Johnny Marr was één van de al bij al niet zo talrijke hoogtepunten van Rock Werchter 2024 - Dua Lipa was een ander hoogtepunt, maar ik heb het gevoel dat de loutere weergave van haar lyrics minder impactvol is dan in dit geval. Twee stekende gedachten flitsten door mijn hoofd. Eén: waarom toch was ik The Smiths al jaren uit het oor verloren? De tweede gedachte, van een iets existentiëler kaliber: de Liefde kan blijkbaar soms zo mooi zijn dat een hoofdletter aangewezen is. Hoe doe je dat, Johnny Marr?
Indien An en ik op dit moment het leven zouden laten ten gevolge van een jammerlijk voorval met een dubbeldekkerbus of tientonner, lijkt samen begraven worden het enige haalbare romantische neveneffect. Tot daar verandering in komt, neem ik me stellig voor niet het leven te laten ten gevolge van een jammerlijk voorval met een dubbeldekkerbus of tientonner. Romantiek voor alles.
De sportzomer van 2024, wie herinnert hem zich niet? Het EK voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen: een drietrapsraket zoals die maar zelden voorkomt. Daarbij dient wel aangestipt dat de term 'zelden' in de loop der jaren wat van zijn pluimen verloren heeft. In een maatschappij waar alles altijd, overal en meteen beschikbaar is, is 'zelden' al snel het uitverkoren bijwoord om een vierjaarlijks fenomeen te duiden. In een gemiddeld mensenleven komt het een twintigtal keer voor. Valt nog wel mee.
Verzachtende omstandigheid: vanuit Belgisch perspectief stonden de sterren gunstiger dan ooit. De Gouden Generatie lijkt al een eeuwigheid te stuiptrekken, maar ooit zou dat toch eens en stoemelings tot tornooiwinst kunnen leiden? Om over Remco Evenepoel nog maar te zwijgen, die eindelijk op het allergrootste podium zou laten zien dat hij en niemand anders de enige echte opvolger van Eddy Merckx is. En jawel, in tegenstelling tot onze Rode Duivels loste Remco effectief de verwachtingen in. Daarbij corrigeerde hij fijntjes mijn initiële insteek: de Tour de France allemaal goed en wel, maar in een olympisch jaar is er maar één sportevenement dat er werkelijk toe doet. Hoe kan ik dat verduidelijken? Ter inspiratie even grasduinen in mijn blogarchief, al enige tijd veel betrouwbaarder dan het lichaamseigen geheugen. In het ook al olympische jaar 2016 is een verwoording terug te vinden die er niet al te ver naast zit:
"De Olympische Spelen verrassen me elke vier jaar weer. Waar zo'n sportzomer het op papier telkens opnieuw vooral moet hebben van het E- of WK-voetbal, blijkt niet voor het eerst dat het de Olympische Spelen zijn die voor de eigenlijke catharsis zorgen.
Gelukkig voor jullie heb ik daar een theorie over. Een voetbaltornooi leeft bij uitstek van de hoop. De hoop dat België wereldkampioen wordt, of als het echt niet anders kan Europees kampioen. Lang voor het tornooi is de gelukspiek zo al bereikt. De droom is gedroomd, er staan enkel nog wat wetten en praktische bezwaren in de weg. Het speelschema wordt van voor tot achter uitgeplozen. Mogelijke tegenstanders in de achtste, kwart- en halve finale worden op hun merites beoordeeld. Vanaf de bekendmaking van de selectie neemt de negativiteit het vervolgens over, alsook de angst om te verliezen. Kleine ergernissen zetten krassen op het moreel, tot de onvermijdelijke uitschakeling volgt.
Wat een verschil met de Olympische Spelen. Het ene moment blijkt dat rondjes paraderen met een paard daadwerkelijk een olympische sport is, het volgende bevind je je in de halve finale hockey tegen Holland. We vertrekken met nul medailles en alles wat erbij komt is bonus."
Meer moet dat niet zijn. De Olympische Spelen ordenen een mensenleven, elke vier jaar een nieuwe update voor een ouder wordende man. De eerste opwinding van live sport in 1992; het fantastische nachtelijke Atlanta in 1996; bij een (zeer tijdelijk) ex-lief in 2008, met een vijftal vriendinnen kettingrokend op de grond naar een dressuurwedstrijd kijkend; in 2016 een gouden Thiam tijdens de uitlopers van een dronken nacht. Meest recente ijkpunt: Remco met zijn dubbel goud in 2024. In één klap in de galerij der groten, het pantheon van de sport en een nooit verdwijnend deeltje van mijn geheugen.
De 38e editie van de Antwerp 10 Miles was er eentje voor de geschiedenisboeken. Er deed namelijk meer volk dan ooit mee én ikzelf deed meer dan ooit mee. Aan redenen om niet deel te nemen nochtans geen gebrek: een niet te beteugelen slaaptekort, een trouwfeest de dag voor de wedstrijd en last but not least mijn al eerder vermelde knieproblemen. De trainingen bleven daardoor noodzakelijkerwijs beperkt tot een combinatie van wandelen met lichte looppas, om toch maar geen van beide knieën tegen het hoofd te stoten. Ook het iets verder teruggaan in de geschiedenis stemde me niet direct optimistischer. Sinds de eerste zeurende kniepijn zich vier jaar geleden manifesteerde, had ik nooit nog meer dan acht kilometer gelopen. Dat gegeven voelde niet echt lekker, in de wetenschap dat acht kilometer niet alleen minder is dan tien kilometer, maar tevens minder dan tien mijl.
Onderschat echter nooit de kracht van een sluimerende midlifecrisis, die kruipt waar hij niet gaan kan en zich niet laat intimideren door een handvol onbenullige obstakels. Met een voor mijn doen atypische verbetenheid moest en zou mijn eerste 10 Miles binnen het anderhalf uur bedwongen worden. Jammer genoeg bleek het al snel geen goed idee om helemaal achteraan Wave 4 van start te gaan. Een kilometerslange file was mijn deel, zoals wel vaker in Antwerpen. Bijkomend ongemak in de file: een volle blaas. Ook het niet plassen voor aanvang bleek dus niet de aangewezen tactiek. Driftig laverend tussen hordes zondagslopers zag ik de achterstand op het schema van anderhalf uur hand over hand toenemen. Veel sneller dan mijn benen ging het eraan toe in mijn hoofd. Kilometer na kilometer herrekende ik de te halen snelheid, telkens de nieuwste informatie onmiddellijk in kaart brengend.
Na een plaspauze voor het ingaan van de Kennedytunnel lieten mijn berekeningen nog weinig ruimte voor interpretatie: de gashendel moest opengedraaid worden in het tweede deel van het traject. Alle hoop op kilometers 9 tot 16, al zolang onbekend terrein voor mijn lichaam. Gestuwd door het uitzinnige publiek (ik weet wel, ze waren daar niet alleen voor mij, maar wat een fantastische ervaring!) ging zowel mijn loop- als rekentempo crescendo. In de laatste rechte lijn bleef enkel het lopen over; ik was uitgeteld maar eigenlijk niet zo moe. 1 uur, 29 minuten en 23 seconden: de opdracht was volbracht.
Een kniesoor met kniesores. Zo luidde het nogal elitaire woordgrapje waarmee ik recentelijk het Anderlecht-forum verblijdde naar aanleiding van de nieuwe knieblessure van Thibaut Courtois. Nogal elitair, want niemand is zo hautain om in het dagelijkse leven het woord 'kniesoor' te bezigen - en zij die het wel zijn mankeren doorgaans het benodigde vocabularium. Thibaut Courtois is een zagevent met knieproblemen en daarmee basta. Met het gangbare basismateriaal is het echter moeilijk woorspelingen smeden, dus er zat voor mijn gehoor niets anders op dan mee te gaan in het verhaal en de vrucht van mijn harde werk, 'een kniesoor met kniesores', naar believen te savoureren.
Veel later pas viel het me ineens te binnen: deze trouvaille zou zomaar tegen mij gebruikt kunnen worden, als ik niet oppaste. Binnen gezinskringen word ik weleens voor zagevent (toegegeven: nooit voor kniesoor) versleten, en het toeval wil nu toch wel dat ook ik knieproblemen tors zeker. Ik vroeg aan de sportarts of dat karma was, maar hij gewaagde eerder van een ontstoken patellapees. Mijn hamstrings zijn te kort waardoor de patella moet compenseren, wat leidt tot pijn aan beide knieën. Oorzaken van de te korte hamstrings: het niet trainen van deze spieren (schuldig) en de ouderdom (schuldig). Bij gebrek aan een adequate verjongingstherapie gedekt door de mutualiteit, wachtten er dus 18 sessies bij de kinesist op mij.
Ondanks een remgeldtarief van 17 euro per sessie was de kinesiste in kwestie niet direct geneigd om mij te behagen. De stand van zaken werd heerlijk cassant en blatant, op zijn Antwerps, geduid: "[...] En kleermakerszit, dat kunt ge ook niet zeker?" Er zit niks anders op: ik moet de hand aan de ploeg slaan, met een dagelijks repertoire rekoefeningen per strekkende meter. Na veertig jaar woonachtig te zijn in mijn lichaam, worden precies wel veel spieren ineens voor de allereerste keer geactiveerd. Ook mijn kinesiste moest toegeven dat de progressiemarge enorm is. Het kan dus niet anders of Tsigalko 2.0 zal monden doen openvallen. Een kwantiteitsvolle voetbaltoekomst gloort aan de horizon, geen kniesoor die het zal logenstraffen.
Verkneukelen. Zelden was een werkwoord zo op zijn plaats als vorig weekend. Er zou een daad gesteld worden waarbij een slachtoffer ging vallen. Ik, de steller van de daad en dus de facto de dader, zou afrekenen met een demon uit het verleden die zijn schaduw in één moeite door over het heden en de toekomst wierp. De voorbereidingen hadden moed en inspanningen gevergd, maar alles was nu in gereedheid voor de finale klap. Nog een laatste calvarietocht misschien, waarna onze wegen voorgoed zouden scheiden.
Mezelf verkneukelend toets ik het nummer van Proximus in op mijn gsm. De wetenschap dat ik ongetwijfeld haast eeuwig in wachtstand gezet zal worden onder het aanhoren van omstandige felicitaties vanwege mijn geduld, kan de voorpret nauwelijks drukken. Dit keer ben ik bereid alles door de vingers te zien. Proximus slaagde erin om ons bij onze verhuis een week lang zonder internet te zetten op het oude én het nieuwe adres, begon zonder communicatie onze stoep open te breken, factureerde naar hartenlust voor diensten die ze niet leverde, was aldoor onbereikbaar voor commentaar en als klap op de vuurpijl bleek het bureaucratisch kluwen zo gesofisticeerd dat zelfs een klacht indienen onbegonnen werk was. Zouden ze er ooit spijt van krijgen? Het antwoord is ja. Nu.
Slechts een paar jaar van weifelen ging vooraf aan mijn besluit. We gaan ons leven verder leiden zonder digitale tv, de kabel wordt gecut en ik verheug me erop. Om de schok te dempen heb ik ter voorbereiding alvast een abonnement bij TV Vlaanderen genomen. Het blijkt veel goedkoper, gebruiksvriendelijker en sneller. Voeg daar gratis toegang tot Belgisch voetbal aan toe en tel uit je winst. Voor het gemak zal ik het hier doen: 25 euro per maand én dus gratis toegang tot Belgisch voetbal erbovenop.
Ik ben nu helemaal klaar om van wal te steken, dat Proximus mag oprotten zal ik zo eloquent mogelijk aan Proximus himself duidelijk maken. Na enkele seconden(!) al hoor ik een mensenstem aan de andere kant van de lijn. Een übervriendelijke Nederlander staat me te woord, drukt zijn spijt uit over mijn voornemen, brengt alles onmiddellijk in orde en zorgt voor een creditnota. Waarom ik niet langer van de Proximus-diensten gebruik wil maken? Ik hoor mezelf stamelen dat het met de streamingkanalen te maken heeft. Uit lafheid duid ik Netflix als de grote boosdoener aan. Mijn gesprekspartner heeft er nog begrip voor ook. Mijn in woede gedrenkt leedvermaak weet niet waarheen, de uitlaatklep is vakkundig afgesloten. Van euforie is geen sprake meer. De laatste smerige Proximus-truc is een feit.
2023 was het jaar waarin RSC Anderlecht de rug rechtte. Dat volstaat zo ongeveer qua positiviteit, want de rest van de wereldse gebeurtenissen noopte nu niet direct tot het dansen van de horlepiep. Een schrijnend onrechtvaardige oorlog trof na Oekraïne ook Gaza, niemand lijkt nog wakker te liggen van de nochtans niet bepaald anoniem acterende klimaatverandering, intelligentie wordt steeds meer artificieel, en Eden Hazard hing zijn voetbalschoenen veel te vroeg aan de haak. Op persoonlijk vlak bleven jammer genoeg een aantal blogs ongeschreven. Er gebeurden vast zowel goede als slechte dingen, maar de hoeveelheid neergeschreven woorden was in 2023 niet representatief genoeg om tot een eindoordeel te komen. Misschien moet ik ook maar eens opnieuw werk maken van mijn kortetermijngeheugen. In tussentijd: het lijstje graag!
Beste film: The Banshees of Inisherin; Oppenheimer
Beste boek: Tom Lanoye - De draaischijf; Jonathan Franzen - Kruispunt
Beste song:
1. The Last Dinner Party - Nothing matters
2. The Beaches - Blame Brett
3. Lana Del Rey - Did you know there's a tunnel under Ocean's Boulevard
4. The Beatles - Now and then
5. The Haunted Youth - I feel like shit and I wanna die
6. Eliza Rose - B.O.T.A.
7. boygenius - not strong enough
8. Gorillaz - Silent running
9. Girl in red - October passed me by
10. Kenya Grace - Strangers
Beste tv: Succession; De Mol; Dopesick; Liebes Kind; The Last of Us; The White Lotus; Boris; The Bear
"Zonder!" Mijn antwoord kwam van recht uit het hart, om een seconde later recht in de Whatsappgroep 'Ibiza - The Reunion' zijn bestemming te vinden. De vraag van organisatrice Julie luidde: "Naar aanleiding van ons huwelijk vijf jaar geleden, zouden we graag met de beste vrienden een reünie houden in Ibiza. Doen we dat met of zonder kinderen?" Mijn razendsnelle respons zette de toon en zou een half jaartje later allesbepalend blijken voor de aard van het verlengde weekend onder de weldadige oktoberse najaarszon. De momenten dat we verteerd werden door heimwee naar onze thuisgebleven bloedjes, waren dus in niet geringe mate op mijn conto te schrijven. Gelukkig kwamen die maar weinig voor. We hadden het namelijk te druk met het hernieuwde ervaren van het concept 'vakantie'.
Het zijn de kleine dingen waaraan je snel kan merken of een vakantie leuk wordt of niet. Getrakteerd worden op een gin-tonic in het vliegtuig 's morgens. Twee halve liters drinken bij aankomst in het hotel 's middags. Vervolgens schipperen tussen hangen aan de bar en een verfrissende duik, na eerst de aartsmoeilijke keuze te hebben gemaakt tussen infinity pool en regulier zwembad (in het voordeel van de eerste optie). Geestrijk vocht is niet geheel afwezig in mijn opsomming, merk ik, al is dit allerminst een pleidooi voor alcoholisme. Net zoals mét kinderen zal het best mogelijk zijn om het geluk te vinden zónder alcohol, alleen lieten we deze keer maar liever niets aan het toeval over.
Uitslapen, lummelen, rustig eten en onrustig drinken vloeide zelfs tweemaal over in een heus discotheekbezoek, wat gezondheidstechnisch dan wel het voordeel had dat de alcoholconsumptie om budgettaire redenen een duik nam. Tenminste, dat dacht ik toen toch, in al mijn naïviteit. Enkele weken na de trip zou ik een volledige medische check-up ondergaan naar aanleiding van mijn veertigste verjaardag. Conclusie: kerngezond, en geenszins afwijkende leverwaarden. Het gezondheidstechnische voordeel was dus simpelweg overbodig, ik had gerust zonder gekund. Gezien dit voortschrijdend wetenschappelijk inzicht is het vanaf nu des te harder uitkijken naar Ibiza - The Reunion - The Reunion.
Ik had het zelf niet meer verwacht, maar 2023 is het jaar geworden waarin de Literatuur (let op de hoofdletter) opnieuw een plekje kreeg in mijn tijdsbesteding. Wars van huilende kinderen, lonkende streamingdiensten en eindeloze huishoudelijke verplichtingen neem ik al eens het betere boek ter hand. Uit noodzaak in feite: bij gebrek aan inspiratie voor de ogenschijnlijk steeds snellere opeenvolging van feest- en verjaardagen, duwt eenieder me liefst van al een bon van Standaard Boekhandel in handen. Ofwel heb ik dus iets van een intellectueel aura, ofwel wordt het me door de buitenwereld aangemeten om niet te lang over een cadeau te hoeven nadenken. Teneinde voor mezelf toch de eerste optie open te houden, houd ik eraan de verkregen bonnen om te zetten in boeken, waarna ik ze daadwerkelijk op de geijkte manier consumeer.
Onbetwistbaar hoogtepunt: de 572 pagina's waarin Jonathan Franzen de lezer richting een voorstad van Chicago voert, op 23 december 1971 om precies te zijn. In 'Kruispunt' vertrekt Franzen opnieuw van een doordeweekse familie, om uiteindelijk uit te komen bij een onvergetelijk portret van het naoorlogse Amerika. Een verdienstelijke tweede in rang houdt de vinger dichter bij de eigen pols: 'De draaischijf' van Tom Lanoye verkent de Vlaamsche volksgeest op het moment dat die zich het best openbaart - in tijden van nood. Een verfrissende kijk op collaboratie, verzet en alles daartussen.
Het derde boek dat hier enige ruimte mag inpalmen staat niet in mijn top-3. 'Friends, Lovers en het Grote Verschrikkelijke Ding' van Matthew Perry werd in tempore non suspecto aangeschaft. Matthew Perry leefde nog, het was gewoon de zoveelste Hollywood-ster op de dool. Zal wel meevallen. Zijn autobiografie blijkt jammer genoeg een sof. De vlotte leesbaarheid is vooral te danken aan het beperkte schrijftalent van de auteur; de talloze ontboezemingen zijn niet zelden gekleurd door eigenwaan. Matthew Perry wil zich van zijn kwetsbare kant tonen, maar komt desondanks over als een snoeshaan die zichzelf geweldig knap, slim en grappig vindt. Onder ons gezegd en gezwegen: over dat laatste heeft hij uiteraard gelijk. De komische timing waarmee Chandler de scherpste oneliners debiteert is ongeëvenaard en meteen één van de voornaamste redenen dat 'Friends' ook twintig jaar na datum telkens weer een nieuw publiek weet aan boren. Ter zijner ere blijf ik op restaurant 'a cup of chino' verkiezen boven een cappuccino. Als kleine hommage aan een grote komische held.
Gestaag werk ik de voor mij uitgestippelde tijdlijn af. Sinds vorig weekend vertoef ik al veertig jaar op deze planeet, en nog laat ik geen gelegenheid onbenut om wat mij rest aan toekomst om te zetten in verleden, met slechts een kleine tussenstap in het heden. Naarmate dat verleden uitdijt, dreigt het trouwens meer en meer een onoverzienbare brij te worden. In retrospect begin ik te begrijpen dat de slogan van de Studio Brussel-fuiven uit mijn studententijd, 'Was het nu 70, 80 of 90?', niet louter retorisch was. Voor de 18-jarige ik waren de jaren '90 vrij recent, de jaren '80 lang geleden en de jaren '70 de oertijd. Het verschil was zo klaar als pompwater. Intussen weet ik beter. Met het verglijden van de tijd haken de afgelegde decennia in mekaar om finaal met elkaar te versmelten. Het enige wat me nog houvast biedt, zijn grote sportevenementen, die fungeren als verdwaalpalen op een eindeloos zandstrand. De Olympische Spelen, het WK en het EK voetbal vormen de kapstokken om op zijn minst een aantal herinneringen van een (niet al te nauwkeurige) tijdsindicatie te voorzien.
Ik zit in de zetel bij mijn tante en kijk de openingsmatch van het EK '96 in Engeland. Football is coming home, onder leiding van Paul 'Gazza' Gascoigne maken de Engelsen komaf met Schotland. Eveneens in mijn geheugen gegrift: de ochtendjournaals over de Olympische Spelen in Atlanta. Een maand lang zonder problemen op tijd uit bed, om nog voor de school begon alle actualiteit heet van de naald te absorberen. Of toch zeker lauw van de naald, want niemand vermoedde toen dat het internet en de smartphone het medium televisie meedogenloos voorbij zouden snellen. 1996, het jaar waarin mijn vader veertig jaar werd. Met behulp van mijn kapstokken kan ik accuraat tot leven wekken hoe ik toen over hem dacht: het is een oude man. Bedankt hoor, dertienjarige etter.
Hoe dan ook, de overgang van nieuw naar oud moest toch gevierd worden. Bij gebrek aan grootse geplande activiteiten liep een burendrink uit op een nachtelijke slemppartij op het stadsfestival vlakbij. Bien étonnés de se retrouver ensemble, maar vanaf een bepaalde leeftijd moet je niet meer te kieskeurig zijn en de glazen ledigen die je nog voor je krijgt. Pakken wat ge kunt krijgen: een nieuw levensmotto lijkt zich al te openbaren.
Het wonder is geschied: het jaar 2023 is ook op deze webpagina van start gegaan. Er moet vast iets héél speciaals gebeurd zijn om de alweer maandenlange impasse te doorbreken, hoor ik jullie denken. De volgende zin zal wel weer een anticlimax vormen, de typische contrastwerking vanuit komisch oogpunt, hoor ik jullie aansluitend veronderstellen. Quod non! Er is effectief iets héél speciaals gebeurd. Vitória Diabolix, mijn geesteskind sinds 2012, boende namelijk zijn elfde jaargang op met de eerste kampioenstitel ooit. Dat is ten eerste straf omdat onze hoogste positie tot nog toe een schamele zesde plaats was, en ten tweede omdat de ploeg werd opgericht rond de tijd dat onze mannenlichamen zich fysiek ongeveer op hun hoogtepunt bevonden, waar knieën, gewrichten en vitale organen nu eerder lijken te gewagen van een fysieke top die een jaar of elf van ons verwijderd is.
Uiteraard zijn er kanttekeningen te maken bij bovenstaand betoog. Ja, onze speelstad verhuisde van Leuven naar Mechelen. En ja, we profiteerden van de gelegenheid om in één klap ook een niveau te zakken, zodat we comfortabel op de ondergrens konden bivakkeren. Maar geschiedschrijving is nu eenmaal het voorrecht van de winnaars. Die beker (14,5 euro in de Decathlon, inclusief inscriptie) pakken ze ons alvast niet meer af. Net als voor het overgrote deel van de ploegmaats ging het om mijn eerste trofee ooit. In de dagen voor de titelmatch doemden alsnog spookbeelden uit het verleden op, maar ik verplichtte mezelf om ze snel weer te verdringen en ze pas weer toe te laten wanneer ik als gearriveerd man, met een titel op zak, onder een heldere hemel op mijn tuinterras zou zitten om alles nog eens te overschouwen. Dit lijkt me een goed moment.
We schrijven het seizoen 1998-1999 - ja, misschien word ik echt wel oud. De scholieren van JB Eigenbilzen hebben aan een punt in de laatste wedstrijd tegen concurrent Cercle Maasmechelen genoeg om kampioen te worden. De fans gaan in overdrive. Auto's worden voorzien van ballonnen in de clubkleuren, sjaals worden speciaal voor de gelegenheid gebreid, de tapkraan staat al lang voor het matchbegin open zoals tapkranen enkel in de vorige eeuw openstonden. Onze illustere succescoach José Bokondo, een ex-Congolees international die later nog de jeugd van Standard onder zijn hoede zou hebben, heeft speciaal voor de gelegenheid een plan uitgedokterd 'dat niet kan mislukken'. Twee van onze beste spelers vormen het spitsenduo, onze andere twee toppers komen centraal op het middenveld terecht en, la surprise du chef, ondergetekende Tsigalko vormt de verbinding tussen de twee.
Voor de ogen van familie, vrienden, kennissen en gelukkig ook wel wat onbekenden loop ik negentig minuten lang verloren op het veld. We verliezen uiteindelijk met 0-4 en druipen diep ontgoocheld af. Het enige waar we ons aan optrekken, is het feit dat we jong zijn en dat er nog kansen genoeg zullen volgen. En dat klopt ook.