24 April, eindelijk was het zover, de kabouterwriemeldag. De
dagen voorafgaand aan deze zaterdag waren Shiara en ik nog druk bezig geweest
met inkleuren, afdrukken, opzoeken, knutselen en contacteren. Hier volgt een
korte opsomming van onze activiteiten, het komt van ons lijstje dat constant
werd aangepast tijdens de laatste weken:
-Mutsen maken
-kabouters afprinten
-plaatjes inkleuren
-plaatjes voor bos plastificeren
-schemas afprinten
-mails sturen
onaar
ouders van onze miniemen
onaar
helpers
onaar
andere ploegen
onaar
kookploeg
onaar
jeugd evenementen cel
-script toneeltje schrijven
-verkleedkleren zoeken
-mail sturen voor schmink
-bijeenzoeken van materiaal voor paddenstoelen
-controleren van materiaal op AKC
Zoals ik reeds aangaf werd dit lijstje een echt werkinstrument,
het werd constant heen en weer gemaild. Ik geef hier dan ook de versie weer van
de laatste week. We hadden er dus voor gezorgd dat alles perfect in orde was. De
laatste week kregen we echter nog slecht nieuws. Er werd namelijk op AKC een Bloso-examen georganiseerd, waar Shiara ook aan deelnam. Dit was een examen
waarbij trainers een modeltraining moesten geven. Dit zorgde voor meerdere
problemen, deze mensen hadden immers niet alleen heel veel materiaal nodig,
maar daarnaast ook kinderen om training aan te geven. Dit betekende dat naast het geplande voorbereidingswerk er nog een aantal extra taken bijkwamen.
Alsof dat nog niet genoeg was, zat onze fotograaf vast in Egypte door een
vulkaanuitbarsting, dus moesten we de ouders inschakelen voor deze taak. Samen
kwamen we echter snel tot mogelijke oplossingen.
De helpers kwamen om 13u 15 en de andere ploegen om 13u 45.
Onze miniemen werden al op de terreinen van AKC verwacht om 9u 45, dus ik was
reeds om 9u op de club. Ik hoopte dat ik zodanig alles op tijd zou kunnen
opzetten, want om 14u startte de kabouterwriemel. Maar doordat de trainers bijna
al het materiaal reeds in gebruik hadden, zag ik het even niet meer zitten. De
planning was helemaal in de war. Wat we normaal gezien heel rustig hadden
kunnen opstellen, moest nu heel snel gebeuren. Doordat de kindjes reeds van s
morgens op de club waren, moesten ze natuurlijk middageten. Deze kindjes zijn
tussen 4 en 7 jaar en vinden hesp en choco een droom combinatie, hier was dus
ook enige assistentie vereist. Vervolgens moesten we ons (te) snel omkleden om
vervolgens de andere ploegen de juiste documenten en mutsen te geven.
Uiteindelijk kwam alles wel op zijn pootjes terecht, maar het moest heel snel
gaan, wat een onaangenaam gevoel gaf. Gelukkig waren de helpers op voorhand
reeds uitgebreid gebrieft zodat ze wisten wat hun te doen stond.
Toen het wriemelwerk echter daadwerkelijk van start ging,
liep alles op rolletjes. De kindjes keken aandachtig naar het toneeltje en
gingen mee in het verhaal. De helpers speelden hun rol in het verhaal perfect
mee. De kinderen kregen allemaal een kaboutermuts op en waren voorbeeldige
kaboutertjes. Op het einde van de middag hadden alle kabouterkorfballertjes de
code ontcijfert en de schatkist met plopkoeken gevonden. Daar werden ze nog
eens voor beloond door AKC, ze kregen allemaal een lekkere portie
kabouterpopcorn. De trainers van de andere ploegen kregen een document om te
polsen naar hun opmerkingen over de wriemeldag. Dit is een officieel document
dat we vervolgens dienden over te maken aan de korfbalbond. De reacties waren
zeer positief:
-Zeer goede
wriemeldag, de verschillende opdrachten duurden net lang genoeg en werden goed
uitgelegd.
-Tot in de puntjes
verzorgd, zoiets hebben we op geen enkele andere club al meegemaakt!
Mijn doel was om aan mezelf te bewijzen dat ik georganiseerd
genoeg was om een evenement te organiseren. Of ik in mijn opzet geslaagd ben en
hoe het hele ZEP-proces verlopen is, bespreek ik hier.
Het was mijn bedoeling om samen met heel AKC een
goede wriemeldag te organiseren. Onder een goede wriemeldag versta ik een dag
waarop kinderen met veel plezier korfballen en andere activiteiten uitvoeren.
Een dag waarop alle medewerkers weten wanneer ze wat met wie moeten doen. Een
dag waarop andere trainers ook een leuke tijd hebben met hun miniemen. Dit
wilde ik allemaal bereiken, terwijl ik extra aandacht besteedde aan mijn
werkpunt. Hoewel er veel flexibiliteit van ons gevraagd werd, door de extra
activiteiten die georganiseerd werden op AKC, was het toch een geslaagde dag.
Iedereen was op tijd en voerde de taken correct uit en de miniemen en andere
coachen hadden een leuke dag. Ik wou er zeker van zijn dat ik niets zou
vergeten, aangezien dit een moeilijk punt was voor mij. Toen ik s avonds de dag
nog eens in mijn hoofd herbeleefde, kwam ik tot de aangename conclusie dat ik
schijnbaar niets vergeten was. Dit staat echter in schril contrast met het
gevoel dat ik had vlak na de wriemeldag. Alles was opgeruimd, de kindjes waren
naar huis en ik had een slecht gevoel. Ik kon dit gevoel niet plaatsen, alles
was immers goed gelukt. Ik weet nu nog steeds niet waarom ik toen zo negatief
dacht, want als ik nu terug denk aan de wriemeldag, geeft dit een heel goed en
leuk gevoel. Zelfs toen ik van verschillende mensen felicitaties kreeg voor de
fantastische dag bleef het negatieve gevoel aanwezig. Het slechte gevoel ging
weg toen we op het einde van de dag met alle jeugdleiders samen een ijsje in de
zon zaten te eten. Ik kan geen andere verklaring bedenken dan vermoeidheid. De
dagen voorafgaand aan de wriemeldag hadden we veel trainingen en had ik ook
veel schoolwerk, daarbij kwamen nog de laatste voorbereidingen voor het
wriemelen, druk dus. Ondertussen is er dus helemaal geen sprake meer van een
negatief gevoel, enkel een euforisch. Ik heb aan mezelf kunnen bewijzen dat
ik wel degelijk georganiseerd te werk kan gaan. Misschien nog belangrijker
is dat ik mijn bedoelingen ook op een georganiseerde manier aan anderen heb
kunnen overbrengen. Dit vind ik vooral belangrijk met het oog op lesgeven, want
dit zag ik als een groot probleem. Dit aspect alleen al zorgt voor een extreem
goed gevoel. Ik besef wel dat ik nog lang niet aan het einde van dit proces ben
gekomen, ik heb enkel een stap in de juiste richting genomen. Doordat mijn
agenda ordelijker is, ben ik me meer bewust van mijn verantwoordelijkheden en
krijg ik een overzichtelijke planning. Ook tijdens de examens zorgde dit voor
een gevoel van zekerheid, doordat ik alle leerstof goed had ingepland en ik
wist dat ik het kon halen. Ik ben tijdens de wriemeldag niets vergeten, ik had
aan alles gedacht. Maar één van de belangrijkste leerpunten van dit hele proces
is dat ik de juiste mensen moet durven vragen om hulp. Niet alleen om mij te
controleren, zoals ik in het begin deed, maar omdat ik betere resultaten behaal
door afspraken te maken. Dit is iets wat ik vroeger nooit kon doen, omdat ik
helemaal geen overzicht had over mijn verschillende taken. Je moet eerst perfect
weten wat er nog juist gedaan moet worden, voordat je gericht met andere mensen
kan afspreken en hierdoor verantwoordelijkheden kan delen.
Wanneer ik dus over mijn eindreflectie nadenk, heb ik
volgende gevoelens en bedenkingen aan het einde van dit deel van het proces
(dat nog lang niet is afgerond). In het dagelijkse leven had ik veel problemen doordat
ik erg veel vergat of zaken door elkaar haalde. Ik was steevast onderweg zonder
gsm en vergiste me van uur voor een afspraak. Dit uitte zich ook in mijn
schoolwerk en vooral dit zat me dwars. Wanneer ik namelijk voor mezelf nadacht
over mijn beste leerkrachten, waren dit ook steeds de meest gestructureerde.
Doordat ik zelf een tekort had aan organisatie, merkte ik dat ik bij hen het
meeste houvast had. Vanaf de identificatie van het werkpunt, volgde er een
lange weg tot aan het organiseren van een korfbaltornooi voor meerdere ploegen.
Bij aanvang van het proces zag ik op tegen die dag. Hoe ging ik ooit aan alles
denken, en mijn bedoelingen op een goede manier duidelijk kunnen maken aan
andere mensen?
Ik startte bij mijn agenda en examenplanning, maar dit gaf
geen grote resultaten. Ik merkte hierbij wel dat ik eerder angstig stond ten
opzichte van veranderingen en dat dit onterecht was. Van dat gevoel ben ik nog
steeds niet af, maar ik weet al wel dat ik het ervaar, wat toch ook een stapje
voorwaarts is. Vervolgens ging ik een stap verder in het organiseren van mijn
agenda, ik stelde een aantal standaard lijstjes op. Ook dit had wel enig
effect, maar het gevoel dat ik onvoldoende controle had, bleef hardnekkig
aanwezig. Het meeste vooruitgang maakte ik na de vorige ZEP-bijeenkomst, toen
ik opnieuw ging reflecteren over mijn reflecties. Ik merkte dat de voorgaande
activiteiten steeds wel voor een vooruitgang zorgden, maar niet in die mate
waarop ik gehoopt had. Door mijn verwachting bij te stellen, kreeg ik een
positiever gevoel over het proces. Deze positieve instelling resulteerde in
stijging van mijn zelfvertrouwen. Doordat ik meer geloofde in een positief
eindresultaat ging alles net iets gemakkelijker. Ik was ook voor een deel
verlost van de angst om de controle te verliezen. Ik legde me neer bij het feit
dat het mogelijk is dat ik nog steeds zaken zou vergeten, maar dat dit niet het
einde van de wereld betekende. Raar genoeg zorgde het feit dat ik minder bang
was om iets te vergeten ervoor dat ik ook daadwerkelijk minder vergat. Wanneer
het warhoofd in mij toch nog eens de kop opstak, focuste ik hier minder op. Een
andere heel belangrijke stap voor mij was het conflict dat ik had met Shiara.
Doordat ik enkel bezig was met wanhopigvasthouden aan controle, gaf ik haar het gevoel dat ze niet betrokken
was. Na het conflict had ik aanvankelijk nog even veel angst om de controle te
verliezen, maar dit veranderde al snel. Ik leerde dat je met de juiste mensen
verantwoordelijkheden kan delen en dat je hierdoor juist meer controle krijgt
in plaats van minder.
Hoe gaat dit mij nu helpen in
de klas? Ik ga bewust veel werk moeten steken in mijn lesvoorbereidingen, dit
vergroot mijn zelfvertrouwen. Niet alleen de schriftelijke voorbereiding, maar
ook de mentale. Ik moet een les trachten te overlopen in mijn hoofd aan de hand
van mijn gestructureerde voorbereiding. Vervolgens moet ik hulp vragen aan
iemand die ik vertrouw, zodat ik er zeker van ben dat ik een eerlijke mening
krijg. En vervolgens de lessen waar ik onzeker van ben eens repeteren. Ik moet
hierna luisteren naar de feedback en vervolgens de positieve aspecten nog eens
extra belichten voor mezelf. Dit resulteert hopelijk in een georganiseerde les,
zonder angst om de controle te verliezen. Ik hoop dat zo geleidelijk aan mijn
zelfvertrouwen toeneemt en dat een aantal activiteiten, die bijdragen tot
gestructureerd les geven, evolueren in automatismen. Ik wil echter ook
benadrukken dat ik mij er ten volle van bewust ben dat ik nog lang geen
gestructureerde leerkracht ben, maar dat ik wel reeds een stap dichter ben. Dit
zal altijd wel een moeilijk punt blijven voor mij, waar ik mij steeds bewust
van moet zijn. Misschien ben ik niet langer een verstrooide Picasso, maar een kabouterfotograaf.
Omdat mijn hersenspinsels nu meer duidelijke fotos weergeven, hoewel ze nog
steeds niet reuze zijn.
Tijdens de voorbereiding van de wriemeldag, kreeg ik te
maken met een conflict. Ik train de miniemen samen met een vriendin, Shiara.
Wij geven nog maar sinds dit jaar samen training, maar spelen wel al langer
samen in dezelfde ploeg. Aangezien zij ook nog nooit een wriemeldag
georganiseerd had, was dit voor ons beide een sprong in het diepe.
Al van in het begin van de voorbereiding was het duidelijk
dat ik het voortouw nam in het organiseren. Shiara werd wel betrokken in het
gebeuren, maar ik nam al het opzoekwerk op mij en nam de leiding tijdens
vergaderingen. Zij nam geen initiatief om zelf iets op te zoeken of iets te
bespreken. Ik vroeg wel steeds haar mening en we namen het merendeel van de beslissingen
gezamenlijk. Eens de wriemeldag korter bij kwam, moesten er een aantal knopen
snel doorgehakt worden, moesten er mails verstuurd worden en moesten er
documenten en afbeeldingen opgesteld worden. Ik nam deze opdrachten, zonder er
echt bij stil te staan, voor mijn rekening. Ik had hier beter wel even over
nagedacht, want dit zorgde ervoor dat Shiara zich buitengesloten voelde. Shiara
sprak me hier niet direct op aan, maar gaf wel een aantal scherpe opmerkingen
als ik met haar iets trachtte te bespreken. Ondertussen begreep ik wel dat er
een probleem was tussen Shiara en mij, maar ik wist niet wat of waarom. Ik ben
iemand die meestal conflicten uit te weg gaat in plaats van de confrontatie aan
te gaan. Normaal zou ik gewoon wachten tot bij Shiara de emmer overliep, zodat
ze me dan kwam vertellen wat haar dwars zat. Omdat dit echter een belangrijke
gebeurtenis was, waarbij ik wou dat alles tot in de puntjes perfect zou lopen,
besloot ik haar er gewoon naar te vragen. We zaten dus de volgende training
samen, zodat Shiara haar ergernissen kwijt kon. Toen ze me alles vertelde,
voelde ik me heel schuldig, en maakten we meteen nieuwe afspraken. Tijdens de
laatste voorbereidingen, verdeelden we het werk mooi in twee. Ik had het extra
werk gedaan om goed te doen, maar stond er niet bij stil dat ik Shiara zo kwetste.
Mijn doel was om alles zo efficiënt mogelijk te doen. Ik had
de verschillende stappen opgeschreven en wist dus perfect wat er wanneer nog
moest gebeuren. De nood aan efficiëntie en planning kwamen natuurlijk voort uit
mijn werkpunt om minder chaotisch te worden. Het gaf mij een gevoel van
zekerheid dat ik alles enigszins in de hand had. Enerzijds gaf dit stress,
omdat ik veel verantwoordelijkheden had. Maar anderzijds gaf dit een gevoel van
controle, omdat ik alles kon doen mislukken of lukken. Ik dacht dat het
gemakkelijk zou zijn voor iedereen als ik al die opdrachten zelf deed, maar ik
had niet stil gestaan bij het feit dat ik daarmee iemand zou uitsluiten. Toen
Shiara mij hiermee confronteerde zag ik in dat ik fout was. Ik had Shiara moeten
blijven betrekken zodat we samen de taken konden verdelen. Zoals ik reeds
aanhaalde voelde ik me schuldig toen ze me met haar situatie confronteerde. Ik
vond dat ik veel meer rekening met haar had moeten houden en me meer in haar
had moeten verplaatsen. Dit is nochtans onder normale omstandigheden één van mijn sterke
punten. Nadat ik haar terug meer betrok, werd mijn persoonlijke stress minder
en toch ook meer. Ik had minder stress omdat ik minder taken had, maar ik had
meer stress omdat ik minder controle had. Deze nieuwe stress verdween echter
snel. Na de eerste dagen zelfs al, toen ik merkte dat Shiara zich perfect aan
de afspraken hield en deze perfect uitvoerde. Het gaf dus uiteindelijk een goed
gevoel om een deel van de controle uit handen te geven, omdat ik voelde dat er
een ander soort rust over mij kwam. Het voelde heel goed dat ik minder
verplichtingen had en dat ik op iemand kon rekenen om me te helpen. Ik besefte
dat het niet per se een werkpunt van mij is om de chaos individueel aan te
pakken. Mijn leerpunt is om minder wanorde te krijgen in mijn handelen en
denken, maar dit wil niet zeggen dat ik dit ook helemaal alleen moet doen. Door
deze confrontatie begreep ik dat ik niet bang moet zijn om hulp te vragen. Ik
had dit eigenlijk al vlugger moeten beseffen, want tijdens de vorige
ZEP-bijeenkomst maakte mevrouw Meynen hier al een opmerking over. Hier moest ik
meteen aan denken na het gesprek, ik vertelde dit ook aan Shiara en zij zei ook
meteen dat ik niet bang moest zijn om hulp te vragen.
Mijn leerpunt blijft dus orde scheppen in de chaos, maar ik
besef nu dat ik niet langer alleen sta in deze opdracht. Ik weet echter wel dat
ik moet bewaken met wie ik de controle deel. Doe ik dit niet, zorgt dit
mogelijk voor meer stress en chaos. Ik merkte dit ook bij Shiara, aanvankelijk
had ik evenveel stress, maar naarmate de tijd vorderde en ik merkte dat ik op
Shiara kon rekenen, verdween de spanning geleidelijk aan. Dit is dus een heel
belangrijke en positieve ontdekking voor mij, ze komt dan misschien wel wat
laat, maar beter laat dan nooit?
Tijdens de laatste ZEP-bijeenkomst kwam ik tot het besef dat
het nodig was om opnieuw stil te staan bij mijn vorige reflecties. Het is
immers een proces dat je moet doorlopen en niet een stappenplan. Ook mijn
medestudenten gaven dit als feedback. Ik ging dus mijn activiteiten nog eens
terug bekijken en ik las de reflectie nog eens door.
Mijn eerste activiteit was het reorganiseren van mijn
agenda. Hoe staat het daar nu mee? Ik moest eerlijk toegeven dat ik niet langer
gebruik maakte van mijn twee agendas. Dit was praktisch gezien gewoon niet
handig. Ik heb nu één agenda, maar ik ben hierin wel veel ordelijker. Ik
schrijf nu enkel de afspraak die ik heb. Het kleurensysteem gebruik ik ook niet
meer, omdat ik gewoon te vaak mijn markeer stiften niet bij me had. Wanneer ik
een heel belangrijke afspraak heb, zorg ik er wel voor dat deze extra in het
oog springt.
Wanneer ik dus de reflectie lees, moet ik toegeven dat dit
eigenlijk een groter effect heeft gehad dan ik dacht. Ik ben van een
ongelooflijk onduidelijke agenda, naar een eerder duidelijke gegaan. Ik duid
hier de belangrijkste afspraken in aan. Door de standaard lijstjes, staat mijn
agenda niet meer overal vol met opsommingen. Ik gaf aan dat ik bang was voor
verandering, maar zonder dat ik me er van bewust was, ben ik in dit aspect wel
hard veranderd, heel geleidelijk aan. Dit opmerken doet me wel deugd, ik was me
echt niet bewust van dit feit en dit ontdekken is al vast een positief punt aan
mijn ZEP- project. Het is niet zo spectaculair veranderd als dat ik dacht in
het begin. Maar ik dacht toen ik dit stukje begon te schrijven dat ik echt geen
stap verder was gekomen. Ik besef nu dat ik wel degelijk de goede richting op
ga, maar dat ik eerst moet leren stappen voor ik wil lopen.
Ook bij de andere activiteiten kan ik deze lijn doortrekken.
De eerste vergadering had ik wel een goed gevoel, maar vooral omdat ik blij was
dat ik niets vergeten ben. De volgende vergadering ging even goed en ook hier
was ik volledig, maar stond ik er niet bij stil. Nu ik al mijn activiteiten één
voor één overloop merk ik een zeker patroon. Wanneer ik start met een
activiteit, ben ik heel enthousiast. Hier gaat mee gepaard dat ik hoge
verwachtingen schep voor mezelf. De momenten zelf worden nooit alle verwachtingen ingelost, waardoor ik het gevoel krijg dat ik geen vooruitgang
maak. Hier komt nog eens bij dat ik me opnieuw bewust wordt van de angst die ik
voel om eventueel de controle te verliezen. Maar wanneer ik nu terugblik op de
tijd van de vorige reflecties tot nu, merk ik een duidelijke vooruitgang in
mijn gedrag. Het voelt heel bevrijdend dat ik dit gedrag nu kan erkennen, omdat
ik me er mentaal bewust van ben. Ik kan in mijn gedachten de weg doorlopen die
ik van in het begin van het schooljaar tot nu al heb afgelegd en deze geeft me
een positief gevoel. Ik ben nog niet zo ver als ik gehoopt had, maar ik besef
nu ook dat ik al wel verder ben dan dat ik dacht. Ik kijk nu ook voorzichtig
positief uit naar de wriemeldag.
24 april moet ik een groot sportevenement
organiseren op mijn korfbalvereniging. Ik had hiervoor al wel iets
voorbereidend werk gedaan, maar nog lang niet genoeg. Mijn grootste bekommernis
was dat ik veel zou vergeten. Om dit tegen te gaan wou ik op tijd beginnen met
de voorbereidingen en hier tevens de juiste mensen mee in betrekken. Omdat ik
me bewust ben van mijn chaotische persoonlijkheid en omdat ik hier iets aan wil
veranderen, dacht ik dat het een goed idee was om de andere jeugdleiders
hiervan op de hoogte te stellen. Zo konden zij hier samen met mij extra
aandacht aan geven en werden de kinderen niet het slachtoffer van mijn gebrek
aan organisatie. Natuurlijk hoopte ik dat ik slechts een minimum van hun hulp
ging nodig hebben. Ik wou ook uitproberen of de gedachte dat andere mensen mij
gingen helpen met mijn pijnpunt, het paniekgevoel zou verminderen. Misschien is
de gedachte dat ik een veiligheidsnet heb voldoende om verlost te geraken van die
angstige gedachten. Ik was me er evenwel van bewust dat dit slechts een
tijdelijke oplossing zou zijn. Ik kan niet de rest van mijn leven op andere
mensen leunen om mijn werkpunten aan te pakken.
Ik stuurde dus een mail rond naar de betrokken
jeugdleiders om ze uit te nodigen op de vergadering. Het sporttornooi dat ik
moet organiseren is een speelgelegenheid voor miniemen (kinderen van 6 tot 8
jaar), en wordt een wriemeldag genoemd. Dit wordt door verschillende clubs
georganiseerd en 24 april is het aan onze club, AKC. Er komen dan vier andere
verenigingen met hun miniemen op bezoek en wij moeten zorgen dat deze kinderen
een super leuke dag hebben. Het is bij AKC de gewoonte om deze dag steeds op te
bouwen rond een thema. Dit hadden Shiara (medetrainster van de miniemen) en ik
reeds besproken. We moesten nu nog beslissen welke activiteiten we de kinderen
gingen aanbieden en hoe de concrete organisatie die dag zou verlopen. Ik voelde
me goed bij de voorbereidingen die ik deed voor deze vergadering: Ik had reeds
een aantal voorstellen voor activiteiten, ook maakte ik een lijst van de mensen
die we konden vragen om te helpen en van de decoraties waarmee we het clubhuis
konden versieren.
De vergadering verliep heel goed en de mensen
reageerden heel positief op mijn bekentenis van wanorde. Eerst werd er mee
gelachen, maar toen ze merkten dat dit voor mij ernstig was, beloofden ze
oprecht om hier rekening mee te houden en mij te steunen. Zo gaven ze me
tijdens de vergadering tips om bepaalde dingen zeker niet te vergeten. Ik
maakte voor mezelf een checklist van alle onderwerpen die ik moest aankaarten
tijdens de vergadering. De vergadering werd afgesloten met de opsomming van
alle afspraken die gemaakt waren. Toen ik voor een derde keer vroeg of er echt
niemand hier nog iets aan toe te voegen had, begon iedereen wel te lachen. Ik
ben heel blij dat de vergadering goed is verlopen, ik start nu met een goed
gevoel de rest van het proces. De angst om dingen te vergeten is er nog steeds,
maar ik heb wel het gevoel dat hij al iets minder is. Ik heb nog veel te doen
tegen 24 april en één van de volgende stappen zal zijn om al mijn taken in een
overzichtelijke planning te gieten, zodat die paniek toch weer wat minder
wordt.
Tijdens de examens maak ik steeds een planning.
Alleen verandert deze planning vaak van dag tot dag. Ik raak ze kwijt, ik verander
ze zodanig dat ze niet meer overzichtelijk is of ik wil het in een ander
kleurtje doen (om het studeren uit te stellen). Het doel van dit project is nog
steeds zelf meer gestructureerd te worden en een degelijke planning maakt hier
deel van uit.
Ik maakte mijn planning op 1 papier, en creëerde een
vakje per dag. Elk vakje deelde ik op in twee, een voor- en namiddag. Hierin
schreef ik aanvankelijk alleen het vak dat ik die halve dag wilde studeren. Hoe
verder ik in de examenperiode was, hoe concreter dit werd. Ik beperkte me wel
steeds tot kernwoorden. Hierdoor bleef de planning overzichtelijk. Ik ben heel
tevreden met het resultaat, het gaf een goed gevoel om te weten dat het hele
vak ingepland was. Het werkte tevens ook motiverend om elke dag af te werken
wat ik gepland had. Ik vond deze stap om efficiënt te werken heel positief en
zeker voor herhaling vatbaar.
Wanneer ik begin te studeren, heb ik zelden al
het noodzakelijke studiemateriaal reeds bijeen gezocht. Voor ik uiteindelijk
echt begin, is er een voormiddag verloren gegaan aan schrijfmateriaal,
cursusblok, notas, te zoeken. Hierdoor verlies ik heel veel tijd en breng ik
mijn planning onnodig in de war. Dit gebeurt elk examen opnieuw en zorgt voor
nutteloze stress. Als ik later gestructureerd les wil geven, dien ik dit zelf
op mijn studeren toe te passen. Daarom ga ik proberen mijn studies meer
georganiseerd aan te pakken.
Het voelde echt goed om alles al klaar te hebben voor
dat ik begon te studeren. Anderzijds vond ik het voordien leuk om het de eerste
dag rustiger aan te doen. De positieve gevolgen overheersten toch duidelijk. Ik
kon me aan mijn planning houden en was enkel gefocust op het studeren, niet op
de randvoorwaarden. Dit vond ik heel belangrijk, want ik denk dat dit een
stimulans gaat zijn om vanaf nu efficiënter en meer georganiseerd te werk te
gaan. Ik wil dit dan ook zeker blijven doen en ga dit proberen uit te breiden
naar het hele academiejaar.
Lijstjes maken geeft mij een gevoel van
zekerheid. Wanneer ik bang ben om iets te vergeten, begin ik alles op te
lijsten. Ik heb al in verschillende artikels gelezen dat lijstjes maken mensen
kan helpen, dit is bij mij echter niet het geval. Wanneer ik mijn dag overloop,
grijp ik naar mijn agenda om daar alles waar ik aan denk in op te schrijven. Ik
kan zo een kwartier of langer enkel en alleen verloren zijn in mijn agenda.
Mijn voornaamste bezigheid is op elke pagina schrijven wat ik die dag allemaal
moet doen of meenemen. Het rare is dat ik deze lijstjes vrijwel nooit gebruik.
Ik heb dan ook de tijd genomen om dit bizarre
gedrag van me te analyseren en kwam tot volgende conclusie. Wanneer ik even
rustig tijd heb denk ik aan wat er die dag nog staat te gebeuren. Volgens mij
doen wel meer mensen dit. Het verschil met hen is dat ik dan heel lichtjes
begin te panikeren. Ik heb namelijk mijn hele leven al het probleem dat ik veel
dingen vergeet. Mijn vermoeden is dan ook dat ik deze tekortkoming tracht te
verhelpen door lijstjes te maken van alles waar ik mogelijk aan moet denken.
Jammer genoeg is dit voor mij geen oplossing gebleken, maar eerder een
bijkomend probleem. Doordat ik een beetje in paniek schiet, begin ik alles waar
ik op dat moment aan denk op te schrijven. Telkens ik iets opschrijf denk ik al
aan het volgende dat ik ook zeker niet mag vergeten. Een bijkomend probleem is
dat ik deze lijstjes noteer in mijn agenda. Dit zorgt ervoor dat ik mij tijdens
deze momenten niet beperk tot één dag, maar dat ik de hele week overloop. Vaak
kom ik dan lijstjes tegen die ik een vorige keer maakte en begin ik deze aan te
passen. Dit draagt vanzelfsprekend niet echt bij tot een overzichtelijk geheel.
Daar komt nog bij dat ik merkte dat ik deze lijstjes niet gebruik, ze
dienen enkel om mijn geweten te sussen.
Ik wist niet meteen hoe ik dit paniekgevoel kon
laten weggaan. Dus trachtte ik de symptomen van dit gevoel, het lijstjes maken, aan te pakken. Door de opsommingen weg te laten uit mijn agenda hoopte ik hem
overzichtelijker te maken, misschien dat dit mijn paniekgevoel ten goede ging
komen. Daarom probeerde ik een aantal standaard lijstjes te maken op de
computer. Deze plakte ik in mijn agenda en zo trachtte ik het aantal
opsommingen te verminderen, met de kennis dat ze toch al in mijn agenda
stonden.
In het begin vergat ik de vooropgestelde
lijstjes soms, maar ik merkte toch al enig effect. Ik veranderde een aantal
standaard lijstjes, omdat ik merkte dat ik aanvankelijk niet de juiste had
opgesteld. Ik maakte minder lijstjes, maar het gevoel om iets te vergeten bleef
aanwezig. Ik voelde me nog licht paniekerig. Hoewel ik dus minder opsommingen
maakte, bleef het onaangename gevoel toch aanwezig. Mijn agenda was wel
overzichtelijker. Het probleem is dus dat ik nog steeds niet weet hoe ik het
gevoel, van de controle te verliezen, kan kwijt geraken. Het gevoel komt dus
duidelijk niet door lijstjes te maken of door de chaos in mijn agenda. Ik
probeer de opsommingen wel uit mijn agenda te houden, maar heb nog geen
oplossing voor mijn probleem, hopelijk ben ik wel een stap dichter bij de
oplossing.
Om een geleidelijke overgang te bekomen tussen een
geordende en een chaotische agenda, heb ik er momenteel 2.
Ik behoud mijn vorige agenda met dagplanning
OK
November
Klein boekje zoeken
Ik heb al wel een klein boekje gevonden, maar het is
nog niet echt mijn ding voorlopig.
Ik heb een klein boekje gevonden om al mijn
hersenspinsels in te noteren. Zo komen ze niet in mijn agenda terecht.
OK
December
Lijstjes maken op computer
In de week zijn er steeds een aantal standaard
activiteiten die ik moet uitvoeren. Hiervoor maak ik in mijn agenda steeds
lijstjes. Deze probeer ik nu systematisch op de computer te maken en in mijn
agenda te bevestigen.
OK
Januari
Alle cursusinformatie hebben voor ik begin te leren
Zorgen dat alles afgedrukt is, voor ik met een vak
begin
OK
Januari
Overzichtelijke planning maken, gelijkaardig met
weekagenda
Op één papier mijn hele planning maken
OK
Februari
Vergaderen met jeugdleiders over wriemeldag
27 feb 2010
OK
Maart
Planning maken wriemelen
Het goede gevoel dat ik heb bij de organisatie door
de planning goed bij te houden
Ik kreeg deze tip tijdens een bijeenkomst van ons
ZEP-groepje. Een medeleerling had opgemerkt dat mijn agenda meer leek op een Picasso
dan op een overzichtelijke planning. Ik moest meteen toegeven dat dit waar was.
Ik ben constant bang om iets te vergeten, zo erg dat ik niet enkel in mijn
agenda mijn afspraken schrijf, maar ook alle mogelijke dingen die ik nog ga
doen. Zo staat er bijvoorbeeld niet enkel in dat ik na een training naar huis
ga, maar ook alle mogelijke vervoersmanieren (trein, auto, ) en wanneer ik dan
thuis ben, wat ik nog aan mijn mama moet vragen. Naarmate die dag dan nadert,
schrap ik de dingen die niet langer nodig zijn. Kort samengevat een kakofonie
aan kribbels, maar verre van duidelijk.
Ik nam me dan ook meteen voor om dit te veranderen.
Ik was me er echter wel van bewust dat dit niet kon van de ene op de andere
dag. Dus ik bedacht hoe ik, stap voor stap, kon overstappen naar een betere
agenda. Ik moet eerlijk toegeven dat het wel akelig was om zo geconfronteerd te
worden met je angsten, maar ik zag hoe groot de noodzaak was en probeerde me
te focussen op alle goede dingen die eruit voort zouden vloeien. Ik heb een
nieuwe agenda gekocht en hierin noteer ik mijn afspraken in korte woordjes en
in kleuren. Mijn andere agenda hou ik echter nog wel in gebruik om in te
kribbelen. Ik hoop zo snel te ondervinden dat de nieuwe echt wel gemakkelijker
is, zowel voor school als in het dagelijkse leven.
Stilaan begin ik het verschil te voelen. Wanneer ik
een afspraak heb, zal ik steevast in mijn nieuwe agenda gaan kijken en mijn
abstract kunstwerk van een agenda achterwege laten.
Ik was vooraf eigenlijk onnodig een beetje bang voor deze stap, want het
gaat heel geleidelijk en ik ervaar voorlopig enkel positieve gevolgen. Zo is
nog maar eens gebleken dat ik bang ben voor verandering. Ik moet dit echter
trachten van me af te schudden en eerst te proberen en dan pas te oordelen.