Als je jong bent is alles leuk
Irena Dekens over haar leven tijdens de Grote Oorlog
De Grote Oorlog. De Oorlog van Anne Frank en gruwelijke slachtpartijen
in Auswitsch. De Oorlog van de massagraven. In een dorp, ergens in
West-Vlaanderen, waar huizen platgebombardeerd werden en Duitsers naar
hartenlust mensenlevens aan diggelen moordden, staat een versmolten tank op een
hoog voetstuk. Smeed oorlog om tot Eeuwige Vrede, lezen voorbijgangers op een
onderschrift. Iemand legt een bloem neer. Hier zal de Last Post voor altijd
door het koren van de polders zinderen.
Ik
heb de oorlog nooit gekend als gevecht., vertelt Irena Dekens. In Gent, waar
zij leefde, waren er veel bombardementen. Soms kwamen die van de geallieerden
zelf, omdat er nog geen precisiebombardementen bestonden. Invallen kwamen ook
geregeld voor en dat bracht woede en verdriet met zich mee. In haar vader
huisde vooral die woede. Hij heeft nooit gewerkt, want wie kon werken moest
naar Duitsland om kanonnen te bouwen. Daarom was Irenas vader verplicht zich
de hele oorlog lang op de zolder van hun kleine huis te verstoppen. Het was er
koud en vochtig, maar er was geen keuze. Gelukkig kreeg hij hulp van de buren
als er door de Duitsers luidruchtig op de deur werd gebonkt.
Toch kent de Grote Oorlog, die over enkele generaties enkel nog in het zwart-wit
bestaat nu nog herinneringen in kleur. Irenas verhaal is niet gitzwart en niet
doorspekt met traumas. Ze was 15 toen de oorlog uitbrak en zat in het lager
middelbaar wat te vergelijken valt met de tweede graad secundair onderwijs.
Zelfs in oorlogstijden moet er plaats zijn voor hoop en dat weet Irena maar al
te goed. Ik had een droom: verpleegster worden. De Oorlog liet een ruïne van
verscheurde gezinnen en vergane idealen achter, maar een allesverwoestende
strijd zoals in 1914 bleef gelukkig slechts Hitlers utopie. Irena wist dat de
tanks en geweren misschien wel haar huis konden vernielen, maar haar droom kon
nooit in vlammen opgaan. Die ontastbare brok wilskracht was zo sterk dat het
haar tastbare wapen werd. Haar wapen in het midden van de razernij. Ze legde
het ingangsexamen verpleegkunde met succes af toen ze zeventien was en mocht
naar de medische school op het Sint-Pietersplein in Gent.
De praktische ervaring deed ze op in het hospitaal De Bijloke. Toen dat in 1942
opgeëist werd door de Duitsers, liep het vol met jonge militairen die ziek of
gewond waren.
Ik was samen met de andere verpleegkundigen verantwoordelijk voor de patiënten
die leden aan roodvonk en difterie. De patiënten die op onze afdeling lagen
waren niet veel ouder of jonger dan ikzelf.
Dat Irena niet wist welke trieste erfenis de oorlog zou achterlaten, was haar
grote geluk.
Weet je, als je jong bent is alles goed en leuk. Van de concentratiekampen en
andere gruwelijkheden wisten wij niets en hoewel de Duitsers onze vijanden waren,
zag ik gewone jonge zieken die eigenlijk net zoals ons waren. Wanneer ik
nachtdienst had, hielpen de Duitsers ons kuisen en afwassen. De meesten waren eigenlijk
wel vriendelijk. Als jong meisje is dat een fijne ervaring. Sommigen maakten
avances en probeerden al eens iets uit te steken. Irena herinnert zich haar
beste vriendin die een affaire had met een Duitse onderofficier. Zij had
dezelfde schoenmaat als zijn vrouw en op een dag riep hij haar bij hem om een
paar nieuwe schoenen voor zijn vrouw te passen. Ze brak per ongeluk een schoen
in twee en de onderofficier schreeuwde, zoals enkel Duitsers dat kunnen, dat
hij haar nooit meer wilde zien. Het meisje werd uit de school gezet, maar dat
vond Irena geen abnormale zaak.
Ik werd niet heen en weer geslingerd tussen vragen en emoties, want ik volgde
gewoon de bevelen op van mijn directrice. Ik vroeg me niet af of het eigenlijk
niet fout was om de vijand te helpen, want mijn opdracht bestond erin de
zieken te verzorgen en dat deed ik. Wij werden dom gehouden door de directrice
van onze school. Niet alleen de studentes werden dom gehouden, maar ook de
jonge Duitse militairen wisten eigenlijk niet waarom ze Vlaanderen omtoverden
tot een grote grafzerk.
Ik sympathiseer niet met de idealen of denkbeelden van de Duitsers toen, maar
ik ben ervan overtuigd dat veel Duitse militairen het moeilijker hadden dan ons.
s Nachts huilden en riepen ze naar hun moeders, terwijl ze overdag schreeuwden
op de verpleegsters.
De directrice werd na de oorlog opgejaagd, kaalgeschoren en weggestuurd. Ze
collaboreerde wel degelijk met de Duitsers en gaf meermaals feesten in haar
eigen huis voor de Duitse troepen.
Het einde van de oorlog was een verwarrende situatie, plots verdween het
almachtige Duitse leger. De Duitse vlag verdween uit het straatbeeld en de
Engelse werd gehesen, maar, zoals we achteraf hebben geleerd, gaf Hitler zich
niet zomaar gewonnen. Hij vocht nog een laatste maal terug en plotsklaps waren
weer Duitse liederen te horen in de Gentse straten. Een laatste push van de
geallieerden maakte voorgoed komaf met de Duitsers. Na al die chaos en wirwar
van komen en gaan waar wij gaan snars meer van begrepen brak er eindelijk een
tijd van vreugde uit. Iedereen kwam op straat en spontaan ontstond er één groot
volksfeest.
|