Sponzen zijn de meest primitieve dieren die wij kennen, ze lijken
de overgangsvorm te vormen tussen één- en meercelligen. Net zoals bij de
zeelelies lijken ze eerder op planten als op dieren, pas sinds 1765 worden ze
bij de dieren ingedeeld.
Het zijn vastzittende
dieren die zowel in zout als zoet water voorkomen en zowel in ondiepe als in
vrij diepe wateren. Sponzen hebben geen voor- of achterzijde, geen kop en geen
mond, ook geen spierenstelsel, zenuwstelsel en spijsverteringsstelsel.
Als een spons door een of andere oorzaak in stukken verdeeld
wordt, kan een deel zelfstandig verder leven. Het lichaam van sponzen bestaat
uit gegroepeerde cellen in een systeem van kanaaltjes en kamers. De meeste
sponzen vormen sponsnaalden (spicula of scleren) die als skelet fungeren. Sponzen
bestonden al in het Cambrium en zijn nog steeds in volle bloei.
Sponzen
zijn van bijzonder belang binnen deze site omdat zij de voornaamste bron van biologisch silicium dat vuursteen gevormd.
|