De maan is altijd hetzelfde, maar elke dag is de verschijningsvorm anders. Omdat het elke dag anders is kunnen we er één zin aan geven, met name een eenheid van tijd: de maand.
Het is ergens een uiting van het één (de natuur/de tao/god ....) genereert de diversiteit van dingen... de diversiteit illustreert het één (het principe, god ....)