1. Wat is een motorfiets?
Een motorfiets is een voertuig op 2 of 3 wielen, aangedreven door een motor. Vaak met een benzinemotor waarvan de cilinderinhoud tussen de 50cc en de 3000cc ligt. Een motorfiets kan 2 mensen vervoeren en 3 als het een motor met zijspan is. Rond het jaar 1920 is een opbouw van een motorfiets ontstaan die daarna als standaard werd aangenomen. Met deze opbouw bedoel ik dat de bediening overal op de wereld van een motorfiets hetzelfde is. Hieronder geef ik een paar voorbeelden:
Ø Het rechterhandvat is om gas te geven
Ø De handel rechts aan het stuur bedient de rem in het voorwiel
Ø De handel links aan het stuur bedient de koppeling*
Ø Met de rechtervoet bedien je de rem in het achterwiel
Ø Met de linkervoet je de versnellingsbak (deze woorden leg ik in hoofdstuk 3 uit)
De snelheid die een motorfiets kan halen ligt tussen de 100 km/h en 300 km/h.
Gottlieb Daimler heeft in 1880 de eerste motorfiets ontworpen. Deze had een houten frame en had een stoommotor. Maar deze werd al gauw vervangen door een benzinemotor.
In 1894 bouwden de Duitse broeders Hildebrand een motor fiets met stalen frame en een benzine- motor. Deze reed maar 40km/u en dat was snel genoeg wand deze motorfiets had als rem een metalen schijf die over de grond heen sleurde.
Door de uitvinding van de benzinemotor gingen meer mensen motoren uitvinden. In 1901 kwamen de Parijse broers Welners op het idee om de motor tussen de 2 wielen te monteren. Het achterwiel werd aangedreven door een lerenriem en was de eerste motorfiets die velgremmen had. Dit type motorfiets was het begin van de ontwikkeling van de motorfiets in de 20ste eeuw. In Europa en Amerika werden toen overal motorfietsen gemaakt. Tijdens de 1e en 2e wereld oorlog gebruikten het leger veel motorfietsen. Na de 2e wereld oorlog werden er over de hele wereld motoren gebouwd. Vooral de merken uit Japan zijn tot vandaag erg populair.
In dit hoofdstuk ga ik beschrijven hoe de motor van een motorfiets werkt en hoe een motorfiets kan rijden en remmen.
De motor:
De motor van de motorfiets kan draaien doordat er een verbranding plaats vindt. Door de verbranding van brandstof wordt de zuiger in de cilinder naar beneden geduwd. Als de motor wil blijven werken, moeten er 4 dingen steeds opnieuw gebeuren:
1. brandstof moet in de cilinder komen (Gasmengsel inlaat)
2. de lucht en brandstof moet worden samengeperst
3. het mengsel moet verbranden
4. de verbrande gassen moeten de cilinder uit (Gasmengsel uitlaat)
(stap 1 tot en met 4 gaan in het echt heel snel)
Er zijn verschillende motoren, 2 takt en 4 takt. Het verschil tussen 2 en 4 takt is dat bij 2 takt de zuiger 2 bewegingen maakt om de brandstof te laten verbranden. Bij 4 takt heeft de zuiger 4 slagen nodig om de brandstof te laten verbranden.
De versnelling:
De motor brengt kracht over als de exploderende brandstof tegen de zuigers drukt en de zuigers de krukas bewegen. De kracht wordt daarna door het versnellingssytseem over gebracht naar het achterwiel. Door verschillende tandwielen kan de motorfiets hard en zacht rijden.
De aandrijving:
Dit is de verbinding tussen de motor en het achterwiel. Je hebt 3 verschillende soorten manieren om achterwiel aan te drijven:
1. de kettingaandrijving
2. de riemaandrijving
3. de cardanas
Een ketting aandrijving is dat de wielen worden aangedreven door 2 tandwielen en een rolketting (net als bij je fiets). Een riemaandrijving is dat de wielen worden aangedreven door een motorriemschijf en een achterriemschijf die met een soort rubberen riem het wiel laat draaien. Een cardanas dat is eigenlijk gewoon een as die door een motoraandrijfmechanisme word aangedreven. De as drijft door middel van de achterwielaandrijving het wiel aan.
De remmen:
Door versnellingen kan de motor rijden en door remmen kan de motor remmen. Er zijn 2 soorten remsystemen:
1. trommelrem
2. schijfrem
Een schijfrem is een schijf die met het wiel meedraait en remt doordat een remklauw die bij het remmen tegen de schijf aan drukt. Een trommelremmen remt doordat een remschoen tegen een komvormige trommel aan drukt die op het wiel is aangebracht.
4. De verschillende motoren
Om te beginnen: Met de toermotor je kun op vakantie gaan. De toermotor is erg groot en erg zwaar en je kan makkelijk een passagier meenemen. Op een toermotor kun je lange stukken rijden want je zit in een goede houding.
Nu de chopper of custom motorfiets. Die is voor mensen die rustig willen rijden, het stuur zit erg hoog. Jij zit erg laag. De voorvork is lang, waardoor het wiel naar voren uitsteekt. Het is wel stoer, maar je kunt er geen lange stukken mee rijden. Daarvoor zit je niet lekker genoeg. Er zit vaak veel chroom aan de motorfiets dat is meestal mooi opgepoetst.
Een crossmotor is om te crossen en te stunten. Door de speciale banden kunnen terreinmotoren goed door zand en aarde rijden. *
Een racemotor gaat erg hard en je zit voorovergebogen op de motor. Je kunt geen passagier meenemen en je kan niet lekker toeren omdat je zo voorovergebogen zit. *
Als laatste is er nog een motor met zijspan. Dit is een gewone motorfiets met een bakje ernaast om iemand in mee te nemen
* In het hoofdstuk over motorsport vertel ik hier meer over. 5. De verschillende merken
Ik wil vertellen over 3 verschillende merken uit verschillende landen en werelddelen. Er zijn natuurlijk nog veel meer merken, maar dat zijn er te veel om allemaal te doen.
Als 1e een motorfiets uit Amerika: de Harley Davidson.
De Harley Davidson is het oudste merk dat nog gebouwd wordt. In 1903 begonnen meneer Harley en meneer Davidson een motorfabriek. De Harley Davidsons werden door Amerikaanse soldaten gebruikt in de 2e wereldoorlog. Harley Davidson heeft veel modellen maar het meest bekend zijn de toer en choppermodel.
Als 2e een motorfiets uit Duitsland: de BMW.
De BMW kwam voor het eerst in 1923 op de weg. De BMW heeft een bijzonder motorblok. Dat is een platte boxermotor waarvan de cilinders aan beide kanten uitsteken. Dit werd in 1925 uitgevonden en bestaat nog steeds. De Duitse soldaten gebruikten in de 2e wereldoorlog deze motoren om berichten over te brengen. Ze gebruikten ze ook met een zijspan en machinegeweer om aan te vallen op en buiten de weg. De BMW heeft verschillende modellen. Je hebt ze als toermotor, maar ook als sportmotor.
Als 3e een motorfiets uit Japan: de Honda.
De Honda was in de jaren 50 het eerste Japansemotormerk dat naar Europa kwam. (later kwamen ook Suzuki, Yamaha en Kawasaki). Deze motoren waren veel veiliger, betrouwbaarder en goedkoper dan de al bestaande merken. De Honda heeft verschillende modellen. Je hebt ze als sportmotor, als toermotor en als chopper.
6. Het motorrijbewijs
Als je motor wilt rijden, moet je eerst je motorrijbewijs halen.
Je moet eerst theorielessen nemen. Daar leer je de verkeersregels. Als het goed geleerd hebt, doe je theorie-examen. Als je geslaagd bent, mag je rijles nemen.
Je kan rijles nemen bij een motorrijschool. Die hebben motoren waarop je kan rijden. Je moet zelf voor goede kleding en een helm zorgen. Jij rijdt op de motor vóór een lesauto. Daarin zit de instructeur. Die instructeur zegt wat je moet doen en waar je op moet letten. Dat doet hij door een zender, en jij hebt onder je helm een koptelefoon waardoor je dat kan horen.
Eerst leer je hoe de motor werkt; hoe hij gaat rijden en hoe je moet remmen bijvoorbeeld. En hoe je richting aangeeft. Daarna leert de rij-instructeur je een paar oefeningen die je eerst goed moet kunnen, voordat je op de weg mag rijden. Dit noem je special verrichtingen. Dat zijn:
Ø achtjes draaien
Ø slalom rijden
Ø stapvoets (heel langzaam) rijden
Ø halve draai
Ø noodstop
Ø rijden in het verkeer
Ø Het rechterhandvat is om gas te geven.
Als je dat allemaal goed kan, mag je examen doen.
Als je examen doet, kijkt een examinator of je het goed doet. Je moet eerst de eerste 5 speciale verrichtingen goed doen. Daarna mag je de weg op. Als dan ook alles goed gaat ben je geslaagd. Je krijgt dan je motorrijbewijs.
Je krijgt van de examinator een briefje mee, waarmee je naar het gemeentehuis moet. Je moet een pasfoto meenemen want die komt op je rijbewijs. In het gemeentehuis kunnen ze je rijbewijs maken.
Er zijn verschillende mensen, die voor hun beroep op een motor rijden. Dat zijn:
Politieagent, iemand van de ANWB, mensen (soldaten) in het leger.
Een politieagent kan makkelijk een auto bijhouden die te snel rijdt. Een motor is wendbaarder in het verkeer en kan ook makkelijker andere autos inhalen als dat nodig is.
De politie escorteert ook wel belangrijke mensen in het verkeer. Dit betekent dat ze voor de auto, waar een belangrijk persoon in zit, uitrijden. Als ze op een kruispunt komen, gaat de voorste motoragent rondjes rijden en geeft de andere weggebruikers het teken dat ze moeten stoppen.
Als dan hun auto bij het kruispunt aankomt, kan die zo doorrijden. Daarna geeft de achterste motoragent het kruispunt weer vrij.
Soms is het niet zo handig als je als politieagent op een motor rijdt. Je kan namelijk geen arrestanten meenemen op de motor. Je moet dan altijd een collega met een auto oproepen.
De ANWB heeft ook motoren om autos met pech te kunnen helpen. Ze kunnen snel langs files rijden naar de auto met pech. Ook voor de ANWB is het soms niet zo handig, want je kunt natuurlijk niet zo veel gereedschap meenemen als in een auto. Dus je kunt dan niet iedere auto repareren.
In het leger gebruikten ze de motor om, een bericht van de ene officier naar de andere officier te brengen. Dit noemen we de ordnance. (dat is degene die het bericht overbrengt.)
Dat is tegenwoordig niet meer nodig, omdat er allerlei moderne communicatiemogelijkheden zijn. Zoals de mobiele telefoon en de computer.
Er zijn ook nog mensen die op de motor naar hun werk gaan en terug. Maar ook die de motor gebruiken om te gaan toeren. En natuurlijk die bij een motorclub horen als je geen motor hebt hoor je niet bij de club. (een wereldberoemde motorclub is The Hells Angels )
8. De motorsport
Er zijn heel veel motorsporten maar, ik ga over 3 sporten hebben : motorcross, dragracing en GP racing.
Motorcross is een gewaagde sport. Door de gevaarlijke stunts kun je je erg bezeren. Je rijdt door de modder. Door de speciale banden kunnen deze terreinmotoren zich goed vastklemmen aan de modderige grond. Er worden wedstrijden over gehouden over de hele wereld. De motorcross is te verdelen in verschillende klasse. Dit zijn:
Ø Tweetakt: 60, 80, 125, 250 en 500 cc
Ø Viertakt: 250 en 400 cc
Alle crossmotoren hebben maar 1 cilinder behalve de crossmotor met zijspan.
De Dragracemotoren zijn bedoeld om heel hard recht door te rijden. Wie het snelst de finish haalt heeft gewonnen. Het is een gespecialiseerde motor en lijkt niet op een normale motor die je op de openbare weg tegen komt. De motor haalt wel de snelheid van een straaljager. In Nederland wordt drag ook wel sprint genoemd. Dragrace is voor techneuten het einde, want er zit erg veel techniek in deze racers.
GP Racing is racen met een motor op een circuit. GP Racing is eigenlijk Formule 1 van de motoren. Een GP motor herken je aan een gestroomlijnde kuip. Verder is motor heel licht en heeft veel vermogen. Er zijn drie verschillende klassen die voor het wereldkampioenschap tellen. De belangrijkste klasse is 500cc met als beroemde coureur van dit moment Valentino Rossi.
Valentino Rossi rijdt voor het motormerk Yamaha en is al 7 keer wereldkampioen geworden.
|