Nu de Raad van State het hoofddoekenverbod tijdelijk geschorst heeft, is de situatie er niet duidelijker op geworden. Wie ijverde tegen het verbod meent wellicht dat deze beslissing hen in het gelijk stelt. De vraag is maar of dat zo is.
De Raad van State schorst immers wel tijdelijk de beslissing van het gemeenschapsonderwijs om vanaf volgend schooljaar een hoofddoekenverbod op te leggen - omdat er eerst zicht moet komen op wie zon verbod kan uitspreken -, maar schorst niet het verbod dat in het kader van het eigen schoolreglement door sommige scholen al wordt gehanteerd. In De Standaard (DS 19 maart 2010) vraagt Guy Tegenbos zich terecht af of iedereen dat zo wel zal interpreteren.
Het is een complex probleem, dat hoofddoekendebat. De vraag is: waar draait het nu eigenlijk allemaal om? Om het dragen van een hoofddoek? Ik betwijfel het sterk. Wordt de hoofddoek niet door talloze groepen om heel verscheiden en verschillende redenen aangegrepen?
Er zijn er die vanuit godsdienstige overwegingen niet anders kunnen of willen. Anderen dragen hem moedwillig, om te provoceren vb. of vanuit een baas-over-eigen-hoofd-gedachte.
Nog anderen leggen hem op: moeders, vaders, broers,
.omdat de Koran het zegt, omdat het om traditie gaat én het zo hoort en moét, of om te fulmineren en uit te halen naar al wie zogezegd de islam discrimineert.
Er zijn er die hem ten allen prijze willen bannen vanuit een eigen-volk-eerst-gedachte, of door onverdraagzaamheid, of de overtuiging dat hij niet past in een westerse samenleving.
En zijn er ook geen meisjes die hem dragen om er mee op te vallen, om zich een identiteit te geven, omdat ze onder druk gezet worden en niet anders durven of om gerust gelaten te worden?
Met betrekking tot de hoofddoek in een schoolcontext, kan ik me erg vinden in deze uitspraak:
Een democratie duldt geen onnodige beperkingen aan de expressievrijheid van individuen religieus gekleurd of niet. Maar ze moet er ook over waken dat de vrijheid van de ene de vrijheid van de ene de vrijheid van de ander niet te veel beperkt, en dat deed zich voor in sommige scholen met de hoofddoek. Ze moet waken over de vrijheid van onderwijs, dit wil zeggen de vrijheid van scholen om hun eigen project te definieren. En ze moet waken over het recht op vrije schoolkeuze en het recht op neutraal onderwijs. (De Standaard, 19 maart 2010)
Het laatste woord is er nog niet over gezegd. Zeker is in elk geval dat het om meer gaat dan de hoofddoek. Het is een element in het grote spanningsveld van het migranten- en samenlevingsdebat dat woedt en leeft. Het debat over dat grote spanningsveld zal men niet uit de weg kunnen blijven gaan.
Een democratische samenleving zoekt en vindt zich in het compromis van de meerderheid. Dat zal in dat debat niet anders zijn of kunnen. Wie zich in die meerderheidsbeslissing niet kan vinden, heeft een probleem.
Categorie:dag voor dag
|