Op vrijdag 7 mei 2010 werd in het gezellig kader van De Boerderij in Eine (Oudenaarde) de tweede Jotie T'Hooft Poëzieprijs uitgereikt door Jong Groen Oudenaarde. Winnaars en genomineerden van de vier categorieën werden geproclameerd in een gevarieerd programma met muziek, performance, poëzie en beeldende kunst. Opvallend was de grote belangstelling uit Nederland voor deze editie, zowel in het deelnemersveld als bij de artiesten die het evenement opluisterden. Twee jaar geleden kaapte ik met de nodige trots de eerste prijs weg op de eerste editie, dus nam ik uiteraard ook nu weer deel. En ook deze editie was de categorie 18+ (zeg maar de 'volwassenen') de grootste en bleek het voor de jury dan ook de moeilijkste om de knoop door te hakken. Uiteindelijk zond een 140-tal dichters (waaronder 'vaste waarden' als Inge Boulonois, Martin Carrette, Rik Dereeper, Erwin Evens, Sylvie Marie, David Troch,...) één of twee gedichten in, waaruit tenslotte negen gedichten werden weerhouden waarbij de jury tot een consensus kon komen. De negen genomineerde gedichten:
Adem Gerda Posthumus (Vlieland, NL) Tweede Prijs Aflandig als een zeeweg Ann Van Dessel (Wespelaar) De weg naar hem Cyriel Gladines (Tessenderlo) Huis met de geesten Are Meijer (Amsterdam, NL) Derde Prijs Moeder Tom Van Cleemput (Buggenhout) Primair stelsel Hilde Van Cauter (Hamme) Ree met truffel Cyriel Gladines (Tessenderlo) Eerste Prijs Samengaan Gerda Posthumus (Vlieland, NL) Winterslaap Tom Van Cleemput (Buggenhout)
Opmerkelijk dat hierbij dus drie dichters liefst twee keer genomineerd werden: winnar Cyriel Gladines, tweede Gerda Posthumus en.... ikzelf. Uiteraard hierbij mijn twee inzendingen:
Moeder
De avond valt, de hemel helt heel even naar beneden. Met een onwerelds zacht geweld kom jij mijn droomgoed ingegleden,
vertelt waar je nu bent: veel open veld, een zee van zon, betoverende steden. Een zomer die nooit meer verwelkt, geen wolk die nog van regen zwelt,
de adem niet meer afgesneden, het water dat geen diepte kent. De maan lekt licht, het lijkt wel melk,
jouw beeld in mij de mooiste weelde. Windstil. In ieder schaduwspel heb ik je telkens weer herkend.
Winterslaap
Ze sluit zich als een tweede huid omheen mijn leden. Ze kruipt, ze sluipt, ze tiert als onkruid van verleden, heden.
Ze zet me mat, ze mat me af met meesterlijke streken als maatstaf van haar wetten, wil en wispelturigheden.
Zo blijft zij achter, naderhand: alleen en andersom, of averechts en slechts een schim van wie ze was.
Een winter van verlies is in het land; tegen de ramen: takken, vechtend om het voorecht van gebroken glas.
Op zaterdag 24 april vond de proclamatie plaats van de zesde editie van de Tweejaarlijkse Poëzieprijs van Opwijk. Daar ik in de categorie 'volwassenen' bij de vorige uitgave de eerste prijs wist weg te kapen en ik nu bovendien in Buggenhout woon, op een steenworp van de plaats van gebeuren, had ik het maar normaal gevonden om ook deze keer enkele (vijf)gedichten in te sturen... In 2008 stuurde ik vier stuks in en leverde dit me naast de eerste prijs ook nog een vierde plaats op. De jury heeft zich deze keer door 357 inzendingen geworsteld en deze in vier categorieën ondergebracht volgens leeftijd van de inzender. Bij de volwassenen werden 15 'beste werken' weerhouden en dit werd de einduitslag:
Zaterdag 13 en zondag 14 maart was het weer zover: na twee jaar veroverden de leerlingen dans van de academie van Londerzeel alweer stormenderhand het gemeenschapscentrum De Pit in Buggenhout.
Dat betekende meer dan 200 kinderen en jongvolwassenen die in drie voorstellingen een wervelend spektakel brachten met het beste wat op hun niveau te vinden is, in zowel klassiek ballet als hedendaagse- of jazzdans. Zowel Tchaikovsky als Alesha Dixon, in Het Zwanenmeer of met Lets get excited. Dat gebeurde telkens voor een lang op voorhand compleet uitverkocht huis, oftewel voor in totaal 1210 mensen.
Er werd mij gevraagd hiertoe het openingsgedicht te schrijven en dit is wat uit mijn pen vloeide...
Danspalet
Aan de overzijde ligt de overkant: een straat, een stroom of soms een lijn die men denkbeeldig heeft getrokken in het land. De hele aardbol rond
meandert grens na grens zich door een bont en kleurrijk vergezicht. En telkens zijn geloof en zeden en gewoonten anders, spreken
de mensen niet dezelfde taal. Eén taal echter, kennen we allemaal; zij scheidt niet maar verenigt, verbindt, verblijdt, leidt lenig
onze benen in beweging: een heel palet, langs het ballet zo de verleidelijke bolero in, over het swingen van de charleston;
de foxtrot, de flamenco,de fandango, de mix van jazzdance, hiphop, de mambo, de lambada of de limbo, polka, paso doble, rock and roll
de salsa, de samba, de sirtaki, de stijlvol sensuele tango, de gekke kronkels van de twist, de wals in balzalen, paleizen,
het is een heerlijk reizen in de wijde wereld van de dans
Voor de allereerste keer werd in Affligem een poëziewedstrijd georganiseerd... natùùrlijk was de verleiding héél groot om zo dicht bij mijn dierbare geboortestad ook meteen deel te nemen... en uiteraard was de vreugde daarbij als laureaat uit de bus te komen nóg veel groter! Op 1 juni 2007 mocht ik dan ook uit handen van de schepen van cultuur, Walter De Donder, de Eerste Prijs annex felicitaties in ontvangst nemen. Zilver ging naar Kris Lauwereys uit Gent, brons was voor Willemien Mensinga uit het Nederlandse Groningen.
Op de foto: een twee weken oude Leon, fiere papa Tom en schepen van cultuur Walter De Donder (dus niet in zijn hoedanigheid van Kabouter Plop of De Burgemeester)
Door allerlei praktische beslommeringen als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 greep alles later dan oorspronkelijk gepland plaats en had ik met een ander -in Affligem niet winnend gedicht- ook aan een andere Poëziewedstrijd deelgenomen (Waregem) en er gewonnen... dit zorgde uiteraard wel voor een klein probleem...
Voorzitter van de jury, Erik Heyman, verwoordde het zo: "Bij het toekennen van de eerste prijs hebben we het binnen de jury eerst even over de procedure van de Affligemse Poëziewedstrijd moeten hebben. Nadat ik de stapel gedichten had beoordeeld, ben ik namelijk even gaan googelen op de gedichten die mijn voorkeur wegdroegen, waaronder natuurlijk dat van de prijswinnaar. Het bleek dat één van zijn gedichten al was bekroond en integraal op het web is te vinden. Daardoor was de anonimiteit van de deelnemer natuurlijk geschonden en normaal heeft dit een uitsluiting tot gevolg. U merkt al aan mijn uitleg dat we dat in dit geval niet hebben gedaan. De jury is namelijk van oordeel dat de deelnemer absoluut geen kwaad opzet kan worden aangewreven: de bekroning in die andere poëzieprijs en de bijgaande publicatie op het web dateren namelijk van nà de uiterste inzenddatum voor de prijs van Affligem en we kunnen het moeilijk op de rekening van de dichters schrijven dat de prijsuitreiking voor deze wedstrijd omwille van àandere procedurekwesties vrij lang op zich heeft laten wachten." Oef! en dan over mijn inzending zelf: "De eerste prijs van de poëziewedstrijd van Affligem gaat dus naar een modern sonnet, waarin de dichter zijn beelden in twee lange volzinnen over de kwatrijnen en terzinen drapeert. Daarbij sluipt haast achteloos een zeer klassiek gekruist rijmschema naar binnen, waar de argeloze lezer zich zeker niet onmiddellijk van bewust is. Deze vormvastheid, gecombineerd met een grote inhoudelijke fijngevoeligheid, een duidelijke zin voor observatie en een rijke subtiliteit heeft ons ertoe doen beslissen om de poëzieprijs van Affligem toe te kennen aan de dichter die onder de schuilnaam Tovac het gdicht Meisjesportret schreef, en Tovac staat voor Tom Van Cleemput uit Gent."
Meisjesportret
Ik wed dat zij de speelpleinen van vroeger en de boenwasgeur in kleine klaslokalen, de pijn en het verdriet van als een open deur
bereikbaar jonge meisjeshart nog niet vergat, nog puzzels legt en haar geheimen wat verward in een groot poppenhuis verbergt.
Ik wed dat zij het porselein in de verkeerde kasten zet en cola-met-een-rietje drinkt als wijn,
dat zij onhandig mooi de borden breekt, nog stripverhalen leest in bed en vaak tegen de muren spreekt.
In het pittoreske Tienen sleepte ik met dit van onder het stof opgediepte gedicht een tweede prijs in de wacht: op het allerlaatste nippertje stuurde ik mijn deelname in, een toch wel tien jaar oude pennevrucht. Bijna goed voor 'goud'!
Het laatste licht
De jongste nacht was warm nog, na uren uitgelezen zomer. Er stond een stilte in haar ogen als de voorbode van storm.
Ze trok de deur zo zorgzaam dicht en dimde, slechts gewapend met de mildste glimlach ook het laatste licht.
Langzaam brak de hemel open. Ik hoorde regen zegenend het kamerraam aflopen.
Hoelang hebben we gezwegen? Er was alleen de zekerheid dat er geen plaats meer was voor woorden.
In februari van dit jaar vond in Harelbeke voor de dertigste keer de Literaire Wedstrijd plaats, één van de belangrijkste Poëziewedstrijden van Vlaanderen, waarbij ieder jaar vier winnaars in de prijzen vallen. In de nabeschouwingen vermeldt de jury dat de winnaars in de categorie zonder leeftijdsbeperking aan elkaar waren gewaagd, zodat enkel na lange discussies en een geheime stemming het volgende resultaat werd bereikt: 1. Paul Rigolle (°1953) uit Wingene met Recanati, Ladderdrift en Naam 2. Frédéric Leroy (°1967) uit Brussel met Mare Liberum, MareIncognitum en Mare Clausum 3. Tom Van Cleemput (°1969) uit Gent met Overzicht, Kamer 12 en Overkant 4. Mark Meekers (°1939) uit Heverlee met Nabeeld, Aan het licht gebracht en Afgebladderde tong wie de drie andere laureaten even gaat 'googelen', weet meteen in welk benijdenswaardig gezelschap ondergetekende hier verkeerde. Uiteraard onthou ik de lezer mijn ingezonden gedichten niet:
Overzicht
Ik hoor de nacht voorzichtig in zijn plooien vallen, maak wat licht. En weer bericht ik haar dat ik niet klaar geraak
met deze chaos hier: papier tot kamershoge stapels wit, inkt gestold in aarzeling, verlies van ieder overzicht.
Ik zou het boek dat zij herlas, wat weinig water bij de wijn, de omweg naar de overkant,
het zoutvat van haar tranen zijn, de juiste trein en het traject ervan. Of als het scheiden was: de mooiste pijn.
Tijdens de vijfde editie van de Poëziewedstrijd van de Gemeente Opwijk in 2008, kaapte ik bij mijn eerste deelname meteen ook de eerste prijs weg. Uit 418 inzendingen over 5 categorieën werd dus "Fragmenten van de Regen (I) als winnende gedicht uitgeroepen, met de twee andere Fragmenten uit deze triptiek en het gedicht 'Van stille waan' plaatste ik uiteindelijk mijn vier inzendingen in de 'top 12'... Hierbij de vijf eerste gedichten in de categorie 'volwassenen':
1. Fragmenten van de Regen Tom Van Cleemput 1969 (toen nog) Gent 2. Deus Creator Peter Mangelschots 1972 Leuven 3. Banket met bramenpastei Marc Dejonckheere 1959 Zonnebeke 4. Fragmenten van de Regen Tom Van Cleemput 1969 Gent 5. Twee dames op jaren Erik Wauters 1946 Mechelen
Fragmenten van de regen (I)
Ik wil dat je dit leest mijn lief, dat je aan deze woorden straks de waarde toekent van een brief die nableef in een achterzak
of onderweg is zoekgeraakt, omdat de tijd om stilte riep zoals ik jou om mildheid vraag sinds ik in je verloren liep.
Na 'zilver' in 2006 was er 'brons' in 2008... Volgens Francis Verdoodt (foto, midden), voorzitter van de jury, 'kleurt poëzie het leven'. Een quote die past in de gedachte van het winnende gedicht. Josien van Barlo uit Doetinchem in Nederland ging lopen met de symbolische wisselbeker, een gedichtenpakket en een cheque van 500 euro. Het gedicht titelt 'hoelang'. Ook de tweede prijs ging naar een Nederlandse inzending (Hein Van der Schoot), waardoor ik dus eigenlijk als eerste Vlaming eindigde. Op de foto herkent u ondergetekende, in het gezelschap van juryvoorzitter Francis Verdoodt en drijvende kracht Mevr. Dessers-Beeck. Ik stuur binnenkort mijn inzending op voor de editie 2010: van tweede over derde naar eerste?
Op deze herfstige zondag 15 november plaats ik dus een eerste bericht op mijn blog... natuurlijk zal ik het hier vooral hebben over mijn poëzie, maar ook mijn geliefkoosde onderwerpen -zeg maar passies- als wijn, film, reizen, zullen hier uitgebreid aan bod komen. Lieve lezer, aarzel niet om ook eens een bericht of een reactie achter te laten!
De spits afbijten doe ik met enkele gedichten waarmee ik eerder in de prijzen ben gevallen tijdens poëziewedstrijden...
Na een eeuw
En in de winter walst de witste sneeuw zich wurgend als een gek een weg vanuit een wollig, wiegend wolkendek. Jij bent vertrokken, na een eeuw
meet ik de schade nu pas op: je was het melkwit van de maan, de wildste stilte die niet stopt, een pijn die nooit zal overgaan.
Jij was de lente op mijn huid, die zinnen prikkelt en voluit de kou in mij verdrijven kon.
Jouw beeld schiet aan en uit: immens, intens, geweldig, luid: een zee van vuur en licht en zon.
en eervolle vermeldingen voor de Jules Van Campenhoutprijs van de Gemeente Meise 2008, de Basiel de Craeneprijs op de Vlaamse Poëziedagen te Merendree 2007, Poëziewedstrijd Mark Braet 2008,
2010 1ste Prijs van de 6de Tweejaarlijkse Poëziewedstrijd van de Gemeente Opwijk met "Intra Muros" 3de Prijs van de 21ste Tweejaarlijkse Poëziewedstrijd van de Gemeente Keerbergen met "Avond valt"