Aubel
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Abdijwandeling Val-Dieu
Start : De parking van de abdij van Val-Dieu.
Afstand : 8,5 km
Bewegwijzering :
GPS : N50 41.896 E5 48.301
http://nl.wikiloc.com/wikiloc/view.do?id=607868
DE ROUTE :
Je verlaat de E40-autosnelweg via: de uitrit BattÎce en je rijdt naar deze gemeente.
In Battice sla je voorbij een tankstation rechtsaf richting Aubel.
In een afdaling neem je links de weg naar Val-Dieu. Er staat een wegwijzer.
Routebeschrijving
Je verlaat de abdij , steekt de brug over de Berwinne over en neemt de 'Holiguette', een weg die omhoog loopt naar Charneux. In de eerste bocht ligt links een trap. Je loopt naar boven en komt uit op een met bomen afgeboorde weg. Daarna kom je al vlug op een weg die je volgt tot boven op de helling.
Hier ga je niet rechtsaf, maar rechtdoor. Halfweg, in de buurt van een kruisbeeld, neem je links 'la Groumette', een klein weggetje dat over enkele meters geasfalteerd is.
Ruraal landschap
Het enorme 'Croix de Charneux' staat op 'le Bois del Fiesse', een 269 m hoge heuveltop in
het glooiende landschap, waarin de boerderijen verspreid liggen tussen de velden.
Je loopt langs een sparrenbos en passeert onder het groen.
Aan een T -kruispunt neem je links, dicht bij een huis in baksteen en kalksteen uit 1767.
Wat verder zie je duidelijk de torenspits van de abdijkerk.
De route loopt naar beneden tot aan de weg naar Froidthier. Die steekje over. Je komt langs een gerestaureerd huis in natuursteen en wat verder langs een brug over de Berwinne.
Je laat vervolgens een asfaltweg links en een doodlopende weg rechts liggen en loopt door tot op de top van een heuvelrug. Aan je linkerkant zie je tegen een boom een kruisbeeld hangen.
De weg die hier vertrekt laat je links liggen en je volgt verder de weg die een bocht naar rechts maakt.
Opvallende gebouwen
Links, in het zeer mooie zandstenen huis met de houten vakwerkgevel, is een meubelatelier gevestigd.
Je loopt voorbij een elektriciteitscabine en ontdekt dan het kasteel van Altena (1620) met links ervan de boerderij. Een met wilgen omzoomd vijvertje herinnert eraan dat het kasteel ooit omringd was door een slotgracht. Een klein bruggetje is in de plaats gekomen van de oude ophaalbrug.
De massieve, vierkante donjon is opgetrokken uit zandsteen en heeft twee niveaus. Boven op de zware toren staat een met leien beklede spits. De ingang heeft de vorm van een rondboog en wijkt iets terug. Je ziet hier nog sporen van het mechanisme dat de brug bediende.
Je loopt langs een mooi huis met kruisvensters en schuin dak, en komt dan aan een T-kruising met een 'stop'. Hier neem je links, richting Aubel. Je loopt vervolgens langs het park en het kasteel van Gorhez . Dit kasteeltje werd in 1767 gerenoveerd in Lodewijk XV -stijl. De bouwstijl is klassiek, met drie verdiepingen, in witgeschilderde baksteen en kalksteen. Boven op het dak prijkt een bolvormig torentje.
Het hoofdgebouw staat met de achtergevel naar de weg gekeerd en wordt geflankeerd door een gebouw uit 1858 en een hoeve.
Het oude gerechtshof van de heerlijkheid Gorhez, een beetje verder aan de linkerkant, hing af van de abdij van Val-Dieu. Het gebouw (17de eeuw) heeft een perpendiculaire vleugel. In het verlengde ervan staan twee huizen uit dezelfde periode, opgetrokken uit ruwe, gespleten kalksteenblokken. In de gevel zitten op de benedenverdieping kruisvensters.
De schietgaten zijn nog duidelijk zichtbaar.
Oude landbouwbedrijven
Je vervolgt je weg naar de Emmahof-hoeve, rechts van de weg. Deze hoeve in neo- Maaslandse stijl (17 de eeuw) werd in het begin van deze eeuw gerestaureerd en uitgebreid.
De Langstraet-hoeve ligt wat verder aan de linkerkant. Je ziet eerst de achtergevel, die er heel anders uitziet dan de voorgevel. Deze hoeve in Maaslandse renaissancestijl werd gebouwd in de 17de eeuw.
De acht trayeeën worden gevormd door hoge ramen. Naast de stallen en de hooischuur staat nog een ouder vakwerkhuis in hout en leem. Boven öp de helling neem je de weg naar links. Hij loopt langs een hoeve in zandsteen (1736) met vensterlijsten in kalksteen. In de verte zie je de kerk van Aubel.
Wat verder, aan een splitsing van. de weg, zie je rechts de kasteelhoeve Donsart . Het kasteel werd vernield in 1811. De hoeve is een prachtig staaltje van Maaslandse renaissance uit 1670.
Je neemt aan de splitsing links en volgt de weg naar de Sint- Rochuskapel (1972).
Vlakbij, aan het eind van een dreef links, ligt la ferme de Petit Creft . Deze hoeve bestaat uit een hoofdgebouw met vakwerk, stallen en een hooischuur uit de 17deen 18de eeuw.
De gebouwen van la ferme de Grand Creft , een beetje verder rechts, dateren uit 1729. Ze staan evenwijdig en de vakwerkgevels kijken uit op een binnenplaats.
De asfaltweg verandert in een stenen-en-aardeweg, die zich tussen twee hagen voortslingert naar de weg tussen Aubel en Val-Dieu. Je loopt in de richting vaq de abdij.
Je kunt ook rechtdoor de weg naar Saint- Jean-Sart nemen. Rond de imposante kerk van dit kleine dorpje vind je oude huizen, een pastorie stijl Lodewijk XVI, een kerkhof met grafstenen, versierd met wapens, een vakwerkhoeve en een oude fontein.
Je loopt dan naar beneden naar Val-Dieu en komt zo weer bij het vertrekpunt.
Het Land van Herve
is altijd een landbouwstreek geweest, vermaard voor de produktie van stroop, cider, boter en de beroemde Herve-kaas, de remoudou.
Vroeger had iedere boerderij zijn eigen boomgaard, zijn eigen gistkuip en zijn eigen strooppers.
De stroop wordt gemaakt van gekookt en gezuiverd appel- en peresap, zonder enige toevoeging van suiker. De verhouding is drie peren voor één appel. Voor één kilo stroop heb je zeven tot acht kilo vruchten nodig.
De produktie verloopt in vier fasen: het koken van de vruchten, eerst snel en dan verder op een laag vuurtje, gebeurt in een grote ketel en duurt een hele nacht; door het persen wordt het vruchtvlees gescheiden van het sap; het zuiveren heeft plaats na enkele uren koken op een heet vuur; de vloeistof verandert langzaam aan in een dikke stroop, die wordt afgekoeld in een koelkuip en ten slotte in potten wordt gegoten.
Voor het maken van cider zijn alleen appelen nodig. Ze worden geplet in kuipen en vervolgens in een pers gegoten. Het sap wordt opgevangen in tonnen en begint zeer snel te gisten. Een eerste aftapping na een periode die varieert van twee tot acht dagen, geeft een heldere, nog zoete cider. Na enkele weken verkrijg je een drank met een alcoholgehalte van vier tot zeven graden.
Iedereen kent, hetzij uit eigen ervaring hetzij uit verhalen, de beroemde remoudou, in zachte of pikante versie. De oorsprong van deze kaas ligt in de 15de of 16de eeuw. De melk stremt op een temperatuur van 32 tot 35 graden en wordt in een gietvorm met gaten gegoten, zodat de melkwei kan wegvloeien. De nog zachte kazen gaan dan naar een uitlekinstallatie, waar ze gedurende twee of drie dagen regelmatig worden gekneed en omgedraaid. Op die manier worden ze hard en stevig. De volgende operatie, het zouten, gebeurt met grof zout en wordt enkele dagen herhaa1d. De kazen blijven zowat twee weken in de droogkamer~. Daarna gaan ze naar een donkere kelder om te rijpen. Hier krijgen ze hun bruinachtige kleur. Het opperste genot voor kenners is een remoudou-kaas met daarbij een boterham met stroop.
Abdij van Val-Dieu La cour intérieure de l'abbaye de Val Dieu
|