijt ook gebruik worden gemaakt van een zogenaamde Vapona cassette. Eén cassette is voldoende voor een ruimte van 30 à 40 m. (bijvoorbeeld 3x5x2 m.).

    BUIKWATERZUCHT
    Ingeval sprake is van buikwaterzucht zien we aan beide zijden van de stuit van de vogel vetbollen, die hard aanvoelen. Buik en borst voelen daarentegen zacht aan en hebben een wazig gele kleur. Dit euvel wil nog we eens optreden bij vogels, die teveel sepia tot zich nemen.


    Therapie:
    De therapie bestaat uit een overdosering aan lijnzaad. Wanneer de vogels onvoldoende van dit zaad opnemen kan men het lijnzaad koken en het vocht wat hieruit ontstaat verstrekken als drinkwater. Een hardgroene kleur van de ontlasting verraad dat het lijnzaad z'n werking heeft gedaan.


    CLAGGING (KLEVERIGE, INGEDROOGDE UITWERPSELEN ROND EN OVER DE CLOACA)
    Bij vogels (vooral grasparkieten) met clagging is sprake van plakkerige, ingedroogde uitwerpselen die zich rond en over de cloaca van de vogel hebben opgehoopt. Het gevolg hiervan is dat de vogel zich niet kan ontdoen van z'n faeces en urine.
    De afvalproducten hopen zich binnen in de vogel op en eindigen binnen enkele dagen met de dood van de betreffende vogel.
    Wat de oorza(a)k(en) van clagging zijn is nog niet geheel duidelijk. Een mogelijke oorzaak zou een overdaad aan slijmproductie in de onderste deel van de ingewanden zijn, maar ook andere oorzaken kunnen (nog) niet worden uitgesloten. Aan de universiteit van Liverpool wordt dan ook nog steeds onderzoek gedaan naar het verschijnsel clagging.  

    Therapie:
    De droge, plakkerige uitwerpselen dienen niet zomaar losgetrokken te worden, maar moeten zacht gemaakt worden met water en daarna voorzichtig verwijderd worden. De huid onder de aangekoekte uitwerpselen is dikwijls ontstoken en pijnlijk. Het aanbrengen van een zachte huidcrème zal de vogel zeker goed doen en in sommige gevallen komt het voor dat de crème verhindert dat er nog meer uitwerpselen aan de vogel blijven kleven.
    Aangekoekte uitwerpselen moeten minstens tweemaal per dag worden verwijderd en dient volgehouden te worden tot genezing is opgetreden. De enige andere therapie is een behandeling met antibiotica.  
    Tot op heden zijn er nog geen aanwijzingen dat clagging besmettelijk is.


    CONSTIPATIE (VERSTOPPING)
    Wanneer teveel `stoppende' zaden, zoals bijvoorbeeld blauwmaanzaad, worden verstrekt kan de vogel z'n ontlasting niet kwijt. De vogel zit in zo'n geval onrustig op de zitstok en heeft veelal geen lust tot eten.

    Therapie:
    Verstrek groenvoer, fruit en in vet gewreven raapzaad. Pas verder de voeding van de vogel(s) aan, zodat constipatie voor altijd tot het verleden behoort.

    DARMONTSTEKING (ENTERITIS)
    Diarree is een specifieke kenmerk van een darmontsteking.
    Daarnaast zitten vogels met een darmontsteking lusteloos in elkaar gedoken met de kop tussen de veren.
    De oorzaken van een darmontsteking kunnen talrijk zijn.
    Wees bij een darmontsteking bedacht op de volgende oorzaken:

    1. Bedorven voedsel
    Voedsel kan ranzig worden wanneer het niet goed wordt opgeslagen. Rul (vochtig) gemaakt eivoer is vooral bij warm weer snel onderhevig aan bederf.
    Vogelzaden dienen droog en koel bewaard te worden. Verstrek eivoer zoveel mogelijk droog. Bij warm weer dient rul gemaakt eivoer minimaal 2 keer per dag verwisseld te worden.  

    2. Te koud drinkwater.
    Te koud drinkwater, bijvoorbeeld drinkwater met een temperatuur van enkele graden boven nul, moet niet aan vogels worden verstrekt. Drinkwater kan het beste worden aangeboden op kamertemperatuur.

    3. Teveel aan ijzer in de voeding
    Water met een hoog ijzergehalte (bijvoorbeeld welwater of water uit roestige drinkbakken) kan de oorzaak zijn van een grijsachtige diarree.
    De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand.

    4. Teveel vochtopname
    Oorzaken hiervan kunnen zijn, teveel zout in de voeding en het verstrekken van teveel groenvoer.
    Ga de samenstelling van de voeding na en stop met het verstrekken van groenvoer.

    5. Tochtige huisvesting
    Tocht in het vogelverblijf kan er de oorzaak van zijn dat vogels kouvatten. Kouvatten gaat vrijwel altijd samen met een darmontsteking en dus diarree.
    Een tochtvrije huisvesting is hier de voor de hand liggende oplossing.

    6. Wormen
    Wanneer zich wormen in de darmen van de vogel bevinden zullen deze afvalstoffen uitscheiding. De uitscheidingsprodukten van deze wormen zijn giftig waardoor diarree bij de vogel kan ontstaan.
    Toedienen van een anti wormmiddel, bijvoorbeeld Ivomec, volgens voorschrift is hier de remedie.


    7. Te eiwitrijk voedsel
    Vogels die een te hoge concentratie aan voedingseiwitten krijgen voorgeschoteld, kunnen als gevolg hiervan in de diarree raken.
    Dit probleem is simpel op te lossen door het eiwitgehalte in de voeding te verlagen. Is het verstrekte zaadmengsel te eiwitrijk dan moeten de zaden met een hoog eiwitgehalte vervangen worden door zaden met een laag eiwitgehalte.

    8. Vergiftiging.
    Bij opname, kunnen met bestrijdingsmiddelen behandelde groenvoeders, diarree veroorzaken.
    Groenvoeders dienen altijd goed `gewassen' te worden alvorens ze aan de vogels worden verstrekt. Verstrek nooit groenvoeders waarvan u niet zeker weet of ze behandeld zijn met bestrijdingsmiddelen.

    Therapie bij diarree:
    Als eerste worden de veren die besmeurd zijn met ontlasting gewassen met een spons en lauw water. Vervolgens plaatsen we de zieke vogel in een ziekenkooitje, waarin de temperatuur boven de 35 graden Celsius moet zijn.
    Verstrek enkelvoudige voedersuikers zodat de vogel snel over energie kan beschikken. Door het verstrekken van enkelvoudige suikers (bijvoorbeeld druivensuiker) wordt de vogel weer snel in staat gesteld zijn normale voedsel op te nemen. Enkelvoudige suikers kunnen het beste in water worden opgelost en als drinkwater (kamertemperatuur!! en 2 keer daags verversen) worden verstrekt. Indien de vogel te zwak is om te drinken kan de oplossing met behulp van een kropnaald of voederspuitje (met slangetje) rechtstreeks in de krop worden gebracht. Als voeding verstrekken we blauwmaanzaad en andere stoppende zaden. Daarnaast kunnen beschuitkruimels worden gegeven met wat houtskoolpoeder of Norit. Het laatste kan ook vermengd worden met de (stoppende) zaden.
    Zo gauw verbetering optreedt, kan gestopt worden met het verstrekken van de in water opgeloste enkelvoudige suikers.
    De temperatuur in de ziekenkooi dient zeer geleidelijk teruggebracht te worden.
    Het is altijd verstandig een dierenarts te consulteren. Deze zal naar alle waarschijnlijk een antibioticum, bijvoorbeeld Vibravet, voorschrijven.

    DIARREE
    Zie bij darmontsteking (enteritis).

    DOORGROEIENDE ONDERSNAVEL
    In het bijzonder bij kromsnavels, zoals grasparkieten, kan het voorkomen dat de ondersnavel doorgroeit. In zo'n geval kunt je de snavel gewoon bijknippen. Als je er niets aan doet krijgt de vogel problemen bij het pellen van zaden en zal dus, wanneer je niet ingrijpt, uiteindelijk verhongeren.  

    KALKPOTEN
    Vooral de wat oudere vogels willen hier nog wel eens last van ondervinden.
    Mijten zijn veelal de oorzaak van kalkpoten. De mijten veroorzaken een chronische ontsteking onder de hoornschubben. Er wordt een kalkachtige aanslag gevormd waaraan de ziekte zijn naam dankt.

    Therapie:
    De aangetaste delen moeten worden ingesmeerd met slaolie, waaraan jodium is toegevoegd.
    Een andere therapie is de poten enige tijd in warm sodawater te dompelen en vervolgens de poten met behulp van een penseeltje in te strijken met terpentine. Na deze behandeling dienen de poten ingesmeerd te worden met vaseline.

    KOUVATTEN
    Kouvatten kan gemakkelijk veroorzaakt worden door grote temperatuurverschillen. Ook een tochtige en vochtige huisvesting kan aanleiding geven tot kouvatten. Een andere oorzaak kan zijn dat een vogel kouvat na het baden.
    Vogels die kougevat hebben zitten als een zielig bolletje in elkaar gedoken met de kop tussen de veren. De vleugels hangen naar beneden en de ademhaling is bemoeilijkt. Veelal vloeit uit de neus een slijmerige vloeistof die er de oorzaak van is dat de vogel vaak moet niezen.                                  

    Therapie:
    Een vogel die kou heeft gevat plaatsen we in een ziekenkooitje, waarin de temperatuur boven de 35 graden Celsius moet zijn. Verstrek enkelvoudige voedersuikers zodat de vogel snel over energie kan beschikken. Door het verstrekken van enkelvoudige suikers (bijvoorbeeld druivensuiker) wordt de vogel weer snel in staat gesteld zijn normale voedsel op te nemen. Enkelvoudige suikers kunnen het beste in water worden opgelost en als drinkwater (kamertemperatuur!! en 2 keer daags verversen) worden verstrekt. Indien de vogel te zwak is om te drinken kan de oplossing met behulp van een kropnaald of
    voederspuitje (met slangetje) rechtstreeks in de krop worden gebracht. Als voeding verstrekken we volop fruit, groenvoer en een goed zaadmengsel. Zo gauw verbetering optreedt kan gestopt worden met het verstrekken van de in water opgeloste enkelvoudige suikers. De temperatuur in de ziekenkooi dient zeer geleidelijk teruggebracht te worden naar kamertemperatuur.
    In ernstige gevallen is het verstandig een dierenarts te consulteren. Deze zal dan naar alle waarschijnlijk een antibioticum voorschrijven.

    KROPZIEKTE
    Vogels die aan kropziekte lijden braken voortdurend hun krop leeg. Het braaksel bestaat uit een kleverig slijm. Door voortdurend slingerende bewegingen met de kop te maken besmeurt de vogel uiteindelijk het hele gezicht en tenslotte ook de kop- en halsveren met dit slijmerige braaksel.
    Eigenaardig bij deze ziekte is dat de veren niet opgezet, maar glad gestreken gedragen worden.
    Een vogel die aan kropziekte lijdt moet binnen 24 uur worden geholpen omdat hij/zij anders sterft.

    Therapie:
    Toediening van een antibioticum (tetracycline) is voor deze ziekte de enige effectieve therapie. Antibiotica is bij een dierenarts te verkrijgen.

    LANGE NAGELS
    Vogels met te lange nagels hebben grote kans ergens achter haken te blijven. Daarnaast zullen lange nagels bij mannelijke vogels een goede bevruchting van de pop in de weg staan. De lange nagels zullen immers, wanneer de man bij de paring op de rug van de pop plaatsneemt, als een soort van dolken in de huid van de pop prikken?

    Therapie:
    Leg de vogel met z'n rug op de handpalm en hou het pootje tussen duim en wijsvinger vast. Kijk tegen het licht door de nagel. De bloedvaatjes zijn door de nagel heen zichtbaar. Knip met een nagelschaartje, net voor het bloedadertje, de nagel af. Indien er toch bloed te voorschijn komt dan het bloed stelpen met bloedstelpende watten.

    LEGNOOD
    Van legnood is sprake als de vrouwelijke vogel haar ei niet kan leggen. Ingeval van legnood verlaat de pop het nest en gaat met opgezette veren op de bodem zitten. Legnood treedt op bij te jonge popjes en bij popjes die te intensief moeten broeden (meer dan 3 broedronden). Grote wisselingen in de temperatuur alsmede hevige kou kan eveneens legnood veroorzaken.

    Therapie:
    Popjes met legnood moeten zeer voorzichtig gevangen worden. Eénmaal gevangen worden ze in een vochtige warme doek gewikkeld en boven een pan kokend water gehouden (denk om brandwonden!). Bij dit alles is het aan te bevelen de cloaca van het popje in te smeren met slaolie.
    Een ander therapie die kan worden toegepast is het achterlijf van het popje beurtelings in warm (handwarm!) en koud water te dompelen. Ook hier is het aan te bevelen de cloaca in te smeren met slaolie.
    Een derde mogelijkheid is enkele druppels lauwe slaolie met een spuitje (zonder naald!) in de cloaca te druppelen.
    Bedenk dat het eitje onder geen voorwaarde in het vogellichaam mag breken, omdat dit ongetwijfeld de dood van het popje tot gevolg zal hebben.


    LONGSTUWING
    Ingeval van longstuwing heeft de vogel een moeilijke, onregelmatige ademhaling.
    De oorzaak is veelal gelegen in temperatuur schommelingen en de overgang van een lage naar een hoge relatieve vochtigheid.
    In ons wisselvallig klimaat, zo zal u duidelijk zijn, kan dit nog wel eens voorkomen.  

    Therapie:
    De enige remedie is schommelingen in temperatuur en vochtigheid tegen te gaan. Regelmatige controle m.b.v. een thermometer en een hygrometer kan u hierbij meer inzicht verschaffen en mogelijk helpen het probleem op te lossen.

    ONTSTOKEN OGEN
    Ontstoken ogen willen nogal eens voorkomen in de wintermaanden. Ook in overbevolkte vogelverblijven alsmede  bij het transport van vogels wil dit probleem nogal eens optreden.
    Veelal treedt dit probleem ook op bij slecht geventileerde vogelverblijven.
    In het laatste geval dient de ventilatie in het vogelverblijf verbeterd te worden.

    Therapie:
    Behandel de ontstoken oog met boorwater. Het uitwassen dient te geschieden met een in boorwater gedrenkt watje. Bij het uitwassen het watje slechts één keer gebruiken.
    Een hardnekkige oogontsteking zal behandeld moeten worden met een antibiotica zalf,bijvoorbeeld globenicol oogzalf, die bij een dierenarts is te verkrijgen.


    ONTSTOKEN VETKLIER
    De vetklier ligt bij de vogels aan de staartbasis op de stuit.
    Bij een ontsteking raakt de klier verstopt, terwijl de vetproductie doorgaat. Het vet hoopt zich daardoor op en gaat op het darmstelsel drukken. Het gevolg hiervan is dat de vogel zijn ontlasting moeilijk kwijt kan.
    Bij vogels die weinig gelegenheid tot baden hebben en of bij vogels die onvoldoende ruimte hebben om te vliegen wil deze vetklier nog wel eens ontsteken.
    De vogels regelmatig gelegenheid geven tot baden en of voldoende ruimte geven om te vliegen zijn de voor de hand liggende oplossingen voor dit probleem.

    Therapie:
    Op de plaats van de ontsteking kan trekzalf worden gesmeerd. Over het algemeen is dit voldoende om de vetklier weer snel te doen genezen.


    ORNITHOSIS (VOGELZIEKTE)
    Ornithosis ook wel vogelziekte genoemd, is sterk verwant aan psittacosis, ook wel papagaaieziekte genoemd. De verwekkers van beide ziekten zijn virussen. Vogelziekte en papagaaieziekte hebben geen erg duidelijke symptomen. De symptomen komen nog het meest overeen met de verschijnselen zoals die gezien worden bij griep. Deze verschijnselen zijn: opgezette veren, kortademigheid, ontstoken ogen en `lopende' neus.
    Door de neusafscheiding zien we bij de vogels vaak vieze veren.
    De ziekte is zowel voor vogels als mensen besmettelijk!!

    Therapie:
    Ingeval van ornithose of psittacosis zal een dierenarts moeten worden geconsulteerd. De dierenarts zal antibiotica voorschrijven.

    PIPZIEKTE (ONTSTOKEN VETKLIER)
    Zie bij onstoken vetklier.


    POOTFRACTUUR
    Pootfracturen kunnen ontstaan door ongelukken of gevechten.
    Ook als de vogels (s'nachts) ergens van schrikken kunnen pootfracturen gemakkelijk optreden. Een klein nachtlichtje kan dit risico verkleinen.

    Therapie:
    Een gebroken poot moet worden gefixeerd. Voor het fixeren kan gebruik gemaakt worden van een opengeknipt rietje of een veerschacht. De poot dient goed recht gehouden te worden en omwonden te worden met 1 - 3 windsels leukoplast.
    De vogel dient apart gehuisvest te worden in een kooi zonder zitstokken. Om aanpikken van het windsel te voorkomen kan de vogel een halskraag omgedaan worden.
    Het windsel mag na 14 dagen verwijderd (voorzichtig doorknippen) worden.

    PSITTACOSIS (PAPAGAAIEZIEKTE)
    Zie bij ornithosis.

    RUI
    Bij het ruien worden de oude veren vervangen door nieuwe. Bij veel vogels voltrekt de rui zich in ongeveer 6-7 weken.  
    Veelal ruien vogelsn twee keer per jaar. De eerste ruiperiode vindt in de lente plaats en de tweede eind juli, begin augustus. Wanneer de voeding en de huisvesting het gehele jaar door goed geweest is, zal de rui over het algemeen probleemloos verlopen. De rui is dan ook geen werkelijke ziekte. Wanneer voeding en huisvesting onvoldoende zijn geweest, kunnen zich tijdens de ruiperiode problemen voordoen.
    Ter voorkoming van problemen tijdens de ruiperiode dient derhalve de voeding en de huisvesting het hele jaar door goed te zijn.

    Therapie:
    Door de vorming van nieuwe veren bestaat er bij de vogels een extra behoefte aan dierlijke eiwitten. We kunnen de vogels tijdens de rui dan ook helpen door ze extra dierlijke eiwitten (meelwormen, mierenpoppen e.d.) te verstrekken. Ook het dagelijks natsproeien van de vogels met behulp van een plantenspuit helpt de rui bevorderen.

    SCHURFTMIJT
    Schurftmijten leven dag en nacht op de vogels en veroorzaken wratachtige woekeringen. De schurftmijten graven gangen in de huid en voeden zich o.a. met huidweefsel. De verschijnselen zijn veelal het eerst waarneembaar bij de washuid van de snavel. De aandoening is besmettelijk voor andere vogels.

    Therapie:
    Een met schurftmijt besmette vogel moet behandeld worden met een insecticide. Ernstige woekeringen dienen eerst enkele dagen met een insecticide worden geweekt.
    Daarnaast kunnen de wratachtige woekeringen met zuurvrije vaseline worden ingesmeerd, waarbij u er op bedacht moet zijn dat de neusgaten vrij blijven.
    Raadpleeg bij met schurftmijt besmette vogels een dierenarts.  

    VEDERLUIZEN/VEDERMIJTEN
    Vederluizen en vedermijten kunnen veeruitval veroorzaken. Ook remmen ze groeiende veren in hun ontwikkeling.

    Therapie:
    Voor het stellen van de (juiste) diagnose is het raadzaam veren op te sturen of mee te nemen naar een dierenarts.
    De veren dienen dan wel, direct nadat ze zijn uitgetrokken, in een goed afgesloten plastic zakje te worden gedaan. Gebruik geen veren die op de bodem liggen, de luizen of mijten zitten hier namelijk niet meer op!  
    Vederluizen en vedermijten moeten bestreden worden met een insecticide.
    Raadpleeg bij een besmetting van vederluis of vedermijt een dierenarts.

    VERWONDINGEN
    Verwondingen kunnen gemakkelijk voorkomen. Door gevechten of ongelukken kunnen zowel kleine als grote verwondingen ontstaan. Kleine wondjes genezen in de meeste gevallen wel spontaan. Grotere wonden, vooral die aan de kop, moeten behandeld worden.

    Therapie:
    Gewonde vogels moeten, net als overigens alle zieke vogels, apart gezet worden. De kans bestaat namelijk dat andere vogels aan de wond gaan pikken.
    Wonden dienen ontsmet te worden. Het ontsmetten kan gebeuren met jodiumtinctuur, jodium zalf (bijvoorbeeld: betadine jodiumzalf) of andere ontsmettingsmiddelen.
    Zonodig en indien mogelijk kan de wond verbonden worden. Om te voorkomen dat de vogel aan het verband of aan de wond gaat pikken kan een halskraag gegeven worden.
    Grote wonden moeten gehecht worden door een dierenarts. Bij grote verwondingen daarom altijd een dierenarts raadplegen.

    VLEUGELFRACTUUR
    Vleugelfracturen ontstaan vrijwel altijd door ongelukken.

    Therapie:
    Indien een vogel een vleugelfractuur heeft opgelopen dient de gebroken vleugel met een verband tegen het lichaam te worden gefixeerd. Hiervoor zijn een drietal windsels noodzakelijk.
    Het eerste windsel wordt rond de borst en voorzijde van de vleugels aangebracht. Het tweede windsel rond de buik en het midden van de vleugels en het derde rond de staart en eindpunten van de vleugels.
    Het verband mag na ruim twee weken worden verwijderd.

    WORMEN
    Een wormbesmetting vindt plaats doordat de vogel wormeieren of larven van besmette vogels opneemt. Bij een chronische worminfectie zien we een algehele achteruitgang in conditie en vermagering.
    Indien niet wordt ingegrepen zal de vogel uiteindelijk sterven. Vooral jonge vogels blijken gevoelig voor worminfecties. Worminfecties zien we vaak in de warme zomermaanden optreden.
    Met betrekking tot worminfecties kunnen we onderscheid maken tussen worminfecties in het darmkanaal en worminfecties in de luchtwegen.

    Therapie:
    Vogels met een worminfectie dienen een zogenaamde anti-wormmiddel, bijvoorbeeld ivormectine, toegediend te krijgen. Het anti-wormmiddel dient strikt volgens voorschrift te worden gegeven.
    Een goede methode van ontwormen is het wormmiddel toe te dienen met behulp van een druppelpipet, voederspuit met slangetje of kropnaald.
    Gezien het besmettingsgevaar dient tijdens de wormkuur de vlucht te worden gereinigd en moeten nieuwe zitstokken worden aangebracht.
    Na de wormkuur, die veelal uit twee fasen bestaat, dient ook het binnenverblijf te worden gereinigd en ontsmet (zie hoofdstuk `Reinigen en ontsmetten'). Hierbij horen ook de drink- en voerbakken alsmede eventueel aanwezige broedblokken.

    ZWEETZIEKTE
    Bij de zweetziekte zien we nestjongen nat in het nest liggen, alsof ze zweten. De zweetziekte zien we alleen in de broedperiode en wordt veroorzaakt door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen.

    Therapie:
    De therapie moge duidelijk zijn. Verstrek het gehele jaar door een goede voeding, inclusief de nodige mineralen en sporenelementen.


    HET DODEN VAN VOGELS
    Wat mijzelf betreft is dit onderdeel het meest vervelende van de hobby. In de meeste gevallen, zo heeft u kunnen lezen, kunnen ziekten en gebreken voorkomen worden. In die gevallen, waarin een vogel niet beter wordt of kan worden, zal de kweker een keuze moeten maken. Hierbij zal hij zich de vraag stellen in hoeverre de vogel nog langer pijn moet lijden en of het niet beter is de vogel uit z'n lijden te verlossen.
    Het snel en vooral pijnloos doden van een zieke vogel kan het beste gebeuren met narcose-ether, dat bij de apotheker te verkrijgen is.
    Stop de zieke vogel in een klein plastic zakje (bijvoorbeeld een boterhamzakje) en giet hier een klein beetje narcose-ether bij in (ca. 15 ml. is wel voldoende). Knoop vervolgens het zakje dicht en ruim de vogel op.

    Tot slot nog het volgende.
    Wees er zeker van, alvorens u zelf gaat `dokteren', dat de diagnose, die u gesteld heeft, de juiste is. Bij twijfel dient u altijd tijdig de dierenarts te raad plegen.
    Hetzelfde geldt voor ziekten die niet  op deze webpagina zijn behandeld.      


    ONTSMETTINGSMIDDELEN EN BESTRIJDINGSMIDDELEN
    Ter bestrijding van ziekten en ongedierte zijn respectievelijk ontsmettingsmiddelen en bestrijdingsmiddelen noodzakelijk.   Zoals uit bovenstaande al duidelijk wordt, hebben beide middelen een verschillende functie.
    Een ontsmettingsmiddel wordt gebruikt om een vogelverblijf te zuiveren van bacteriën, virussen en schimmels.
    Een bestrijdingsmiddel is bedoeld ter bestrijding van zowel uitwendige parasieten (o.a. luizen en mijten) als inwendige parasieten (o.a. diverse soorten wormen).  

    Ontsmettingsmiddelen
    Ontsmetten van het totale vogelverblijf (inclusief drink- en voederbakken) is noodzakelijk indien één van de vogels een besmettelijke ziekte heeft opgelopen. De zieke vogel dient onmiddelijk uitgevangen en apart gezet te worden. Deze handelswijze is erop gericht de betreffende vogel beter te kunnen behandelen en besmettingsgevaar tegenover andere vogels te voorkomen. Omdat er grote kans bestaat, dat de zieke vogel het vogelverblijf en de materialen in het vogelverblijf heeft `besmet', is een grondig uitgevoerde ontsmetting van het totale vogelverblijf noodzakelijk.
    Ontsmettingsmiddelen dienen met zorg gekozen te worden. De voorschriften, die op de verpakking staan, dienen daarbij met zorg te worden opgevolgd.
    Voorbeelden van ontsmettingsmiddelen zijn:
    Halamid, Halapur, Kresolzeep en Creoline.

    Bestrijdingsmiddelen
    Zoals reeds werd opgemerkt zijn bestrijdingsmiddelen bedoeld ter bestrijding van ongedierte.
    Vederluis en bloedmijt zijn hier voorbeelden van.
    Ook voor bestrijdingsmiddelen geldt, dat ze met zorg gekozen moeten worden. De voorschriften, zoals die worden aangegeven in de gebruiksaanwijzing, dienen met zorg te worden opgevolgd.
    Voorbeelden van bestrijdingsmiddelen zijn:
    Dieetreen  -  bestrijdingsmiddel tegen insekten en mijten
    Noury Hoofdwater  -  bestrijdingsmiddel tegen bloedmijt
    Anti-Scaly face -  bestrijdingsmiddel tegen schurftmijt. 

     

    Door  het  vochtige weer en de grote temperatuursverschillen kan de coli bacterie in elk hok uitbreken vooral bij kanaries. Plotseling sterven alle jonge vogels en je weet niet waarom. Ga niet zelf vogelen, maar raadpleeg een dierenarts die van wanten weet als het om vogels gaat. Omdat ik om mij heen nogal wat vogelliefhebbers ben tegengekomen die veel dode jongen hadden plaats ik het volgende artikel;
    Infectieziekten: bacteriën

    De serie "In vogelvlucht" bestaat uit een aantal artikelen met achtergrondinformatie over de gezondheid van kooi- en volierèvogels.
    In de eerste aflevering gaan we aandacht besteden aan infectieziekten bij vogels. Als vogelhouder kun je zelf heel wat doen om je vogels gezond en fit te houden. Na het lezen van dit artikeltje weet je wat meer over (ziekmakende) bacteriën en hoe je de kans op infectieziekten bij je vogeltje kunt verkleinen.

    Bacteriën, wat zijn dat voor beestjes?
    Een bacterie is een relatief eenvoudig eencellig organisme. De meesten bacteriën zijn heel erg klein: de gemiddelde grootte is ongeveer 0,001 millimeter (éénduizendste millimeter). De vorm van de diverse bacteriën wordt gebruikt voor een systematische indeling, zonder dat daarbij relaties in verwantschap worden aangegeven. Toch kan men op basis van vorm en ligging al een groot aantal bacteriën van elkaar onderscheiden. Er zijn verschillende soorten bacteriën, te veel om allemaal op te noemen. Enkele voorbeelden zijn:

    • - Coccen: bolvormige bacteriën zoals de Streptococcus pyogenes
    • - Bacillen: staafvormige bacteriën zoals de Yersinia pestis
    • - Spirillen: spiraalvormige gebogen staafjes

    De manier waarop de cellen ten opzichte van elkaar liggen kan verschillen. Dit komt doordat cellen na de celdeling vaak op karakteristieke wijze groeperen. Zo kunnen coccen los liggen, maar ook in ketens zoals bijvoorbeeld de streptokokken, of in trosvormige groepjes zoals de stafylokokken. (Staphylos is het Griekse woord voor "druif").

    Groeien bacteriën altijd en overal?
    Nee, bacteriën groeien niet zomaar. Ze zijn best kieskeurig, de omgeving moet geschikt zijn om te kunnen groeien. Voldoet de omgeving niet aan die eisen, dan zullen bepaalde bacteriën zich niet vestigen of niet kunnen groeien. De aan- of afwezigheid van zuurstof of een bepaalde temperatuurhoogte zijn enkele belangrijke voorwaarden voor bacteriegroei.

    Commensalen
    Sommige bacteriën hebben zich perfect aangepast aan mens of dier. Deze bacteriën noemen we commensalen1. Ieder mens (of dier) is gastheer van miljoenen commensalen. Het lichaam past zich voortdurend aan door antistoffen tegen deze bacteriën te produceren waardoor ze slechts zelden problemen veroorzaken. Sterker nog: ze stimuleren de verdedigingsmechanismen, denk maar aan de "goede" bacteriën die in de menselijke darm leven.
    Een beperkt aantal bacteriën kunnen min of meer ernstige infecties veroorzaken. In dat geval spreken we van pathogenen (=ziekteverwekkers). Indien mens of dier in contact komt met pathogenen, betekent dat niet automatisch dat hij of zij daadwerkelijk ziek wordt. Dit is onder andere afhankelijk van:

    • - De algehele gezondheid van mens of dier
    • - De agressiviteit van de ziekmakende bacteriën
    • - De snelheid waarmee het immuunsysteem reageert op vreemde indringers

    Soms wordt een bacteriële infectie voorafgegaan door een virale infectie zoals een verkoudheid. Antibiotica2, nemen om een virale infectie te genezen is zinloos: deze middelen zijn namelijk niet werkzaam tegen virale infecties. Een virus is een heel ander "beestje" dan een bacterie.
    Toch komt het voor dat een dierenarts een antibioticum inzet bij een virale infectie, maar alleen als er een ernstige bacteriële infectie op de loer ligt. Een virusinfectie -zoals een verkoudheid- tast namelijk de weerstand van een grasparkiet én het slijmvlies van de luchtwegen aan, waardoor bacteriën zich gemakkelijker kunnen nestelen. Een luchtweginfectie bij een vogel kan zeer ernstig kan verlopen, omdat de luchtzakken bij de infectie betrokken kunnen worden. De dierenarts wil deze ernstige infectie ten allen tijde voorkomen, en schrijft preventief een antibioticum voor om bacteriën geen kans te geven.

    Wanneer wordt er antibiotica voorgeschreven?
    Het immuunsysteem van mens en dier produceert na enkele dagen voldoende antistoffen en verdedigingscellen om vreemde indringers uit te schakelen. Soms gaat het echter mis. Bij sommige ernstige bacteriële infecties zoals hersenvliesontsteking is het afweersysteem niet in staat om snel genoeg te reageren. In dit soort gevallen is het noodzakelijk om antibiotica te gebruiken die de infectie kan bedwingen.
    De (dieren)arts beoordeelt de ernst en de aard van de infectie. Hij of zij moet daarvoor eerst een diagnose stellen. Daarna weegt de (dieren)arts de voor- en nadelen van een behandeling met antibiotica af (mogelijke resistentie3, bijwerkingen).
    Gebruik nooit antibiotica die je "zomaar" van iemand "krijgt" of die je "gewoon" in een winkel kunt kopen. Het is zinloos, het wekt resistentie in de hand en het bemoeilijkt een eventuele latere diagnose door de (dieren)arts. Daarbij komt nog iets heel belangrijks: niet alle bacteriën zijn gevoelig voor hetzelfde antibioticum!

    Hoe kan ik de kans op infecties bij mijn vogels verkleinen?
    Helaas worden ook vogels getroffen door bacteriële infecties. Uitwerpselen en voedselresten zijn ideale voedingbodems voor bacteriën (en tevens een bron van bacteriën!). Het is dus belangrijk om de kooi of volière inclusief toebehoren grondig en frequent schoon te maken, vergeet daarbij ook de speeltjes niet. Gebrekkige verzorging en slechte voeding zorgen voor een verzwakt immuunsysteem bij de vogel, met alle nare gevolgen van dien. Zorg dat het eten en drinken van je vogeltje niet verontreinigd kan worden met uitwerpselen. Haal stukjes fruit en groente na een uurtje uit de kooi. Geef dagelijks vers drinkwater en ververs het in de zomermaanden minimaal twee keer per dag.

    Tip:
    Het is belangrijk om te weten dat vogels andere bacteriën bij zich dragen dan mensen. Sommige bacteriën die mensen bij zich dragen (zoals de E. Coli bacterie) kunnen ernstige infecties veroorzaken bij vogels. Als je besmet water drinkt (of besmet voedsel aanraakt en opeet) kan de infectie (eventueel via hand-mondcontact) overgedragen worden op vogels. Was daarom altijd goed je handen als je je gevederde vriend gaat verzorgen en laat hem of haar nooit voedsel uit je mond eten!


    Coli / Zweetziekte / Adenovirus / E. Coli complex

    Escherichia coli (E.Coli) is een bacterie. Deze kan normaal gesproken ook in de darm voorkomen, maar wordt een probleem als deze andere bacteriën gaat verdringen.
     

    Er zijn veel verschillende ondersoorten E. Coli, ieder met hun eigen ziekmakende eigenschappen.
     

    Een van de bekendste ziekte die E.Coli veroorzaakt is zweetziekte. Deze komt voor bij de jongen van papegaaiachtingen maar vooral bij kanaries, trouwens ook andere voliere vogels kunnen het krijgen. De E.Coli-bacterie veroorzaakt ziekte door het produceren van gifstoffen. In de darm zorgen deze ervoor dat de darmcellen veel vocht gaan afgeven, hierdoor wordt de darminhoud vloeibaar en krijgen de vogels waterdunne, slijmerige diarree. Dit zorgt ervoor dat ze in een hoog tempo uitdrogen en veel voedingsstoffen verliezen, ze kunnen in grote getale sterven. De nesten en jongen worden erg nat (vandaar de naam zweetziekte) omdat de ouders de dunne mest niet meer kunnen weghalen.
     

    Bij oudere vogels kunnen de gifstoffen behalve de darm ook andere organen aantasten. Hierbij kunnen de vogels veel gaan drinken (bij aantasting van de nieren). Ze kunnen kreupel worden (bij gewrichtsontsteking). Bij kippen komen ontstekingen van de eierstokken en eileiders voor. Ze kunnen sterven als deze zich uitbreiden naar de buikholte.
     

    Bij onze vogels komt Coli vaak voor in combinatie met een adenovirus. Hierbij wordt gedacht dat de vogels eerst een besmetting met het virus oplopen. Door de verminderde weerstand als gevolg hiervan zijn ze gevoeliger voor E. Coli. De combinatie van deze ziektes zorgt voor slome dieren, die niet eten, ze drinken vaak veel en hebben dunne, slijmerige mest. Door aantasting van de lever kan deze groen gekleurd zijn.
     

    Bij jonge vogels kunnen grote groepen ziek worden. Bij oudere zijn het vaak de al wat zwakkere dieren die vooral aangetast worden.

    Diagnose

    E. Coli kan uit de darminhoud/diarree gekweekt worden.

    Behandeling

    Met antibiotica. Bij onvoldoende effect, kan een antibiogram gemaakt worden. Hierbij wordt de E. Coli die de problemen veroorzaakt gekweekt en vervolgens wordt gekeken welke antibiotica hier het beste tegen werkt.

     

    Ook bij duiven met een gecombineerde besmetting, wordt behandeld met antibiotica. Na het oplossen van de besmetting met E. Coli, moet de vogel vervolgens zelf het virus bestrijden.

    Voor alle zekerheid en duidelijkheid: E.S.B.3 is geen anti-biotica en werkt dus niet bij bacteriën, maar is een sulfa-preparaat tegen vooral coccidien -dit zijn inwendige parasieten- en tegen bepaalde micro-organismen. In de vogelwereld is het een doeltreffend middel tegen coccidiose en het is ook het meest geëigende middel tegen lankesterella (grote leverziekte).

    In de praktijk blijkt, dat men het nogal eens gebruikt om coccidiose te voorkomen en in andere gevallen spreekt men van betere kweekresultaten. In beide gevallen is het een oneigenlijk of wel verkeerd gebruik. Coccidiose voorkomt men vooral door een goede verzorging van de vogels, dat wil zeggen:
    1. Een strenge selectie van de kweekvogels.
    2. Een goede hygiene en met name een droge bodem.
    3. Geen zaad, eivoer, e.d. op de bodem.
    4. Ook tijdens het broeden de kweekkooien goed schoonmaken.
    5. De jonge vogels vooral niet teveel zaad, maar volop eivoer geven.
    6. Jonge zelfstandige vogels pas nadat de rui voorbij is, bij de volwassen vogels plaatsen.
    7. Het totale aantal vogels aanpassen aan de ruimte en de tijd die u ervoor heeft. Als u dan nog zorgt voor een goede ventilatie en niet te hoge temperaturen, heeft u al veel gewonnen.

    Kuren met E.S.B.3 voor de kweek om de vogels te vrijwaren van coccidien lijkt niet erg zinvol. Als u bovenvermelde punten in de praktijk brengt en de vogels in hun totaliteit een gezonde indruk maken, kunnen er beslist niet veel coccidien aanwezig zijn. Het is echter zeer wel mogelijk, dat de vogels enkele coccidiën bij zich hebben, maar dat hoeft beslist geen ongezonde zaak te zijn. Integendeel, onder normale omstandigheden geeft deze aanwezigheid de vogels juist de gelegenheid om een (natuurlijke) weerstand op te bouwen en dat is het meest ideaal.
    Wanneer u voor de kweek gaat kuren, maakt u de eventueel aanwezige coccidien kapot, maar u ontneemt de vogel tevens de gelegenheid om een natuurlijke weerstand op te bouwen. Daarmee maakt u de vogels als het ware steriel. Het grote nadeel is, dat als er dan een besmetting met coccidien komt, het meteen raak is. D.w.z. een massale infectie met hoge sterfte.
    Samengevat: wie geen problemen heeft met zijn vogels is totaal verkeerd bezig indien toch E.S.B. 3 aan de vogels wordt gegeven. Juist dan gaat men om problemen vragen. Zij, die min of meer regelmatig coccidiose onder de vogels hebben, moeten misschien wel E.S.B.3 gebruiken. Maar wanneer zij niet tegelijkertijd de oorzaken aanpakken (genoemd onder punt 1 t/m 7) moeten ze E.S.B.3 blijven gebruiken en blijft het dweilen met de kraan open.
    Meermalen tijdens de kweek kuren met E.S.B.3 is om precies dezelfde redenen onzinnig. Het verstrekken van E.S.B.3 om betere kweekresultaten te krijgen, dat wil zeggen alleen maar meer vogels, maar meestal niet beter of sterker, is een echte vogelliefhebber onwaardig. Wie alleen maar vogels kan kweken door het hele jaar door E.S.B.3 te geven of andere geneesmiddelen, is dermate verkeerd bezig, dat men zich in alle ernst kan afvragen of men dan niet een geweldig stuk anti-propaganda voor onze hobby maakt. Zou het niet beter zijn, wanneer zo iemand maar zo gauw mogelijk stopt met het houden van vogels?
    Bij twijfel of uw vogels gekuurd moeten worden, kunt u de (gespecialiseerde) dierenarts een mestonderzoek van de vogels laten doen. In dat geval hebt u meer zekerheid over de conditie van uw vogels.


    Lankesterella of Atoxoplasmose.


    E.S.B.3 gebruik en voorkomen van lankesterella (grote leverziekte).
    Wie geen coccidiose bij de vogels heeft en ook niet gehad heeft, hoeft zich ook geen zorgen te maken ten aanzien van deze ziekte, aangezien lankesterella een gevolg van coccidiose is. En ook hier geldt dat punt 1 t/m 7 de beste preventie is. De zaak ligt echter anders, wanneer men deze ziekte bijvoorbeeld het afgelopen jaar onder de vogels gehad heeft. De vogels zien er dan wel gezond uit, maar de besmetting is nog altijd in de vogel -met name in de bloedbaan- aanwezig. De lankesterellas worden met de ontlasting uitgescheiden en met name de jonge vogels, ja zelfs wanneer ze nog geen week oud zijn, kunnen ernstig geïnfecteerd raken en een hoge sterfte veroorzaken. In zo’n geval is het niet meer dan reëel om vanaf dat moment, of nog beter, wanneer men gaat kweken tot na de rui, 5 dagen per week een halve dosering E.S.B.3 te geven. Voor dosering zie onder.
    Samengevat: Gebruik E.S.B.3 en andere geneesmiddelen niet, als het niet persé nodig is. En is het nodig, gebruik dan de echte E.S.B.3 en niet de hiervan afgeleide produkten, die helaas vrij verkrijgbaar zijn in de dierenspeciaalzaak.

    Dosering:

    Coccidiose : 5 dagen achter elkaar 1 gram E.S.B.3 30% per liter water, 2 dagen niet geven en alles goed schoonmaken, en weer 5 dagen achter elkaar 1 gram E.S.B.3 30% per liter water. Ontsmetten bij voorkeur met water met een scheut huishoudammoniak. Halamid bijvoorbeeld werkt niet op coccidiose.
    E.S.B.3 7,5% in zakjes van 10 gram : 5 dagen 4 gram op 1 liter water. Verder hetzelfde. Verschil in effect is mij niet bekend tussen E.S.B.3 30% en 7,5%. De laatste is echter in doorsnee 10 keer duurder dan E.S.B.3 30%.

    Lankesterella: langere tijd (verschilt per geval) 5 dagen per week E.S.B.3 30%, 0,5 gram per liter water. E.S.B.3 7,5% per liter water 2,0 gram.
    Bij lankesterella, (atoxoplasmose-dikke leverziekte) vijf dagen geneesmiddel door het drinkwater, vijf dagen niet, vijf dagen wel, vijf dagen niet. Meestal zal er sprake zijn van langdurig medicijngebruik. Altijd vooraf contact opnemen met een gespecialiseerde (vogel) dierenarts.

    PAS OP VOOR OVERDOSERING. In dat geval wordt de stollingsvitamine K afgebroken, waardoor de vogel inwendige bloedingen kan krijgen, meestal met dodelijke afloop. Ga desnoods naar een apotheek om de vereiste hoeveelheid te laten afwegen.

    Na een kuur met sulfapreparaten of anti-biotica kan het raadzaam zijn om een aantal dagen wat meer vitamine aan te bieden. Dit hoeft echter niet noodzakelijkerwijs uit een potje of flesje te komen. Van brandnetelblad (plukken op een veilige plaats en afspoelen onder de kraan, daarna drogen in wat keukenpapier) is bekend dat er veel natuurlijke vitamine K in zit. Maar ook natuurlijke honing (natuurlijke vitaminen en mineralen) is een probaat middel en goed te mengen door het drinkwater of Rusk.

    Atoxoplasme of dikke leverziekte

    Inleiding
    Atoxoplasma of dikke leverziekte is een hardnekkig probleem dat bij veel verschillende soorten vogels voorkomt. Het is meestal niet mogelijk om een vogel of een bestand vogels helemaal vrij te krijgen van de ziekte.Wel kan men, door verstandig om te gaan met medicijnen en met een goed begrip van deze ziekte tot een werkbare situatie komen. In dit artikeltje wordt een overzicht gegeven van de belangrijktste wetenswaardigheden betreffende deze ziekte.

    Oorzaak
    Dikke leverziekte wordt veroorzaakt door een parasiet genaamd.Atoxoplasma.
    Deze parasiet is verwant aan de parasieten die coccidiose veroorzaken.
    Atoxoplasma verspreidt zich net als coccidiose, via de ontlasting. Een vogel die atoxoplasmose heeft scheidt om de paar dagen een groot aantal eitjes uit met de ontlasting. Deze eitjes zijn direct weer besmettellijk voor een andere vogel.

    Het is niet helemaal duidelijk of atoxoplasma-parasieten besmettelijk zijn voor meerdere vogelsoorten. Op dit moment bestaat het idee dat er verschillende atoxoplasma-parasieten bestaan die ieder slechts besmettelijk zijn voor verwante soorten (dit is vergelijkbaar met coccidiose:ook hier bestaan verschillende stammen die ieder slechts problemen geven bij een beperkt aantal verwante vogelsoorten).

    Atoxoplasmata verspreiden zich in het vogellichaam middels lymfocyten (dit zijn
    bepaalde witte bloedcellen). De Atoxoplasma-parasieten kruipen in het cellichaam
    van de witte bloedcel en migreren op deze manier het hele vogellichaam door. Na
    verloop van tijd kunnen zij ook andere cellen (bijvoorbeeld levercellen) gaan besmetten.

    Ziekteverschijnselen
    Het meest opvallende bij vogels met dikke leverziekte, is dat de dieren een zeer sterk vergrote lever hebben. Dit is bij de kleine vogels (dieren met een lichaamsgewicht minder dan 50 gram) altijd zeer goed waar te nemen. Als de veertjes van de buik opzij worden geblazen, "kan men bij deze dieren namelijk door de dunne buikwand de organen direct zien. Bij dieren met dikke leverziekte is een vergrote lever waar te nemen als een halvemaanvormige donkere vlek die rechts onder het borstbeen vandaan komt. Soms is de lever zo sterk gezwollen dat de hele buik gevuld is met een donker-roodbruine massa. De buik is dan ook altijd bol en opgezet.

    Een sterk vergrote lever komt bij meerdere ziekten voor. De meest bekende zijn
    salmonellose,pseudotuberculose en psittacose. Het grote verschil tussen deze drie
    ziekten en atoxoplasmose is dat vogels met salmonellose, pseudotuberculose of
    psittacose verschrikkelijk ernstig en acuut ziek zijn. Vogels met atoxoplasmose
    vertonen meestal chronische slepende aspecifieke problemen als vermageren, sloom zijn, bol zitten , soms wat diaree etc. Alleen als de ziekte lang blijft slepen, kunnen er wel vogels sterven.

    De ernst van de ziekteverschijnselen verschilt echter per vogelsoort. Ik heb veel
    verschillende vogelsoorten gezien met dikke leverziekte. Mijn ervaring is dat de meest vruchten-en instectenetende vogels gevoeliger zijn en acuter symtomen krijgen dan de meeste zaadeters. Ook jonge dieren van de meeste vogelsoorten zijn erg gevoelig. Sterfte bij nestjongen is een vaak voorkomend probleem in een bestand besmet met dikke leverziekte.

    Sinds enkele jaren komt een vorm van dikke leverziekte voor die veel moeilijker te
    herkennen is. Hierbij vertonen zowel oudere als jongere dieren problemen van
    vermageren en soms diaree. Bij onderzoek blijken deze dieren een sterk opgezette
    buik te hebben, veroorzaakt door een sterk verwijd maagdarmkanaal. De lever is
    nauwelijks groter dan normaal. Deze vorm van de ziekte lijkt sterk op megabacteriose of op een bacteriele of gistinfectie van de darm, maar als een uitstrijkje van de kliermaag of de darminhoud wordt gemaakt, dan zijn er noch bacterien of gisten noch megabacterien te vinden. Bij onderzoek van afdrukjes van lever,milt en longen zijn dan massaal de parasieten te vinden in voornamelijk de lymfocyten.

    DIAGNOSE
    Onderzoek van de ontlasting van de vogels is onbetrouwbaar:soms zijn de eitjes van Atoxoplasma in de ontlasting te zien. Men denkt dan echter vaak dat er sprake is van darm-coccidiose omdat het onderscheidt tussen een eitje van darmcoccidien en Atoxoplasma niet goed te maken is met een eenvoudig microscopisch onderzoek. Het tweede probleem is dat de eitjes van Atoxoplasma niet iedere dag worden uitgescheiden. Vaak zal een mestmonster dus geen eitjes bevatten terwijl de vogel toch lijdt aan Atoxoplasmose.

    De diagnose dikke leverziekte is alleen betrouwbaar te stellen aan een gestorven vogel door middel van afdrukjes van diverse organen (meestal lever,milt en longen). Voor mensen met een geoefend oog is de parasiet dan in de lymfocyten te herkennen.

    BEHANDELING
    Atoxoplasmose is te bestrijden met alle middelen die ook geschikt zijn tegen
    coccidiose. De Atoxoplasma-parasiet heeft echter een groter overlevings-vermogen dan darm-coccidien. Dat komt omdat Atoxoplasma-parasieten zich kunnen verschuilen in lymfocyten.Deze witte bloedcellen migreren door het gehele lichaam en komen dus ook op plaatsen waar de bloedcirculatie (en dus de concentratie geneesmiddel) minimaal is.Slecht doorbloedde plekken zijn bijvoorbeeld peesjes en gewrichtjes. Als er, ten tijde van de behandeling, zich lymfocyten met Atoxoplasma- parasieten bevinden op deze slecht doorbloedde plekken,dan kan de parasiet overleven en zich weer gaan vermenigvuldigen op het moment dat de kuur beeindigd is.

    In de praktijk geldt dat hoe langer behandeld wordt, hoe minder parasieten zullen
    overleven en hoe langer het dus weer zal duren voordat de infectie weer op gaat
    spelen. Een middel dat zonder grote bezwaren lagere tijd gegeven kan worden is
    ESB3 (werzame stof:sulfaclonazine). Dit is tevens de reden dat baycox (werkzame
    stof :toltrazuril) niet geschikt is voor de behandeling van dikke leverziekte. Baycox
    mag namelijk maar 48 uur lang aan vogels gegeven worden.

    Een behandeling van dikke leverziekte, bestaat dus meestal uit een kuur ESB3 die een aantal (2-4) maanden achter elkaar gegeven wordt, zonder onderbreking. Dit in tegenstelling tot de kuur die gegeven wordt bij darmcoccidiose. Deze kuur bestaat meestal uit 5 dagen ESB3, 2 dagen rust, nogmaals 5 dagen ESB3. Het 5-2-5 schema is echter absoluut onvoldoende om dikke leverziekte de kop in te drukken.

    De lengte van de kuur is afhankelijk van de ernst van de infectie en van de
    gevoeligheid van de vogelsoort. Het verloop van de ziekte is goed te volgen als
    regelmatig (bijvoorbeeld 1 maal per week) 1 of enkele vogels worden uitgevangen en bekeken wordt of hun lever nog vergroot is of niet. Vuistregel is , dat de kuur nog 1 week gegeven wordt als de levers van de vogels weer tot hun normale proporties zijn geslonken. Hoe vaak men een kuur moet geven is eveneens afhankelijk van de ernst van de infectie en de vogelsoort. Ook hier kan men het verloop van de ziekte goed volgen door regelmatig de grootte van de levers van de vogels te inspecteren.

    Als men sterfte bij nestjongen heeft, zijn er twee behandelingsschema's mogelijk. Men kan de oudervogels ongeveer 4 maanden voor het broedseizoen kuren met ESB3 gedurende 2 maanden . De pop en de man hebben dan nog 2 maanden de tijd om te herstellen van de bijwerkingen van ESB3 voordat er eitjes gelegd worden. De meest beruchte bijwerkingen van ESB3 zijn namelijk dat de vorming van de eischaal geremd wordt en dat het bevruchtingspercentage daalt. Overigens treden deze bijwerkingen in het algemeen pas op bij zeer langdurige kuren. Zelf heb ik in de praktijk deze problemen eenmaal gezien bij een eigenaar die zijn vogels 12 maanden achter elkaar ESB3 had gegeven. Het beoorgde effecte van deze manier van kuren is, om de infectie te onderdrukken tijdens de periode dat er jonge vogels zijn, zodat de kans op besmetting van een jonge vogel geminimaliseerd wordt.

    Een andere manier om problemen tijdens het broedseizoen te voorkomen kan met het volgende behandelingsschema: er wordt gestart met ESB3 op het moment dat het legsel van de pop kompleet is en het dier vast zit te broeden. Tijdens het broeden en gedurende de eerste 3-10 dagen dat er jongen zijn wordt er continu ESB3 gegeven. Als men stopt met kuren moet er regelmatig 1 of enkele jongen uitgevangen worden om de grootte van de lever te bekijken. Is de lever te groot dan moeten in ieder geval de jongen nog minimaal 14 dagen gekuurd worden.

    PREVENTIE
    Een sluitende preventie is helaas niet mogelijk. Vogels kunnen namelijk drager zijn
    van de ziekte zonder dat dit zichtbaar is. Vooral dieren die net landurig behandeld
    zijn met ESB3 vertonen geen ziekteverschijnselen meer. Desondanks is het raadzaam om iedere gekochte vogel in de hand te nemen en te kijken of de lever vergroot is. Dieren die een grote lever hebben zonder dat zij ernstige ziek zijn, zijn verdacht.

    Is een verblijf eenmaal besmet geraakt met atoxoplasma dan is het eveneens moeilijk ze te bestrijden. De eitjes van Atoxoplasma zijn zeer resistent waardoor de normale desinfectantia niet voldoende zijn om de eitjes te doden. Ook kunnen in een vogelverblijf de eitjes van Atoxoplasma ten minste 4 maanden besmettelijk blijven.

    CONCLUSIE
    Atoxoplasmose is een zeer hardnekkige ziekte die niet of nauwelijks uit een bastand vogels te krijgen is, als het eenmaal voet aan de grond heeft gekregen.gelukkig is atoxoplasmose of dikke leverziekte een chronisch verlopende ziekte die door medicijnen in het algemeen goed onder controle te krijgen is. Voorwaarde is wel dat er regelmatig vogels in de hand genomen moeten worden waarbij de grootte van de lever geinspecteerd wordt.

    Dit artikel is geschreven door:

    Hedwig van der Horst, dierenarts.
    Vogelpraktijk "den Horst"
    Wintelresedijk 51
    5507 PP Veldhoven
    Tel: 040 2053097

    Dit artikel is geplaatst met goedkeuring van Hedwig van der Horst,
    Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt voor andere websites zonder toestemming van Hedwig van den Horst of 1 van de Webmasters van Cultuurvogels..

    Mocht je een mestonderzoek willen laten doen, dan kan dat bij deze dierenarts,
    Ze is gespecialiseerd in vogels, en een mestonderzoek kost € 5 per mestmonster.
    Er wordt gekeken naar: Coccidiose, megamacterie, wormeieren, bacterien en schimmels.


    ESB3 30%

     

    Wateroplosbaar chemotherapeuticum voor de behandeling van Coccidiose bij kippen kalkoenen , duiven en overige vogels.

    Samenstelling
    100 gram poeder bevat 30 gram sulfaclozine-natrium monohydraat.

    Eigenschappen
    Sulfaclozine-natrium grijpt in op de cyclus van de coccidieen en voorkomt op deze manier hun verdere voortplanting. Esb3 heeft geen negatieve invloed op groei, leg, broeduitkomst en kan gelijktijdig met coccidiostatica worden toegepast.

    Toedieningswijze
    Esb3 is in water oplosbaar poeder bedoeld voor orale behandeling via het drinkwater.

    Dosering
    1 gram Esb3 per liter drinkwater is een kuur ter preventie en ingeval van een coccidiosebesmetting 1,5 a 2 gram per liter drinkwater.
    Dit een gedurende 5 dagen, daarna 2 dagen een vitaminnenpreparaat.
    Daarna kan dit alles nog 1 maal herhaald worden.


    Waarschuwingen
    Ernstig zieke vogels hebben een veranderde drinkwateropname , in dit geval kan de dosering worden aangepast.

    Verpakking
    Doos a 250 gram
    Doos met 12x 2,5 gram 

    Producent
    Novartis Agro Benelux
    Animal Health Sector
    Stepvelden 10
    Roosendaal
    Tel 0165-574805

     

    Baycox 2,5 %

    Werkzame stof: toltrazuril 2,5%
    Triethanolamine Macrogol 200

    Deze kleurloze tot lichtgele vloeistof dient ter bestrijding van coccidiose in alle levensvormen die deze bacterie kent. Het dient ter bestrijding van coccidiose.

    Dosering is 2ml per liter drinkwater gedurende 2 dagen achtereenvolgens.
    De houdbaarheid van Baycox in originele verpakking is ruim 3 jaar en opgelost in water slechts 48 uur. Baycox werkt in alle stadia van de coccidiose cyclus die zich in het vogellichaam kunnen bevinden.Een behandelingsduur van 2 dagen is meestal voldoende om een vogel te kunnen genezen.

    Het vogelverblijf moet grondig worden schoongemaakt om de eventuele besmettingsbron weg te halen. Vochtige kooien is vaak de grote bron van deze ziekte. Na 5 dagen kun je voor de zekerheid de kuur nog eens herhalen. 

    De richtprijs van dit geneesmiddel is                      € 17,50 per 100ml

     

    Baytril

    Werkzame stof; Enrofloxacine Het is een siroopachtige kleurloze vloeistof welke een breedspectrum antibioticum bevat.

    Ter bestrijding van:

    Bacteriële infecties van algemene aard
       Luchtwegen infecties
       Gewrichtontstekingen

    Gebruik / dosering
    Bij de 10% oplossing 1,5 ml per liter drinkwater gedurende 10 dagen. Tijdens de winterperiode in niet verwarmde vogelverblijven de dosering 2ml per liter drinkwater gedurende 5 dagen. Gangbaar is ook de 2,5% oplossing van Baytril, de dosering is hier 6ml per liter drinkwater de gedurende 10 dagen.
    Geef dit middel nooit langer dan 10 dagen achter elkaar aan uw vogels. De nieren zijn niet in staat deze belasting op zich te nemen.

    Tijdens deze kuur kunt u het beste bad en ander drinkwater verwijderen. Bij vogels in zeer slechte conditie kunt u ook

    18-08-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (36 Stemmen)
    Categorie:help de vogels de winter door
    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 05/12-11/12 2016
  • 10/11-16/11 2014
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 15/08-21/08 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 06/12-12/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs