Indien vogels een optimale verzorging genieten en alle levensnoodzakelijke voedingsstoffen in voldoende mate krijgen aangeboden, zal de kans op ziekte en gebreken relatief klein zijn. Toch blijft de mogelijkheid altijd aanwezig dat een vogel ziek wordt. Omdat de meeste vogels slechts 24 uur zonder voedsel kunnen, is bij ziekte een snelle diagnose gewenst. Zieke vogels dienen altijd direct uitgevangen en apart in een ziekenkooi (zie ook bij “ziekte en ziekenkooi“) gezet te worden. Besmetting van andere vogels wordt door deze handelswijze zoveel mogelijk voorkomen. Het verblijf waarin de zieke vogel zich bevond dient direct te worden ontsmet. Voederbakken, drinkflesjes en zitstokken vragen hierbij extra aandacht. Gedurende een aantal dagen zul je bij de andere vogels extra attent moeten zijn op eventuele ziekteverschijnselen. Bij ziekte van een vogel kan de diagnose natuurlijk het beste gesteld worden door een dierenarts. Het is ook de dierenarts die veelal de medicijnen zal moeten verstrekken. Helaas moet ik echter opmerken dat er te weinig dierenartsen zijn, die gespecialiseerd zijn in ziekten van vogels. Een ander probleem is dat een dier niet kan aangeven waar hij/zij lasten van ondervindt. Dit in tegenstelling tot mensen, die dat wel kunnen. Het stellen van een juiste diagnose zal dan ook, ingeval we met vogels te maken hebben, erg moeilijk zijn. Mogelijk dat dit webpagina u bij het stellen van een diagnose enigszins behulpzaam kan zijn. De ziekten en gebreken worden in alfabetische volgorde behandeld.

BLOEDARMOEDE
Bloedarmoede kan ontstaan door de gevreesde bloedmijt (rode vogelmijt).
De kleur van o.a. slijmvliezen, huid en poten is bij vogels, die lijden aan bloedarmoede lichter, daarbij zien we vaak een gewichtsafname bij de vogel.

Therapie:
Verbeter de voeding en de huisvesting.
Ingeval van bloedmijten dien je deze te bestrijden met een mijtenspray. De mijtenspray dient onschadelijk te zijn voor de vogels. Ter voorkoming en ter bestrijding van de rode bloedmijt schijnen de zogenaamde Vapona cassettes erg goed te voldoen. Eén cassette is voldoende voor een ruimte van 30 à 40 m.
Zie verder onder bloedmijt.

BLOEDMIJT (RODE VOGELMIJT)
De rode vogelmijt is een zeer klein, nauwelijks door het oog waar te nemen spinachtig diertje. Bij warm, zomers weer vermenigvuldigen mijten zich zeer snel en kunnen dan in elk vogelverblijf terecht komen. Het is echt geen schande om zo nu en dan eens last van mijten te hebben. De rode vogelmijten verschansen zich overdag in spleten,kieren en gaten en kruipen s'nachts te voorschijn om bloed te
zuigen bij de vogels. Volgezogen mijten zijn als rode punten herkenbaar. Bij aanwezigheid van bloedluis zult u, wanneer u met een mes door kieren/naden strijkt (nestkastje!!), bloedsporen op het mes aantreffen. Mijten zijn voor volwassen vogels niet direct (levens)gevaarlijk maar op de lange duur
zullen ze er zeker door verzwakken. Speciaal voor broedende wijfjes kunnen mijten zeer irriterend zijn. Nestjongen kunnen door het bloedzuigen in één nacht worden gedood als zich in de spleten van nestkastjes of zelfs tussen de bodem van de blok en de nestholte mijtennesten hebben gevormd. U dient dan ook altijd uiterst waakzaam te zijn ten opzichte van mijten.
Alvorens u nestkastjes verstrekt dient u deze eerst te behandelen met een mijtenspray of met een gasbrander "uit te branden". De mijtenspray die u kiest dient onschadelijk te zijn voor de vogels.

Therapie:
Rode bloedmijt kan bestreden worden met een mijtenspray.
Zoals reeds eerder aangegeven kan ter voorkoming en ter bestrijding van de rode bloedmijt ook gebruik worden gemaakt van een zogenaamde Vapona cassette. Eén cassette is voldoende voor een ruimte van 30 à 40 m. (bijvoorbeeld 3x5x2 m.).

BUIKWATERZUCHT
Ingeval sprake is van buikwaterzucht zien we aan beide zijden van de stuit van de vogel vetbollen, die hard aanvoelen. Buik en borst voelen daarentegen zacht aan en hebben een wazig gele kleur. Dit euvel wil nog we eens optreden bij vogels, die teveel sepia tot zich nemen.

Therapie:
De therapie bestaat uit een overdosering aan lijnzaad. Wanneer de vogels onvoldoende van dit zaad opnemen kan men het lijnzaad koken en het vocht wat hieruit ontstaat verstrekken als drinkwater. Een hardgroene kleur van de ontlasting verraad dat het lijnzaad z'n werking heeft gedaan.


CLAGGING (KLEVERIGE, INGEDROOGDE UITWERPSELEN ROND EN OVER DE CLOACA)
Bij vogels (vooral grasparkieten) met clagging is sprake van plakkerige, ingedroogde uitwerpselen die zich rond en over de cloaca van de vogel hebben opgehoopt. Het gevolg hiervan is dat de vogel zich niet kan ontdoen van z'n faeces en urine.
De afvalproducten hopen zich binnen in de vogel op en eindigen binnen enkele dagen met de dood van de betreffende vogel.
Wat de oorza(a)k(en) van clagging zijn is nog niet geheel duidelijk. Een mogelijke oorzaak zou een overdaad aan slijmproductie in de onderste deel van de ingewanden zijn, maar ook andere oorzaken kunnen (nog) niet worden uitgesloten. Aan de universiteit van Liverpool wordt dan ook nog steeds onderzoek gedaan naar het verschijnsel clagging.  

Therapie:
De droge, plakkerige uitwerpselen dienen niet zomaar losgetrokken te worden, maar moeten zacht gemaakt worden met water en daarna voorzichtig verwijderd worden. De huid onder de aangekoekte uitwerpselen is dikwijls ontstoken en pijnlijk. Het aanbrengen van een zachte huidcrème zal de vogel zeker goed doen en in sommige gevallen komt het voor dat de crème verhindert dat er nog meer uitwerpselen aan de vogel blijven kleven.
Aangekoekte uitwerpselen moeten minstens tweemaal per dag worden verwijderd en dient volgehouden te worden tot genezing is opgetreden. De enige andere therapie is een behandeling met antibiotica.  
Tot op heden zijn er nog geen aanwijzingen dat clagging besmettelijk is.


CONSTIPATIE (VERSTOPPING)
Wanneer teveel `stoppende' zaden, zoals bijvoorbeeld blauwmaanzaad, worden verstrekt kan de vogel z'n ontlasting niet kwijt. De vogel zit in zo'n geval onrustig op de zitstok en heeft veelal geen lust tot eten.

Therapie:
Verstrek groenvoer, fruit en in vet gewreven raapzaad. Pas verder de voeding van de vogel(s) aan, zodat constipatie voor altijd tot het verleden behoort.

DARMONTSTEKING (ENTERITIS)
Diarree is een specifieke kenmerk van een darmontsteking.
Daarnaast zitten vogels met een darmontsteking lusteloos in elkaar gedoken met de kop tussen de veren.
De oorzaken van een darmontsteking kunnen talrijk zijn.
Wees bij een darmontsteking bedacht op de volgende oorzaken:

1. Bedorven voedsel
Voedsel kan ranzig worden wanneer het niet goed wordt opgeslagen. Rul (vochtig) gemaakt eivoer is vooral bij warm weer snel onderhevig aan bederf.
Vogelzaden dienen droog en koel bewaard te worden. Verstrek eivoer zoveel mogelijk droog. Bij warm weer dient rul gemaakt eivoer minimaal 2 keer per dag verwisseld te worden.  

2. Te koud drinkwater.
Te koud drinkwater, bijvoorbeeld drinkwater met een temperatuur van enkele graden boven nul, moet niet aan vogels worden verstrekt. Drinkwater kan het beste worden aangeboden op kamertemperatuur.

3. Teveel aan ijzer in de voeding
Water met een hoog ijzergehalte (bijvoorbeeld welwater of water uit roestige drinkbakken) kan de oorzaak zijn van een grijsachtige diarree.
De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand.

4. Teveel vochtopname
Oorzaken hiervan kunnen zijn, teveel zout in de voeding en het verstrekken van teveel groenvoer.
Ga de samenstelling van de voeding na en stop met het verstrekken van groenvoer.

5. Tochtige huisvesting
Tocht in het vogelverblijf kan er de oorzaak van zijn dat vogels kouvatten. Kouvatten gaat vrijwel altijd samen met een darmontsteking en dus diarree.
Een tochtvrije huisvesting is hier de voor de hand liggende oplossing.

6. Wormen
Wanneer zich wormen in de darmen van de vogel bevinden zullen deze afvalstoffen uitscheiding. De uitscheidingsprodukten van deze wormen zijn giftig waardoor diarree bij de vogel kan ontstaan.
Toedienen van een anti wormmiddel, bijvoorbeeld Ivomec, volgens voorschrift is hier de remedie.


7. Te eiwitrijk voedsel
Vogels die een te hoge concentratie aan voedingseiwitten krijgen voorgeschoteld, kunnen als gevolg hiervan in de diarree raken.
Dit probleem is simpel op te lossen door het eiwitgehalte in de voeding te verlagen. Is het verstrekte zaadmengsel te eiwitrijk dan moeten de zaden met een hoog eiwitgehalte vervangen worden door zaden met een laag eiwitgehalte.

8. Vergiftiging.
Bij opname, kunnen met bestrijdingsmiddelen behandelde groenvoeders, diarree veroorzaken.
Groenvoeders dienen altijd goed `gewassen' te worden alvorens ze aan de vogels worden verstrekt. Verstrek nooit groenvoeders waarvan u niet zeker weet of ze behandeld zijn met bestrijdingsmiddelen.

Therapie bij diarree:
Als eerste worden de veren die besmeurd zijn met ontlasting gewassen met een spons en lauw water. Vervolgens plaatsen we de zieke vogel in een ziekenkooitje, waarin de temperatuur boven de 35 graden Celsius moet zijn.
Verstrek enkelvoudige voedersuikers zodat de vogel snel over energie kan beschikken. Door het verstrekken van enkelvoudige suikers (bijvoorbeeld druivensuiker) wordt de vogel weer snel in staat gesteld zijn normale voedsel op te nemen. Enkelvoudige suikers kunnen het beste in water worden opgelost en als drinkwater (kamertemperatuur!! en 2 keer daags verversen) worden verstrekt. Indien de vogel te zwak is om te drinken kan de oplossing met behulp van een kropnaald of voederspuitje (met slangetje) rechtstreeks in de krop worden gebracht. Als voeding verstrekken we blauwmaanzaad en andere stoppende zaden. Daarnaast kunnen beschuitkruimels worden gegeven met wat houtskoolpoeder of Norit. Het laatste kan ook vermengd worden met de (stoppende) zaden.
Zo gauw verbetering optreedt, kan gestopt worden met het verstrekken van de in water opgeloste enkelvoudige suikers.
De temperatuur in de ziekenkooi dient zeer geleidelijk teruggebracht te worden.
Het is altijd verstandig een dierenarts te consulteren. Deze zal naar alle waarschijnlijk een antibioticum, bijvoorbeeld Vibravet, voorschrijven.

DIARREE
Zie bij darmontsteking (enteritis).

DOORGROEIENDE ONDERSNAVEL
In het bijzonder bij kromsnavels, zoals grasparkieten, kan het voorkomen dat de ondersnavel doorgroeit. In zo'n geval kunt je de snavel gewoon bijknippen. Als je er niets aan doet krijgt de vogel problemen bij het pellen van zaden en zal dus, wanneer je niet ingrijpt, uiteindelijk verhongeren.  

KALKPOTEN
Vooral de wat oudere vogels willen hier nog wel eens last van ondervinden.
Mijten zijn veelal de oorzaak van kalkpoten. De mijten veroorzaken een chronische ontsteking onder de hoornschubben. Er wordt een kalkachtige aanslag gevormd waaraan de ziekte zijn naam dankt.

Therapie:
De aangetaste delen moeten worden ingesmeerd met slaolie, waaraan jodium is toegevoegd.
Een andere therapie is de poten enige tijd in warm sodawater te dompelen en vervolgens de poten met behulp van een penseeltje in te strijken met terpentine. Na deze behandeling dienen de poten ingesmeerd te worden met vaseline.

KOUVATTEN
Kouvatten kan gemakkelijk veroorzaakt worden door grote temperatuurverschillen. Ook een tochtige en vochtige huisvesting kan aanleiding geven tot kouvatten. Een andere oorzaak kan zijn dat een vogel kouvat na het baden.
Vogels die kougevat hebben zitten als een zielig bolletje in elkaar gedoken met de kop tussen de veren. De vleugels hangen naar beneden en de ademhaling is bemoeilijkt. Veelal vloeit uit de neus een slijmerige vloeistof die er de oorzaak van is dat de vogel vaak moet niezen.                                  

Therapie:
Een vogel die kou heeft gevat plaatsen we in een ziekenkooitje, waarin de temperatuur boven de 35 graden Celsius moet zijn. Verstrek enkelvoudige voedersuikers zodat de vogel snel over energie kan beschikken. Door het verstrekken van enkelvoudige suikers (bijvoorbeeld druivensuiker) wordt de vogel weer snel in staat gesteld zijn normale voedsel op te nemen. Enkelvoudige suikers kunnen het beste in water worden opgelost en als drinkwater (kamertemperatuur!! en 2 keer daags verversen) worden verstrekt. Indien de vogel te zwak is om te drinken kan de oplossing met behulp van een kropnaald of
voederspuitje (met slangetje) rechtstreeks in de krop worden gebracht. Als voeding verstrekken we volop fruit, groenvoer en een goed zaadmengsel. Zo gauw verbetering optreedt kan gestopt worden met het verstrekken van de in water opgeloste enkelvoudige suikers. De temperatuur in de ziekenkooi dient zeer geleidelijk teruggebracht te worden naar kamertemperatuur.
In ernstige gevallen is het verstandig een dierenarts te consulteren. Deze zal dan naar alle waarschijnlijk een antibioticum voorschrijven.

KROPZIEKTE
Vogels die aan kropziekte lijden braken voortdurend hun krop leeg. Het braaksel bestaat uit een kleverig slijm. Door voortdurend slingerende bewegingen met de kop te maken besmeurt de vogel uiteindelijk het hele gezicht en tenslotte ook de kop- en halsveren met dit slijmerige braaksel.
Eigenaardig bij deze ziekte is dat de veren niet opgezet, maar glad gestreken gedragen worden.
Een vogel die aan kropziekte lijdt moet binnen 24 uur worden geholpen omdat hij/zij anders sterft.

Therapie:
Toediening van een antibioticum (tetracycline) is voor deze ziekte de enige effectieve therapie. Antibiotica is bij een dierenarts te verkrijgen.

LANGE NAGELS
Vogels met te lange nagels hebben grote kans ergens achter haken te blijven. Daarnaast zullen lange nagels bij mannelijke vogels een goede bevruchting van de pop in de weg staan. De lange nagels zullen immers, wanneer de man bij de paring op de rug van de pop plaatsneemt, als een soort van dolken in de huid van de pop prikken?

Therapie:
Leg de vogel met z'n rug op de handpalm en hou het pootje tussen duim en wijsvinger vast. Kijk tegen het licht door de nagel. De bloedvaatjes zijn door de nagel heen zichtbaar. Knip met een nagelschaartje, net voor het bloedadertje, de nagel af. Indien er toch bloed te voorschijn komt dan het bloed stelpen met bloedstelpende watten.

LEGNOOD
Van legnood is sprake als de vrouwelijke vogel haar ei niet kan leggen. Ingeval van legnood verlaat de pop het nest en gaat met opgezette veren op de bodem zitten. Legnood treedt op bij te jonge popjes en bij popjes die te intensief moeten broeden (meer dan 3 broedronden). Grote wisselingen in de temperatuur alsmede hevige kou kan eveneens legnood veroorzaken.

Therapie:
Popjes met legnood moeten zeer voorzichtig gevangen worden. Eénmaal gevangen worden ze in een vochtige warme doek gewikkeld en boven een pan kokend water gehouden (denk om brandwonden!). Bij dit alles is het aan te bevelen de cloaca van het popje in te smeren met slaolie.
Een ander therapie die kan worden toegepast is het achterlijf van het popje beurtelings in warm (handwarm!) en koud water te dompelen. Ook hier is het aan te bevelen de cloaca in te smeren met slaolie.
Een derde mogelijkheid is enkele druppels lauwe slaolie met een spuitje (zonder naald!) in de cloaca te druppelen.
Bedenk dat het eitje onder geen voorwaarde in het vogellichaam mag breken, omdat dit ongetwijfeld de dood van het popje tot gevolg zal hebben.


LONGSTUWING
Ingeval van longstuwing heeft de vogel een moeilijke, onregelmatige ademhaling.
De oorzaak is veelal gelegen in temperatuur schommelingen en de overgang van een lage naar een hoge relatieve vochtigheid.
In ons wisselvallig klimaat, zo zal u duidelijk zijn, kan dit nog wel eens voorkomen.  

Therapie:
De enige remedie is schommelingen in temperatuur en vochtigheid tegen te gaan. Regelmatige controle m.b.v. een thermometer en een hygrometer kan u hierbij meer inzicht verschaffen en mogelijk helpen het probleem op te lossen.

ONTSTOKEN OGEN
Ontstoken ogen willen nogal eens voorkomen in de wintermaanden. Ook in overbevolkte vogelverblijven alsmede  bij het transport van vogels wil dit probleem nogal eens optreden.
Veelal treedt dit probleem ook op bij slecht geventileerde vogelverblijven.
In het laatste geval dient de ventilatie in het vogelverblijf verbeterd te worden.

Therapie:
Behandel de ontstoken oog met boorwater. Het uitwassen dient te geschieden met een in boorwater gedrenkt watje. Bij het uitwassen het watje slechts één keer gebruiken.
Een hardnekkige oogontsteking zal behandeld moeten worden met een antibiotica zalf,bijvoorbeeld globenicol oogzalf, die bij een dierenarts is te verkrijgen.


ONTSTOKEN VETKLIER
De vetklier ligt bij de vogels aan de staartbasis op de stuit.
Bij een ontsteking raakt de klier verstopt, terwijl de vetproductie doorgaat. Het vet hoopt zich daardoor op en gaat op het darmstelsel drukken. Het gevolg hiervan is dat de vogel zijn ontlasting moeilijk kwijt kan.
Bij vogels die weinig gelegenheid tot baden hebben en of bij vogels die onvoldoende ruimte hebben om te vliegen wil deze vetklier nog wel eens ontsteken.
De vogels regelmatig gelegenheid geven tot baden en of voldoende ruimte geven om te vliegen zijn de voor de hand liggende oplossingen voor dit probleem.

Therapie:
Op de plaats van de ontsteking kan trekzalf worden gesmeerd. Over het algemeen is dit voldoende om de vetklier weer snel te doen genezen.


ORNITHOSIS (VOGELZIEKTE)
Ornithosis ook wel vogelziekte genoemd, is sterk verwant aan psittacosis, ook wel papagaaieziekte genoemd. De verwekkers van beide ziekten zijn virussen. Vogelziekte en papagaaieziekte hebben geen erg duidelijke symptomen. De symptomen komen nog het meest overeen met de verschijnselen zoals die gezien worden bij griep. Deze verschijnselen zijn: opgezette veren, kortademigheid, ontstoken ogen en `lopende' neus.
Door de neusafscheiding zien we bij de vogels vaak vieze veren.
De ziekte is zowel voor vogels als mensen besmettelijk!!

Therapie:
Ingeval van ornithose of psittacosis zal een dierenarts moeten worden geconsulteerd. De dierenarts zal antibiotica voorschrijven.

PIPZIEKTE (ONTSTOKEN VETKLIER)
Zie bij onstoken vetklier.


POOTFRACTUUR
Pootfracturen kunnen ontstaan door ongelukken of gevechten.
Ook als de vogels (s'nachts) ergens van schrikken kunnen pootfracturen gemakkelijk optreden. Een klein nachtlichtje kan dit risico verkleinen.

Therapie:
Een gebroken poot moet worden gefixeerd. Voor het fixeren kan gebruik gemaakt worden van een opengeknipt rietje of een veerschacht. De poot dient goed recht gehouden te worden en omwonden te worden met 1 - 3 windsels leukoplast.
De vogel dient apart gehuisvest te worden in een kooi zonder zitstokken. Om aanpikken van het windsel te voorkomen kan de vogel een halskraag omgedaan worden.
Het windsel mag na 14 dagen verwijderd (voorzichtig doorknippen) worden.

PSITTACOSIS (PAPAGAAIEZIEKTE)
Zie bij ornithosis.

RUI
Bij het ruien worden de oude veren vervangen door nieuwe. Bij veel vogels voltrekt de rui zich in ongeveer 6-7 weken.  
Veelal ruien vogelsn twee keer per jaar. De eerste ruiperiode vindt in de lente plaats en de tweede eind juli, begin augustus. Wanneer de voeding en de huisvesting het gehele jaar door goed geweest is, zal de rui over het algemeen probleemloos verlopen. De rui is dan ook geen werkelijke ziekte. Wanneer voeding en huisvesting onvoldoende zijn geweest, kunnen zich tijdens de ruiperiode problemen voordoen.
Ter voorkoming van problemen tijdens de ruiperiode dient derhalve de voeding en de huisvesting het hele jaar door goed te zijn.

Therapie:
Door de vorming van nieuwe veren bestaat er bij de vogels een extra behoefte aan dierlijke eiwitten. We kunnen de vogels tijdens de rui dan ook helpen door ze extra dierlijke eiwitten (meelwormen, mierenpoppen e.d.) te verstrekken. Ook het dagelijks natsproeien van de vogels met behulp van een plantenspuit helpt de rui bevorderen.

SCHURFTMIJT
Schurftmijten leven dag en nacht op de vogels en veroorzaken wratachtige woekeringen. De schurftmijten graven gangen in de huid en voeden zich o.a. met huidweefsel. De verschijnselen zijn veelal het eerst waarneembaar bij de washuid van de snavel. De aandoening is besmettelijk voor andere vogels.

Therapie:
Een met schurftmijt besmette vogel moet behandeld worden met een insecticide. Ernstige woekeringen dienen eerst enkele dagen met een insecticide worden geweekt.
Daarnaast kunnen de wratachtige woekeringen met zuurvrije vaseline worden ingesmeerd, waarbij u er op bedacht moet zijn dat de neusgaten vrij blijven.
Raadpleeg bij met schurftmijt besmette vogels een dierenarts.  

VEDERLUIZEN/VEDERMIJTEN
Vederluizen en vedermijten kunnen veeruitval veroorzaken. Ook remmen ze groeiende veren in hun ontwikkeling.

Therapie:
Voor het stellen van de (juiste) diagnose is het raadzaam veren op te sturen of mee te nemen naar een dierenarts.
De veren dienen dan wel, direct nadat ze zijn uitgetrokken, in een goed afgesloten plastic zakje te worden gedaan. Gebruik geen veren die op de bodem liggen, de luizen of mijten zitten hier namelijk niet meer op!  
Vederluizen en vedermijten moeten bestreden worden met een insecticide.
Raadpleeg bij een besmetting van vederluis of vedermijt een dierenarts.

VERWONDINGEN
Verwondingen kunnen gemakkelijk voorkomen. Door gevechten of ongelukken kunnen zowel kleine als grote verwondingen ontstaan. Kleine wondjes genezen in de meeste gevallen wel spontaan. Grotere wonden, vooral die aan de kop, moeten behandeld worden.

Therapie:
Gewonde vogels moeten, net als overigens alle zieke vogels, apart gezet worden. De kans bestaat namelijk dat andere vogels aan de wond gaan pikken.
Wonden dienen ontsmet te worden. Het ontsmetten kan gebeuren met jodiumtinctuur, jodium zalf (bijvoorbeeld: betadine jodiumzalf) of andere ontsmettingsmiddelen.
Zonodig en indien mogelijk kan de wond verbonden worden. Om te voorkomen dat de vogel aan het verband of aan de wond gaat pikken kan een halskraag gegeven worden.
Grote wonden moeten gehecht worden door een dierenarts. Bij grote verwondingen daarom altijd een dierenarts raadplegen.

VLEUGELFRACTUUR
Vleugelfracturen ontstaan vrijwel altijd door ongelukken.

Therapie:
Indien een vogel een vleugelfractuur heeft opgelopen dient de gebroken vleugel met een verband tegen het lichaam te worden gefixeerd. Hiervoor zijn een drietal windsels noodzakelijk.
Het eerste windsel wordt rond de borst en voorzijde van de vleugels aangebracht. Het tweede windsel rond de buik en het midden van de vleugels en het derde rond de staart en eindpunten van de vleugels.
Het verband mag na ruim twee weken worden verwijderd.

WORMEN
Een wormbesmetting vindt plaats doordat de vogel wormeieren of larven van besmette vogels opneemt. Bij een chronische worminfectie zien we een algehele achteruitgang in conditie en vermagering.
Indien niet wordt ingegrepen zal de vogel uiteindelijk sterven. Vooral jonge vogels blijken gevoelig voor worminfecties. Worminfecties zien we vaak in de warme zomermaanden optreden.
Met betrekking tot worminfecties kunnen we onderscheid maken tussen worminfecties in het darmkanaal en worminfecties in de luchtwegen.

Therapie:
Vogels met een worminfectie dienen een zogenaamde anti-wormmiddel, bijvoorbeeld ivormectine, toegediend te krijgen. Het anti-wormmiddel dient strikt volgens voorschrift te worden gegeven.
Een goede methode van ontwormen is het wormmiddel toe te dienen met behulp van een druppelpipet, voederspuit met slangetje of kropnaald.
Gezien het besmettingsgevaar dient tijdens de wormkuur de vlucht te worden gereinigd en moeten nieuwe zitstokken worden aangebracht.
Na de wormkuur, die veelal uit twee fasen bestaat, dient ook het binnenverblijf te worden gereinigd en ontsmet (zie hoofdstuk `Reinigen en ontsmetten'). Hierbij horen ook de drink- en voerbakken alsmede eventueel aanwezige broedblokken.

ZWEETZIEKTE
Bij de zweetziekte zien we nestjongen nat in het nest liggen, alsof ze zweten. De zweetziekte zien we alleen in de broedperiode en wordt veroorzaakt door een tekort aan bepaalde voedingsstoffen.

Therapie:
De therapie moge duidelijk zijn. Verstrek het gehele jaar door een goede voeding, inclusief de nodige mineralen en sporenelementen.


HET DODEN VAN VOGELS
Wat mijzelf betreft is dit onderdeel het meest vervelende van de hobby. In de meeste gevallen, zo heeft u kunnen lezen, kunnen ziekten en gebreken voorkomen worden. In die gevallen, waarin een vogel niet beter wordt of kan worden, zal de kweker een keuze moeten maken. Hierbij zal hij zich de vraag stellen in hoeverre de vogel nog langer pijn moet lijden en of het niet beter is de vogel uit z'n lijden te verlossen.
Het snel en vooral pijnloos doden van een zieke vogel kan het beste gebeuren met narcose-ether, dat bij de apotheker te verkrijgen is.
Stop de zieke vogel in een klein plastic zakje (bijvoorbeeld een boterhamzakje) en giet hier een klein beetje narcose-ether bij in (ca. 15 ml. is wel voldoende). Knoop vervolgens het zakje dicht en ruim de vogel op.

Tot slot nog het volgende.
Wees er zeker van, alvorens u zelf gaat `dokteren', dat de diagnose, die u gesteld heeft, de juiste is. Bij twijfel dient u altijd tijdig de dierenarts te raad plegen.
Hetzelfde geldt voor ziekten die niet  op deze webpagina zijn behandeld.      


ONTSMETTINGSMIDDELEN EN BESTRIJDINGSMIDDELEN
Ter bestrijding van ziekten en ongedierte zijn respectievelijk ontsmettingsmiddelen en bestrijdingsmiddelen noodzakelijk.   Zoals uit bovenstaande al duidelijk wordt, hebben beide middelen een verschillende functie.
Een ontsmettingsmiddel wordt gebruikt om een vogelverblijf te zuiveren van bacteriën, virussen en schimmels.
Een bestrijdingsmiddel is bedoeld ter bestrijding van zowel uitwendige parasieten (o.a. luizen en mijten) als inwendige parasieten (o.a. diverse soorten wormen).  

Ontsmettingsmiddelen
Ontsmetten van het totale vogelverblijf (inclusief drink- en voederbakken) is noodzakelijk indien één van de vogels een besmettelijke ziekte heeft opgelopen. De zieke vogel dient onmiddelijk uitgevangen en apart gezet te worden. Deze handelswijze is erop gericht de betreffende vogel beter te kunnen behandelen en besmettingsgevaar tegenover andere vogels te voorkomen. Omdat er grote kans bestaat, dat de zieke vogel het vogelverblijf en de materialen in het vogelverblijf heeft `besmet', is een grondig uitgevoerde ontsmetting van het totale vogelverblijf noodzakelijk.
Ontsmettingsmiddelen dienen met zorg gekozen te worden. De voorschriften, die op de verpakking staan, dienen daarbij met zorg te worden opgevolgd.
Voorbeelden van ontsmettingsmiddelen zijn:
Halamid, Halapur, Kresolzeep en Creoline.

Bestrijdingsmiddelen
Zoals reeds werd opgemerkt zijn bestrijdingsmiddelen bedoeld ter bestrijding van ongedierte.
Vederluis en bloedmijt zijn hier voorbeelden van.
Ook voor bestrijdingsmiddelen geldt, dat ze met zorg gekozen moeten worden. De voorschriften, zoals die worden aangegeven in de gebruiksaanwijzing, dienen met zorg te worden opgevolgd.
Voorbeelden van bestrijdingsmiddelen zijn:
Dieetreen  -  bestrijdingsmiddel tegen insekten en mijten
Noury Hoofdwater  -  bestrijdingsmiddel tegen bloedmijt
Anti-Scaly face -  bestrijdingsmiddel tegen schurftmijt. 

 

Door  het  vochtige weer en de grote temperatuursverschillen kan de coli bacterie in elk hok uitbreken vooral bij kanaries. Plotseling sterven alle jonge vogels en je weet niet waarom. Ga niet zelf vogelen, maar raadpleeg een dierenarts die van wanten weet als het om vogels gaat. Omdat ik om mij heen nogal wat vogelliefhebbers ben tegengekomen die veel dode jongen hadden plaats ik het volgende artikel;
Infectieziekten: bacteriën

De serie "In vogelvlucht" bestaat uit een aantal artikelen met achtergrondinformatie over de gezondheid van kooi- en volierèvogels.
In de eerste aflevering gaan we aandacht besteden aan infectieziekten bij vogels. Als vogelhouder kun je zelf heel wat doen om je vogels gezond en fit te houden. Na het lezen van dit artikeltje weet je wat meer over (ziekmakende) bacteriën en hoe je de kans op infectieziekten bij je vogeltje kunt verkleinen.

Bacteriën, wat zijn dat voor beestjes?
Een bacterie is een relatief eenvoudig eencellig organisme. De meesten bacteriën zijn heel erg klein: de gemiddelde grootte is ongeveer 0,001 millimeter (éénduizendste millimeter). De vorm van de diverse bacteriën wordt gebruikt voor een systematische indeling, zonder dat daarbij relaties in verwantschap worden aangegeven. Toch kan men op basis van vorm en ligging al een groot aantal bacteriën van elkaar onderscheiden. Er zijn verschillende soorten bacteriën, te veel om allemaal op te noemen. Enkele voorbeelden zijn:

• - Coccen: bolvormige bacteriën zoals de Streptococcus pyogenes
• - Bacillen: staafvormige bacteriën zoals de Yersinia pestis
• - Spirillen: spiraalvormige gebogen staafjes

De manier waarop de cellen ten opzichte van elkaar liggen kan verschillen. Dit komt doordat cellen na de celdeling vaak op karakteristieke wijze groeperen. Zo kunnen coccen los liggen, maar ook in ketens zoals bijvoorbeeld de streptokokken, of in trosvormige groepjes zoals de stafylokokken. (Staphylos is het Griekse woord voor "druif").

Groeien bacteriën altijd en overal?
Nee, bacteriën groeien niet zomaar. Ze zijn best kieskeurig, de omgeving moet geschikt zijn om te kunnen groeien. Voldoet de omgeving niet aan die eisen, dan zullen bepaalde bacteriën zich niet vestigen of niet kunnen groeien. De aan- of afwezigheid van zuurstof of een bepaalde temperatuurhoogte zijn enkele belangrijke voorwaarden voor bacteriegroei.

Commensalen
Sommige bacteriën hebben zich perfect aangepast aan mens of dier. Deze bacteriën noemen we commensalen¹. Ieder mens (of dier) is gastheer van miljoenen commensalen. Het lichaam past zich voortdurend aan door antistoffen tegen deze bacteriën te produceren waardoor ze slechts zelden problemen veroorzaken. Sterker nog: ze stimuleren de verdedigingsmechanismen, denk maar aan de "goede" bacteriën die in de menselijke darm leven.
Een beperkt aantal bacteriën kunnen min of meer ernstige infecties veroorzaken. In dat geval spreken we van pathogenen (=ziekteverwekkers). Indien mens of dier in contact komt met pathogenen, betekent dat niet automatisch dat hij of zij daadwerkelijk ziek wordt. Dit is onder andere afhankelijk van:

• - De algehele gezondheid van mens of dier
• - De agressiviteit van de ziekmakende bacteriën
• - De snelheid waarmee het immuunsysteem reageert op vreemde indringers

Soms wordt een bacteriële infectie voorafgegaan door een virale infectie zoals een verkoudheid. Antibiotica², nemen om een virale infectie te genezen is zinloos: deze middelen zijn namelijk niet werkzaam tegen virale infecties. Een virus is een heel ander "beestje" dan een bacterie.
Toch komt het voor dat een dierenarts een antibioticum inzet bij een virale infectie, maar alleen als er een ernstige bacteriële infectie op de loer ligt. Een virusinfectie -zoals een verkoudheid- tast namelijk de weerstand van een grasparkiet én het slijmvlies van de luchtwegen aan, waardoor bacteriën zich gemakkelijker kunnen nestelen. Een luchtweginfectie bij een vogel kan zeer ernstig kan verlopen, omdat de luchtzakken bij de infectie betrokken kunnen worden. De dierenarts wil deze ernstige infectie ten allen tijde voorkomen, en schrijft preventief een antibioticum voor om bacteriën geen kans te geven.

Wanneer wordt er antibiotica voorgeschreven?
Het immuunsysteem van mens en dier produceert na enkele dagen voldoende antistoffen en verdedigingscellen om vreemde indringers uit te schakelen. Soms gaat het echter mis. Bij sommige ernstige bacteriële infecties zoals hersenvliesontsteking is het afweersysteem niet in staat om snel genoeg te reageren. In dit soort gevallen is het noodzakelijk om antibiotica te gebruiken die de infectie kan bedwingen.
De (dieren)arts beoordeelt de ernst en de aard van de infectie. Hij of zij moet daarvoor eerst een diagnose stellen. Daarna weegt de (dieren)arts de voor- en nadelen van een behandeling met antibiotica af (mogelijke resistentie³, bijwerkingen).
Gebruik nooit antibiotica die je "zomaar" van iemand "krijgt" of die je "gewoon" in een winkel kunt kopen. Het is zinloos, het wekt resistentie in de hand en het bemoeilijkt een eventuele latere diagnose door de (dieren)arts. Daarbij komt nog iets heel belangrijks: niet alle bacteriën zijn gevoelig voor hetzelfde antibioticum!

Hoe kan ik de kans op infecties bij mijn vogels verkleinen?
Helaas worden ook vogels getroffen door bacteriële infecties. Uitwerpselen en voedselresten zijn ideale voedingbodems voor bacteriën (en tevens een bron van bacteriën!). Het is dus belangrijk om de kooi of volière inclusief toebehoren grondig en frequent schoon te maken, vergeet daarbij ook de speeltjes niet. Gebrekkige verzorging en slechte voeding zorgen voor een verzwakt immuunsysteem bij de vogel, met alle nare gevolgen van dien. Zorg dat het eten en drinken van je vogeltje niet verontreinigd kan worden met uitwerpselen. Haal stukjes fruit en groente na een uurtje uit de kooi. Geef dagelijks vers drinkwater en ververs het in de zomermaanden minimaal twee keer per dag.

Tip:
Het is belangrijk om te weten dat vogels andere bacteriën bij zich dragen dan mensen. Sommige bacteriën die mensen bij zich dragen (zoals de E. Coli bacterie) kunnen ernstige infecties veroorzaken bij vogels. Als je besmet water drinkt (of besmet voedsel aanraakt en opeet) kan de infectie (eventueel via hand-mondcontact) overgedragen worden op vogels. Was daarom altijd goed je handen als je je gevederde vriend gaat verzorgen en laat hem of haar nooit voedsel uit je mond eten!

Coli / Zweetziekte / Adenovirus / E. Coli complex

Escherichia coli (E.Coli) is een bacterie. Deze kan normaal gesproken ook in de darm voorkomen, maar wordt een probleem als deze andere bacteriën gaat verdringen.
 

Er zijn veel verschillende ondersoorten E. Coli, ieder met hun eigen ziekmakende eigenschappen.
 

Een van de bekendste ziekte die E.Coli veroorzaakt is zweetziekte. Deze komt voor bij de jongen van papegaaiachtingen maar vooral bij kanaries, trouwens ook andere voliere vogels kunnen het krijgen. De E.Coli-bacterie veroorzaakt ziekte door het produceren van gifstoffen. In de darm zorgen deze ervoor dat de darmcellen veel vocht gaan afgeven, hierdoor wordt de darminhoud vloeibaar en krijgen de vogels waterdunne, slijmerige diarree. Dit zorgt ervoor dat ze in een hoog tempo uitdrogen en veel voedingsstoffen verliezen, ze kunnen in grote getale sterven. De nesten en jongen worden erg nat (vandaar de naam zweetziekte) omdat de ouders de dunne mest niet meer kunnen weghalen.
 

Bij oudere vogels kunnen de gifstoffen behalve de darm ook andere organen aantasten. Hierbij kunnen de vogels veel gaan drinken (bij aantasting van de nieren). Ze kunnen kreupel worden (bij gewrichtsontsteking). Bij kippen komen ontstekingen van de eierstokken en eileiders voor. Ze kunnen sterven als deze zich uitbreiden naar de buikholte.
 

Bij onze vogels komt Coli vaak voor in combinatie met een adenovirus. Hierbij wordt gedacht dat de vogels eerst een besmetting met het virus oplopen. Door de verminderde weerstand als gevolg hiervan zijn ze gevoeliger voor E. Coli. De combinatie van deze ziektes zorgt voor slome dieren, die niet eten, ze drinken vaak veel en hebben dunne, slijmerige mest. Door aantasting van de lever kan deze groen gekleurd zijn.
 

Bij jonge vogels kunnen grote groepen ziek worden. Bij oudere zijn het vaak de al wat zwakkere dieren die vooral aangetast worden.

Diagnose

E. Coli kan uit de darminhoud/diarree gekweekt worden.

Behandeling

Met antibiotica. Bij onvoldoende effect, kan een antibiogram gemaakt worden. Hierbij wordt de E. Coli die de problemen veroorzaakt gekweekt en vervolgens wordt gekeken welke antibiotica hier het beste tegen werkt.

 

Ook bij duiven met een gecombineerde besmetting, wordt behandeld met antibiotica. Na het oplossen van de besmetting met E. Coli, moet de vogel vervolgens zelf het virus bestrijden.

Voor alle zekerheid en duidelijkheid: E.S.B.3 is geen anti-biotica en werkt dus niet bij bacteriën, maar is een sulfa-preparaat tegen vooral coccidien -dit zijn inwendige parasieten- en tegen bepaalde micro-organismen. In de vogelwereld is het een doeltreffend middel tegen coccidiose en het is ook het meest geëigende middel tegen lankesterella (grote leverziekte).

In de praktijk blijkt, dat men het nogal eens gebruikt om coccidiose te voorkomen en in andere gevallen spreekt men van betere kweekresultaten. In beide gevallen is het een oneigenlijk of wel verkeerd gebruik. Coccidiose voorkomt men vooral door een goede verzorging van de vogels, dat wil zeggen:
1. Een strenge selectie van de kweekvogels.
2. Een goede hygiene en met name een droge bodem.
3. Geen zaad, eivoer, e.d. op de bodem.
4. Ook tijdens het broeden de kweekkooien goed schoonmaken.
5. De jonge vogels vooral niet teveel zaad, maar volop eivoer geven.
6. Jonge zelfstandige vogels pas nadat de rui voorbij is, bij de volwassen vogels plaatsen.
7. Het totale aantal vogels aanpassen aan de ruimte en de tijd die u ervoor heeft. Als u dan nog zorgt voor een goede ventilatie en niet te hoge temperaturen, heeft u al veel gewonnen.

Kuren met E.S.B.3 voor de kweek om de vogels te vrijwaren van coccidien lijkt niet erg zinvol. Als u bovenvermelde punten in de praktijk brengt en de vogels in hun totaliteit een gezonde indruk maken, kunnen er beslist niet veel coccidien aanwezig zijn. Het is echter zeer wel mogelijk, dat de vogels enkele coccidiën bij zich hebben, maar dat hoeft beslist geen ongezonde zaak te zijn. Integendeel, onder normale omstandigheden geeft deze aanwezigheid de vogels juist de gelegenheid om een (natuurlijke) weerstand op te bouwen en dat is het meest ideaal.
Wanneer u voor de kweek gaat kuren, maakt u de eventueel aanwezige coccidien kapot, maar u ontneemt de vogel tevens de gelegenheid om een natuurlijke weerstand op te bouwen. Daarmee maakt u de vogels als het ware steriel. Het grote nadeel is, dat als er dan een besmetting met coccidien komt, het meteen raak is. D.w.z. een massale infectie met hoge sterfte.
Samengevat: wie geen problemen heeft met zijn vogels is totaal verkeerd bezig indien toch E.S.B. 3 aan de vogels wordt gegeven. Juist dan gaat men om problemen vragen. Zij, die min of meer regelmatig coccidiose onder de vogels hebben, moeten misschien wel E.S.B.3 gebruiken. Maar wanneer zij niet tegelijkertijd de oorzaken aanpakken (genoemd onder punt 1 t/m 7) moeten ze E.S.B.3 blijven gebruiken en blijft het dweilen met de kraan open.
Meermalen tijdens de kweek kuren met E.S.B.3 is om precies dezelfde redenen onzinnig. Het verstrekken van E.S.B.3 om betere kweekresultaten te krijgen, dat wil zeggen alleen maar meer vogels, maar meestal niet beter of sterker, is een echte vogelliefhebber onwaardig. Wie alleen maar vogels kan kweken door het hele jaar door E.S.B.3 te geven of andere geneesmiddelen, is dermate verkeerd bezig, dat men zich in alle ernst kan afvragen of men dan niet een geweldig stuk anti-propaganda voor onze hobby maakt. Zou het niet beter zijn, wanneer zo iemand maar zo gauw mogelijk stopt met het houden van vogels?
Bij twijfel of uw vogels gekuurd moeten worden, kunt u de (gespecialiseerde) dierenarts een mestonderzoek van de vogels laten doen. In dat geval hebt u meer zekerheid over de conditie van uw vogels.

Lankesterella of Atoxoplasmose.

E.S.B.3 gebruik en voorkomen van lankesterella (grote leverziekte).
Wie geen coccidiose bij de vogels heeft en ook niet gehad heeft, hoeft zich ook geen zorgen te maken ten aanzien van deze ziekte, aangezien lankesterella een gevolg van coccidiose is. En ook hier geldt dat punt 1 t/m 7 de beste preventie is. De zaak ligt echter anders, wanneer men deze ziekte bijvoorbeeld het afgelopen jaar onder de vogels gehad heeft. De vogels zien er dan wel gezond uit, maar de besmetting is nog altijd in de vogel -met name in de bloedbaan- aanwezig. De lankesterellas worden met de ontlasting uitgescheiden en met name de jonge vogels, ja zelfs wanneer ze nog geen week oud zijn, kunnen ernstig geïnfecteerd raken en een hoge sterfte veroorzaken. In zo’n geval is het niet meer dan reëel om vanaf dat moment, of nog beter, wanneer men gaat kweken tot na de rui, 5 dagen per week een halve dosering E.S.B.3 te geven. Voor dosering zie onder.
Samengevat: Gebruik E.S.B.3 en andere geneesmiddelen niet, als het niet persé nodig is. En is het nodig, gebruik dan de echte E.S.B.3 en niet de hiervan afgeleide produkten, die helaas vrij verkrijgbaar zijn in de dierenspeciaalzaak.

Dosering:

Coccidiose : 5 dagen achter elkaar 1 gram E.S.B.3 30% per liter water, 2 dagen niet geven en alles goed schoonmaken, en weer 5 dagen achter elkaar 1 gram E.S.B.3 30% per liter water. Ontsmetten bij voorkeur met water met een scheut huishoudammoniak. Halamid bijvoorbeeld werkt niet op coccidiose.
E.S.B.3 7,5% in zakjes van 10 gram : 5 dagen 4 gram op 1 liter water. Verder hetzelfde. Verschil in effect is mij niet bekend tussen E.S.B.3 30% en 7,5%. De laatste is echter in doorsnee 10 keer duurder dan E.S.B.3 30%.

Lankesterella: langere tijd (verschilt per geval) 5 dagen per week E.S.B.3 30%, 0,5 gram per liter water. E.S.B.3 7,5% per liter water 2,0 gram.
Bij lankesterella, (atoxoplasmose-dikke leverziekte) vijf dagen geneesmiddel door het drinkwater, vijf dagen niet, vijf dagen wel, vijf dagen niet. Meestal zal er sprake zijn van langdurig medicijngebruik. Altijd vooraf contact opnemen met een gespecialiseerde (vogel) dierenarts.

PAS OP VOOR OVERDOSERING. In dat geval wordt de stollingsvitamine K afgebroken, waardoor de vogel inwendige bloedingen kan krijgen, meestal met dodelijke afloop. Ga desnoods naar een apotheek om de vereiste hoeveelheid te laten afwegen.

Na een kuur met sulfapreparaten of anti-biotica kan het raadzaam zijn om een aantal dagen wat meer vitamine aan te bieden. Dit hoeft echter niet noodzakelijkerwijs uit een potje of flesje te komen. Van brandnetelblad (plukken op een veilige plaats en afspoelen onder de kraan, daarna drogen in wat keukenpapier) is bekend dat er veel natuurlijke vitamine K in zit. Maar ook natuurlijke honing (natuurlijke vitaminen en mineralen) is een probaat middel en goed te mengen door het drinkwater of Rusk.

Atoxoplasme of dikke leverziekte

Inleiding
Atoxoplasma of dikke leverziekte is een hardnekkig probleem dat bij veel verschillende soorten vogels voorkomt. Het is meestal niet mogelijk om een vogel of een bestand vogels helemaal vrij te krijgen van de ziekte.Wel kan men, door verstandig om te gaan met medicijnen en met een goed begrip van deze ziekte tot een werkbare situatie komen. In dit artikeltje wordt een overzicht gegeven van de belangrijktste wetenswaardigheden betreffende deze ziekte.

Oorzaak
Dikke leverziekte wordt veroorzaakt door een parasiet genaamd.Atoxoplasma.
Deze parasiet is verwant aan de parasieten die coccidiose veroorzaken.
Atoxoplasma verspreidt zich net als coccidiose, via de ontlasting. Een vogel die atoxoplasmose heeft scheidt om de paar dagen een groot aantal eitjes uit met de ontlasting. Deze eitjes zijn direct weer besmettellijk voor een andere vogel.

Het is niet helemaal duidelijk of atoxoplasma-parasieten besmettelijk zijn voor meerdere vogelsoorten. Op dit moment bestaat het idee dat er verschillende atoxoplasma-parasieten bestaan die ieder slechts besmettelijk zijn voor verwante soorten (dit is vergelijkbaar met coccidiose:ook hier bestaan verschillende stammen die ieder slechts problemen geven bij een beperkt aantal verwante vogelsoorten).

Atoxoplasmata verspreiden zich in het vogellichaam middels lymfocyten (dit zijn
bepaalde witte bloedcellen). De Atoxoplasma-parasieten kruipen in het cellichaam
van de witte bloedcel en migreren op deze manier het hele vogellichaam door. Na
verloop van tijd kunnen zij ook andere cellen (bijvoorbeeld levercellen) gaan besmetten.

Ziekteverschijnselen
Het meest opvallende bij vogels met dikke leverziekte, is dat de dieren een zeer sterk vergrote lever hebben. Dit is bij de kleine vogels (dieren met een lichaamsgewicht minder dan 50 gram) altijd zeer goed waar te nemen. Als de veertjes van de buik opzij worden geblazen, "kan men bij deze dieren namelijk door de dunne buikwand de organen direct zien. Bij dieren met dikke leverziekte is een vergrote lever waar te nemen als een halvemaanvormige donkere vlek die rechts onder het borstbeen vandaan komt. Soms is de lever zo sterk gezwollen dat de hele buik gevuld is met een donker-roodbruine massa. De buik is dan ook altijd bol en opgezet.

Een sterk vergrote lever komt bij meerdere ziekten voor. De meest bekende zijn
salmonellose,pseudotuberculose en psittacose. Het grote verschil tussen deze drie
ziekten en atoxoplasmose is dat vogels met salmonellose, pseudotuberculose of
psittacose verschrikkelijk ernstig en acuut ziek zijn. Vogels met atoxoplasmose
vertonen meestal chronische slepende aspecifieke problemen als vermageren, sloom zijn, bol zitten , soms wat diaree etc. Alleen als de ziekte lang blijft slepen, kunnen er wel vogels sterven.

De ernst van de ziekteverschijnselen verschilt echter per vogelsoort. Ik heb veel
verschillende vogelsoorten gezien met dikke leverziekte. Mijn ervaring is dat de meest vruchten-en instectenetende vogels gevoeliger zijn en acuter symtomen krijgen dan de meeste zaadeters. Ook jonge dieren van de meeste vogelsoorten zijn erg gevoelig. Sterfte bij nestjongen is een vaak voorkomend probleem in een bestand besmet met dikke leverziekte.

Sinds enkele jaren komt een vorm van dikke leverziekte voor die veel moeilijker te
herkennen is. Hierbij vertonen zowel oudere als jongere dieren problemen van
vermageren en soms diaree. Bij onderzoek blijken deze dieren een sterk opgezette
buik te hebben, veroorzaakt door een sterk verwijd maagdarmkanaal. De lever is
nauwelijks groter dan normaal. Deze vorm van de ziekte lijkt sterk op megabacteriose of op een bacteriele of gistinfectie van de darm, maar als een uitstrijkje van de kliermaag of de darminhoud wordt gemaakt, dan zijn er noch bacterien of gisten noch megabacterien te vinden. Bij onderzoek van afdrukjes van lever,milt en longen zijn dan massaal de parasieten te vinden in voornamelijk de lymfocyten.

DIAGNOSE
Onderzoek van de ontlasting van de vogels is onbetrouwbaar:soms zijn de eitjes van Atoxoplasma in de ontlasting te zien. Men denkt dan echter vaak dat er sprake is van darm-coccidiose omdat het onderscheidt tussen een eitje van darmcoccidien en Atoxoplasma niet goed te maken is met een eenvoudig microscopisch onderzoek. Het tweede probleem is dat de eitjes van Atoxoplasma niet iedere dag worden uitgescheiden. Vaak zal een mestmonster dus geen eitjes bevatten terwijl de vogel toch lijdt aan Atoxoplasmose.

De diagnose dikke leverziekte is alleen betrouwbaar te stellen aan een gestorven vogel door middel van afdrukjes van diverse organen (meestal lever,milt en longen). Voor mensen met een geoefend oog is de parasiet dan in de lymfocyten te herkennen.

BEHANDELING
Atoxoplasmose is te bestrijden met alle middelen die ook geschikt zijn tegen
coccidiose. De Atoxoplasma-parasiet heeft echter een groter overlevings-vermogen dan darm-coccidien. Dat komt omdat Atoxoplasma-parasieten zich kunnen verschuilen in lymfocyten.Deze witte bloedcellen migreren door het gehele lichaam en komen dus ook op plaatsen waar de bloedcirculatie (en dus de concentratie geneesmiddel) minimaal is.Slecht doorbloedde plekken zijn bijvoorbeeld peesjes en gewrichtjes. Als er, ten tijde van de behandeling, zich lymfocyten met Atoxoplasma- parasieten bevinden op deze slecht doorbloedde plekken,dan kan de parasiet overleven en zich weer gaan vermenigvuldigen op het moment dat de kuur beeindigd is.

In de praktijk geldt dat hoe langer behandeld wordt, hoe minder parasieten zullen
overleven en hoe langer het dus weer zal duren voordat de infectie weer op gaat
spelen. Een middel dat zonder grote bezwaren lagere tijd gegeven kan worden is
ESB3 (werzame stof:sulfaclonazine). Dit is tevens de reden dat baycox (werkzame
stof :toltrazuril) niet geschikt is voor de behandeling van dikke leverziekte. Baycox
mag namelijk maar 48 uur lang aan vogels gegeven worden.

Een behandeling van dikke leverziekte, bestaat dus meestal uit een kuur ESB3 die een aantal (2-4) maanden achter elkaar gegeven wordt, zonder onderbreking. Dit in tegenstelling tot de kuur die gegeven wordt bij darmcoccidiose. Deze kuur bestaat meestal uit 5 dagen ESB3, 2 dagen rust, nogmaals 5 dagen ESB3. Het 5-2-5 schema is echter absoluut onvoldoende om dikke leverziekte de kop in te drukken.

De lengte van de kuur is afhankelijk van de ernst van de infectie en van de
gevoeligheid van de vogelsoort. Het verloop van de ziekte is goed te volgen als
regelmatig (bijvoorbeeld 1 maal per week) 1 of enkele vogels worden uitgevangen en bekeken wordt of hun lever nog vergroot is of niet. Vuistregel is , dat de kuur nog 1 week gegeven wordt als de levers van de vogels weer tot hun normale proporties zijn geslonken. Hoe vaak men een kuur moet geven is eveneens afhankelijk van de ernst van de infectie en de vogelsoort. Ook hier kan men het verloop van de ziekte goed volgen door regelmatig de grootte van de levers van de vogels te inspecteren.

Als men sterfte bij nestjongen heeft, zijn er twee behandelingsschema's mogelijk. Men kan de oudervogels ongeveer 4 maanden voor het broedseizoen kuren met ESB3 gedurende 2 maanden . De pop en de man hebben dan nog 2 maanden de tijd om te herstellen van de bijwerkingen van ESB3 voordat er eitjes gelegd worden. De meest beruchte bijwerkingen van ESB3 zijn namelijk dat de vorming van de eischaal geremd wordt en dat het bevruchtingspercentage daalt. Overigens treden deze bijwerkingen in het algemeen pas op bij zeer langdurige kuren. Zelf heb ik in de praktijk deze problemen eenmaal gezien bij een eigenaar die zijn vogels 12 maanden achter elkaar ESB3 had gegeven. Het beoorgde effecte van deze manier van kuren is, om de infectie te onderdrukken tijdens de periode dat er jonge vogels zijn, zodat de kans op besmetting van een jonge vogel geminimaliseerd wordt.

Een andere manier om problemen tijdens het broedseizoen te voorkomen kan met het volgende behandelingsschema: er wordt gestart met ESB3 op het moment dat het legsel van de pop kompleet is en het dier vast zit te broeden. Tijdens het broeden en gedurende de eerste 3-10 dagen dat er jongen zijn wordt er continu ESB3 gegeven. Als men stopt met kuren moet er regelmatig 1 of enkele jongen uitgevangen worden om de grootte van de lever te bekijken. Is de lever te groot dan moeten in ieder geval de jongen nog minimaal 14 dagen gekuurd worden.

PREVENTIE
Een sluitende preventie is helaas niet mogelijk. Vogels kunnen namelijk drager zijn
van de ziekte zonder dat dit zichtbaar is. Vooral dieren die net landurig behandeld
zijn met ESB3 vertonen geen ziekteverschijnselen meer. Desondanks is het raadzaam om iedere gekochte vogel in de hand te nemen en te kijken of de lever vergroot is. Dieren die een grote lever hebben zonder dat zij ernstige ziek zijn, zijn verdacht.

Is een verblijf eenmaal besmet geraakt met atoxoplasma dan is het eveneens moeilijk ze te bestrijden. De eitjes van Atoxoplasma zijn zeer resistent waardoor de normale desinfectantia niet voldoende zijn om de eitjes te doden. Ook kunnen in een vogelverblijf de eitjes van Atoxoplasma ten minste 4 maanden besmettelijk blijven.

CONCLUSIE
Atoxoplasmose is een zeer hardnekkige ziekte die niet of nauwelijks uit een bastand vogels te krijgen is, als het eenmaal voet aan de grond heeft gekregen.gelukkig is atoxoplasmose of dikke leverziekte een chronisch verlopende ziekte die door medicijnen in het algemeen goed onder controle te krijgen is. Voorwaarde is wel dat er regelmatig vogels in de hand genomen moeten worden waarbij de grootte van de lever geinspecteerd wordt.

Dit artikel is geschreven door:

Hedwig van der Horst, dierenarts.
Vogelpraktijk "den Horst"
Wintelresedijk 51
5507 PP Veldhoven
Tel: 040 2053097

Dit artikel is geplaatst met goedkeuring van Hedwig van der Horst,
Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt voor andere websites zonder toestemming van Hedwig van den Horst of 1 van de Webmasters van Cultuurvogels..

Mocht je een mestonderzoek willen laten doen, dan kan dat bij deze dierenarts,
Ze is gespecialiseerd in vogels, en een mestonderzoek kost € 5 per mestmonster.
Er wordt gekeken naar: Coccidiose, megamacterie, wormeieren, bacterien en schimmels.

ESB3 30%

 

Wateroplosbaar chemotherapeuticum voor de behandeling van Coccidiose bij kippen kalkoenen , duiven en overige vogels.

Samenstelling
100 gram poeder bevat 30 gram sulfaclozine-natrium monohydraat.

Eigenschappen
Sulfaclozine-natrium grijpt in op de cyclus van de coccidieen en voorkomt op deze manier hun verdere voortplanting. Esb3 heeft geen negatieve invloed op groei, leg, broeduitkomst en kan gelijktijdig met coccidiostatica worden toegepast.

Toedieningswijze
Esb3 is in water oplosbaar poeder bedoeld voor orale behandeling via het drinkwater.

Dosering
1 gram Esb3 per liter drinkwater is een kuur ter preventie en ingeval van een coccidiosebesmetting 1,5 a 2 gram per liter drinkwater.
Dit een gedurende 5 dagen, daarna 2 dagen een vitaminnenpreparaat.
Daarna kan dit alles nog 1 maal herhaald worden.

Waarschuwingen
Ernstig zieke vogels hebben een veranderde drinkwateropname , in dit geval kan de dosering worden aangepast.

Verpakking
Doos a 250 gram
Doos met 12x 2,5 gram 

Producent
Novartis Agro Benelux
Animal Health Sector
Stepvelden 10
Roosendaal
Tel 0165-574805

 

Baycox 2,5 %

Werkzame stof: toltrazuril 2,5%
Triethanolamine Macrogol 200

Deze kleurloze tot lichtgele vloeistof dient ter bestrijding van coccidiose in alle levensvormen die deze bacterie kent. Het dient ter bestrijding van coccidiose.

Dosering is 2ml per liter drinkwater gedurende 2 dagen achtereenvolgens.
De houdbaarheid van Baycox in originele verpakking is ruim 3 jaar en opgelost in water slechts 48 uur. Baycox werkt in alle stadia van de coccidiose cyclus die zich in het vogellichaam kunnen bevinden.Een behandelingsduur van 2 dagen is meestal voldoende om een vogel te kunnen genezen.

Het vogelverblijf moet grondig worden schoongemaakt om de eventuele besmettingsbron weg te halen. Vochtige kooien is vaak de grote bron van deze ziekte. Na 5 dagen kun je voor de zekerheid de kuur nog eens herhalen. 

De richtprijs van dit geneesmiddel is                      € 17,50 per 100ml

 

Baytril

Werkzame stof; Enrofloxacine Het is een siroopachtige kleurloze vloeistof welke een breedspectrum antibioticum bevat.

Ter bestrijding van:

Bacteriële infecties van algemene aard
   Luchtwegen infecties
   Gewrichtontstekingen

Gebruik / dosering
Bij de 10% oplossing 1,5 ml per liter drinkwater gedurende 10 dagen. Tijdens de winterperiode in niet verwarmde vogelverblijven de dosering 2ml per liter drinkwater gedurende 5 dagen. Gangbaar is ook de 2,5% oplossing van Baytril, de dosering is hier 6ml per liter drinkwater de gedurende 10 dagen.
Geef dit middel nooit langer dan 10 dagen achter elkaar aan uw vogels. De nieren zijn niet in staat deze belasting op zich te nemen.

Tijdens deze kuur kunt u het beste bad en ander drinkwater verwijderen. Bij vogels in zeer slechte conditie kunt u ook

18-08-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Het broedseizoen zit er op. Tja en dan begint het fantaseren over het volgend jaar en welke vogels er blijven en het aantal jongen die zij zouden kunnen grootbrengen. Dit zelfde vond plaats toen ik duiven had. Ik had een klein hok en kon maar 12 koppels aanhouden dus iets uitproberen was er niet bij en strenge selectie was het motto. Als je goed had gevlogen was streng zijn niet zo moeilijk alle vogels die prijzen hadden gevlogen bleven en de minderen gingen eruit. Maar als het minder was gegaan en streng moest zijn voor jezelf en zelf kritiek durven geven was dan moeilijk vooral als de duiven uitgeruid waren. Dan zag alles er prachtig uit en leek iedere duif een prijsvlieger. Ik merk dat ik nu ook weer begin te fantaseren over mijn sijzen en wat zij volgend jaar zouden kunnen gaan doen. Pas op krities blijven is zeer belangrijk en daarom zet een aantal zelfkritieken op een rijtje.

1. 3 ronden jongen kweken kunnen niet alle sijzen aan. Stop na 2 rondes, als 2,3 of meer jongen hebt zitten wees
    dan tevreden. Ik heb toch dit jaar nog eens een ronde van 3 zwartkopsijzen gekweekt omdat het allemaal
    zo goed ging, maar deze late jongen zijn nu zelfstandig geworden en in de rui dat is zwaar voor ze. Ook
    de pop zit met de kop in de veren omdat de jonge vrij lang naar eten bleven jengelen en de pop in de
    rui viel en dat zie je ze heeft het zwaar. Ik zie aan de poppen die te lang gebroed hebben dat zij traag door de rui komen en er
    lang over doen op weer in conditie te komen
2. Begin niet te vroeg te koppelen begin april tot midden april is vroeg genoeg.
3. Kijk niet teveel in de nesten. Vertrouw de ouders en laat ze met rust.
4. Pak de eieren niet teveel in de hand om te zien of ze bevrucht zijn.
    Ze kunnen uit je hand vallen of je knijpt ze kapot. Zijn de eieren donker van kleur ga er dan maar van uit dat ze
    bevrucht zijn en als ze dan later niet uitkomen kun je ze als nog weghalen.
5. Als ik vogels koop en die niet uit een voliere komen. Laat ze dan in een kweekkooi die je ergens ophangt
    in de voliere wennen aan de ruimte.
    Anders zou de stress wel eens te groot kunnen worden en kunnen ze doodgaan.
6. Ik ben nogal eens goed van vertrouwen en ruil dan vogels en het kan dan voorkomen dat er wat aan schort.
    blijf krities.ik heb dit jaar al een aantal keren vogels gekocht die niet in orde bleken ga alleen maar naar
    bekenden als er dan wat is met de vogel kun je samen kijken wat te doen.
7. Ik was en eigenlijk ben ik dat nog steeds een voorstander van een grote voliere, maar dit jaar heb ik ervaren
    dat de eerste kweek erg goed was en tijdens de tweede ronde de ouders door de jongen werden lastig gevallen.
    enkele jongen uit het nest zijn gevallen omdat het jong werd weggejaagt en de kale jongen dood op de grond lagen
    dus heb ik in het voorjaar toch kweekboxen gemaakt. het houden van de vogels in kweekboxen was geen groot succes.
    Mijn vogels hadden moeite met het wennen aan de beperkte ruimte en gingen niet nestelen. Dus moeten de koppels
    vroeg in het jaar al in de kweekboxen gezet worden om te wennen aan de beperkte ruimte.
8. Ook bleven de jongen in een open voliere te lang afhankelijk van de ouders waardoor de ouder teveel en te lang werd
    belast door een bedelend jong. Dus nu kon ik de jongen van de ouders scheiden en hun eigen plan laten trekken.
9. Ik kwam erachter dat ik de 2e ronde jongen van de baardsijs geen kleurring had omgedaan. Dat ging ik alsnog doen.
    jongen schrokken daarvan en waren eigenlijk al te groot en gingen op de grond tijdens dat ringen hun nest uit.
    eenmaal uitgevlogen bleef uitgevlogen en dus zaten zij nog te klein op de grond en zijn wel goed opgegroeid, maar
    gewoon uit het nest uitvliegen heb ik liever.
10 Ik kijk heel veel naar mijn vogels en zie dus teveel. Dat is niet goed ze kunnen niet een moment met de kop in de
     veren zitten of ik denk dat ze iets hebben.
11. Ik had dit jaar teveel vogels in de voliere eigenlijk is het dan te druk voor nestelen.
      ik ga er boxen bij maken het aantal komt dan op 12 meeste zij 1x1 meter 2m50 hoog.

12 bloedluizen. Verleden jaar geen het ene jong na het andere dood. In het najaar van 2013 heb ik eerst alles met een        stoomspuit helemaal schoon gespoten ook de kieren enz. Dat heb ik in het voorjaar nogmaals gedaan, Vervolgens 2 x alles met anti bloedluis ingespoten. Nu 2014 heb ik al 12 jongen zitten en er komen er nog meer. Er zijn nog geen jongen doodgegaan.

13 Ik geef ze nu ook mieren zuur van varen en dat helpt hen ook sterker maken tegen ziekten ook de volwassen vogels.

Het kopen van vogels;
Ik ga zelf voortaan op het volgende letten:
1. Ik reserveer niet meer voor mensen als ze vogels willen kopen komen ze maar
    langs en als er een eerder is gekomen laat ik ze dat weten maar verkoop ze wel aan degene die het eerst langs komt.
2. Ik ga ze niet meer brengen
3. Als ik zelf vogels koop wil ik het hok zien. Ik koop niet meer vanuit een tentoonstelingskooi.
4. De vogels die ik neem moeten er gezond eruit zien anders hoe ver ik ook gereden heb,neem ik ze niet
5. Ik wil een soort garantie hebben niet goed geld terug. Daar ga ik naar vragen.
6. Het hok waaruit de gekochte vogels komen moet er redelijk schoon uit zien.
7. Ik neem alleen nog maar vogels uit het geboorte jaar 2012-2010 of 2009 die van 2009 moet een kweekkoppel zijn.
8. kweekkoppels van 2011 of 2010 bestaan volgens mij niet dan moeten ze meerdere jaren jongen hebben
    voortgebracht.
9. Uit het verhaal van de nieuwkomers blijkt weer hoe moeilijk het is om goede vogels aan te schaffen.

06-06-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

11-03-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

26-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

25-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Mexicaanse roodmussen zijn eigenlijk heel gemakkelijke vogels ,wat voeding en onderhoud betreft hebben ze hetzelfde nodig als kanaries,dus als basis een goede zaadmengeling ,regelmatig eivoer en ook op de nutribird pellets zijn ze verzot.In een gezelschapsvoliére passen ze zich heel snel aan ,ze zullen zelden voor problemen  met andere bewoners zorgen en trotseren de winterkoude zonder moeite.

24-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

22-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

De lengte van de geelbuiksijs bedraagt 10 – 11,50 cm. Hij is daarmee iets groter dan de kapoetsensijs en de yarrelsijs doch kleiner dan bijvoorbeeld de zwarte sijs.
Man en pop zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
De kleuren bij jonge vogels zijn vrij gelijkaardig aan deze van de pop. Zwarte stippen op de kop kort na het uitvliegen, wijzen er op dat het om een man gaat. De geelbuiksijs heeft zoals bij de meeste sijzen een melodieus lied, aangenaam om horen doch niet erg gevarieerd. Het is een rustige vogel De geelbuiksijs komt voor in het noordelijke en centrale gedeelte van Zuid-Amerika. In bepaalde streken is hij vrij talrijk aanwezig. Door de in het verleden extreem hoge vogelvangst, is deze sijs in welbepaalde gebieden echter vrij schaars geworden.
Je vindt deze tropische sijs terug aan de randen van wouden, op open plekken in wouden en op weidelandschappen, merendeel gelegen tussen 1400m en 2000m. Je vindt ze in paren of in kleine groepen tot 30 vogels. Af en toe zijn ze in het gezelschap van de zwarte sijs terug te vinden. De geelbuiksijs zal er zich tegoed doen aan allerlei zaden te vinden in planten, bomen en struiken.
De geelbuiksijs is geen trekvogel. Hij is vrij plaatsgebonden. Dit betekent niet dat hij zijn woongebied occasioneel niet kan verplaatsen naar een andere nabijgelegen locatie waar bijvoorbeeld het voedselaanbod groter is.
 Ik had tot voor kort een koppeltje in mijn voliere zitten, maar was toch bang dat zij de winter niet door zouden komen. Het was een rustige tamme vogel. Ik vond de man slimmer dan de pop. Ik gaf ze het sijzenvoer dat je kunt krijgen in de meer grote dierenwinkels en daar doe ik wat kiemzaad bij. Wat dennenzaad en distelzaad. Ik ga in het voorjaar weer proberen een koppeltje te bemachtigen. Ik kan een koppel van 2008 krijgen van Jo Evers te Weert. Ga weer eens kijken of het lukt. Ze zijn intussen is 09 augustus gearriveerd. Hebben een aantal dagen in de kweekkooi gezeten. En zitten nu in de voliere en doen het goed. Na 3 weken kan ik pas zeggen of zij geacclimatiseerd zijn. Probeelm is dat Jo schitterende kerngezonde vogels heeft maar die zitten allemaal in kweekkooien en binnen. Bij mij gaan ze naar buiten en dat is natuurlijk een groot verschil dus maar duimen dat het goed gaat. De foto's boven zijn van de nieuwkomers gemaakt.Tot nu toe gaat het goed met dit koppel. Popje is begonnen een nest te bouwen zal wel niets worden maar het betekent wel dat zij het naar hun zin hebben. Pop heeft inmiddels 4 eieren gelegd en zit te broeden, dat is wel wat aan de late kant maar ik waag het erop en dan maar hopen dat de nachten niet te koud worden.
Voor zover ik nu kan zien zijn de eieren onbevrucht

19-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

De treursijs



Wetenschappelijk : Carduelis tristis.

18-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

man van 2013 

De Dennensijs komt voor in het zuiden van Alaska, Canada, USA en Centraal Mexico.
In berggebieden tot 4000m hoogte. Ze komen hoofdzakelijk voor in dennenbossen op
berghellingen, maar ook op de toendra’s van het Noorden. In het zuiden ook in
dennenbossen en in tuinen, plantages, bosranden, naast bewoning en cultuurgronden.
De dennensijzen worden gezien in grote vluchten, maar ook in
het gezelschap van Treursijzen.

Ik heb de ouders eind november 2010 gekocht bij John Verhiel te Kerkrade. Veel later echter heb ik gehoord dat John een handelaar is en niet te vertrouwen zou zijn. Goed kan wel waar zijn, maar de vogels die ik heb gekocht zijn prima in orde.De vogels zijn al aardig gewend. Weten eten en drinken al te vinden hetgeen betekent dat het slimme vogels zijn. Ze lijken wat op de jonge elzensijzen maar dan dieper van kleur en ze zouden zingen als de elzensijs (is mij verteld hoor) ik heb ze zelf nog niet horen zingen. Popje heeft wel een wat kaalgepikte kop, maar ik ga ervan uit dat dat wel weer normaal wordt. Verder ben ik benieuwd hoe ze het doen in de open buitenvoliere die in verbinding staat met het winter gesloten gedeelte. Mijn eerste reactie over de dennensijs is heel positief. Het zijn levendige vogels hebben een heldere tjilp en ze zoeken elkaar steeds op wat erop wijst dat zij al een koppeltje aan het vormen zijn. Ze hebben het erg naar hun zin in mijn voliere en zowel de andere sijzen als de vogels zelf verdragen elkaar. Ik moet zeggen zij passen uitstekend in deze ruimte en kunnen zo te zien uitstekend tegen het klimaat. Tja en nu gaat het koud worden dus maar zien hoe dat gaat. Ik doe het luik naar de buitenvoliere niet dicht ze moeten er maar tegen kunnen en als ze het koud vinden gaan ze wel binnen zitten. ! van de 2 doet dat niet en slaapt ondanks de kou buiten.Ik las laatst in een artikel over treursijzen en dennensijzen dat die twee elkaar in het wild niet goed zouden verdragen. Afgelopen begin december 2010 op vrijdag is er een koppel treursijzen bijgekomen om de vogels in mijn voliere te versterken het zal mij dus benieuwen hoe dat gaat en of dat wat in het wild geconstateerd is ook in de voliere geldt. Ze zitten nu al 3 weken bijelkaar de treursijzen en de dennensijs dat gaat uitstekend zijn beiden verdraagzame sociale vogels. Een van de dennensijzen slaapt altijd in het buitenstuk onder het doek dat als een soort dak dient op een tak ook nu het zo koud is dat verbaast mij. Ze of hij zal weten wat goed voor hem/haar is.     

19 maart 2011: ze zijn een koppeltje geworden en bekken steeds met elkaar en slepen al met wat takjes. Ik heb omdat meerderen van mijn vogels dat aan het doen zijn en de neiging hebben in het kunstgroen te willen gaan nestelen, maar een aantal nestkastjes opgehangen. Ze hebben een nest gemaakt en het zal mij niet verwonderen als er een dezer dagen een ei in het nest ligt. Nu kun je zien dat de man wat dikker voller is dan de pop. En ik moet zeggen de zang van de man is hetzelfde als de zang van de elzensijs man alleen is deze man minder jagerig dan de elzensijs man die konstant achter zijn pop aan jaagt. op 12 april 2011 kreeg ik de schrik van mijn leven. Ik zag ineens de pop niet meer. Niet getreurd dacht ik even in het nestkastje kijken waar zij haar nest aan het maken was. Niets echter in dat kastje. Overal gekeken maar geen pop te zien of te vinden. na nog een keer een ronde gemaakt te hebben keek ik alle nestkastjes na en tot mijn grote verbazing zag ik haar in een ander nest kastje zitten. Wat bleek, en dat wist ik niet zij had een tweede nest gemaaakt en daarin haar 1e ei gelegd. Een pak van mijn hart moet ik zeggen. Goed dus nu haar maar met rust laten en kijken wanneer het echte broeden begint.

Eieren moeten rond 27 april 2011 uitkomen. 25 april 2011 eerste jongen 2 stuks zag ik toen het popje even haar nest verliet liggen. Mannetje komt popje regelmatig eten brengen dus dat zit wel goed. Zaterdag zouden de jongen als alles goed gaat geringd moeten worden. Wordt dus een spannende tijd. Naast pop op nest geeft man pop te eten die op haar jongen zit. Hij doet dat heel veel en goed.
De jongen zijn geringd. Ene jong ging het nog maar net en was gemakkelijk te ringen maar ooooohhhh wat een kleine ringen die 2.3 ringen heeft u dat ook ik ben als de dood dat ik een teen uittrek het is allemaal zo broos. Binnenkort ga ik een foto van de jongen maken. Nu eerst de volgende dagen afwachten, want vaak zie je dat de ouders na 7 - 8 dagen ineens stoppen met voeren ik heb het jong geringd maar vond het er klein ondervoed uitzien heb haar over legd bij de jongen van de zwartkopsijs en wat zie ik het vraagt onmiddellijk om eten ze gedijen beter met andere jongen om zich heen.(04 juli)
jonge dennensijzen 7 dagen oud je kunt de kroppen vol met voer zien zitten.
Het valt mij op dat vooral de man de jongen voert. Popje doet dat ook wel maar de man het meest.

mutatie jong
jongen 4 mei 2011. Ene jong lijkt grijs te worden de andere donker zal mij benieuwen. Ze worden goed gevoerd. Man is zeer actief naar zijn jongen toe.

jong zie onder heb ik soms een mutatie gekweekt??? wordt dit een isabel dennensijs? Het andere jong is gewoon donker gekleurd.

15 mei pop heeft 2e nest gemaakt eerst deed ze dat in het buitenstuk, maar toen ik dat verwijderd had heeft zij een nest binnen gemaakt en gaat binnen kort een ei leggen. Het is een torenhoog nest je ziet haar haast niet zitten. Ze heeft 4 eieren gelegd. Van die 4 eieren zijn er 3 uitgekomen. Er ligt nog maar 1 jong in het nest en die is 3 juni geringd 
ong boven is uit 2e ronde. Is goed gegroeid en gaat einde van de week uitvliegen( 13 juni) 15 juni jong is uitgevlogen en vliegt al prima en zat onmiddellijk in het buitenstuk. Als ik hem kwa kleur vergelijk met de n2 anderen dan moet ik concluderen dat de 2 eersten mutaties zijn. De vraag is nu is de vader wel de verwekker geweeest van deze 2 jongen. Ik zal het wel te horen krijgen via een dna test. Dat ga ik doen als alle jongen zelfstandig zijn en er niet meer gebroed wordt.

Door het inbrengen van allerlei andere mutaties, factoren die hun invloed hebben op de structuur van de bevedering en omgevingsinvloeden kan de kleur van de melanine verbleken, verdonkeren of worden omgezet in een andere kleur. Zo is het onder meer bekend dat een aantal factoren de bruine eumelanine en feomelanine kunnen transformeren naar een (donker) grijze kleur dus hier zou dus door diverse omstandigheden de kleur omgezet kunnen zijn in isabelachtig en de ander in zelfs wat meer bruine vogel.  Wie weet, maar het kan net zo goed geweest zijn dat een andere man mijn pop heeft bevrucht.
zelfstandige jongen: links dennensijs jong bruin en daarnaast mutatie jong isabel.
jong wildkleur zelfstandig deze is tijdens de erge koude gestorven.
20 nov pop is niet meer te vinden ik vrees dat ook zij gepakt is door de roodborst, die inmiddels verdwenen is.
Maar ook de man is niet erg gezond in mijn ogen zit er al een hele lange tijd wat dik bij en regelmatig met de kop in de veren. Toch moet hij het maar redden. Wie ik aan wie zal gaan koppelen weet ik niet De isabel is een pop want de vader was split. Maar wat die andere wildkleur gaat worden weet ik niet. Onderzoek naar het geslacht vind ik te duur dat zelfde probleem heb ik met de zwartborstsijzen.

Hieronder een kweekverslag van een website uit Duitsland over de dennensijs
was wel heel moeilijk te vertalen in goed Nederlands. Mijn excuses daarvoor.

Origineel

Een grijze muis onder de zeer kleurrijke sijs-soorten is de dennensijs. Zijn eenvoudige kleur, zou de belangrijkste reden zijn dat deze vogels bijna niet te vinden zijn in de volières van kwekers. Daarnaast werden ze de afgelopen jaren nauwelijks ingevoerd in Europa. Midden van 80's, kreeg ik mijn eerste dennensijzen. Ze werden mij aangeboden door de toenmalige voorzitter van ICC, Franz-Theo Büchter uit Mannheim. Ik kreeg van hem twee paar van deze vogels . Ik zag deze eenvoudige dieren en nam ze mee. Ik zette ze in een kleine vlucht van ongeveer 2 m in mijn voormalige appartement. Verbazingwekkend, de vier waren hele rustige vogels. Hun vriendelijkheid en hun nieuwsgierigheid maakten mij blij  en ik besloot ze te houden. Maar verbazing waren ze al door iemand anders gereserveerd. In de vroege jaren 1990 kreeg ik verschillende vogels Alleen had ik ruimte gebrek. Er waren twee paren die ik in het voorjaar van 2000 opnieuw koppelde en hoopte ermee te fokken. Normaal gesproken zou ik geen verwante vogels moeten koppelen op dat moment, maar.... Ik kreeg een telefoontje een ouden Friend uit Frankrijk Jacques Faivre,  die vroeg me om een gunst voor een filmproject. Hij moest noordamerikaane vogels hebben om nog een film te draaien. Ik zei mijn hulp toe en kreeg bezoek van Jacques en Jean Philippe Varin, die op dezelfde dag met mijn sijzen, sommige kardinalen, kleur vinken en core Busters kort daarna afreisde. Deze vogels waren gepland als extra's in de film "Nomaden van de hemel". Terwijl de heer Varin werd genoemd in de aftiteling van de film, waren mijn vogels vogels nergens in de film terug te vinden Pas in 2000 kwam een grotere invoer van sijzen uit Mexico naar Duitsland. De volières van Bürstadt werden bevolkt door sijzen en dat was in lange tijd niet voorgekomen. Deze dieren waren zo te zien in goede staat.Van deze dieren die behoren tot de ondersoort van Macropterus, kocht ik 11 nazaten Deze ondersoort komt voor in Mexico, van Baja Californië in het noorden naar het zuiden tot Chiapas. Ik heb onlangs via een Franse Fokker sijzen gekregen, die sommige dieren heeft geïmporteerd uit Canada. Deze Fokker heeft twee ondersoorten van dennensijs en heeft met goede resultaten vele jaren gekweekt. Spinus pinus macropterus heeft een bruinachtig basiskleur. De bovenkant van de kop en rug zijn grijs bruin met roodbruinen aflopend naar zwart-bruine strepen. Keel, borst en buik zijn wit tot beige en ook sterk onderbroken. De staart veren en de vleugels zijn zwart-bruin op de top, op de buik licht beige of wit. De buitenste staartveren zoals de vleugel bands zijn geel. Spinus pinus pinus is de grauwere van de mij bekende ondersoorten. De vogels lijken veel op Elzensijs poppen. Toch, met aardig wat groen in het verenkleed. het geel in de vleugels en de staart is ook niet zo uitgesproken als andere sijssoorten. U kunt onderscheid maken tussen de seksen door op de volgende punten te letten : Vrouwtjes hebben een langere kleurlijn dan de mannetjes. De donkere strepen op de borst en flanken scheid zich meer van het heldere verenkleed op de onderbouw, terwijl de lijn van het mannetje iets fijner is en minder sterk gescheiden is van het lagere verenkleed, zodat de vleugellijnlijn een vage indruk maakt. De gezochte vogels die ik had gekocht 20 stuks werden ondergebracht in het broedgebied in een afzonderlijk vak van ca. 1,5 kubieke meter. Dit vak is op papier ontworpen en werd voorzien van pijnboomtakken. Hoewel de vogels werden behandeld door de handelaar tegen Coccidiosis , gaf ik de vogels opnieuw voor twee dagen Baycox (1 ml tot 1 l water). Ook de Mexico-sijzen die ik op hetzelfde moment kocht, heb ik op dezelfde manier behandeld en met succes. Achteraf hoorde ik dat vele kwekers grote verleizen hadden bij de geimporteerde amerikaanse sijzen. De 11 koppels verbleven ongeveer 2 weken in het kl. Vak, waar ze gevoerd werden met de volgende diervoeders (Blattner Siskin 1a) en water, evenals een sans-grit mengsel in een afzonderlijke kom. Verder verstrekte ik enkele voedergewassen, vooral Paardebloem bladeren. Voor de winterkweek voerde ik de warmte en lichtsterkte op Aan het einde van de winter hoopte ik dat de dieren zouden gaan paren echter zonder resultaat. Kortom, was het een flop. Alleen het paar in de open volière kwamen op eieren maar die waren onbevrucht. Dus, ik had slechts een paar baard en zwarte borst sijzen om mee te kweken in het jaar 2001. Aan het einde van deze kweekseizoen, heb ik vervolgens alle dieren in de open kooi waar baard, zwart borst & vuren soorten ook winters zitten, gedaan.De winter van 2001/2002 werd uitzonderlijke koud in de Rijnvallei met veel sneeuw en extreme nachtvorst. Normaal gesproken zou ik nooit tropische vogels in een open kooi hebben laten zitten zoals de dennenr & zwarte borst soorten uit Mexico, maar zij vermaakten zich prima in de sneeuw en het bleek, dat deze vogels absoluut winterhard kunnen worden. En ik moet zeggen dat geen van mijn vogels de indruk maakten dat zij eronder leden- in tegenstelling ze vonden het baden in de sneeuw heerlijk! Op dat moment, heb ik de vogels natuurlijk meer eten dan gebruikelijke gegeven om de energieverspilling te compenseren.Eind januari, was de ergste vorst voorbij , de mannen begonnen te zingen, en ik kon zien dat twee mannen had gekocht. Ik had ondertussen de Mexico soorten en de soorten van mijn baardsijzen gekoppeld, zodat ik in 2002 alleen met twee paren fokken kon vanwege de beperkte ruimte  Begin April heb ik zo mijn paren samengesteld. Sommige in het broedgebied de open voliere, paar 2 in de open kooi. Beide paren begonnen onmiddellijk met de bouw van het nest. Bij het koppel in de open voliere was de man te agressief en vernietigde hij steeds het nest en verjoeg hij de pop uit het nestkastjes met nestmateriaal in zijn snavel.Gevolg de eerste koppeling ging verloren en ik hoopte op een nieuwe poging. In de open kooi had de pop van sisal vezels, watten, een mooie solide nest gebouwd en op 6 April drie eieren in het haar nest gelegd, die uitsluitend door de pop werden bebroed. De pop verliet alleen het nest om te drinken en er werd door haar nauwelijks gegeten. De man bracht haar onafgebroken voedsel zodat de pop haast niet van haar nest hoefde. Na dertien dagen kwam het eerste jonge uit het ei, de twee andere één of twee dagen later. Ik heb de eieren niet weggenomen om het broeden gelijktijdig te laten verlopen.De jongen werden alleen door de pop gevoed. Voer tijdens het kweken: Het oorspronkelijke voer bestond uit Blattner van Siskin 1a, ik geef zelfs kleine dennenzaden. Gekiemd zaad van Negro in voldoende mate in een langwerpige Plasticschaal die aan de kweekkooi was opgehangen. Om te voorkomen dat de ontkiemde zaden opgedroogd raakten gedurende de dag, legde ik een laag van ei voedsel daar overheen  Dat jaar, groeide er gelukkig veel Sterremuur/kippemuur in de buurt  Verbazingwekkend was,dat de dennen-soorten bijna alleen de bladeren van de gemeenschappelijke Sterremuur/kippemuur hebben gegeten en vrijwel geen zaden en dat de jongen daar ook alleen maar mee werden gevoed. daarnaast gaf ik paardebloem bladeren en verse paardebloem zaden. De jongen groeiden snel op en verlieten het nest op de leeftijd van ongeveer 13 dagen eerder dan ik bij mijn soorten vinken gewend was. Terwijl de pop snel een tweede nest ging bouwen nam de man de voeding van de jongen over tot zij zelfstandig waren. Bij jonge dennensijzen lijkt alles een beetje sneller te gaan, zodat de jongen op de leeftijd van 25 dagen niet meer werden gevoed en slechts af en toe de ouders smeekten om eten, maar die reageerden niet langer  Beschrijving van de jongen: Wat me opviel  bij jonge exemplaren waren de verschillende onderbroken strepen, jongen met zeer ruwe, grijze zwarte strepen op het groen in hun verenkleed en jongen met  een gelige buik met fijne strepen . Volgens mij waren dat de jonge mannen, terwijl de vogels zonder een geelachtig buik uiteraard dan de poppen moesten worden. De jongens waren op de top, donker met zwarte strepen en lage gedeelte bruin in het verenkleed. De bruine kleur werd pas na de jeugd dieper. Nu, is echter het probleem het onderscheiden van de seksen, omdat ik helaas de jongen niet met een kleurring heb onderscheiden was herkenning in een later stadium moeilijk. Samenvattend kan ik zeggen dat de dennensijs een zeer aangename rustige vogel is niet veeleisende, maar zeer interessant om naar te kijken.

reacties op mijn mutanten;

1.Hallo pim,
Ik heb me de vogels nog eens bekeken op jouw site, de jonge mutant is geen agaat maar een isabel in dit geval een pop
dus jouw man is split voor isabel.
Maar zover ik weet zijn er nog geen mutanten bij de dennensijsen, dus ik vrees dat jouw man gekweekt is via een europese sijs man of pop in isabel.
Dat is eigenlijk jammer want dit betekent dat je dus geen zuivere dennensijsman hebt, de vogels zijn kwalitatief wel mooi dus je hoeft je niet te schamen voor je vogels.
 
gr jean meertens.

2. Hallo Pim,
Ik heb inderdaad ook nog niets vernomen over kleurafwijkingen bij dennensijzen.
Interessante ontwikkeling. Zijn dit spontane mutanten, of is het over gekweekt
vanuit de gewone sijs? Aangezien er 2 mutanten gelijk zijn, neem ik aan dat
het overgekweekt is. Lijkt me wel zaak de vinger aan de pols te houden: het
moet wel herkenbaar blijven.

17-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

De Magellaansijs is een van de meest verspreide soorten in Zuid-Amerika. Iedere ondersoort bezit een eigen gebied, sommige ondersoorten overlappen deze gebieden. Deze gebieden zijn: Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Paraguay en Uruguay. Het gebied van deze soort is groot met verschillende biotopen, waardoor zich verschillende verschijningsvormen hebben ontwikkeld.
Er zijn Magellaansijzen, waarbij de zwarte kop strak is afgelijnd en er zijn er ook waarbij het uitvloeit in de borst, ook de diepte van de kleur kan onderling verschillen. Deze ondersoorten zijn veelal bij de kwekers door elkaar gekruist. De pop is in het rug-/vleugeldek grijzer en de lichaamskleur is geler.
Bij beide zijn de dekveren van de onderkant van de staart grijsgeel. De Magellaansijs is ± 11-12 cm. Lang. Een Magellaansijs is van nature een vrij bewegelijke vogel. Hij heeft een vrij lange smalle spitse snavel. Zingt heel mooi.Wel is mij duidelijk geworden dat je de nesten met rust moet laten en later las ik dat je zeker niet aan de eieren mag komen dat kan met zich meebrengen dat bacteriën door de schaal zich kunnen verspreiden in het ei. Ik moet dus veel en veel meer geduld hebben tijdens de broedtijd en niet overal gaan neuzen of ze al eieren hebben of de eieren bevrucht zijn enz. Laat de natuur zijn gang gaan en als de eieren na zo'n 14 dagen nog niet uit zijn, kijk het dan nog even aan en dan kun je altijd nog kijken of zij bevrucht zijn. Trouwens aan de kleur kun je al zien wat wel en wat niet bevrucht is. De geslachten van de jonge vogels zijn al te onderscheiden. Mannetjes laten de aanzet tot een grote borsttekening evenals een grote vleugelspiegel zien. In zijn totaliteit is de bevedering donkerder dan bij de oudervogels.

Kweek 2012

Met de nieuwe man uit 2011 en de pop 2009 heb ik in 2012 7 jongen gekweekt. De nieuwe man zong veel en zag er gezond en sterk uit. Ze werden 20 maart 2012 in een kweekbox bij elkaar gezet. Veel interesse voor elkaar was er in het begin niet. De pop joeg de man steeds weg als hij te dicht in de buurt kwam dat is normaal daarmee toont zij enige interesse.
Pop legde 3 eieren en 24 mei ik zag 3 jongen in het nest. Eindelijk wel een nest met bevruchte eieren. Nu maar afwachten hoe ze groeien. Deze pop heeft verleden jaar 6 jongen grootgebracht. 27 mei ik heb 3 jongen geringd en het nest wat verlaagd want deze pop bouwt altijd een heel hoog nest. Jongen hadden veel voer in de kroppen worden dus goed gevroerd.Er zijn 2 jongen overgebleven zitten goed
jong eerste ronde begint zwarte kop te krijgen beide jongen worden mannen.
2e ronde 5 eieren bevrucht . De 1e 2 jongen zelfstandig en zaten in het begin met de kop in de veren zoals al mijn jongen hebben als zij zelfstandig zijn geworden moeten ze blijkbaar wennen aan milieu en voer. Ze moeten ook zeer snel zelfstandig worden van hun ouders.
27 juni pop heeft weer 3 jongen liggen en 2 eieren moeten een dezer dagen uitkomen ik ga 1 ei overleggen bij de dennensijs. 2 zelfstandige jongen zien er goed uit volgens mij 2 mannen,  ze beginnen al te zingen. Van de 4 jongen die er nu 30 juni lagen zijn er 2 doodgegaan die heb ik verwijderd. Deze 2 jongen zijn inmiddels geringd en zullen einde van de week uitvliegen. Ik hoor ze tjilpen als zij gevoerd worden 14 juli pop heeft alweer haar derde nest gemaakt ik denk dat ik de eieren weghaal want de jongen uit de 2e ronde zijn nog niet uitgevlogen.
17 juli jongen zijn uitgevlogen
jongen hebben het weer moeilijk,want de pop zit al weer te broeden en jaagt de jongen hardhandig weg terwijl die eigenlijk nog te klein zijn om voor zichzelf te zorgen. man doet niets eigenlijk iets wat je ook ziet bij de zwartborstsijzen. De poppen moeten alles alleen doen en als zij dan te snel op het nest zitten krijgen de jongen problemen. Ze zitten nu dus weer met de kop in de veren en zodra zij goed zelfstandig kunnen eten is alles weer ok. Ik ga wel denk ik de eieren overleggen bij de zwartborstsijzen als die eieren weer onbevrucht zijn. De pop kan dan stoppen met broeden ze heeft al genoeg gedaan en mag gaan ruien. Ik laat haar volgend jaar niet meer in de grote voliere broeden die eigenlijk voor de jongen was en 1 kanarie koppel. Nu vallen de jongen haar steeds lastig terwijl zij zit te broeden. Pop heeft weer 4 eieren waarvan er 3 bevrucht zijn ik heb haar eieren overlegd bij de zwartborstsijs omdat die weer onbevruchte eieren heeft leuke van die pop is dat je haar zo van de eieren af moet halen omdat zij gewoon heel vast op haar nest zit. Die 3 eieren zijn inmiddels uitgekomen en de jongen worden a.s. woensdag geringd. Vervelende is dat de pop alweer een nest heeft gemaakt ik laat haar maar haar gang gaan. De jongen van de eerste ronde worden al zwart op de kop. Van de tweede ronde was een jong ontsnapt naar buiten maar kwam gelukkig na 2 dagen terug en zat op het gaas ik heb het deurtje van de sluis open gezet en zo kon zij weer binnen komen en deze 2 jongen is er 1 man en 1 pop. Bij de zwartborstsijzen liggen nog een 3 jongen die volgende week uit het nest gaan komen. Dan heb ik er 7 rond vliegen en de pop zelf zit ook nog eens op 2 bevruchte eieren het is wat dit is een super pop zo moet je van je vogels er een paar hebben en je hok zit zo vol met jongen. De 3 jongen die bij de zwartborstsijzen lagen zijn inmiddels uitgevlogen en zien er prima uit 2 kunnen al aardig vliegen de jongste probeert van de bodem naar boven te gaan is nog erg klein. Als de pop die nog op 2 eieren zit ook die 2 jongen groot brengt heb ik 9 jongen gekweekt. Eieren waren onbevrucht. Pop wil nog steeds maar weer nestelen. Wil paren met de man maar die heeft geen interesse meer. Er zijn dus 7 jongen gekweekt en dan kun je stellen dat de kweek zeer succesvol was. Misschien toch iets teveel want de laatste jongen zitten volop in de rui en dat is heel snel nadat zij zelfstandig geworden zijn. De pop is van 2009 en nu kun je met recht zeggen dat zij een kweekvogel is.
Sinds gisteren 27 sept zijn er 2 topaas zwartkopsijzen bijgekomen en waarschijnlijk volgen er nog 2 van elders om verwantschap te ontlopen.
dubbelpastel man 2013

16-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

                                         Baardsijs (Carduelis barbata).
 
  
 

Evenals de Magellaansijs heb ik mijn eerste koppel Baardsijzen gekocht bij de heer van der Velde in Klazinaveen,helaas is de heer van der Velde gestopt met de verkoop van vogels, ik zeg met opzet helaas want ik heb met hem uitstekende ervaringen.  VOORBEREIDINGEN.
Om de vogels in broedconditie te krijgen moet je in elk geval aan drie voorwaarden voldoen.
a. Aantal licht uren in het vogelverblijf opvoeren naar 15 uren.
b. Voeding aanpassen.
c. Vogelverblijf op 20 graden houden.

15-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

De Yarrelsijs 


 
pop

Deze prachtige sijs, uit het noordoosten van Venezuela tot in het oosten van Brazilië, leeft langs de oevers van rivieren, parken, plantages en bosranden. Hij heeft zich, met zijn lengte van 10 cm, zijn diepgele tot olijfgroene kleur, zijn zwarte petje en zijn roodachtig-gele snavel en poten, in ons land een vaste plaats verworven bij de liefhebbers van Zuid Amerikaanse sijzen. Aanvankelijk dacht men dat je deze vogel alleen kon houden in kooien, maar de laatste tijd heeft uitgewezen dat zij prima te kweken zijn in een volière. De pop geeft heel tijdig aan geslachtsrijp te zijn en dan zou je de man erbij moeten doen. De rest gaat zoals in de natuur meestal van zelf.

Zit de pop eenmaal te broeden (over het algemeen 4 eieren) en de man wordt te fel, zet de man dan niet weg (heb ik gelezen), maar bescherm de pop door bv. gaas tussen de man en de pop te plaatsen. De man voert de jongen niet maar de pop. Bij mijn sijzen heb ik gemerkt dat als de man te driftig wordt je hem het beste in een kooitje in de volière kunt zetten, dan kan hij de pop en de andere vogels toch zien en geef je hem het gevoel er toch nog bij te horen en je kunt hem af en toe weer loslaten. Ik blijf er dan wel bij zitten. Als de jongen uit het ei gekomen zijn laat ik hem weer los. Verleden jaar had de zwartkop sijs man geen interesse meer in zijn nest, maar daar trok het popje zich niets van aan en bracht alle jongen in haar eentje groot. Toen ze eenmaal uitvlogen sprong de man af en toe bij. Bij het samenstellen van de koppels sorteer ik daar wel op en gaat zo'n man er bij mij uit.

Het eivoer, geldt eigenlijk voor alle sijzen, kan van  Aves zijn vermengd met beschuitmeel, een hardgekookte eidooier (dus geen eiwit) met diepvries pinky's en buffalo's . Daarbij nog wat eetlepels gekiemd zaad en wat paddy.  Blijkbaar hebben ze ook eiwitten hard nodig.
Zodra de jongen zelfstandig worden, worden ze door de man verjaagd. Plaats ze dan in dezelfde ruimte achter een gazen schot waarbij je dan aan beide zijden van het gaas, op zo'n 3 cm afstand, een stok plaatst. De pop zal ze dan blijven voeren. Zet ze niet te snel in een andere ruimte.(aldus andere kwekers) Ik heb een 4tal maanden een koppel gehad. De pop stierf al snel en de man bleef achter en het lukte mij niet een pop erbij te krijgen. Ik vond de man een hele mooie getekende vogel (vooral zijn zwartje kapje en hij zong de hele dag en mooi. Dus denk ik erover om in het voorjaar uit te kijken naar een nieuw koppeltje om daarna de jongen winterhard te maken.
inmiddels heb ik een prachtig koppel 2010 kunnen bemachtigen. Zij komen bij Henk van Marwijk vandaan te Nijmegen. Zie helemaal boven. Zij zitten nu in een kweekhok in de voliere zodat zij kunnen wennen aan hun omgeving.Zijn 18 mei de kweekkooi uit gegaan en het gaat voorlopig goed. Alles verloopt goed man ziet er prima uit pop minder. 19mei man is ineens dood en het popje ziet er ook niet goed uit enwat blijkt bij controle konstateer ik dat de pop aan beide poten slechts 2 tenen heeft. Tja dat komt er van als je iemand volledig vertrouwt en de vogels niet controlleert. Hoe heet dat ook weer "eigen schuld dikke bult". Eind van de maand komt er een man bij afkomstig van Jo uit Weert. Man is een week geleden gearriveerd. Vond snel eten en drinken maar sinds een 4 tal dagen zit hij steeds met de kop in de veren. Nieuwe vogels hebben dat meer bij mij hij moet wel binnen een week weer in orde zijn.Ik heb weinig geluk met de yarellen man is doodgegaan. Met de pop ondanks het gemis van haar teentjes gaat het prima. 
De pop is verhuis naar den Bosch. In het blad van de WAS waarvan ik lid ben, stond een goed verhaal over de yarrellen en in dat verhaal wordt duidelijk wat een moeilijke vogel het is om te houden laat staan om mee te kweken. Steeds weer ervaar ik dat het een stress gevoelige vogel is laat het kweken met dit soort. Je moet erg veel geduld hebben om succes te hebben. Volhouden is dus de remedie. Ik ga in ieder geval in het voorjaar het weer proberen met een nieuw koppel. Maar als je naar de prijs kijkt, dan is het een dure vogel maar wel mooi. Even mooi is echter de treursijs en die is veel gemakkelijker te houden en kweekt ook nog eens gemakkelijk en is ook nog eens winterhard en eigenlijk verschillen ze niet zoveel in prijs

opmerking Geerd de Jong

14-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Spinus atrata  - de zwarte sijs

Beschrijving:

Grootte : 1 3 cm. Het verenkleed van de zwarte sijs is - zoals zijn naam ook laat vermoeden - met uitzondering van zijn gele vleugelspiegels en zijn evenzo gekleurde anaal streek en onderstaart-dekveren volledig zwart. Man en pop zijn van elkaar te onderscheiden doordat de poppen vooral doffer zijn van kleur.

Voorkomen:

De zwarte sijs leeft in de Andes op hoogtes die variëren van 3000 tot 4500 meter. Hij komt aldus voor in het hoogland van zuidelijk Peru, het noordwesten van Bolivia alsook in noordelijk Chili en het noordwesten van Argentinië.

Biotoop:

Daar de zwarte sijs zich ophoudt op hoogten gelegen tussen 3000 en 4500 meter worden de meeste nesten ook gevonden hoog tussen de rotsen, onder overhangende stenen of tussen spleten.

Voeding:

In de natuur voedt deze vogel zich met diverse wilde kruiden. Als volièrevogel volstaat een gewone kanariemengeling als basisvoeding.

Kweek:

De zwarte sijs wordt tot nu toe maar vrij sporadisch gekweekt. Toch, wie niet waagt niet wint.

Kunt u een koppeltje op de kop tikken probeer dan op de eerste plaats de zwarte sijs zuiver te kweken.Ik heb ze zelf niet maar van horen zeggen dat zij het gevoeligst zijn tijdens de rui. Een kweker bij mij in de buurt vertelde dat hij maar liefst 6 jonge vogels in 1 keer kwijt was. Het is dus wel oppassen geblazen, maar om ze daarom maar konstant te kuren lijkt mij wat ver gaan en de mensen die mijn theorie kennen zullen zeggen nou Pim jij zult daar wel tegen zijn en meer ervan uitgaan dat je in de eerste plaats moet uitgaan van sterke vogels en tja als er dan een aantal moeten dood gaan in de rui dan moet dat maar dan houdt je sterke over waarvan akte. 

Hoe kunt u te werk gaan?

Breng omstreeks half april de vogels onder in een volière van pakweg 2 x 1 x 2 meter. Zorg er voor dat deze vlucht voorzien is van één of meerdere brembussels; hier nestelt de zwarte sijs immers graag in. Vervolgens brengt u nestmateriaal aan zoals sisal, katoen, jute en kokosvezel.

Het wijfje zal, geholpen door het mannetje, omstreeks half mei tot nestvorming overgaan. Eenmaal het nest voltooid volgen dra drie tot vier eieren, zelden meer. De pop broedt deze in twaalf dagen uit. Zijn er jongen dan is een toevoeging van eivoer en gekiemde zaden een aanrader. Het probleem bij de kweek van de zwarte sijs is dat de pop haar opvoedende taak meer dan eens aan haar laars lapt. Pleegouders dringen zich dan op. Voor dit doel komt u uiteraard voor deze soort vogels terecht bij de kanarie. Belangrijk vind ik evenwel is om de pop zelf te laten broeden, kwestie van de cyclus niet al te veel te verstoren.

Onder goed voederende kanaries zullen de jongen snel groeien. Reeds op de vijfde levensdag zult u ze met een ring (maat C = 2,50 mm) moeten ringen. Op de leeftijd van twee weken verlaten de jongen het nest. Nog eens twee weken later zijn ze zelfstandig. Vanaf nu is een regelmatige kuur met ESB 3 30% nodig en dit tot ze volledig uitgeruid zijn. (dit is niet mijn visie hoor maar van anderen ik ben hier radicaal op tegen ook omdat je ze dan wel moet blijven kuren stop je ermee dan is de kans heel groot dat ze dood gaan) Ik begrijp het wel de vogels kosten zo'n slordige € 500 en dat is niet mis als mijn vrouw zou horen dat ik dat ging uitgeven zou zij mij erop wijzen dat wij daar andere dingen van kunnen kopen die nu niet gekocht kunnen worden. Eeeeen zij heeft gelijk. Dus eerst andere vogels verkopen en zo het bedrag bijelkaar sparen en dan een goed niet gekuurd koppel kopen

12-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

pop uit 2010 ik heb er nog 2 van er moet of een man bijkomen of zij wordt verkocht.

De zwartborstsijs (Spinus Notatus) is, door zijn manier van doen, een van de meest interessante uit de Amerikaanse groep van de sijzen. Persoonlijk vind ik hem niet de gemakkelijkste om mee te kweken, wat meer ervaring in het kweken van sijzen, is bij deze vogels heel belangrijk. Het is een vogel die bij onjuiste voeding snel vet wordt. Dus moet ik erg oppassen met het eten geven aan de vogels. Niet elke man en pop accepteert elkaar, gevolg wekenlange vechtpartijen, heb je dan maar een stel dan kun je de kweek wel vergeten. Mijn koppel is aan elkaar gehecht.
Bij mij broeden ze het liefst in een nestkastje van de kanarie, waarvan beide zijkanten met kunstgroen zijn bekleed, zij hebben net als baardsijzen een voorkeur voor wit nestmateriaal. Meestal is het legsel 4 eitjes, die tussen de 12 en 13 dagen uitkomen. De jongen worden probleemloos grootgebracht met eivoer. Verder wat diepvries pinky's, buffelowormen en een eetlepel kiemzaad. Deze samenstelling gebruik ik voor al mijn andere sijzen.



Mijn zwartborstsijzen heb ik verkocht. Het waren rustige vogels niet erg opvallend en je moet oppassen dat ze niet teveel eten worden snel vet. Ook zijn ze gevoelig voor vocht en dus coccidiose. In mijn voliere is een gedeelte helemaal open de vogels kunnen baden in plassen die in het buitenstuk bij regen ontstaan en zij kunnen daarvan drinken. gevoelige vogels redden het niet in mijn buitenvoliere. Vandaar de verkoop daarnaast heb ik gemerkt dat je  met het houden van elk soort weinig succes hebt op het kweken van al die soorten amerikaanse sijzen dus heb ik gekozen voor de zwartkopsijs en zijn mutaties om daarvan verschillende te kweken. gebleken is dat die wel goed kweken bij mij.

Kweekverslag van Filip Moentjes (hij is accoord met plaatsing hiervan) 
Kweekverslag 2009

11-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Kapoetsensijs (carduelis cucullata)

 

 

De kapoetsensijs bewoont de open savanneachtige gebieden van Venezuela en Colombia op een hoogte van 200-400 meter. Op het eiland Trinidad komt hij ook voor, maar daar werd hij waarschijnlijk uitgezet nadat hij was ingevoerd. Het zijn bewoners van dicht bebost gebied waarbij ze soms ook aan de rand ervan voorkomen. Bij hoge temperaturen (22�-25�C.) voelt deze vogel zich het prettigst. Ze zijn zeer gevoelig voor vocht en kou. Lengte 10 � 11 cm. Zingt melodieus en is zeer verdraagzaam naar andere vogels. Tijdens de broedtijd beginnen ze samen te bouwen, maar al snel stopt de man daarmee en gaat het popje in haar eentje verder. Zij gebruikt voor al droog gras en witte nest opvulsels voor haar nest. In mijn voli�re nestelt zij in een kanarie kastje het liefst aan beide kanten dicht met groen. Ik doe kunst dennetakken tussen de spijlen van de nestkastjes. Het vrouwtje bouwt bij mij een heel hoog nest in het kooitje bijna tot boven aan toe. Ze legt 4 eitjes en deze komen na zo'n 10 dagen broeden uit.
Als de jongen uit zijn voert het popje in het begin de jongen alleen maar al snel springt de man bij. Ik moet zeggen dat zij beiden hun taken zeer nauwgezet uitvoeren. Zodra de jongen uitgevlogen zijn, zou, schrijft men, de man alleen doorgaan met voeren. Bij mij deden beide ouders dat, het is het al bijna 9 weken winter en ik kan aan ze zien dat ze het zwaar hebben. Het vrouwtje heeft het moeilijker dan de man en je kunt aan de foto van haar zien dat zij eigenlijk nog niet in conditie is. Ze ziet er wat rommelig uit. De kleur is een natuurlijke kleur ik geef ze niets om de kleur feller, dieper te maken. Het popje is deze winter overleden en er komt 27 maart een nieuw popje aan van 2008. Ik ben benieuwd of zij ook met deze man voor een aantal jongen kunnen zorgen.
Nieuwe pop is vadaag in de voliere geplaatst. Ze is van 2009. Mijn man begon onmiddellijk te zingen. Ben benieuwd hoe dat gaat. Popje is niet zo mooi, heeft een kale kop zit er af en toe dik bij. Ze ziet er veel slechter uit dan mijn vogels. Popje begint iets tieriger te worden.12 april. Pop en man hebben elkaar gevonden. Popje maakt aanstalten tot het maken van een nest. Ze is helemaal bijgekomen. Pop heeft haar nest min of meer klaar en is klaar om te gaan broeden.24 april ze zit wel steeds op het nest, maar heeft nog geen eitje gelegd.Ze heeft inmiddels 4 eieren. Eieren zijn onbevrucht. Dan zie je weer dat de geroutineerde vogelhouders gelijk hebben dat je de vogels pas half april bij elkaar moet zetten zodat ze nu pas op eieren zitten. Te vroeg koppelen brengt onbevruchte eieren met zich mee. Zij is weer begonnen met een nieuw nest te bouwen. 2e nest is klaar. Maaaaaaar ik ben niet erg weg van haar. Ze ziet er rommelig uit. Nee dan het popje dat gestorven is dat kon er wat van. Altijd bevruchtte eieren en ze heeft genoeg jongen groot gebracht Jammer dat ik niet weer zo'n pop heb kunnen vinden. De nieuwe pop heeft haar tweede nest gemaakt maar het duurt wel heel erg lang voordat de eieren komen. Kwekers uit de buurt beweren dat het door dit weer komt. Het gaat overal heel slecht met de kweek. Popje heeft weer een ei gelegd.
Ze zit momenteel op 3 eieren. Of ze bevrucht zijn ?????? tja dat kan ik pas aan het einde van de volgende week zien. Twee eieren waren bevrucht 1 ei is vandaag uitgekomen ( 6 juni). Het is vandaag 11 juni morgen ga ik de jongen ringen. De jongen zijn geringd en komenin de veren. Ze worden goed gevoed door het popje. De man doet nog niets. Met zijn eerste pop was hij wel erg actief en voedde ook de jongen. Eigenlijk moet hij het na 8 dagen overnemen van de pop. Het zal mij benieuwen.
Man doet helemaal niets en die kleine pop maar voeren. Wat een klasse poje is dat. Ze voert nu alleen maar haar eigen jong en niet de zwartkopsijs. Die geef ik dus maar te eten.
jong is bijna zelfstandig. Popje heeft weer een nest gemaakt maar zit nog niet te broeden. Ze heeft 16 juli 2 eieren gelegd waarvan er 1 bevrucht is.Ei komt rond 30 juli uit. Het jong van de foto wordt een man.Hij heeft in zijn nek een soort zwarte vlek en uit ervaring weet ik dat dat mannen worden. Hij oefent al in het zingen. Popje zat op 2 eieren, maar die waren onbevrucht.

Nu 2012 heb ik weer een koppeltje jonge vogels gekocht. Ze zien er goed uit zitten in 1 van mijn bovenste kweekboxen. Het popje heeft al een aantal keren het nestkastje bezocht maar is nog geen nest aan het bouwen. Van mij hoeft dat nog niet ze mag nog wel wat wachten.
Het is nu 1 april 2012 en het koppeltje zit gezellig naast elkaar maar nestelen doen ze nog niet hoor. Maar ik weet dat het bij mijn andere koppeltjes die ik had ook pas later begonnen. Nu 24 april 2012 doen zij nog helemaal niets geen enkele interesse in elkaar en ook niet in nestelen, misschien moet het nog wat warmer worden. Popje begint met nestmateriaal rond te vliegen (17 mei) popje is begonnen met het maken van een nest. pop zit op 3 eieren. Ik heb boven in de kweekbox een deurtje gemaakt zodat de man en ook de treursijzen in en uit kunnen vliegen van de kweekbox naar de grote voliere en terug. De man doet dat heel graag en heeft het erg naar zijn zin zingt de hele dag.Daar de pop ook al tot 2x toe uit de kweekbox is gekomen heb ik besloten om de kweekbox voorlopig dicht te laten. Pop zit op 3 eieren deze moeten rond eind volgende week (9 juni) uitkomen.
Er kwam maar 1 ei uit en dat jong is dood gegaan. Ik heb de kweekbox maar open gezet en nu zitten ze in de open voliere en wat zie ik de pop heeft een nestkastje in de open voliere uitgekozen om weer een nest te maken we zullen zien hoe dat gaat.(21 juni) 27 juni pop zit op haar nest ze gaat eieren leggen. 30 juni pop heeft 3 eieren in haar nest liggen. Ze heeft 4 bevruchte eieren liggen als die allemaal uitkomen zet ik 2 jongen bij de zwartbortssijs die weer onbevruchte eieren heeft.



pop op nest 29 juni

3 eieren had zij liggen in 2 waren de jongen in het ei doodgegaan en 1 jong kwam uit het ei en was binnen 2 dagen dood. Ik denk dat er teveel verwantschap is tussen deze 2 vogels want meestal bij te sterke inteelt gaan de jongen vroegtijdig dood. Koppeltje is verkocht durf de winter niet met ze buiten aan maar in het voorjaar komen er weer anderen bij. nu in oktober heb ik jongen gekocht die uit een voliere komen en buiten gekweekt zijn en deze kweker overwintert ze ook buiten. Zal mij benieuwen of het lukt.

2013
Ik heb mij weer laten verleiden om een koppel te kopen Beiden zijn van 2013 en moeten de winter door komen in mijn open volliere. Dat is mij al meer gelukt. Ik houd u op de hoogte. Man heeft het even moeilijk gehad maar is nu weer top pop heeft wat last met poepen maar is verder vitaal genoeg. Nu op 17 april 2014 zit de pop op 3 eieren die een dezer dagen uit moeten gaan komen foto's volgen
pop op nest

ze had 2 jongen vanmorgen lag er 1 op de grond dood de 2e lag nog in het nest heb ik overgelegd bij kanaries van dezelfde leeftijd. Dat jong was geringd maar werd geplet door het kanarie jong dat veel te groot werd. nu zit de pop weer op 3 eieren te broeden.Die heb ik weer overgelegd bij een kanarie maar zonder succes. Nu is zij weer een nest aan het bouwen. Ze zit op nest afwachten maar hoe het gaat. Verleden jaar is er niet veel van de breod terecht gekomen. Een week leden eind maar 2015 lag mijn schoonmoeder opsterven en heb ik heel weinig tijd aan de vogels besteed. Daardoor heb ik helaas niet kunnen zien dat de man zich in een afgesloten nestkastje had gewurmd en is doodgegaan omdat hij niet kon eten en drinken. Heel vervelend nu heb ik er weer een man bijgehaald en maar kijken hoe het nestelen verloopt. En weer iets geleerd haal alle nestkastejs weg. Het koppeltje zit te broeden. Hoop dat het nu eens goed gaat. heb niet echt veel geluk gehad met dit soort. Pop had maar liefst 5 eieren waarvan er 1 bevrucht was die heb ik overgelegd bij de geelbuiksijzen en daar is het ei uitgekomen. Pop bouwt aan 2e nest.

10-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

elzensijs man 2010

De europese Sijs ( ik wil u erop wijzen dat ik niet alle tekst zelf bedacht heb er zitten verzamelingen van info bij uit verschillende webzites zoals  van o.a. www.allevogels.nl

Van oorsprong, heb ik gelezen, komt de Europese sijs voor 99% uit Noord Amerika. En zoals ik heb geschreven( in mijn artikel over de evolutie van de sijs) stamt dit aantrekkelijke vogeltje af van de Dennensijs.In Zuid en West Europa is hij vooral een vogel van het Hoog- en middengebergte. De pop (wildkleur) heeft de kleur van de dennensijs nog behouden en de jongen ook. Bij de dennensijs is weinig verschil te zien tussen man en pop. Ik denk bij te pop te kunnen zien dat zij iets lichter van kleur is dan de man en de man is wat slanker van postuur. Maaaaaarr of ik het goed zie geen idee.Trouwens bij meerdere sijzensoorten lijken pop en jongen op hun voorouders de dennensijs. Een aantal mannen vertonen een bef of kinvlek b.v. de baardsijs zijn baard genoemd. Ik heb echter een baardsijs zonder bef dus dat zou een terugslag naar vroeger kunnen inhouden.

De wetenschappelijke naam van de sijs is spinus.

Dus de pop van deze sijs en de jongen lijken op hun voorouders de dennensijs alleen is hun streepkwaliteit wat minder dik dan die van de dennensijs. Ik vind de naam n.l. Elzensijs wel toepasselijk, want als je in de kooi een elzensijs tak hangt worden de katjes van die boom opgegeten .Het is een sijs die graag in de els vertoeft.

Dus deze vogel kunnen wij in het wild tegenkomen, ik heb ze in mijn tuin al eens kunnen waarnemen, omdat mijn sijzen in een open stuk kunnen zitten en als zij dan met z'n allen uit volle borst zingen trekt dat soorten van hun eigen afkomst aan.Maar hun verspreidingsgebied is vooral Noord en Oost-Europa, Azie en Siberie. Daar verblijft hij hoofdzakelijk in de naaldwouden.Bij ons in het westen van europa komt hij voornameklijk als trekvogel voor, maar ik krijg sterk de indruk dat hij langzamerhand een vaste gast aan het worden is.( of ze blijven hangen in verband met het voer dat zij hier kunnen vinden. Zij broeden hier dan rond eind februari begin maart ).
Ik heb weer voor de elzensijs gekozen omdat ik het een leuk beweeglijk vogeltje vind. Maar ook omdat hij als een van eersten in de evolutie van de sijs is gaan veranderen van bruingestreept naar groenachtig terwijl de pop hetzelfde bleef. Ik heb nu de dennensijs, de elzensijs, de baardsijs,de zwartkopsijs,de zwarborstsijs, de geelbuiksijs,de kapoetsensijs en helaas nog niet een zwarte sijs de maxicosijs enz.Let op mijn foto's van de elzensijs zijn mutaties. Ik heb daar voor gekozen, omdat ik al heel veel groenachtigen heb zitten tussen mijn sijzen en ik een mutatie wel leuk vond passen. Op de foto ziet u een wildkleur man split isabel en een man pastel de eerste man is van 2010 en de pastel uit 2011. Ik heb er nu een wildkleur pop bijgekregen uit Eijsden. Maar het rare is dat de 2 mannen een koppeltje zijn gaan vormen dus moeten die eerst een pop hebben om elkaar te vergeten. De pastel man vind ik er niet al te best uitzien. Hij is in ieder geval geen 100%. De split man is een koppeltje geworden met de mutatiepop van de dennensijzen (kleur bruin) en die maken momenteel een nest.

Bij selectie zou u op de volgende kriteria moeten letten:
1. Kies voor rustige vogels. Dit houdt niet in dat ze bol moeten zitten en niet beweeglijk mogen zijn. De elzensijs is een kwiek vogeltje. U snapt wat ik bedoel. Ze moeten niet bij elke beweging van de vogelliefhebber wegknallen met alle risico's van dien.
2. de snavel moet correct zitten liever niet een kruisbek achtige snavel.
3. De vogel moet scherp en helder uit de ogen kijken.Een niet te smalle kop zeker niet de man en moet in relatie tot de rest van zijn lijf in verhouding zijn
4. Poppen en mannen moeten een rond model hebben. Bij de mannen is dat duidelijker aanwezig dan bij de pop, vind ik. Mannen moeten een mooie ronde bef hebben.De oogstreep moet scherp zijn.


hierbovern mijn vorige sijzen man wildkleur split ivoor - pop ivoor.
Ik heb wel gemerkt dat de man tijdens het broeden veel agressiever was dan mijn andere sijzen. Ik weet niet of ze dat allemaal hebben, maar ik selecteer daar wel op. Dus maar afwachten hoe deze mannen straks tijdens het voorjaar zich gedragen.
De oorspronkelijke kleur van de sijs is wildkleur. Daarnaast zijn de volgende kleurafwijkingen gekweekt:
bruin-agaat-isabel-ivoor.en er zijn pastelkleurigen. Ik heb ook wel horen praten over blauwachtigen. Eigenaardig is wel dat ze niet duur zijn en dus veel gekweekt worden, maar ik lees op internet maar heel weinig over de sijs in gevangenschap.
 

Over vererving wordt in veel boeken wel iets geschreven, maar toch blijft het voor vele mensen een moeilijke materie. Op deze pagina ga ik proberen om de erfelijkheidsleer op een eenvoudige manier uit te leggen, zodat de materie voor meer mensen toegankelijk wordt.

Inleiding:
Op 22 juli 1822 werd de grondlegger van de erfelijkheidsleer, de Oostenrijker Gregor Mendel geboren. Door zijn experimenten met onder andere de erwt, kwam hij tot de ontdekking dat bepaalde eigenschappen steeds in een vast patroon terug te vinden waren in de nakomelingen van de erwt. De publicaties omtrent zijn experimenten trokken in 1866 echter nauwelijks de aandacht van zijn collega's.
Pas in 1901 werden, door de in Nederland geboren Hugo de Vries, de wetten opnieuw ontdekt. Hierna is aan deze experimenten een naam gegeven, die de ontdekker ervan alsnog benoemen. De "wetten van Mendel" waren geboren.

De wetten:
Om het eenvoudig te houden, gaan ik hier de letterlijke wetten niet plaatsen. Mensen die ze toch een keer willen lezen, kan ik adviseren om bij een zoekmachine in te typen "Wetten van Mendel". De wetten geven in theorie een vast uitkomstpatroon. De praktijk kan echter totaal onverwachts zijn, maar daar later meer over.

De vogels:
Bij de vogels kunnen we de theorie van de erwt ook toepassen. Wel hebben we bij de vogels te maken met een aantal patronen die mede de uitkomst bepalen. Deze patronen houden zich schuil in de verschillende verervingsfactoren. Deze verervingsfactoren zijn: geslachtgebonden vererving en autosomale vererving. Daarnaast heeft m.i. het milieu ook invloed op de vererving van de kleur. Daarnaast kandat ook op het gedrag van de vogel. Maar hier gaat het vooral om de kleur.

Geslachtgebonden vererving:
De geslachtgebonden vererving zorgt er voor dat een pop nooit een drager kan zijn van een andere kleurslag terwijl een man deze andere kleurslag wel bij zich kan dragen (een zogenaamde splitvogel). Dus er zijn wel mannen die b.v. wildkleurig zijn en split bruin,isabel of agaat in zich dragen. Splitpoppen bestaan niet.

Autosomale vererving:
Er zijn 2 soorten autosomale vererving, de recessieve en de dominante.

Autosomale recessieve vererving:
Bij de autosomale recessieve vererving kan zowel de man als de pop een andere kleurslag bij zich dragen. Deze kleurslag dient dan wel bij de beide ouders aanwezig te zijn en doorgegeven te worden aan de jonge vogel om het te zien.
Dit houdt dus in dat als of de man of de pop deze factor niet bij zich draagt, dat het jong deze kleurslag niet kan tonen. Hij draagt deze dan wel bij zich, wat hem dan op zijn beurt weer een zogenaamde splitvogel maakt. (maar dat worden dan volgens deze theorie mannen)

Autosomale dominante vererving:
Bij de autosomale dominante vererving kan zowel de man als de pop een andere kleurslag bij zich dragen. 1 van de ouders dient deze kleurslag op zijn minst te dragen en hem door te geven aan de jonge vogel om deze op de jonge vogel te kunnen zien.

De uitkomst:
De uitkomst van een kweekkoppel is dus vooraf redelijk goed vast te stellen. Wel dient men dan te weten wat voor verervingfactor een bepaalde kleur heeft. Dit bepaald namelijk hoe een jong er uit zal zien.

Toevalstreffer:
Ondanks alle bovenstaande wetten en regels kan er toch een totaal andere kleurslag ontstaan uit de aan elkaar gekoppelde vogels. Dit kunnen we dan een toevalstreffer noemen. Mocht iemand zo'n "toevalstreffer" kweken, dan is het zaak, indien men dit wil, om deze vast te leggen voor het nageslacht. Hiertoe is het noodzakelijk dat men een duidelijke administratie bijhoudt en liefst zorgt dat men hulp krijgt van mensen die meehelpen met het uitzoeken van allerlei zaken omtrent het vastleggen van deze kleur. Men kan dan bijvoorbeeld denken aan een keurmeester. En je moet meer over de kleurgeschiedenis van de ouders weten.

Tot slot:
De bovenstaande uitleg is geen kompleet verhaal over de vererving. Er zijn nog diverse andere factoren die van invloed kunnen zijn op de uitkomst van een kweekkoppel zoals het milieu denk aan voer klimaat enz.. Het gaat echter te ver om dat hier allemaal uiteen te zetten.

Autosomaal vererving
De uitleg van deze vererving lijkt veel op die van de geslachtsgebonden vererving, alleen wordt in het schema hieronder niet gesproken over man of pop, maar over ouder 1 of ouder 2. Dit omdat een pop ook een mutatie bij zich kan dragen.

	Ouders		Jongen
	Ouder 1	Ouder 2	man + pop
1	Wildkleur	Wildkleur	Wildkleur 100%
2	Wildkleur	Wildkleur split mutatie	Wildkleur 50% Wildkleur split mutatie 50%
3	Wildkleur	Mutatie	Wildkleur split mutatie 100%
4	Wildkleur split mutatie	Wildkleur split mutatie	Wildkleur 25% Wildkleur split mutatie 50% Mutatie 25%
5	Wildkleur split mutatie	Mutatie	Wildkleur split mutatie 50% Mutatie 50%
6	Mutatie	Mutatie	Mutatie 100%

Bovenstaande kan alleen worden toegepast als iedere vogel ten hoogste 1 mutatie bij zich draagt. Dit dient uiteraard wel dezelfde mutatie te zijn. 


pastel pop


dubbel pastel man


Wil ik dubbel pastel kweken, dan zou ik het onderstaande schema moeten volgen.dubbelpastel 

 Ik heb dubbel pastel. Dit wil zeggen dat de pastel faktor op beide chrosomen liggen. Behalve in een ei en zaadcel liggen de chrosomen altijd in paren de mens heeft 23 paar en de meeste vogels ongeveer 11 paar. Een paar daarvan bepaalt het geslacht. Bij de vogels is dat bij de man XX en bij de pop XY. Anders dan de klassieke kleuren ligt het gen, dit is onderdeel van een chrosoom, wat zorgt voor de reductiefaktor bij de sijs, dit noemen wij pastel, niet op een geslachtschrosoom maar op een autosomaal chrosoom. Ligt het pastel gen op één chrom0soom van een paar dan noemen we dit enkelfatorige pastellen. Bij dit soort vogels kunnen we man en pop nog goed onderscheiden. Wanneer op beide chrosomen van een paar het pastel gen aanwezig is noemen we dit dubbelfaktorige vogels. Ook worden deze wel een overgoten genoemd. Overgoten bruin/agaten ( isabel) en bruinesijzen laten niet veel geslachts kenmerken
zien. Bij sommige vogels verdwijnt de tekening volledig en de mannen zijn dan vrijwel geheel geel. De poppen zijn veel witter en laten op de borst vooral wit zien. De vogels met een bruinkapje op de kop kunnen pastel bruin/agaten (isabel) mannen zijn of dubbelfakorige bruine mannen. De gehele gele vogel kan een dubbelfaktorige bruin/agaat zijn. Om alles nog maar eens duidelijker te maken. Dus mijn man is eigenlijk dubbel factorig want zijn bruine kapje is duidelijk te herkennen.

Alle jongen zijn doodgegaan ook dit koppel stopte met voeden toen de jongen al in de veren zaten. Het was in het voorjaar vooral snachts heel erg kouw misschien lag het daaraan maar met hen ga ik verder de 2 andere sijsmannen heb ik weggedaan. Ik heb nu al 5 jaar sijsen maar ik heb nog geen jong kunnen kweken misschien volgend jaar wie weet. Ik heb een isabel pop erbij gehaald en op de dubbelpastel man gezet. Zij hebben momenteel 5 eieren die een van deze dagen moeten uitkomen ik ben benieuwd. Ik heb de eieren wel onder een kanariepop gelegd en haar eieren onder de sijspop omdat het eerste legsel uit het nest waren gegooid voordat ze uitkwamen.Alle eieren waren uitgekomen maar de jongen gingen dood. Nu zit de pop weer op eieren en ik laat het haar maar zelf doen als het niet lukt haal ik dit koppel uit elkaar. 1 jong heb ik door een andere sijs laten groot brengen en dat is een heel mooi isabel sijsje. Pop heeft nu weer jongen liggen. En nu maar hopen dat zij wel willen groeien. jong 1 is volledig zelfstandig en volgens mij een isabel zie foto


verder liggen er nu nog 3 in het nest en die groeien goed. Door het onweer is 1 jong blijkbaar zo geschrokken dat hij zichzelf kapot heeft gevlogen. Nu vliegen er dus 3 rond prachtige jongen waarvan 2 in de kleur als die hier boven en ik denk dat dat isabel wordt genoemd en 1 vind ik meer bruin agaat maar zeker weet ik het niet want ik heb niet zoveel verstand van de benoeming van de kleuren. 

hierboven een jong dat puur pastel is geworden terwijl het jong een foto hierboven neigt naar lutino of ino ik weet eigenlijk niet hoe deze kleur genoemd wordt en dan heb ik nog een jong zitten dat iets meer bruin op de rug heeft. de zuivere isabel wordt mi een pop en de puur gele wordt een man. Maar ja ze moeten helaas verkocht worden.ik heb geen ruimte voor ze.

nog een sijsjong van mij mooie kleur alleen weet ik niet welke

 en nog een jong

nu 2015 heb ik de ouders nog steeds zitten. Ze zijn mooi en in prima conditie. Toen ik van de week begin april 2015 de nestkastje ophing was de pop onmiddellijk begonnen aan de bouw van haar nest en het nest is klaar bu wachten op de eieren. Zij heeft inmiddels 2 jongen in de veren zitten en is aan haar 2e nest bezig. 2 jongen zijn nu zelfstandig de ene is bruin en de andere isabel. (sorry voor het feit dat de foto's weg zijn zal zoeken naar vervanging)

09-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Kijk om bovenste beeld houd ik nou vogels is het niet prachtig de pop met 2 van die koppies onder haar die op de rand van het nest liggen. 

 

albino jong 2015

De jongen zien er prachtig uit. Verder hebben alle koppels weer eieren liggen zitten er 3 in de veren en worden alle drie geel met donkere kuiven.Deze zijn verkocht.Nu heb ik nog 4 bonte jongen rondvliegen die ook nog met hun ouders verkocht worden. Ik ga verder kweken met de witte kuiven en met de witte kuiven met grijs op hun kop. Mijn witte koppel geeft wit rode ogen albino's dus daarvan liggen nog 4 geringde jongen in het nest. Mijn andere koppels hebben ook nog jongen liggen die bijna gaan uitvliegen een superkweekjaar dus.

Albino jong nu volwassen

05-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens  

Amerikaanse sijzen en andere voliere vogels


                       
Inleiding.
December 2016

Dat is lang geleden dat ik wat geschreven heb. Dat heeft onder andere te maken met het matige functioneren van dit blog en opnieuw beginnen op een ander blog of site is weer zo'n werk . En doordat ik door velen een verzoek heb gekregen om weer wat op te schrijven doe ik dat. Eerste vraag is natuurlijk hoe was 2016 voor mij. Het kweekjaar was niet goed maar ook niet slecht , De kanaries ging wel de zwartkopsijzen redelijk en de sijzen matig de enige geelbuiksijzen die ik nog had gaven ondanks hun leeftijd (2012) nog steeds jongen. Maar ze van de hand doen lukte bijna niet en dat geldt eigenlijk voor alle sijzen. Ze zijn moeilijk te verkopen vooral de zwartkopsijzen daar zijn er blijkbaar teveel van gekweekt. Daarom en omdat ik 10 alleen maar amerikaanse sijzen had heb ik besloten ze van de hand te doen en over te stappen op wat grotere vogels. Nachtegalen heb ik nog en die kweekten prima en nu zit ik te denken aan de blauwe bisschop of aan kardinalen. Ik laat het u weten nu heb ik al mijn zwartkopsijzen te koop gezet/

In April 2015  zag ik dat al mijn foto's weg waren en ik dus weer op zoek moet naar een aantal en veel heb ik helaas niet opgeslagen( ik zie dat heel veel foto's verdwenen zijn hoe dat komt weet ik niet maar ik merk wel dat bloggen.be steeds slechter begint te functioneren en als je om hulp bij hen vraagt krijg je heel weinig respons heel jammer. 

Verslag 2015

Ik heb nu weer zowel zaadeters als insecten eters. ze zitten allemaal in kweekboxen, dus kunnen ze elkaar niet lastig vallen. Ik had verleden week een duitser op bezoek die mijn laatste reserve zwartkop sijs wilde kopen en die viel de goede conditie van de vogels op en het verbaasde hem dat ik zo weinig vogels had. Hij had gelijk ik selecteer streng uit en wil niet teveel vogels bij elkaar hebben. En zoals u las zijn mijn vogels in uitstekende conditie dus toen ik ze van de week bijelkaar zettenen de nest kastjes ophing begonnen ze onmiddellijk te nestelen.U zult mij wel wispelturig vinden, maar alle insecteneters zijn verkocht. Ik had 6 jongen gekweekt deze zijn met de ouders verkocht, maar ook de tuinfluiter. Ik mis ze wel met hun gezang, maar het werk dat ik eraan had om de kweek goed te laten verlopen was te intensief,
Ik ben een 5 jaar geleden gestart met het opzetten van mijn blog.Ik realiseerde mij toen niet dat deze site in korte
tijd meer dan 100.000 bezoekers zou trekken. Nu in 2015 ben ik op weg naar de 120.000. Het heeft mij wel gestimuleerd hem bij te houden en regelmatig nieuwe foto's te plaatsen. Dus denkt u niet dat u alles al gezien of gelezen heeft want bijna wekelijks vul ik mijn site aan. Er gaan weer vogels en er komen weer nieuwe bij, hetgeen inhoudt, dat ik nog wel zoekende ben naar vogels die ik leuk vind en die mij liggen. 2015 februari. Zit ook te wachten op het broedseizoen. Ik wel en dus moet ik steeds weer tegen mijzelf zeggen, dat het nog maanden duurt voor ze gaan nestelen. Mijn ervaring is, dat als je al in maart start de eerste broedsels meestal mislukken en dat de nesten pas goed gevuld raken en de jongen goed groeien het midden april is. Dus kun je beter wachten tot eind maart met het koppelen of beter gezegd met het open stellen van de nestkastjes. IK ben met het houden van vogels zo'n 8 jaar geleden gestart, toen ik in Belgie ging wonen.Ik ben Nederlander en heb mijn hele leven daar gewoond. Als jongen hield ik ze ook al maar dan in mijn slaapkamer ongezonder kon het niet. Toen kocht je de mooiste vogels voor heel weinig geld. daarna ben ik duiven gaan houden en die hebben eigenlijk nog steeds mijn grootste voorkeur. Maar eenmaal besloten deze niet meer te houden kwamen de voliere vogels in zicht en ik moet zeggen het houden van deze beestjes is ook heel leuk.
Ik zou het heel leuk vinden dat als u dit leest en zelf ook amerikaanse sijzen houdt, informatie stuurt over uw ervaringen. Dan wordt deze site ook een plek waarop we ervaringen uitwisselen die anderen weer kunnen gebruiken. Doe het aub en denk niet ik kan niet schrijven of maak teveel schrijffouten of taalfouten ik corrigeer wel. Tevens zullen mensen die een eigen website hebben zoals allevogels.nl tekst herkennen die zij ook op hun site hebben staan. Deze site is een verzamelimg van info van mij zelf en het internet of ingezonden stukken.
Ik wens u dan ook heel veel lees plezier.
groeten
Pim bakker

Algemeen.

Ik was in najaar 2015 aan een evaluatie toe. Zo'n acht jaar geleden dacht ik dat mijn theorien over duiven ook van toepassing zouden zijn op het houden van vogels. Dat is niet helemaal uitgekomen omdat bij zangvogels andere factoren een rol spelen. Zo komen ze uit een totale ander leefklimaat. ik heb nog geen hok gezien dat op de mijne leek kwa leefklimaat ik had een open ( in de winter gesloten) binnenstuk en een open buitenstuk. Ik dacht na selectie houd ik vogels over die tegen het natte stuk zouden kunnen en niet ziek zouden worden, dat klopt niet welke vogel dan ook wordt door zijn omgeving fysiek beinvloed. Nat blijft nat en op het stuk van 3 x 3 meter ontstaat een kwetsbare situatie met veel bacterien. Iemand zei tegen mij dat ik mijn vogels veel moest kuren omdat het buitenstuk hun gezondheid zou beinvloeden. Ik merk wel dat vooral vreemde vogels en niet tegen kunnen en mijn eigen jongen na een zware periode en degenen daar doorheen komen er wel tegen kunnen. Dus had ik veel minder vogels moeten verkopen en zelf meer moeten houden omdat die sterker zijn. Weer wat geleerd. Als voorzorg heb ik mijn buitenvoliere van boven en achter dichtgemaakt. En ik heb besloten er 6 kweekboxen in te maken van 1x1 meter en 230 hoog. Dan kunnen ze rustig gaan broeden zonder last van anderen te hebben. Verder ga ik het tussenschot dat eerst de buiten kant was weg te halen zodat de verbinding tussen binnen en buiten open wordt en in die ruimten komen de jongen.Op de bodem komt een cementen vloer en daarop beukenstukjes als strooisel. Daar is in het voorjaar van 2014 weer wat verandering in gekomen ik heb na een heel goed broedseizoen met veel jongen, besloten om minder sijzen te gaan houden en er insecteneters bij te nemen. Ik had in het voorjaar al japanse nachtegalen in mijn grootste kweekbox en nu heb ik van 4 boxen twee kweekboxen gemaakt en dar komen insecteneters in.  op 2-10-2014 komen er een koppel tuinfluiters aan en heb ik de jongen van de nachtegalen nog op het hok zitten. Er zitten ook rode kroonvinken bij maar die wil ik verkopen want die zingen haast niet.
Mijn Voliere. (zo was hij in 2009) en daaronder anno 2015.




Ik had in de winter 2009/2010 een voliere van 4 bij 3 meter. In de winter wordt deze winddicht gemaakt met dubbelwandige doorzichtige platen.
In het voorjaar 2010 heb ik deze voliere uitgebreid met een 2e gedeelte dat nog eens 2 bij 3 meter kwa oppervlakte is en zoals u kunt zien is ook dat gedeelte praktisch dicht. 

Nu in 2016 heb ik de buitenste kweekbox omgebouwd tot duivenhok  Ik kan het niet laten duiven te houden daarin zitten nu 5 tilduiven die veel in den haag worden gehouden kroppers die lang in de lucht staan.

Mijn Vogels.
Ik had insecteneters en zaadeters.  Ik zou wel een nachtegaal man erbij willen hebben voor zijn prachtige zang. Ik bezit nu een koppel en de man zing prachtig. Waarom heb ik gekozen voor amerikaanse sijzen. Nou het zijn hele vlugge en tamme vogeltjes. Ze zijn levendig en zingen heel mooi. Verder heb ik ze omdat ik het prachtig vind een groot deel van de evolutie van de sijs in mijn voliere te hebben. Zoals ik al schreef waarom ik voor de amerikaanse sijs heb gekozen. Het zijn niet alleen leuke vogels die mooi kunnen zingen maar zijn zien er ook nog eens mooi uit. Ze zijn zeker de moeite waard om te gaan houden, maar denk niet oh even een koppel kopen en de start is gemaakt. Je moet eerst eens te rade gaan bij een kweker van amerikaanse sijzen Jo Everts in Weert of Hans Haans in Geldrop ( is gestopt met amerikaanse sijzen ) is er zo een als je bij hen langs mag komen luister dan goed naar wat hij te vertellen heeft want die mannen hebben een schat aan kennis. Als je dan besluit amerikaanse sijzen te gaan houden start dan met de baardsijs. Hij is rustig, tam en zingt heel mooi. Hij kweekt redelijk gemakkelijk en is relatief goedkoop in de aanschaf. Een andere sijs die het ook goed doet is de magellaansijs of zwartkopsijs. Koop eerst wildkleurigen en niet al meteen de mutaties als je die mooi vindt schaf die dan aan als je wat ervaring hebt opgedaan. De dennensijs is ook een rustige en leuke vogel om te houden maar niet zo goedkoop en is toch wel erg gevoelig voor ornithose. Alle andere sijzen vragen al meer ervaring en alleen de zwartbortsijs kun je kweken in de zomer en eigenlijk alle andere amerikaanse sijzen moeten in onze winter gekweekt worden. Maar realiseer je dat de hokken dan verwarmd moeten worden en dat er in de winter veel licht nodig is via kunstlicht dat is geen goedkope zaak (zie de prijs voor electriciteit). Ondanks dat de ervaren kwekers zeggen dat je de andere sijzen in de winter moet kweken denk ik dat in de zomer het ook mogelijk moet zijn.Die ervaring heb ik met kapoetsensijzen en de treursijs broed ook in de zomer alleen veel later dan de anderen. De yarell, de geelbuik, de zwartesijs enz zouden niet in de zomer broeden. Volgend jaar ga ik met een paar van die koppels kijken of dat klopt.Omdat ik een grote vlucht heb en geen boxen houdt ik tijdens de winter van elk soort meerdere vogels aan en schift pas als er gebroed gaat worden en start dan met 1 koppel van elk soort.
Ik heb besloten om in de winter 10 worden van 1m breed 1m80 cm hoog en 100 cm diep. Ik hoop wel dat mijn vogels zo'n kleinere ruimte aan kunnen omdat zij nu twee vluchten tot hun beschikking hebben van in totaal 7m lang en 3m diep en 200 hoog. Maar ik ga het toch doen. Dan kan ik een aantal mannen en poppen die ik wil koppelen in het voorjaar scheiden en voor een aantal koppels  in die boxen is het tijdens het broeden rustiger voor ze. Van elk soort ga ik twee koppels aanhouden. Ik heb een tekening gemaakt van de kweekvlucht en een plattegrond als er mensen zijn die adviezen voor mij hebben dan graag ik ben geen beste timmerman.
de kweekvlucht aan de voorkant. Ik had aan de voorkant ook 2 vluchten gepland, maar die laat ik zitten ik heb 5 voorkanten kunnen kopen van aluminium met een luik daarin aan de bovenkant die je eruit kunt halen. Ik ga nu zo'n 9 koppels aanhouden waarvan er 2 in het grote open gedeelte blijven. Tijdens de eerste ronde laat ik die luiken eruit zodat de mannen tijdens het broeden naar buiten kunnen en als de jongen uitkomen laat ik die luiken er de eerste 3 weken eruit en daarna worden de ouders tijdens de 2e ronde in de kweekvluchten opgesloten zodat de jongen niet vervelend kunnen doen en zelf gaan eten en de ouders rust hebben
Ik heb een 5tal kweekboxen gemaakt waarvan ik foto's heb gemaakt
In het buitenstuk komen er 3 bij zodat ik er dan 7 heb. (4 zijn 3 x 1 meter lang ) hier zitten de insecteneters in.

Inmiddels heb ik al weer schotten weggehaald omdat ik grotere vogels wil gaan houden.






De Rui

02-02-2010 om 00:00 geschreven door yippens