worldoftolkien


07-06-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Welkom,
Hier kan je vele gedichten van Tolkien lezen.
Sommigen zijn niet naar het nederlands vertaald omdat ze dan hun schoonheid verliezen.







Boombaard over Beleriand:                                                                                                                                                               



In de wilgenweiden van Tasarinan
liep ik in het voorjaar.

Ach! het gezicht en de geur van het voorjaar
in Nan-tasarion!
En ik zei dat het goed was.

Ik zwierf in de zomer in de iepenbossen van Ossiriand.
Ach! het licht en de muziek in de zomer
bij de Zeven Rivieren van Ossir!
En ik vond dat dat best was.

Bij de beuken van Neldoretj
kwam ik in het najaar.
Ach, het goud en het rood en het zuchten der blaren
in de herst van Taur-na-Neldor!
Het was meer dan mijn verlangen.

Naar de pijnbomen op het hoogland van Dorhonion
klom ik in de winter.
Ach! de wind en de witheid en de zwarte wintertakken
op Orod-na-Thôn!
Mijn stem steeg op en zong in de hemel.

Maar nu liggen al die landen onder de vloed;
En loop ik in Ambarona, in Tauremorna, in Aldalómë,
In mijn eigen land, in het land Fangorn,
Waar de wortels lang zijn,
En de jaren dikker liggen dan de bladeren
In Tauremornalómë.


__________




De eenzame berg                                                                                                                        


Ver over nevelbergen koud
Naar kerkers diep en grotten oud
Moeten wij gaan eer dag breekt aan
Op zoek naar het betoverend goud.

Menige spreuk met toverkracht
Onder rink'lende hamerslag,
Werd daar gewrocht in diepe krocht
Onder de berg, waar 't duister wacht.

Voor vroegere vors en elfenheer
Smeedden zij daar van goud weleer
Glanzende schat, lichtend gevat
In pronkjuweel op zwaard en speer.

Aan zilveren ketens regen zij
De sterrenbloei; aan kronerij
Het drakenvuur; in garnituur
Werd het licht van de maan en zon getwijnd.

Ver over nevelbergen koud
Naar kerkers diep en grotten oud,
Moeten wij gaan eer dag breekt aan,
Opeisen 't lang vergeten goud.

Bekers smeedden zij voor zichzelf
Harmen van houd aar geen mens delft
In hun gebied, en mpenig lied
Klonk, ongehoord door mens en elf.

De sparren brulden bergenhoog
Terwijl de storm de nacht bevloog.
Het vuur was rood, werd angsitg groot
Tot boom als fakkel vlammen spoog.

Toen luidden klokken overal,
Mensen verbleekten in het dal:
De drakengram, feller dan vlam
Dloopte jun torens, huizen, al...

De berg rookte in het licht der maan
Ondergang staarde dwergen aan,
Ze ontvluchten grot naar 't stervenslot
Onder zijn poten, onder maan.

Ver over de nevelbergen koud
Neer kerkers diep en grotten oud,
Moeten wij gaan eer dag breekt aan
Om te herwinnen harpe' en goud!


________




>

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs