Welkom

Foto
Copyright: wilt u een gedicht overnemen? vraag aub eerst toelating en vermeld mij als schrijver
Categorieën
  • A. in vrije vorm (61)
  • B. sonnetten (27)
  • C. gedichten op rijm (8)
  • D. gorgelrijmen (12)
  • E. stanka's (6)
  • F. anderstalig (3)
  • G. collagebollekes (5)
  • H. mededichters (9)
  • N. nieuws/columns (77)
  • Vera De Brauwer
    GEDICHTEN EN COLUMNS
    06-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoevewandeltocht
    Als u een sfeerbeeld wil van de Hoevewandeltocht 2010 van de Landelijke Gilde Etikhove, die gisteren doorging, klikt u op de bijlage. Een 350-tal mensen namen eraan deel.

    Meer foto's zijn te bekijken via hun weblog http://www.bloggen.be/lgetikhove/

    Bijlagen:
    Wandelzoektocht Landelijke Gilde.JPG (1.2 MB)   


    Categorie:N. nieuws/columns
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bassikounou
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Op de prijsuitreiking van de wandelzoektocht, georganiseerd door de Landelijke Gilde Etikhove, werd gisteren het ingekaderde gedicht "Bassikounou" geschonken aan Leon en Lucie De Meyer. Met dit gebaar willen de Landelijke Gilde en ikzelf hen beiden bedanken voor hun belangeloze inzet. Klik op de foto om hem groter te zien.



    Bassikounou

    Hun dorp is aan de grens gelegen
    van leefbaarheid en voor hun staat
    bestaan ze niet, er zijn geen wegen,
    het is woestijn waardoor men waadt.

    De regen heeft hen doodgezwegen, 
    de hitte brandmerkt hun gelaat,
    maar één van ons is hen genegen:
    het hart, het plan, de steun, de daad.

    Een waterput brengt hoop, doet leven,  
    machines worden aangevoerd....
    en kijk, men kan er groenten telen!

    Een man die door het lot van velen
    tot in zijn diepste werd geroerd
    wou water, maar ook toekomst geven.

    Vera De Brauwer


    De Landelijke Gilde Etikhove organiseerde dit voorjaar een vertoning van de aangrijpende tweedelige documentaire (1997/2009) “Les récoltes du désert" van Thierry Devillet en Gérard Rivoalan. Daarin wordt een beeld geschetst van het door extreme droogte geteisterde dorp Bassikounou. Dit ligt in Mauretanië, aan de grens met Mali, volledig afgezonderd. De weg (“La route de l'espoir”) stopt 160 km van het dorp.

    Leon en Lucie De Meyer, dorpsgenoten van mij, kwamen in contact met Baron del Marmol die een project had opgezet om het dorp te helpen. Leon zamelde oude landbouwmachines in en bezocht Bassikounou twee maal: een keer samen met de baron bij het begin van het project en een tweede keer twaalf jaar later, na het overlijden van de baron. Het tweede deel van de documentaire toont de enorme vooruitgang die geboekt werd.

    meer info op : http://www.cinemanovo.be/nl/lesrecoltes


    Op 17 september wordt de film uitgezonden op La Deux (RTBF), om 22u55.


    Categorie:B. sonnetten
    04-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Flipperkast
    Flipperkast
     
    iets in haar 
    botst
    alle kanten op
    klingelt
    rinkelt
    zoemt
    onvoorspelbaar
    elke keer 
    een andere baan
    de score omhoog
    een zucht
    verwijderd van het winnen
    of 
    een orkaan



    Categorie:A. in vrije vorm
    31-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Postperikelen

    Ik heb een kwaaie bui. Zo'n donkere, waar luttele momenten geleden een reeks bliksems uit is geflitst, van het soort dat ik nooit wil horen uit de mond van mijn kinderen. De oorzaak van dat innerlijke onweer is de post. Als ze denken mijn humeur rooskleuriger te maken door nu in witte autootjes te rijden met een nieuw logo erop in plaats van in hun vroegere knalrode, zijn ze goed mis!

    Al jarenlang zit er met enige regelmaat post in onze brievenbus die niet voor ons bedoeld is. Een andere geadresseerde, een andere straat, een ander nummer, één keer zelfs de optelsom van die drie varianten.  In het begin bracht ik die te vondeling gelegde brieven zelf naar de bestemmeling, maar na verloop van tijd bracht ik ze naar het postkantoor. Zo ook het groot pak van Trois Suisses dat ik op een dag aan onze voordeur vond, te grabbel voor wie het maar wou. De straatnaam leek in de verste verte niet op die van ons, zelfs niet als je het in het Hottentots uitsprak. Op het postkantoor bekeek men mij argwanend, alsof ik slechts veinsde niet mevrouw De Witte te zijn of weigerde te bekennen dat ik in de Huppeldepupstraat woonde.

    Geen wonder dat af en toe een verjaardagskaart of per post verstuurd cadeautje nooit bij mijn feestvarkens wordt afgeleverd. Niet iedereen doet immers de moeite voor koerierdienst te spelen. Oh, er zit een leuke boxershort met Happy Single erop in onze brievenbus! Okee, het adres klopt niet en de maat evenmin, maar uhm, is nonkel Sjarel niet jarig volgende maand? Zou die Extra Large groot genoeg zijn?

    Maar deze keer zit er niets verkeerds in mijn bus. Integendeel, ze blijft leeg. Ik heb producten besteld bij Yves Rocher. Omdat ik niet altijd thuis ben, heb ik ervoor gekozen mijn pakje te laten afleveren bij mijn gepensioneerde overburen. In de bevestigingsmail stond dat het binnen drie werkdagen zou geleverd worden. De vierde dag was ik thuis en verwachtte ik elk moment mijn vriendelijke overbuurman te horen aanbellen. Wat niet gebeurde.

    Vandaag, de vijfde werkdag na de mail, kijk ik toevallig uit het raam, naar de brievenbus van mijn overburen. De gouden cijfers vier en één glanzen mij tegemoet, overtuigd van hun onschuld. 41? Onmiddellijk weet ik dat het pakje nooit zal toekomen. Ik heb me vergist. Zij wonen aan de overkant van de straat en kunnen dus niet net als ikzelf een even huisnummer hebben. Hoe dom! Ik vat het plan op te gaan aanbellen bij nummer 40. Nummer 46, 44, 42... Ik bel aan bij het volgende huis. Een mij niet totaal onbekende dame doet de deur open. Een pakje? Nee, daar weet ze niets van. Huisnummer 40? Nee, zij hebben nummer 36. Hoezo? Waar zijn de nummers 40 en 38 dan, vraag ik. Dat weet ze niet. Het is haar nooit opgevallen dat er twee nummers ontbreken.

    Ik snel naar het postkantoor. Als het huisnummer niet bestaat, wordt de post teruggestuurd naar de afzender, zegt de man aan het loket. Ik pruttel tegen. Hoe kan dat nu? De naam van mijn overbuurman staat er duidelijk op, en tussen haakjes nog mijn naam erbij. Dat telt niet, ze kijken naar het nummer. Het kan wel veertien dagen duren eer het ginder terug is hoor, gooit hij er nog wat olie bovenop. Grommend stap ik buiten. Drie werkdagen in de ene richting, tien in de andere? Brengen ze de post te voet terug? In witte bottienen met hun nieuw logo erop? Mijn overbuurman woont al zijn hele leven in deze gemeente, en al vijftig jaar op hetzelfde adres, samen met zijn vrouw. Als de man in zijn wit autootje aan éénder welk huis had aangebeld, dan had éénder wie die de deur opendeed hem kunnen wijzen waar mijn overbuurman woont.

    Is er dan niémand bij de post die ermee inzit dat ik nu nog minstens veertien dagen verder moet zonder rimpelvervagende crème, zonder oogwallenreducerende gel, zonder intensief hydraterende lipstick met plantaardige zijde en, oh ramp voor mijn collega's, zonder de 24 uur durende bescherming van mijn deo roll-on met kamperfoelie-extract? Heeft dan niémand ginds enig idee in welke belabberde staat ik zal verkeren, ten prooi aan allerlei verzakkingen, tegen het moment dat ik met uitgedroogde handen mijn pakje van Yves Rocher zal openmaken om er mijn pompflacon liftende versteviging voor de buste uit te halen? Niémand?


    Categorie:N. nieuws/columns
    29-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werkzoekende
    Voor sommige van mijn gedichten heb ik melodieën bedacht. Dat zijn er reeds een veertigtal. Af en toe vind ik ook een melodie voor gedichten van anderen, zoals bijvoorbeeld voor het sonnet "Werkzoekende" van Daan de Ligt.

    Werkzoekende 

    m'n vrouw vertrok en een illusie lichter
    moest ik dan toch geloven aan een baan
    een dame keek mij wenkbrauwfronsend aan
    en sprak met droeve klank: u bent dus dichter
     
    vervolgens vroeg zij streng en veel gerichter
    of ik wellicht ook écht werk had gedaan
    met onverbloemde trots zei ik spontaan:
    ik was ook filosoof en vredestichter
     
    ze zuchtte en ze zweeg een hele poos
    maar pakte toen wat voorbedrukte bladen
    gegaap liet mijn gedachten simpel raden:
    het is al laat, straks wordt de barman boos
     
    ze stopte de papieren in een lade
    waarop in klare taal stond: HOPELOOS

    (c) Daan de Ligt


    Voor meer gedichten van Daan, klik door naar  http://daandeligt.blogse.nl/
    Voor de gezongen versie van Werkzoekende gaat u naar mijn weblog met gezongen gedichten: http://veradebrauwer.punt.nl/
    Waarschuwing: het is een melodie die blijft hangen! Enkele keren luisteren en u humt ze de hele dag door... Very Happy


    Categorie:H. mededichters
    26-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitleg
    Wil je als dichter een beetje serieus genomen worden dan schrijf je geen sonnetten of light verse, knutsel je geen gorgelrijmen in elkaar, vind je geen "stanka" uit, doe je niet mee aan sms-poëziewedstrijden, verkneukel je je niet om je eigen dwaze columns en dan ga je (godbetert!) absoluut niet zingen. 

    Kan het nog erger? Ja hoor, je kunt nog meer verkeerd doen: een gedicht uitleggen! Persoonlijk vind ik ook wel dat gedichten op zich geen uitleg nodig hebben. Maar wie heeft zich nooit afgevraagd bij het lezen van een of ander gedicht wat de schrijver nu precies bedoelt? Waar hij aan dacht toen hij het schreef? Wat hij voelde, wat hem dreef? 

    Mijn gedichten zijn over het algemeen zeer toegankelijk. Gemakkelijke kost dus? Ik hoop dat het voor de lezer méér dan hap-slik-weg is. Voor één gedicht wil ik daarom zelfs klaarheid scheppen waar duisternis zou kunnen zijn. Zodanig dat die hap iets langer aan de kiezen blijft kleven, dat er meer kan op gekauwd worden en dat de smaak blijft hangen na het slikken. 



    Fractie

    bakstenen op elkaar gestapeld
    ik dicht er mortel tussen: het is een muur
    schrijf ik “deur, raam, dak”, het wordt een huis
    ik laat de zon erop schijnen
    aan de overkant poot ik een paal
    niet zomaar één
    er hangt een bordje aan: Bus

    niets laat vermoeden wat er
    in dit tafereel besloten ligt

    maar als ik zeg dat de afstand
    tussen halte en huis
    een lichtjaar bedraagt
    een fractie van de eeuwigheid
    die haar van mij zal scheiden
    en dat besef



    Mijn moeder stierf op 49-jarige leeftijd aan borstkanker, na een lijdensweg van 21 maanden die ik van heel dichtbij heb meegemaakt. Toen ik jaren na haar dood een eerste gedicht over haar schreef ("Ik herinner mij haar lach"), dacht ik dat het bij dat ene zou blijven. Maar regelmatig komt ze toch haar opwachting maken in gedichten.

    "Fractie" vindt zijn oorsprong in een heel specifiek moment toen mijn moeder nog leefde. Eigenlijk spreekt de basis van ontstaan van "Fractie" één van de verzen uit "Ik herinner mij haar lach" vierkant tegen. "Herinneringen kiest men niet, toch niet bewust," zeg ik in dat laatste gedicht. Dat is ook zo: sommige feiten en situaties herinneren we ons en daar hebben we zelf niet in te kiezen. Ons geheugen slaat ze op, desnoods tegen wil en dank. Of soms, zoals gebeurde met het moment waarop het vals gebit van mijn moeder onder de kast schoof, tot troost of zelfs plezier. 

    Anderzijds kun je wel degelijk momenten uitkiezen die je je later wíl herinneren. Ogenblikken die je zo dierbaar zijn dat je ze niet wil vergeten, dat je het gevoel waarmee ze geassocieerd zijn steeds opnieuw wil kunnen oproepen. Dat heb ik een paar keer gedaan toen mijn moeder nog leefde: momenten uitkiezen om op te slaan op mijn eigen harde schijf. Eén ervan is de situatie beschreven in "Fractie".

    Ik was bij haar op bezoek. Ik weet niet meer waarover we praatten. Wellicht had ik haar proberen opbeuren, had ik zo luchtig mogelijk gedaan. Ik woonde op een appartementje in Gent en had geen auto. Toen ik naar huis ging, was het prachtig weer. Mijn moeder ging mee naar buiten en leunde met haar rug tegen de bakstenen muur. Ik stak de straat over en wachtte aan de bushalte. Ik zag haar staan, in het zonnetje, en besloot die scène te bewaren voor de toekomst. Ze was nog dichtbij, ik hoefde maar de straat over te steken om weer bij haar te zijn en toch leek ze zo onnoemelijk ver van mij verwijderd. Een "voorproefje" van de onmetelijke afstand die ons zou scheiden. 


    Categorie:N. nieuws/columns
    25-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Base sms-pöeziewedstrijd 2010
    Net als vorige jaren nam ik deel aan de sms-poëziewedstrijd van Base. In 2007 en in 2009 werd een sms-gedichtje van mij genomineerd. Ook dit jaar hoopte ik op een telefoontje dat mij het heuglijke nieuws zou brengen. Omdat de periode waarin ik vorige keren opgebeld werd ondertussen ruimschoots voorbij was, ging ik ervan uit niet bij de gelukkigen te zijn. Toen ik gisteren werd opgebeld en een dame "van Base" zich meldde, dacht ik eerder dat ze mij uit de doeken zou doen hoe hun tarifering in elkaar zit om mij vervolgens een uniéke promotie aan te bieden. Nee hoor, ze wenste mij proficiat met mijn nominatie. Dus toch... Alle genomineerde sms-gedichtjes worden opnieuw gebundeld, in samenwerking met het Poëziecentrum Gent, in een uitgave op 8000 exemplaren die verschijnt op 18 september.

    Op die dag is het ook prijsuitreiking en kan ik weer genieten van een waaier aan optredens (wereldmuziek, klassieke muziek, jazz,...) tijdens OdeGand, het openingsfeest van het Festival van Vlaanderen. De avond wordt afgerond met een (gratis) concert op het water en een spectaculair vuurwerk in hartje Gent.

    Ik kan u dit feest van harte aanbevelen! Voor meer info, klik door naar http://www.festivalgent.be/Programma/Feest/OdeGand/tabid/116/language/nl-BE/Default.aspx

    Categorie:N. nieuws/columns
    22-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zotsjiek

    Ze is terug van kamp, zelfs eerder thuis dan het kaartje dat ze opgestuurd heeft. Doodmoe, maar springlevend. Op de plaats van aankomst wordt er ten afscheid geknuffeld, er wordt gezongen, gedanst, en opnieuw geknuffeld. Je zou het haar de eerste uren niet aanzeggen dat ze maar een half uurtje geslapen heeft op de bus tijdens de nachtelijke rit. Terwijl we naar huis rijden worden we getrakteerd op wilde verhalen, aandoenlijke scènes en een gedetailleerde beschrijving van het vorte eten, waaronder de voze croissants gevuld met abrikoos en chocolade. Nu is onze dochter niet vies gevallen wat eten betreft, dus geloven wij haar op haar woord dat het echt "vort en voos" was. Maar het touwenparcours was dan weer zotsjiek, vertelt ze opgewonden. Oh, en er was daar een meisje met een megacoole trui! Mijn man vraagt wat het verschil is tussen zotsjiek en megacool. Wel ja, megacool is... mooi... en leuk... en zotsjiek, ja, dat is... vetgaaf natuurlijk.

    Natuurlijk!


    Categorie:N. nieuws/columns
    21-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hé
    hé wat een coole gsm!

    zo'n moderne heb ik nooit gehad

    die van mij is stokoud, zo versleten als wat

    want ik heb 'm al meer dan twee jaar
     
    en die van haar

    heb je die van haar ooit gezien?

    oh, mag die niet mee naar school van haar ma?

     
    hé wat een toffe rugzak!

    uit de nieuwe collectie gekocht

    ja, ik kocht hem hoewel het van vader niet mocht

    van mijn eigenste eigen zakgeld
     
    en die van haar

    heb je die van haar wel gezien?

    de naden half los en de rits kapot
     
    hé wat een hippe minijurk!

    van het sjieke merk Pingping?

    en dat halssnoer erop, dat is echte blingbling

    hé, ik moét zelf ook dringend iets nieuws
     
    en die van haar

    heb je die van haar weer gezien?

    zo goedkoop en zo ouderwets
     
    hé ga je mee na school?

    eerst gezellig een broodje smos

    en daarna gaan we samen heerlijk los

    lekker chillen of shoppen in de stad
     
    en schijnbaar doet het haar geen verdriet

    dat ze niét met de klas meegaat

    want ze lacht en ze wuift

    en ze wuift en ze lacht...

    tenminste tot de hoek van de straat



    Om de gezongen versie te beluisteren kunt u, zoals steeds, doorklikken naar: http://veradebrauwer.punt.nl/
     
    ----------

    Dit is één van de twee gedichten die ik schreef naar aanleiding van het project "armoede een blok aan ons been" in het kader van het Europese jaar van verzet tegen armoede en sociale uitsluiting. Met dit project van VZW De Vrolijke Kring uit Ronse willen we dit doen, letterlijk en figuurlijk, samen 'het blok aan ons been aan stukken kappen'.

    Het project loopt van 27/08/2010 t.e.m. 12/09/2010 en bestaat uit het gieten van een betonblok van twee kubieke meter. Op de voorzijde van het betonblok wordt in rode verf de slogan geschreven “Armoede, een blok aan ons been”.

    Daarna begint iedereen, namelijk mensen met armoede ervaring, mensen zonder armoede ervaring, beleidsmensen, diensten en organisaties, kinderen en alle geïnteresseerden die hun steun willen betuigen, het blok aan stukken te kappen. Er wordt aan de steen gekapt tot er ongeveer 50 à 60cm breedte overblijft. Dit wordt dan een soort “herinneringsmuur” als monument. De steentjes van het afgekapte betonblok zullen in kleine plastieken zakjes worden gezet met de datum van 17/10/2010 erop, Werelddag én Europees jaar van de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Deze zullen worden uitgedeeld aan iedereen die heeft meegedaan, alsook aan de andere aanwezigen op de dag van het officiële moment (16/10 - daarover later meer).

    Meer informatie, onder andere een overzicht van  de uren waarop u mee kan helpen kappen, op http://www.devrolijkekring.be/


    Categorie:A. in vrije vorm
    19-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brood en spelen

    Het toeval wil dat de beste vriendin van onze dochter samen met broer en ouders, die we ondertussen ook onze vrienden mogen noemen, in dezelfde streek op vakantie gingen als wijzelf. Dus spraken wij af elkaar ginder te ontmoeten. De jongelui wilden graag raften en de oudjes zouden mee inschepen. Op de bewuste dag hesen we ons in sexy wetsuits, trokken een reddingsvest aan en zetten een helm op. Alleen het plezier dat we hadden bij de hilarische aanblik van onze gezinsgenoten en vrienden was het geld al waard. Echt spannend kon je het gezellig dobberen van ons bootje op een kabbelende basso Adige niet noemen, maar leuk was het wel. Een medewerkster van het team stelde zich langs het parcours op strategische plekken op om foto's te nemen die laten vermoeden dat het er véél avontuurlijker aan toeging dan het geval was. Het staat natuurlijk goed op het dressoir, zo'n ingelijste foto van de moedige familie in een steigerende boot op wild deinende golven. En dan achteloos zeggen tegen degene die de foto bewonderend bekijkt dat het "eigenlijk" wel meeviel hoor.

    Na het raften gingen we rondkuieren in een stadje dichtbij, ongeveer halverwege de vakantieplaats van onze vrienden en die van ons. Eerst even een hapje eten. We bekeken de kaart van een etablissement en stapten door naar de zaak ernaast om ook daar te kijken wat ze te bieden hadden van kleine restauratie. We kozen voor het eerste en keerden op onze stappen terug. We plaatsten onze bestelling en kregen te horen dat de dame wat belegde broodjes en croques betrof, ons enkel twee soorten kon aanbieden. Voor de rest was de kaart volledig uitverkocht. En dat om half één 's middags? Maar we konden wel in de zaak ernaast terecht, die was van hetzelfde huis. Daar hadden we veel meer keus, verzekerde ze ons. Dus verlieten we haar terras en togen naar dat ernaast. De jongen noteerde wenkbrauwfronsend onze bestelling. Ik grapte dat hij onmiddellijk terug zou komen uit de keuken om te melden dat de helft van onze bestelling niet leverbaar was. Mijn glazen bol was niet mee op reis en toch kwam de jongen, na overleg met een andere jongeman, even later melden dat er slechts drie soorten broodjes te verkrijgen waren. Tussen het lachen door kozen we elk één van de drie voorradige broodjes. Samen met onze drankjes kregen we de gemompelde mededeling dat er van één van de broodjes ook echt maar één meer was. Dus veranderde iemand voor de tweede maal zijn keuze. En toen... was het wachten geblazen...

    Het ene van de niet uitgeputte broodjes was eigenlijk een toast met gesmolten kaas. De moeder van mijn dochters vriendin zei dat ze wellicht maar een klein oventje hadden en dat er maar één toast tegelijk in kon. Haha, zó klein dat elke toast er maar voor de helft in kan en dat ze halverwege de baktijd de toast eruit halen en hem er met de ongebakken kant terug inschuiven. We lachten... en wachtten. Ha, een toast! Begin maar al, wij wachten wel. Het begon ons te dagen: als deze zaak en die van ernaast van hetzelfde huis waren, deelden ze misschien dezelfde keuken. En als de broodjes hiernaast op waren, dan waren er hier evenmin. Die dame had gewoon geen zin in werken! Die dacht: dat die jongens van hiernaast maar opdraven. Ha, daar arriveerde nóg een toast, samen met het éne beschikbare Bauernbrot. De jongen verontschuldigde zich ervoor dat het afhandelen van de bestelling zo traag vorderde. Ze hadden namelijk maar een piepklein oventje in de keuken.


    Bijlage: foto van het spectaculaire wildwaterraften

    Bijlagen:
    rafting 26.07.2010 10.00 019.JPG (2.8 MB)   


    Categorie:N. nieuws/columns
    17-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levensecht

    ik speel mijn leven
    niet in driekwartsmaat
    maar in een ritme dat geen constante kent
    behalve die van veel te snel
    en elke toon te zacht, te hard, te dof, te schel
    te levensecht


    Categorie:A. in vrije vorm
    14-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomerwandeling

    Na ons nat avontuur duurde het twee dagen eer onze bergschoenen droog waren. Toen het eindelijk zover was, zat de gletsjer ook iets minder in de wolken. Dus slikten we 's ochtends bij het ontbijt een Hou-maar-alles-binnen-pilletje, namen de lijnbus en reden de Stelviopas op. Bij elk van de 48 bochten toeterde de chauffeur even, kwestie van de tegenliggers te verwittigen. Helemaal betoeterd stapten we boven aan de pas uit en voelden onmiddellijk dat het eufemistisch gesproken aan de ietwat frisse kant was. De regenjasjes werden uitgehaald, niet omwille van een dreigende bui, maar tegen de kou. De zonnepetten werden opgezet, niet tegen de zon, maar tegen de wind. Zo begonnen we aan wat volgens de borden een wandeling van vier uur zou worden: de Goldseewanderung.

    We waren nog maar goed vertrokken of onze handen voelden reeds versteven aan. Handschoenen en mutsen lagen veilig thuis, in onze Vlaamse kast, dus moesten we inventief zijn. Een handdoekje kon rond een hand gewikkeld worden en het nylon zakje waarin een regenjasje had gezeten paste ook net om een hand. En hé... had mijn echtgenoot geen twee paar kousen aangetrokken? Huppekee, één paar werd aangeslagen om mijn handen warm te houden. Tot slot werden enkele wandelstokken ingeschroefd en in de rugzak gestoken zodat resterende handen in broekzakken konden verdwijnen. De kapjes van onze regenjasjes werden over de zonnepetten getrokken en met een sluiting vastgezet.

    Een eindje verder kwam een dame in trainingpak ons tegemoet gejogd. Ze stopte even en mijn man vroeg hoelang ze erover gedaan had om tot daar te geraken. Eine Stunde! Wij knikten bewonderend.  Eén uur in het doorgaan en één uur in het terugkeren, voegde ze eraan toe. "Aber jetzt bin ich mude." Zo? Aangemoedigd door de prestatie van deze dame probeerden we de pas erin te houden, zonder daarom minder te genieten van het fabuleuze uitzicht of minder onze zakdoek uit te halen om onze kille neuzen te snuiten. De Goldsee, riep mijn man en wees naar een plas water in de diepte. Ik weigerde te geloven dat dit buitenmaats voetbad een "See" kon zijn, maar toen ik met eigen ogen het bord met de naam erop zag staan, capituleerde ik.

    Nog steeds goed ingepakt volgden we het pad. Plots kwam ons een dame tegemoet in short en topje met spaghettibandjes. Het strand kan nu niet veraf meer zijn, verwittigde ik onze kinderen. De volgende tegenligger was een kudde schapen. We lachten met de grappige snuiten die de schapen trokken tijdens het kauwen. Na dik drie uur stappen kwamen we aan bij de Furkelhütte waar ik met smekende blik informeerde of ze ook warme wijn serveerden. Of ik niet liever Glühwein wenste? Minuten later legde ik mijn handen rond het dampend glas en snoof met rode neus de kruidige geur op. Ah, wat kan een zomerwandeling in de bergen toch heerlijk zijn.


    Categorie:N. nieuws/columns
    10-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat een geluk

    We zouden een wandeling maken op grote hoogte. We konden met een bus de Stelviopas oprijden, ginder het wandelpad nemen naar de Furkelhütte en vandaar met de stoeltjeslift terugkeren naar het dal. Enig probleem: het weer. De gletsjer zat in de mist en de lucht was grijs met dreigende wolken. Volgens de hotelbaas zou het absoluut niet regenen. Toch stelden we onze hoogtestage liever een dagje uit en kozen voor een wandeling dichterbij, naar de Berglhütte. Die wandeling overbrugde op een relatief korte afstand een hoogteverschil van 600 meter. Ik had de hele tijd het gevoel dat ik aan het traplopen was. Na driekwart van de beklimming passeerde ons in tegenovergestelde richting een Engelse familie die ons de Apfelstrüdel (alweer...) aanraadde. Na 14.786 treden kwam de hut in zicht. Omdat ik zelf meer zin had in iets hartigs, bestelde ik een kom Gulaschsuppe, de rest van het gezin koos voor de Apfelstrüdel. De jongen noteerde de bestelling. Toen hij naar de keuken wilde vertrekken, viel het hem te binnen dat de Strüdel op was. Leuke Engelsen: de laatste porties verorberen en dan de wandelaars het water in de mond laten komen! Dan maar een Linzer Torte. We lieten het ons smaken en vroegen ons af hoe men toch al die spijzen en dranken naar de hut brengt. Ze ligt onbereikbaar voor een helikopter en er is geen kabellift te bespeuren. Hoe men het doet wanneer er veel proviand moet worden ingeslagen, weten we niet, maar we hoorden van andere hotelgasten dat de zoon voor de kleinere boodschappen "gewoon" even naar het dal loopt. U wenst Kaiserschmarren, mevrouw? Geen probleem! Het poedersuiker is wel op, dus als u enkele uurtjes geduld hebt, ga ik die snél even halen. Nog een thermosje koffie ondertussen?

    Toen we uit de hut kwamen, zagen we nog wel een hand, maar lang geen dal meer voor ogen. Hoho, wat een mist! Plezant, geheimzinnig, spookachtig, dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. We volgden, nog net niet op de tast, het pad naar beneden. Toen we onder de mist kwamen, voelden we echter - letterlijk - nattigheid. De lieflijke dropjes werden dikke druppels en uiteindelijk werd het een Plensbui met hoofdletter, die met korte tussenpozen twee uur aanhield. Al snel waren we een lopende voorstelling van de nieuwste zegswijze "nat tot op het gat". Tot overmaat van ramp begon het te onweren. De bliksem flitste rond onze oren, op luttele seconden gevolgd door de donder. Doodsbang raceten we door het naaldbos, waarbij we bij elke looppas het water tussen onze tenen voelden naar boven stromen in onze bergschoenen.

    Kleddernat kwamen we toe in het hotel. De receptioniste wees ons het Trockenraum aan, waar in de winter de skikledij en -schoenen  gedroogd worden en waar wij onze natte kleren van het lijf stroopten. In minimale kledij, om geen aanstoot te geven, ging mijn echtgenoot onze badjassen halen. Rillend van de kou kropen we in de sauna en daarna onder het donsdeken. Omdat het Trockenraum 's avonds voortekenen van vijvervorming vertoonde, bood de hotelbaas (die gezien zijn leeftijd gelukkig nooit de job van weerman zal ambiëren) aan om onze kleren in de droogkast te stoppen. Onze schoenen, die we bij aankomst in het hotel hadden leeggegoten in de bloembakken, werden gevuld met oude kranten en in het chauffagehok geplaatst, dicht bij de ketel. Wat een geluk dat we die ochtend besloten hadden niet naar de Stelvio te gaan, we waren de dans toch maar mooi onsprongen!


    Categorie:N. nieuws/columns
    05-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smulpapen

    Ik heb een gezin van smulpapen. En ik ben de smulsmurf. Gelukkig heeft niemand van ons aanleg om te verzwaren, anders rolden wij 's ochtends de deur uit. Soms denk ik dat ik Watetenwevanavond heet, gezien dit het eerste is dat ik te horen krijg wanneer de kinderen van school komen.

    Maar zelfs voor ons is teveel teveel, dat hebben we tijdens deze reis herontdekt. Bij het uitkiezen van een hotel zijn de beoordelingen van de maaltijden door vroegere gasten van doorslaggevend belang. Als er gesproken wordt over een karig ontbijt of als door een dame, die wij ervan verdenken aan het lijnen te zijn, wordt geopperd dat het avondmaal "bescheiden maar zeer smaakvol " is, dan haken wij af. Op reis wensen wij aan te zitten aan een Bourgondische feestdis, rijkelijk voorzien van voorafjes en nadientjes. Dat was net wat vroegere gasten van Hotel Madatsch ons beloofden.

    De eerste dag kwamen we vier uur later toe dan voorzien. De Duitsers wachten namelijk ieder jaar met het plannen van hun wegenwerken tot wij onze reis geboekt hebben. Daarna is het als bij toeval steevast óns traject dat moet vernieuwd worden. Blijkbaar hadden we via Zwitserland moeten rijden, dan was de file-ellende ons bespaard gebleven. We geraakten echter veilig en wel, zij het verlaat, met de stijve beentjes onder onze mooi gedekte tafel. Een zesgangendiner bij kaarslicht? Na veertien uur en een half in een auto zegden wij niet neen. Ook niet tegen het ontbijtbuffet de volgende ochtend. Uit alle verse broodjes koos ik er één uit waarvan de smaak me verraste door een héél lichte anijstoets. Ik ben niet zo gek op anijs, maar ik heb wel elke dag zo'n aparte "Vinschgauer" gegeten (genoemd naar de streek in Zuid-Tirol waar wij verbleven). Drie keer per week organiseerde de hotelbaas een kleine receptie met aperitief en hapjes, tijdens dewelke we konden kennismaken met de andere gasten, en waarna het gebruikelijke vijf- of zesgangendiner volgde.

    Na enkele dagen overvloed lieten onze magen weten dat het ook wel iets minder mocht zijn. Dus werd er al eens een portie soep geweigerd of vroegen we tot geamuseerde verbazing van de kelner slechts twee voorgerechten en twee lege borden om daarop de helft van de reuzenportie over te scheppen. Op een dag gebeurde het onvoorstelbare: ik vroeg om mij geen dessert te brengen. Wirklich nicht? No thanks, these portions are too big. I really had enough. Dat de kelner even later toch met vier mooi gedresseerde borden uit de keuken kwam, had niets te maken met een eventueel minder goede kennis van het Engels. Hij zette één bord neer voor de dochter, één voor de echtgenoot, één voor de zoon... Daarna plaatste hij het laatste bord op zijn linkerhandpalm, op mijn ooghoogte... en draaide het met rechterduim en- wijsvinger langzaam rond. Und? Was sagen Sie jetzt? fleemde hij glimlachend. Ach, kom hier met dat bord, zuchtte ik, ten teken van overgave. En zie: hij verstond zomaar Nederlands!


    Categorie:N. nieuws/columns
    03-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weer thuis

    We hebben de bergen de bergen gelaten en zijn weer thuis. Eén berg is ons gevolgd: de vuile was. Nu ik het propere sokken- en slipjesbestand weer tot normale proporties heb kunnen doen stijgen (om van de quasi volledige iets-meer-stof-bevattende zomercollectie te zwijgen), ga ik enige anekdotes voor de vergetelheid behoeden. Je maakt wat mee wanneer je op reis bent. Twee weken uit huis bezorgen je een schat aan inspiratie. Eerst moeten die hersencellen natuurlijk terug wennen aan het Nederlands. De eerste dagen thuis had ik de neiging om "Entschuldigung" te zeggen waar een "sorry" op zijn plaats was.

    Ik ken zeer weinig Duits, dus moet ik me uit de slag trekken met Frans, Engels en bestoft Spaans. Vervelend vind ik dat! Wil je de kelner vragen om de chef een compliment door te geven voor het superieure dessert, dan sta je daar met je mond vol tanden waar de restanten Halbgefrorene Amarettomousse mit Schokolade Blitze und marinierte Erdbeeren nog aan kleven. 

    Hoewel we volgens de landkaart in Italië verbleven, konden we op elke hoek Apfelstrüdel mit Vanillesauce krijgen, maar toen mijn dochter verlekkerd naar Tiramisu op zoek ging, vond ze het niet op de menukaarten. De streek heet niet voor niets Zuid-Tirol. Alle plaatsnamen staan er eerst in het Duits en dan in het Italiaans. In elke winkel, hotel of restaurant word je in het Duits bediend door personeel in typisch Tiroolse klederdacht. 

    Toen we met de auto de 48 haarspeldbochten van de Stelviopas namen (de genummerde borden wellicht gesponsord door Touristil) en boven  in een Zuid-Tiroolse versie van Blankenberge terechtkwamen, spraken de verkopers in de souvenirwinkeltjes echter Italiaans! Zo ook de kelner in de bar van het 3.170 meter hoog gelegen Hotel Livrio, dat ongetwijfeld genomineerd is voor de prijs van Lelijkste Hotel ter Wereld en enkel te bereiken is via een peperdure kabellift.  Heisse Schokolade mit Sahne? Daarvoor moest hij een collega halen die Duits verstond. Een perfect tweetalige dame legde mij uit dat het personeel boven aan de Stelvio Italiaans spreekt, omdat het afkomstig is uit Bormio, het eerste dorp aan de andere kant van de bergpas... die in Zwitserland ligt. Ik verpinkte niet eens. Ik kom uit België, wanneer het talen betreft, schrik ik nergens meer van. 


    Klik op de bijlage voor een foto van Hotel Livrio

    Bijlagen:
    Hotel Livrio web.jpg (290.2 KB)   


    Categorie:N. nieuws/columns
    17-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op weg
    Op 8 april van dit jaar plaatste ik een stukje getiteld "De weg naar Gent". Deze tekst was de aanleiding tot het schrijven van volgend sonnet. Wie de tekst wil (her)lezen, kan in het archief in de rechterkolom op "4-2010" klikken. Daarna naar onder scrollen.

    Op weg

    Stelt u zich voor: een stad na middernacht,
    een echtpaar loopt door de verlaten straten,
    in opperbeste stemming. Onverwacht
    stopt er een auto en stopt ook het praten.

    Een man stapt uit en heeft niet in de gaten
    hoe bang zij zijn, op bruut geweld bedacht,
    omdat hij zelf, gevolgd door onverlaten,
    ternauwernood ontsnapte aan de jacht.

    Daar staan ze, oog in oog met elkaars angst.
    De vreemdeling vertelt zijn wedervaren,
    van hen gedrieën is hij zelf het bangst.

    Hij moet naar Gent, waar zijn familie woont.
    Hun glimlach brengt zijn beven tot bedaren.
    Daar gaan ze. Wie heeft wie de weg getoond?


    Categorie:B. sonnetten
    15-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moe

    Wat heb ik een mottige nacht achter de rug. Ik ben doodop. Gisterenavond ben ik pas na het inventariseren van het hele schapenbestand van Schotland in slaap gevallen. Ontelbare keren wakker geworden, onder andere van gesnurk aan gene zijde en van pijn in de knieën aan deze zijde (ik heb dat de laatste tijd vaker, misschien zijn het krimppijnen). Uiteindelijk het Grote Ontwaken, terwijl het nog pikdonker was. Zo pikdonker als slaand op het betreffende lichaamsdeel van een Afrikaan van tegen de evenaar. En dan wachten op het Licht en op de wekkerradio. 

    Om, wanneer die laatste dan uiteindelijk begint te spelen en via gene zijde direct het zwijgen wordt opgelegd, te denken dat ik de paar maten popmuziek enkel gedroomd heb. Nee hoor, het is dag! Een klets water in het gezicht, een paar koppen koffie en een paar boterhammetjes moeten me opkikkeren. Het gisterenavond uit de diepvriezer gehaalde half brood blijkt rozijnenbrood te zijn. Donderdag wordt plots een beetje zondag. De eerste, wat droge snee wordt gepromoveerd tot toast. Lekker, met goede boter, of boerenboter zoals wij thuis zegden. De broodrooster vindt echter dat het nog lang geen zondag is en spuwt een halfverbrande toast uit, die ik koppig toch naar binnen speel, na het afbreken van de zwartste stukken. 's Mans brooddoos wordt liefdevol gevuld en uitgewuifd. Straks ga ik boodschappen doen. De tassen hangen al klaar... onder mijn ogen.


    Categorie:N. nieuws/columns
    12-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voetbal

    Voetbal, ik word er niet koud en niet warm van. Enige jaren terug mocht ik via het systeem van Chinese vrijwilliger als gezelschapsdame van een klant fungeren. De vrouw had via een wedstrijd, georganiseerd door de bank waar ik toen aan het loket zat, een zitje in de Business seats gewonnen. Eerst een lekker menuutje, overgoten met bijpassende wijntjes, dan een comfortabele zetel om hoog en droog de match te volgen. Nu ja, droog... we werden voldoende voorzien van allerlei natjes.

    Of ze een voetballiefhebber was? Welnee, ze deed gewoon mee aan alle wedstrijden in de hoop ooit iets te winnen, vertrouwde ze me toe. En kijk, het was haar gelukt: ze had prijs! Naar het voetbal! We waren de enige vrouwen in het gezelschap en amuseerden ons opperbest. Het eten smaakte, de wijn ook. Verzadigd ploften we in de zachte zetels. De match begon, ons babbeluurtje ook.

    Oh? Was het al koffiepauze? Sorry, halftime bedoel ik. Time for desert! En een pousse-cafeetje. Giechelend trokken we opnieuw richting zeteltjes. Vreemd, dat onze ploeg blijkbaar in eigen doel trachtte te shotten. Hoezo? Was dat ons doel niet meer? Hadden we gewisseld? We stoorden er ons niet aan en babbelden verder. Plots stonden alle mannen in de kamer recht. Beteuterd rondden de klant en ik ons gesprek af, niet wetend welke ploeg gewonnen had.

    Hieraan moest ik gisteren terugdenken toen ik het laatste kwartier van de match Nederland-Spanje bekeek, de verlengingen en het doelpunt van Spanje. De oranjegekte was misschien wat overdreven, anderzijds trad het land toch als één natie naar buiten.

    Stel je voor dat België mee had mogen doen aan het WK. Veronderstel heel even dat we een paar matchen hadden gewonnen. Hoe zouden "wij" gesupporterd hebben? Met de nationale driekleur in onze handen? Met zwart-geel-rode strepen op onze gezichten? Met dito mutsen en pruiken? Of zouden de straten gevuld geweest zijn met Vlaamse leeuwen en Waalse hanen? En wat als het dan geen Iniesta was die de beslissende bal het net inschoot, maar zo'n leeuwke, of zo'n haantje? Was het dan op slag toch een Belg geworden?


    Categorie:N. nieuws/columns
    07-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Azijn

    "Nee, het is niet gemakkelijk. - Tuurlijk, tuurlijk! - Ja, ge kunt niet anders hé." Haar helft van het gesprek is door iedereen te volgen. Een vrouw is aan de balie gaan staan. De belster klemt haar gsm tussen oor en schouder en praat verder. Ondertussen neemt ze het boek, scant het in, neemt het biljet van 20 euro, legt wisselgeld op de balie, steekt boek en kassabon in een plastic zakje. Dat alles zonder één woord met de klant te wisselen, zonder haar een blik te gunnen.

    Een meisje en een jongen komen naar de balie met een Bongobon en een boek in de vorm van een pizza. "Ik ga u moeten laten. - Ja (zucht), het is druk." Of in de Bongobon ook het proeven van de wijnen inbegrepen is? Nee, het is enkel een bon om wijn mee te kopen. Of ze die bon met het proeven erbij misschien ook heeft? Zou kunnen. Verveeld wijst ze naar het rek. Of het dezelfde prijs is? Nee, het zijn allemaal verschillende prijzen. Overbluft door deze overdaad aan hulp beslissen de jongelui de bon toch maar te kopen. Zou ze hem alstublieft willen inpakken? Zonder te antwoorden neemt ze het doosje en draait zich om. Wanneer ze het prijsetiket er heeft afgehaald komt de jongen opgewekt met een ander doosje naar de kassa: gevonden! Met een gezicht alsof ze zelf azijn aan het proeven is, hoort de onwillige sommelier het meisje vragen of ze alstublieft déze bon wil inpakken en niet de andere.

    Er wordt afgerekend: Bongo in feestkostuum en pizza verdwijnen samen in een zakje. Blij dat ze het perfecte cadeau gevonden hebben, zelfs zonder hulp van de boze heks, wensen Hans en Grietje haar nog een fijne namiddag toe. Zij hoopt in stilte dat ze verloren lopen in het grote winkelbos. Brr, dan is het mijn beurt om mijn vinger door de tralies te steken.

    Misschien denkt ze dat alle boeken in haar winkel unieke exemplaren zijn. Dat alle auteurs een nergens anders te verkrijgen boek hebben geschreven, speciaal voor haar. Háár boeken dus, die ze eigenlijk liever niet verkoopt. Wat zal ze gelukkig zijn dat ik voortaan mijn boeken elders ga kopen. Daar waar ik er een glimlach als gratis bladwijzer bijkrijg. 



    Categorie:N. nieuws/columns
    04-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op kamp

    Hij is op kamp vertrokken. Alleen. Met een klasgenootje, met honderden andere kampgangers, zonder ons. Zijn zus gaat al jaren op kamp. Die laat ons nog voor de jaarwisseling al weten dat ze de volgende zomer weer op kamp gaat, samen met haar vriendin. Voor het geval we zouden durven twijfelen.

    Hij niet. Toen ik begin dit jaar polste of hij dan nooit zin had een weekje te gaan ravotten met leeftijdsgenootjes, besliste hij plots het ook eens te proberen. Over hoeveel nachten spraken we? Zeven. Ik zag hem de zeven nachten ver van huis afwegen tegenover het eventuele meerplezier. Het risico leek draaglijk... als er iemand uit zijn klas meeging. Ik vroeg wiens ouders ik moest opbellen. De moeder die ik aan de lijn had, was onmiddellijk enthousiast, net als de zoon.

    En dus staan we hen op de eerste dag van de grote vakantie samen uit te zwaaien. Een half uur lang, omwille van de schijnbewegingen die de bus maakt. Twee moeders, twee zonen. Twee slaapzakken, twee bomvolle tassen met ondergoed, T-shirts, shorts, zonnemelk factor 50 omdat 100 niet bestaat, en alles wat nodig is om een week te overleven vanonder moeders vleugels.

    Thuisgekomen zoek ik een kaartje. De dochter is het gewoon maffe post te krijgen van het thuisfront. Hij niet. Twee schaatsende ijsberen onder een lucht vol sneeuw? Ideaal. Op de sjaals van de beren schrijf ik respectievelijk zijn naam en die van het klasgenootje. Kaartje geschreven, adres op de envelop, postzegel erop, klaar op de keukentafel. Daarna leg ik de computer aan. Ah, een mailtje van de muziekleraar. Dat onze zoon in september voor de start van zijn trompetlessen misschien een gloednieuw instrument mag gebruiken want de school gaat er een extra aankopen. Ondanks het half uur uitzwaaien en het schrijven van een kaartje roep ik luidkeels YENTE! om hem het goede nieuws te melden.



    Categorie:N. nieuws/columns

    Foto

    Ik ben geboren in 1964 en studeerde af als licentiate Romaanse Filologie aan de Universiteit Gent.
    Mijn hobby's zijn vooral lezen, wandelen en het schrijven van gedichten. Omdat ik zelf liefst toegankelijke gedichten lees waarin ik de gedachten of gevoelens kan herkennen, probeer ik ook in die trant te schrijven. Soms schrijf ik in vaste vorm (vooral sonnetten), soms in vrije vorm. Liefst van al laat een gedicht mij achter in de overtuiging dat het op geen enkele andere manier kon geschreven worden.
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs