Ph.: Is de Rijn een lange rivier?
Q.: Ja. (= Zo is het)
Ph.: Zijn Rome en Milaan Romeinse provincies?
Q.: Ja, Rome en Milaan zijn Romeinse provincies.
Ph.: Wat? Wat? Rome en Milaan zijn geen provincies maar steden!
Q.: Ik heb me vergist, ik heb me vergist.
Ph.: Antwoord: Kreta en Engeland zijn
?
Q.: K- K- Kreta
Ph.: Kreta en Engeland zijn
? Antwoord eindelijk!
S.: Ik weet het, mijnheer! Kreta en Engeland zijn grote eilanden.
Ph.: Jij luistert altijd goed! En Griekenland en Spanje zijn
?
T.: Griekenland en Spanje zijn grote provincies.
Q.: Germanië is ook een provincie! En Kassel is een stad in de provincie
Germanië!
Ph.: Zwijg, Quintus! Ik ben niet tevreden.
EINDE
Mvg Latijnse Vertalingen Vestibulum