In 1917 was er sprake van een verhoogde activiteit aan de Dodendraad in de Noorderkempen. Er waren meer grensoverschrijdingen, meer arrestaties en vooral meer slachtoffers. In het vroege voorjaar kwamen twee Duitse militairen om in Zondereigen, het enige stukje van de onbezet gebleven Belgische enclavegemeente Baarle-Hertog dat in het bezette gebied lag. Op 16 februari 1917 kwam Wilhelm Kindling (° 1888, Magdeburg), een landsturmmann in de 3e compagnie van het Mobiles-Landsturm-Infanteriebataillon Halberstadt IV om het leven. De omstandigheden waarin hij aan zijn einde kwam blijven tot op de dag vandaag gehuld in een waas van mysterie. Volgens sommige bronnen zou hij zelfmoord hebben gepleegd maar na alle waarschijnlijkheid werd hij doodgeschoten door een brievensmokkelaar/spion. Kindling zou 's nachts, samen met een kompaan op het veld van Gust Janssen, aardappelen aan het stelen zijn geweest. Een toevallig daar passerende grensgids zou op hen zijn gebotst en had het vuur op hen geopend. Mogelijk ging het hier over de 'De Paling' het alias van Beersenaar Jan Snoeckx (1882-1921) die voor de Britse militaire inlichtingendienst GHQ werkzaam was. Kindling werd oorspronkelijk in Zondereigen begraven en na de oorlog bijgezet op de Duitse militaire begraafplaats in Beverlo. Toen deze site geruimd werd, werd hij overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats van Lommel waar hij nu in graf 146 van Blok 31 ligt. Naast hem, in graf 147 ligt Bernhard Synalewski begraven. Deze musketier uit de 9e compagnie van de Infanterie-Ersatz-Truppe Beverlo verongelukte twee weken na Kindling, op 1 maart '17 om precies te zijn aan de Dodendraad in Zondereigen. Bij het ruimen van zijn graf in Zondereigen, kort na de oorlog, dacht men aanvankelijk dat het hier, omwille van de erg Slavisch klinkende familienaam om een omgekomen ontsnapte Russische krijgsgevangene ging, maar deze Duitse grenswachter was afkomstig uit Silezië waar dergelijke familienamen wel meer plegen voor te komen...
Ter gelegenheid van de herdenking 100 Jaar Vimy Ridge worden er vandaag tijdens de grote herdenking opnieuw bomen aangeplant als symbool voor de gevallenen op Vimy Ridge. Naar aanleiding van deze gebeurtenis werd in Canada een poëziewedstrijd uitgeschreven. Het winnende gedicht werd het onderstaande 'Vimy Oaks Windbreak' van Tony Peneff:
VIMY OAKS WINDBREAK
That wood,
that hewn oak,
that has keeled New Worlds sons to Norman shores.
From Eastern townships, Western Plains,
in barks across the sea.
It is a call to colours,
that rise in green and fall in red.
A stand againstthe breach,
leaned against a raging wind.
Pressed into the ground.
Khaki-ed bodies nest.
Under , yet-to-be-quercian pyres, away from the wailing
cry,
waiting for the command to burst.
In this nest, a clutch of seeds are found,
familiair, home found.
From blasted and shorn boughs these acorns have fallen,
Op Paasmaandag 9 april 1917 om 05.30 u. vielen vier Canadese Divisies Vimy Ridge aan. Ze slaagden waar niemand voor hen in geslaagd was: de Duitsers van deze strategisch belangrijke heuvelkam bij de oer-Vlaamse stad Arras te verdrijven. De Canadese troepen hadden ' het onmogelijke mogelijk gemaakt'. Zorgvuldige planning, nieuwe aanvalstaktieken, intensieve training en doordachte artilleriesteun waren de sleutelbegrippen die ertoe leidden dat de Canadezen dit konden bereiken. Desalniettemin verloren de Canadezen bij Vimy 10.602 mannen waarvan 3.598 gesneuvelden. Een hoge prijs voor vijf kilometer terreinwinst... Ik moet een jaar of veertien zijn geweest toen ik voor het eerst deze site bezocht en sindsdien heeft deze plek mij nooit losgelaten. De schaal van het monument, de inplanting in het eeuwig door het oorlogsgeweld verscheurde landschap en de verstrooid over dit terrein liggende begraafplaatsen, blijven me tot op de dag van vandaag fascineren. Persoonlijk vind ik dit één van de meest aangrijpende herdenkingsplaatsen aan het gewezen Westelijke front. Bezoek deze plaats maar eens op een winderige, natte herfstdag tegen valavond...Dan zal je begrijpen wat ik hiermee bedoel... Een kijktip: