Om de verplaatsing te maken naar
Binche alleen al vraagt het nodige geluk dankzij het openbaar vervoer. Vorige
keren was ik belemmert door De Lijn, vandaag door de NMBS daar ze een trein
hebben afgeschaft vanuit Brussel-Zuid naar Binche waardoor genoodzaakt meer dan
een uur te wachten dus. Zo is het resultaat dus dat we (ik niet alleen) net
voor het startuur(21h) in de startzaal de nodige documenten kunnen ophalen.
Vriendelijk doen ze een geste om de start een 10-tal minuten te geven zodat ook
anderen zich kunnen aansluiten bij de start. In totaliteit mag de inrichtende
club Les Marcheurs de la Police de Binche 304 wandelaars succes wensen om de
weg te wijzen naast de restanten van de 13e-eeuwse stadswallen om het
standbeeldje van een Gilles te passeren bergaf de grote stad uit naar Waudrez
voor de 1ste bevoorradingspunt. De zon gaat stilletjes verdwijnen
maar de wieken van de windmolens blijven maar draaien. De soep laat ik links
leggen op de controlepost te Haulchin waar voor het eerst gekenmerkt wordt. Amper
verkeerslichten langs de kant dus de zaklamp is een nuttig ding om de fluocerende
pijltjes te zien. Een passage op een fietspad die voor geen meter bolt krijgen
we een eerste steil stuk onverhard omhoog maar gelukkig is het droog alsook net
voor de bagagepost te Lobbes. Vanaf hier krijgen we het lastigste deel van het
parcours dit alles omliggend rond het stadje Thuin met zijn verlichte Belfort.
Als het niet donker is kan men hier een mooi panoramisch zicht krijgen, of voor
de latere stappers wellicht ook. We duiken een bos in met steile stukken bergop
als bergaf goed uitkijkend op de uitstekende stenen als boomwortels om niet te
struikelen. Ik vind het bijzonder mooi in deze tocht als de ruïnes van de abdij
van Aulne in het zicht komen. Zo om 7 uur 's morgens is de plaatselijke horeca
nog niet open. Niet getreurd. In een sporthal vlak over de sluis was het voor
ons bevoorrading. Geloof me! Ik dronk er niet één maar 2 bekers cola ook al ben
ik deze stilletjes beu aan het worden ben en meer zal kiezen voor het water.
Daar we vorige edities hier het bos induiken wandelen we aan de bosrijke oever
van de Samber, op het grondgebied van Gozée, nu een deelgemeente van de
Belgische stad Thuin. Als we nog 2 rustposten voor de boeg hebben vallen de
eerste lichte regendruppels tijdens een passage van schuin lopende onverharde
stukken. Wat in onze bende is opgevallen is dat de kilometers aanduidingen in
de rustposten meestal niet kloppen daar we het merken op onze gps- toestellen. We
krijgen het gezelschap van de zaterdagstappers terug de windmolens als oriëntatiepunt
door de stofferige warme wegen tussen de korenvelden. Waar de abdij
van La Bonne Espérance in hetzicht komt al is het een vervelend stukje
onverhard daar schuin lopende paadje gekenmerkt door duizenden stenen van
verschillende formaat ons tempo een beetje doen zakken. In de Abdij hebben we
onze kaart voor de laatste keer gekenmerkt en ons nummer werd doorstreept op
het getallenblad. Vanaf hier is het dan nog 4,9 km te gaan beginnen op de oude
spoorweg-bedding die uitkomt bij de vestigingsmuren bij het kasteel van Binche om
dan nog even door het centrum te wandelen om te belanden in het Kursaal waar we
na 14u12 hebben gewandeld de bel luiden en proficiat wensen aan alle wandelaars
die deze tocht van 98,27km waarvan 1170 hoogtemeters met maximum 216m hebben
uitgewandeld. Terwijl we terugkerend naar huis zullen de laatste
wandelaars een echte regenbui gekregen hebben want de goot eventjes.
Aan het begin alsook het einde van de
zomervakantie staat de IJzer op het menu van de wandeldag in en rond
Diksmuide. Over een goede maand zelfs 4 dagen lang tijdens de 4-Daagse v/d
Yzer maar vandaag voor de 5de Op weg in Diksmuide (langs ijzer en
ijzertoren) ingericht door wandelclub Diksmuide. Vanuit het clublokaal waar er
volop aan pingpong wordt gedaan maar vandaag zijn ze even aan de kant geschoven
om de wandelaars een zitplaats aan te bieden. Men kan naast het lusje door het
stadscentrum kiezen of zoals de meesten voor de iets langere afstanden
variërend van 4 tot 24km. Direct speelt de hoofdrolspeler zijn rol als we ernaast
wandelen. Terwijl de kleinere afstanden via het Stiltepad wandelen naar
Kaaskerke, is de Dodengang ons richtpunt. Diksmuide kent kleinere dorpjes die
qua naam alles te maken heeft met geloof zoals Oostkerke & Oudekapelle waar
die eerst worden aangedaan. Voor de rustpost te Oostkerke passeren we nog het
oude stationsgebouw maar de spoorlijn werd verwoest tijdens de eerste
Wereldoorlog omwille van het IJzerfront. Via de Oude Zeedijk wandelen we naar
Oude- als Nieuwkapelle. Dit dorpje had zwaar te lijden tijdens de Wereldoorlog
toen 2 Belgische frontlinies door of langs het dorp liepen. Vandaag is het
echter de rust zelve toepasselijk ook in de rustpost. De grootste afstand krijgt
hier een plaatselijk lusje waar zij de IJzer opzoeken die loopt langs de Knokkebrug
(genoemd naar de door Spanjaarden gebouwde Fort Knokke of Fort de Knocke) alsook
rond de grote vijver de put om dan terug te keren naar Nieuwkapelle. Als men
langs deze kant dacht dat men onverharde stukken te doen is eraan voor de moeite
want maximum 150m verbindingsstukje kregen we onverhard de rest waren allemaal betonwegen.
Met zen allen wandelen we via Sint-Jacobskapelle met zijn pelgrim beeld aan de
voorzijde van de kerk, terug naar de boterstad & dit via de IJzertoren naar
de startzaal.