In deze
rubriek sta ik geregeld stil bij de vele individuele gedenktekens die langs het
voormalige Westelijke Front te vinden zijn. George Edward Cecil was 18 jaar
toen hij op 1 september 1914 bij het Forêt de Retz in Villers-Cotterêts sneuvelde.
In een bocht langs de D 81 tussen Vivières en Villers-Cotterêts staat het gedenkteken
dat zijn moeder nade oorlog liet
plaatsen vlakbij de plek waar 94 mannen van zijn eenheid in een massagraf werden
begraven. Een treurende moeder staat in bas-reliëf bij het graf van haar
gesneuvelde zoon met daaronder de uitgehakte en passende tekst Passant ! Arrête-toi !
George Edward
Cecil werd op 9 september 1895geboren
als enig kind van Lord en Lady kolonel Edward Cecil. Hij had naar verluidt heel
zijn korte leven van een militaire carrière gedroomd en ging in 1913 studeren aan
de militaire Academie van Sandhurst. In februari 1914 kreeg hij een aanstelling
als aspirant officier in zijn vaders oude regiment, de Grenadier Guards. Op 13 augustus 1914 vertrok hij als tweede
luitenant met het 2e bataljon
naar Frankrijk. Aanvankelijk deed hij dienst als ordonnansofficier bij generaal
Scot Kerr maar toen zijn eenheid volop in terugtocht was over de Aisne kreeg
hij het commando over een peloton. Hij werd het laatst leven gezien toen hij op
1 september met getrokken zwaard een bajonetaanval van zijn peloton leidde in
het Forêt de Retz.
Amper
een paar weken nadat hij was gesneuveld bezocht zijn moeder al het gewezen
slagveld. Dat dit überhaupt mogelijk was, had wellicht te maken met de
maatschappelijke positie van de familie en het feit dat zijn vader een gewezen
onder-staatssecretaris van Financiën - sinds 1912 de belangrijkste financiële
adviseur en legerhervormer van het War
Office was . George Edward Cecil werd samen met drie andere gevallen Guards-officieren aanvankelijk begraven
op het kerkhof van Villers maar op verzoek van zijn ouders opgegraven, geïdentificeerd
en bijgezet op Guards Grave Cemetery dat
een paar honderd meter voorbij het gedenkteken ligt
ZONDAG FRONTPOÃZIEDAG - THE CHARGE OF THE LIGHT BRIGADE BROUGHT UP TO DATE
Ik heb al eerder
in de rubriek Zondag Frontpoëziedag
aandacht gevraagd voor het helaas maar al te vaak vergeten of veronachtzaamde werk van Ewart Alan Mackintosh
(1893-1917).Vandaag breng ik u graag
zijn beklijvende gedicht The Charge of the Light Brigade Brought Up
toDate. Een meer dan ironische
knipoog naar het militaristische gewauwel van Alfred Lord Tennyson .
Half a league, half a league,
Half a league onward
'That is, unless some damned
Airman has blundered,
If the map isn't right
We'll be a funny sight.'
So as they tramped along
Officers pondered,
While, with equipment hung,
Curses on every tongue,
Forward with rifles slung,
Slouched the six hundred.
Cannon to right of them,
Cannon to left of them,
Cannon in front of them,
Volleyed and thundered,
'And what was twice as bad
Our gunners never had
Strafed that machine-gun lad.
I always wondered
If our old barrage could
Be half as bloody good
As the Staff said it would.'
Was there a man dismayed?
Yes, they were damned afraid,
Loathing both shot and shell,
Into the mouth of Hell,
Sticking it pretty well,
Slouched the six hundred.
Through the barrage they passed,
Men falling thick and fast,
Till the machine-gun blast
Smote them to lying
Down in the grass a bit;
Over the roar of it.
Officers yelled, were hit,
Dropped and lay dying.
Then the retreat began,
Every unwounded man
Staggered or crawled or ran
Back to the trench again,
While on the broken plain
Dead and untroubling,
Wounded and wondering,
What help the night would bring,
Lay the six hundred.