Afgelopen weekend kreeg de winter zijn
fatale klap. De grijsharige pels afgeschud, weer tijd voor een fel
kleurtje, een nieuw maatpak, voor leuke schoentjes.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dit sein krijg ik ieder jaar als
Paris-Nice verreden wordt. De Koers naar de Zon heeft zijn naam dan ook niet
gestolen.
De etappe van zaterdag naar Nice mocht
er best zijn dankzij de indrukwekkende solotocht van Thomas De Gendt, die op de
Col de Vence zijn vluchtgezel, de Est Taramee, parkeerde en de bloemenmeid
omarmde op de enig mooie Promenade des Anglais.
Nergens zag ik een zee mooier blauw
kleuren dan op het einde van de Promenade des Anglais richting Villeneuve.
Toen ik de winnaar tegen die
azuurblauwe hemel op het podium zag, dacht ik aan Frank Vandenbroucke, in 1998
eindwinnaar van diezelfde rittenkoers en net als De Gendt jarig op 6 november.
Frank Vandenbroucke, ooit, ik dacht
door Marc Stassijns, een godenkind genoemd, kon ook zo verschroeiend een
demarrage plaatsen, remember 1999 en zijn raid op Saint-Nicolas richting Luik, Boogerd
definitief afschuddend in Luik-Bastenaken-Luik.
Maar Frank Vandenbroucke zal mij
wellicht het meest bijblijven door de wijze waarop hij, aan de Dendermondse
handboeien geklonken, compleet onnodig voor het oog van de flitsende cameras
ten tonele werd gevoerd, als ging het om de meest gezochte serial killer.
De beelden gingen de wereld rond en de
frêle, fragiele Vandenbroucke werd in 2002, toen nog maar 27, vakkundig naar de
laatste rechte lijn van zijn leven gepiloteerd. Zelfs Armani, Versace en Ferrari
konden Frank sindsdien niet meer doen blinken.
Als de naam VDB viel of vandaag nog
valt, is dit steeds stof voor discussie, maar haast nooit hoor je commentaren
over de enorme schadelijke invloed van televisiebeelden op de man die verdacht
wordt een misdrijf te hebben gepleegd.
Het recht op het vermoeden van onschuld
(Artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, afgekort EVRM) en het recht op privacy (Artikel 8 EVRM) versus het recht op
informatie (Artikel 10 EVRM).
De commissie Justitie van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers besprak vorige week een wetsvoorstel dat ertoe strekt
de Voorzitter van de Rechtbank van Eerst Aanleg, zetelend zoals in kort geding,
bevoegd te maken om de stopzetting of de intrekking te bevelen van teksten of
beelden die het vermoeden van onschuld schenden. Bedoeling van het parlement is
dat een rechter de noodzakelijke krijtlijnen trekt waarbinnen de media
publicaties over processen mag doen, en toch haar obligate rol van waakhond kan
nakomen.
Voorbeelden van onnodig grievende,
onbegrensde en al te sensatierijke journalistieke uitvallen zijn legio.
Daarbij valt op dat de meerwaarde voor
de actualiteit al te vaak schrijnend laag is.
Bij de publieke opinie wordt
het vermoeden van onschuld ingeruild voor het vermoeden van schuld.
Zeer frequent gebruikt de media het
argument dat publieke figuren maar een olifantenvel moeten hebben en zowel de goede
als de schadelijke verslaggeving moeten tolereren, zelfs als het om foute
berichtgeving gaat. Wie bestoeft wordt mag ook over de hekel.
Alweer denk ik dan aan Frank Vandenbroucke,
nauwelijks 19 en al beroepswielrenner, het kind van Zeus genoemd, of in Rome "Il bambino doro".
Op die leeftijd bewust kiezend voor het
ongelimiteerde openbare leven?
Of eerder slachtoffer van het al te
hongerig sportvee en dito sportmedia?
Coureurszweet, liefst met schuim en
witte pens eerder dan zindelijk het fair proces tegemoet.
Het boek dat zowat één jaar voor zijn
triest overlijden - op 12 oktober 2009 in dat groezelig hotelkamertje in Saly
(Senegal) - werd uitgegeven, kon geen meer gepaste titel krijgen: Ik ben God niet.
Het wetsvoorstel mag, mits de uitbouw
van degelijke evenwichten en zin voor evenredigheid en proportionaliteit, snel
tot wet verworden.
|