Vandaag stond in de commissie-Brussel de voorrangsregeling bij inschrijving in Nederlandstalige scholen in Brussel ter discussie. Ik interpelleerde er minister Smet omtrent een ongewilde nevenwerking van de huidige voorrangsregeling.
Bepaalde Nederlandstalige scholen in Brussel geven immers sinds kort bij de inschrijving voorrang aan kinderen die naar een Nederlandstalige crèche zijn geweest. Op het eerste zicht een duidelijk verdedigbare keuze, gezien het soms scheefgetrokken taalevenwicht waarmee deze scholen kampen.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Jammer genoeg brengt dit systeem ook een nevenwerking met zich mee: onder meer wegens een gebrek aan Nederlandstalige crèches in onze hoofdstad, kiezen sommige Nederlandstalige ouders voor een Franstalig kinderdagverblijf. Dit wijst nogmaals op het tekort aan Nederlandstalige crèches in Brussel. In zijn eigen beleidsnota wees minister Smet al op een gebrek van 520 gesubsidieerde kinderopvangplaatsen.
Op zich hebben wij als N-VA dus geen probleem met de voorrangsregeling, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Groen! en Open VLD. Wij steunen deze maatregel (zowel in Brussel àls in de Vlaamse Rand) aangezien kinderopvang een belangrijke strategische waarde heeft. Vooral anderstalige of taalgemengde ouders zullen nu immers sneller overwegen om hun kind in een Nederlandstalige crèche in te schrijven. Daarmee maakt hun kind immers meer kans op - kwalitatief sterker Nederlandstalig onderwijs.
Wat ons betreft een positieve evolutie, aangezien op die manier het betrokken kind vanaf zeer jonge leeftijd met het Nederlands in contact komt (en blijft).
Daarom vroeg ik minister Smet naar dringend bijkomend overleg met zijn collega voor Welzijn, minister Vandeurzen, om het tekort aan kinderopvang in Brussel aan te pakken. Dit aanzien wij immers als een pure noodzaak in het Vlaams welzijnsbeleid ten aanzien van onze hoofdstad. Minister Smet erkende deze noodzaak en kondigde alvast overleg met zijn collegas Vandeurzen en Grouwels aan.
|