Dommel, dommel, dommel de zetelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
in slaap. Dieper dan de enthousiaste
waterval, breder dan de laan naar
t Hof Zonder Traan. Op t eind van
het journaal van zeven. Shirt, korte
broek en sandalen nog aan.
Kwart over negen. Ik bespeur bewegende
beelden, ik zucht en beef. Ik staar naar
Bloesem rechtover mijn flat. Verlaten van
minnaars en aquamarijne zeilen voor de
etalage. Ik waan dat ik te laat ben op het
werk. Dat ik mijn lief ben vergeten en
dat de stroom is uitgevallen.
De twijfel om het bellen naar mijn baas.
Het gonst ongezonde adrenaline door
mijn hele lijf. Het donkert. Ik poets
mijn tanden en besluip mijn bed. De
eerste uren kan ik niet pitten.
Is dit nu morgen?
|