Schrijf, zever, filosofeer, breek af waar U zin in heeft !
25-09-2007
Verhuis
Goedemorgen,
Nu ik terug volop aan het bloggen geslagen ben, heb ik gebruikt gemaakt van deze energie explosie om maar meteen een nieuw blog aan te maken. De inhoud blijft hetzelfde, niet alles is al overgeheveld, maar de lay-out is anders en bovenal er staat geen reclame op. Mooi meegenomen. Het nieuwe adres is: tomlievens.wordpress.com
Een vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het filmpje staat erop. Nadat ik beloofd had om mezelf te filmen in plaats van een foto met beschrijving op te sturen naar Menck, heb ik bij deze woord gehouden. Ik geef toe dat het toch vies tegenviel toen ik deze morgen in mijn eentje tegen die camera zat te praten (zeveren, zeiken, vult U zelf maar aan). Ei zo na had ik het filmpje gewist om een nieuwe poging te ondernemen. Maar bij nader inzien vond ik dat een domme gedachte. Het gaat er in de eerste plaats toch om om de anonimiteit te verkleinen, als ik dan een beetje ga proberen te acteren is gans het effect weg. Dus op dit filmpje staat gewoonweg wie ik ben.
Wie een voorstel of idee heeft om iets anders uit te proberen, laat maar komen.
Ik heb gemerkt dat het geluid niet synchroon is met de beelden. Spijtig maar helaas, ik weet niet hoe het komt.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Een tijdje geleden, 27 juni 2007, heb ik deelgenomen aan een recordpoging om met 600 mensen een typische Catalaanse dans ten beste te geven. Nadat Hill op zijn blog vertelde dat hij ook wel van een danspasje hield heb ik een kort filmpje in elkaar geknutseld gaande over dit evenement.
Teruggekeerd in blogland viel mij het anonimiteitsdebat van Menck op.Het is interessant om te zien dat mensen heel sociaal willen zijn maar zichzelf toch gaan verschuilen achter een aantal zelfopgetrokken muurtjes.
Op mijn blog ga ik mezelf een heel stuk meer bloot geven aan de hand van filmpjes. Na de opmerking gelezen te hebben van Gerda (Gerdernissen) "Iedereen heeft een mening over alles", dacht ik : "Klopt als een bus."
Anonimiteisdebat + "iedereen heeft een mening over alles" + media waarover we beschikken = een soortement videoblog. Naast mijn gescheven mening wil ik ook mijn gesproken mening en gedachten toevoegen aan dit blog.
Dan is er in ieder geval een stem, accent en een kop die opzichzelf toch al iets vertelt over de persoon achter het blog.
Het zal mij benieuwen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de vlaanders
"Mocht mijn lichaam een computer zijn" was een gedachte die meermaals door hem heen ging. "Dan zou ik, als dagen zoals deze, de toetsen Ctrl-Alt-Del indrukken en gans het zootje even heropstarten." Maar zelfs dat behoorde niet tot de mogelijkheden. Want ook zijn vingers weigerden dienst. Zijn lichaam voelde aan als een soort luxegevangenis. "Ironisch." dacht hij. "Lichaam te koop: weinig gebruikt, altijd geparkeerd in huis, alleen voor onderdelen. Bekabeling ontbreekt." "Ja, zo zou ik het wel kunnen omschrijven. Want alle onderdelen in mijn lijf zijn op en top, maar de bekabeling van hersenen naar de leden funcioneert niet meer."
MS
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
In navolging van Speedy wil ook ik graag mijn stentje bijdragen aan het strontverhaal.
Materialism: Whoever dies with the most shit wins. Americanism: Who gives a shit. Rastafarianism: Let's smoke this shit! Realism: Life is shit. Idealism: I can handle this shit. Descartes-ism: I think therfore I shit Atheism: No shit Computerism: Why won' t this shit work?
Ik heb er nog een paar, dus voor diegenen die deze onzin wel kunnen waarderen, laat het mij maar weten
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
De zomer was lang en goed. Veel gereisd, gegeten gedronken, nagedacht, gespeeld met de kroost en dies meer. Mijn blog heeft daar zwaar onder geleden.
Ik bied mijn nederige excuses aan aan Els Crauwels, die blijkbaar naar Barcelona is afgereisd begin deze maand en wie ik niet ontmoet heb. Ik had er geen flauw vermoeden van daar ik noch noch mailbaar nog blogbaar was. Sorry Els, vroeg of laat maak ik dit goed.
Wat Vinkenoog betreft Jan, ik heb op mijn blog laten weten dat dat er nog niet van gekomen is, dus de mening van Vinkenoog is nog hangende.
Ncumisa, kop op meid. Als de storm over is en de rust teruggekeerd wil ik je terug zien bloggen als van oudsher. Anders kom je maar naar Spanje een weekje uitblazen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het beloofde reisverslag aan boord van de "New Flamenco" is er niet gekomen. Dus zal ik het verslag maar schrijven op vanuit mijn hol, zoals mijn vrouw mijn werkplek bestempeld.
Bij het aan boord gaan van aan wat de eerstkomende week onze verblijfplaats ging zijn, vonden we de boot nogal klein uitvallen, ondanks de lengte van 163m. Maar niet getreurd, eten en drank waren volop voorradig en reeds bij de prijs inbegrepen. Bij het vertrek uit Barcelona, staande op de boeg, liet de kapitein de scheepshoorn een aantal keren loeien, waarbij mijn dochter van vier bijna een hartaanval kreeg. Het arme schaap schrok zich rot. Dat ding maakt dan ook wel verschrikkelijk veel lawaai als je er zo'n twintig meter vandaan staat. Dochterlief was de eerste twintig minuten iets minder entiousiast over de komende bootreis.
Het was vier in de namiddag, heel rustige zee, en zo voeren we richting Nice, alwaar we onze eerste uitstap zouden maken richting Monaco. Bij het doorvaren van de "Golfo de Leon" werd de zee iets woeliger en konden we zien dat sommige van onze medereizigers een iets bleker gelaat hadden. Zeeziek. Een aantal mensen moesten zelfs het toilet opzoeken om hun eerste maaltijd aan boord in de toiletpot te deponeren. Ik gaf hun nog de raad mee om bij het kotsen de tanden opelkaar te houden zodat alleen het vocht, tussen hun tanden doorspuitend, in de pot zou belanden, om daarna alsnog de brokken te kunnen doorslikken, kwestie van dat dure voedsel niet te verspillen.
Des ochtends stond ik al om vier op het dek, wat een rust om die weidse zee rustig haar gang te zien gaan. Het heeft iets magisch, vooral als je land ziet verschijnen. Ik heb uren de zee afgespeurd naar de dolfijnen maar de eerste dag niets gezien wat in de verste verte ook maar op een dolfijn leek.
Wordt vervolgd.
Een vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Deze namiddag om vier uur worden wij aan boord verwacht van onze verblijfplaats voor de volgende zeven dagen, zijnde een cruiseschip. Dan begint onze trip die ons naar Monaco, Livorno alwaar we met taxi, treinen en wat er voor handen is Pisa en Florencia zullen bezoeken, Rome, Napels en uiteindelijk Tunez moet brengen. Volgende week maandag meren we dan terug aan hier in Barcelona. Als het enigzins mogelijk is zal ik een scheepsdagboek bijhouden.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na het lezen van de eerste tachtig pagina's was ik volledig de weg kwijt. Jeroen Brouwers is een taalpurist. Dus zoals bij velen die zich aan schrijvelarij wagen sloeg de twijfel toe. Na zijn, in den beginne, goede relatie met J. Weverbergh, kwam Jeroen Brouwers tot de conclusie dat heel veel relaties worden aangegaan of gefundeerd zijn op persoonlijke interesses. Ik hoop nog te mogen genieten van de volgende pagina's die ik nog voor de boeg heb in dit boek, maar één ding weet ik zeker: Ik wil netjes en degelijk de Nederlandse taal hanteren. Wat na het lezen van de dit boek niet zo voor de hand liggend blijkt te zijn. Dus studeren is de boodschap.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Nadat ik op een nacht weer eens te snel langs de Catalaanse binnenwegen gescheurd had was het dan uiteindelijk zo ver. Een fikse boete. Wat een ellende. Niet geklaagd doch, want het was tenslotte mijn eigen schuld, en de boete maar betalen. Een jaar na datum krijgt mijn vrouw terug een briefje van de verkeerspolitie met het vriendelijke doch dringende verzoek om haar rijbewijs in te leveren voor een maandje zodat ze haar zonden kan overdenken. De motorfiets staat op haar naam. Leuk detail is dat mijn vrouw niet eens over een motorrijbewijs beschikt, lol verzekerd bij de verkeerspolitie. Opgetogen trokken wij naar de verkeerspolitie om dit uit te leggen, en meteen hebben we er dan maar bijverteld dat zij niet reed maar een goede Belgische vriend van ons die in Engeland woont. Met zijn medeweten uiteraard. De politie heeft ons voor het ogenblik respijt gegeven met de boodschap dat ze het zaakje nader zullen onderzoeken. We leven in blijde verwachting dat niemand zijn rijbewijs hoeft in te leveren.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor Vlaanders
Terwijl het moedeloos voor zich uit staren doorging was haar dochtertje aan haar aandacht ontsnapt. Het kind liep op de stoep voor het cafe te spelen. Op de drukke steenweg raasde het verkeer voorbij. Het hinkelen was een leuk tijdverdrijf zo leek het. Het kind dacht wellicht: "Hier krijg ik tenminste geen klappen van mama." Met een gefronst voorhoofdje en de tip van haar tong in een mondhoek geperst probeerde ze een steentje op een tegel te mikken die een eindje van haar af lag. Bij het neerkomen ketste het keitje de straat op. Ze bekeek het steentje dat daar weerloos overgeleverd was aan de verpletterende wielen van de vehikels. Na een paar seconden nam ze een besluit en besloot het steentje te redden. Toen ze gedecideerd de straat opstapte en het steentje in haar hand nam schrok ze op van piepende remmen. Op amper een paar centimeter van haar kleine tere lijfje kwam een auto tot stilstand. Iedereen kwam het cafe uitgerend, meer uit sensatielust dan om te zien of er hulp nodig was. Toen de vriend van de moeder het kind midden op de straat bespeurde riep hij door de openstaande cafedeur de moeder. Die zat nog steeds in haar trance. Bij het buitenkomen zag ze haar kind daar nog steeds de straat staan, de chauffeur van de wagen zat nog in zijn vehikel met het stuur in zijn handen geklemd en doodsbleek. De vriend liep naar de auto toe rukte de deur open en begon de arme ziel de huid vol te schelden. Ondertussen was moederlief bezig met haar nakomeling nog een paar rake kletsen te geven. Na een klein tijdje hield het tumult op. Iedereen was tevreden, er was tenminste iets gebeurd vandaag. Nu iedereen terug voorzien was van drank vergaten ze alras weer het kind dat stilletjes zat te huilen op een stoel waar ze niet mocht vanop staan. Ze opende haar hand en keek naar het steentje dat nu haar vriend geworden was en prevelde: "Gelukkig heb ik jou nog."
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Terwijl ik doelloos de stad doorslenterde merke ik op dat ik steeds moeizamer vooruitkwam. Het was alsof ik door een soort modder ploegde. Hijgend stopte ik. Bekeek mijn voeten. Die waren niet meer zichtbaar door de brij die ze omringden. Mijn voeten en knieën waren opgeslorpt. Ik bekeek de materie die mijn onderste leden omringden en herkende ze niet. Vooroverbuigend nam ik een deeltje van wat mij tot vertragen dwong tijdens mijn wandeling. Nieuwsgierig bekeek ik wat ik in mijn hand hield, het was een seconde. "seconden?" "Ik wist niet dat die er zo uitzagen." Omdat het stappen mij nu bijna onmogelijk was ging ik maar zitten op die berg seconden. Het was alsof ik in een ballenbad zat zoals die je kan vinden in kinderspeeltuinen. Ik kon zwemmen in die hoop tijd. Toen begon ik mij af te vragen wie verantwoordelijk was voor die immense hoop weggegooide of verloren seconden. Zou het kunnen dat we allemaal samen zo een enorme hoop tijd verliezen dat die ons heel stil en listig besluipt tot we erin stikken? En dat we dan de laatste seconden die ons resten denken : "Shit, was dit het?" Ik vrees van wel, want ik wandel er dagelijks door, door die hoop seconden. En iemand heeft ze daarachter gelaten. Mijn grootste ongerustheid is dat ook ik duchtig meehelp om die brij te laten groeien.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Terwijl ze aan haar pint lurkte bekeek ze met waterige ogen haar vierjarig dochtertje. Deze vrouw hield de hand vast van de zoveelste vriend die ze afgelopen jaren had gehad. Een grote kerel met een groot bakkes die meende joviaal te moeten doen tegen de rest van het cafe. Hij kende er veel mensen en was fier dat ook hij nu eens een vriendin had.
Men kon aan de vrouw zien dat het haar eigenlijk allemaal koud liet, behalve het feit dat ze iemand had die voor haar pinten betaalde. Ook denk ik dat ze een klein beetje gezelschap kon gebruiken, al was het dan maar van één of andere totaal waardeloze figuur. Overdonderd bekeek ik het mens. Zoals zij het kleine wicht haar gang liet gaan. Van moedergevoelens was niets te bespeuren, zelfs niet toen het kind vervaarlijk op een barkruk balanceerde. De uitdrukking op haar gezicht bleef gewoon zonder gevoel. Ik had de indruk dat ze spijt had van dit dochtertje ooit op de aardkloot gegooid te hebben. Mischien wenste ze wel dat het kind gewoon wegging of doodviel. Na nog een biertje maakte dochterlief op vrij onzachte wijze contact met moeder aarde met een huilbui als gevolg. De reactie van de moeder kwam traag op gang, maar eenmaal ze tot bij haar dochter was geraakt gaf ze haar een muilpeer die kon tellen. Zonder zich verder te bekommeren om haar huilende kroost ging ze terug zitten en bestelde de zoveelste pint. Het wezenloos voor zich uit staren ving opnieuw aan.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Bij het wakker
worden, merk ik op dat ik dringend moet plassen. Dus al stommelend en
slaapdronken zoek ik het toilet op. Na het voor deze karweien
geschapen werktuig opgediept te hebben uit de middelste regionen van
mijn lijf, geef ik mij over aan het ons aller bekend gevoel van je
blaas leegzeiken. "Geen discriminatie alhier, zowel de vrouwen
als de mannen beschikken over het juiste materiaal om dit gevoel te
kunnen opwekken. Nadat alles leeggelopen en veilig opgeborgen is,
slof ik richting keuken. Want ik kan niet zonder mijn mok slappe
koffie 's ochtends. Vanop mijn kleine balkonnetje sla ik gade hoe
Barcelona tot leven komt. Op dit vroege uur, het is amper zeven uur,
valt het nog mee qua drukte. Een zwerver rommelt in een
vuilniscontainer, de barman haalt met veel kabaal het rolluik op en
laat de eerste klanten binnen. Ja, die Spanjaarden kunnen er wat van
als het op drinken aankomt. De meeste metselaars, loodgieters en
ander volk dat werkzaam is in het bouwwezen beginnen meestal hun dag
met een paar flinke borrels, dat ze dan het hoogste
werkongevallencijfer in de europese unie hebben is dan ook niet te
verwonderen. Die kerels donderen hier met de regelmaat van de klok
van één of andere stelling af. Mijn oog valt op het
leegstaande pand waar al een tijdje een kraker leeft. een kerel met
een moeilijk te schatten leeftijd. Voor dag en dauw verlaat hij het
pand om pas laat in de avond terug te keren. Steeds loopt hij met een
plastic zak met zijn hele hebben en houden de ganse dag in de stad.
Je kan hem regelmatig in het park hier om de hoek zien zitten op de
bank. Alleen. Zegt nooit niets. Eigenlijk is hij geen kraker, eerder
is hij een zwerver die in plaats van in het station of in het park
gaat slapen zijn eigen condo heeft gevonden. Vandaag is hij er al
vandoor of hij heeft zich overslapen. Genoeg koffie gelurkt. Ik giet
inhoud van de koffiekan in een thermos en begin te denken wat ik
vandaag ga uitvreten. Ik moet nog een paar websites ontwerpen en een
prijsofferte maken voor een computer maar heb daar eigenlijk totaal
geen zin. Met het geld dat ik geerfd heb van mijn overleden
grootmoeder kan ik het wel een tijdje uitzingen zonder mij te
vermoeien of mijn kop te breken over een bedrijf dat niet zonder
website kan. Ik loop de keuken door, richting badkamer. Deze
tweekamerflat, gelegen aan Calle Balmes, kost mij wel een rib uit het
lijf maar het is er netjes en gerieflijk. Na gedoucht te hebben stap
ik de straat op.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Waarom wordt er toch zo weinig gelezen? En dan heb ik het niet over lezen van reclamebrochures, bijsluiters van hoestsiropen, Dag allemaal etc... Een boek vergezelt mij overal, behalve op het toilet. Daar ga ik namelijk mijn behoeften doen en heb ik bij het persen geen nood aan literaire hoogstandjes. Maar goed, om bij het boek te blijven dus. Ik hoor van veel mensen dat ze geen tijd hebben om te lezen. Wat een larie. Die commentaar krijg ik dan nog meestal in één of andere bar waar men al uren aan het slempen is, wat trouwens wel leuk is. Lezen kan je overal, en dankzij de boekdrukkunst valt de omvang van zoń boek heden ten dage heel goed mee. Er zijn wel mensen die over een imposante boekenkast beschikken, klopt. Meestal zit die volgepropt met boeken die ze gekregen hebben op nieuwjaar, Pasen of een andere heuglijke gebeurtenis. En nooit ofte nimmer is er meer dan de titel van gelezen. Het staat zo schoon zei mijn schoonzus onlangs nog tegen mij. Ieder zijn meug, maar ik heb het gevoel dat lezen zoiets is als eten. Zolang je van iets niet geproefd hebt kan je niet weten of het al dan niet bevalt. En velen hebben nooit geproefd. Bon, nu ga ik nog een beetje lezen.
Vriendelijke groet van de Vlaanders voor de Spaanders
Toen ik in een bui van nostalgie in een berg oude papieren en fotos zat te snuisteren stuitte ik op een oud loonstrookje. Mijn oog viel op het woord "Sociale Bijdrage." Wat een woord om je gewoonweg een hoop centen afhandig te maken. Natuurlijk kan je er inderdaad een hoop werklozen van betalen en een pak minderbedeelden, wat dat ook moge wezen in ons Belgenlandje, een handje toesteken. Sociale bijdrage en minderbedeelden. Hebben minderbedeelden dan kleine pikjes? Of kleine tietjes? Wie zal het zeggen. Het zou zo maar allemaal eens kunnen. Bij het verder bekijken van het loonstrookje kreeg ik het bedrag in de gaten dat ik toentertijd verdiende, en besefte dat het minderbedeeld zijn niets te maken heeft met te kleine pikjes of tietjes.
Een vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het was op 5 mei mijn verwekker zijn verjaardag. Al dagen waren ik en nog een aantal andere mensen bezig met die gedachte. Dus had mijn vader zeker geen reden tot klagen. Alhoewel het normaal is dat hij niet wist dat we ons reeds dagen van tevoren alweder de dag herinnerden waarop hij ter aarde kwam. Want zoiets ga je niet vertellen aan de jarige natuurlijk. Nu is er ook nog een andere reden waarom hij niets wist en weet dat we zo intens bezig waren met zijn verjaardag. Het is namelijk reeds bijna twee jaar geleden dat hij ter aarde besteld is.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
American Psycho van Brett Easton Ellis is een boek die mij aan het overdonderen is. Ik ben nog niet eens halverwege en toch is dit voor mij reeds een kei van een schrijfsel. Ik ben al aan het overwegen een Spanish Psycho te schrijven.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na weer een aantal rare dagen achter de rug te hebben, ik schrijf alles vol, van toiletpapier tot de muren die mij omringen, heb ik besloten dat iemand mij de grond moet inboren of ophemelen. "Niet getreurd" dacht ik "Iemand wil ik vinden die mijn schrijven wil en bovenal kan beoordelen" Die "kan" in mijn gedachte is vreslijk belangrijk. Natuurlijk vertelt mijn vrouw mij weleens eens dat ik mooi schrijf, maar daar schiet ik ook geen bal mee op. Nadat ik vorige week Simon Vinkenoog had zien verschijnen op mijn beeldscherm dacht ik: "Dit is mijn lezend oog." Gisteren was de kogel reeds door de kerk, ik mag mijn schrijfsels persoonlijk overhandigen aan Simon als ik in Amsterdam geraak. Mijn vrouw vertrekt zondag met een uitwisselingsproject naar Almere, vlakbij Amsterdam dus. Of ik nu al zal gaan weet ik niet, want ik ben nog maar net terug uit België, en Amsterdam ligt ook niet om de hoek vanuit Barcelona. Maar ik ben een illusie rijker en daar draait het om.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Voor de imposante ijzeren hekken, geflankeerd met betonnen paaltjes verbonden door zware ijzeren kettingen, gaat mijn hart sneller kloppen. Hier ligt hij. Achter mij hoor ik het nachtelijke Parijse verkeer. Koud heb ik het niet, ondanks de gure Noordenwind die deze plek teistert. Als in een roes stap ik op het hek af. Twee grote betonnen pilaren, met een halve maanvormige muur houden deze ijzeren geraamten op hun plaats die mij de pas af snijden. Toch zal ik binnengeraken. Ik wil een bezoekje brengen aan een paar vrienden die hier reeds lang binnengetreden zijn, maar deze plek nooit meer verlaten hebben. Ze zullen kort van stof zijn, want ze zijn reeds tot stof vergaan. Rondom mij kijkend zie ik dat er bijna niemand op straat vertoeft, waarom zouden ze, het is twee uur s'nachts en koud. Die parijzenaars liggen liever in hun nest te vozen met een Parisienne, geef ze eens ongelijk.
Dit is mijn kans. Ik klauter de pilaar op, het zweet breekt mij al snel uit. Ik ben geen klauteraar, eerder een wroeter. Hartslag honderdtachtig. Mijn bloed jaagt door mijn aderen als luipaarden op rooftocht. Eindelijk ben ik boven. Het kan mij geen bal meer schelen wat er kan gebeuren. Ik spring in het diepe, 5 meter naar beneden en verzwik mijn enkel, ik moet er om lachen, want de bewoners van dit oord hebben en zullen nooit geen last meer hebben van fisysch ongemak, dus ik ook niet.
"Père-Lachaise is mine" monkel ik. Het lijkt wel of de doden blij zijn met mijn bezoekje. Ik stap naar het midden van de laan toe. Ok Jean Baptiste, waar hebben ze jou ergens laten rotten beste vriend? Aan de linkerkant ontwaar ik een plattegrond. Belachelijk, een plattegrond, grote geesten ontmoeten elkaar zonder aanwijzingen, ik begin mijn reis naar alweer één der schrijvers waar ik strontjaloers op ben. Het is een liefde haat verhouding. "Waar zit je nu met je "Le Misanthrope" dode eikel." Grijns ik "Dood als een pier, je kan mij niet meer kwellen door nog meer geniale frasen aan het papier toe te vertrouwen. De volgende seconde ben ik gelukkiger dan ooit dat deze man opgehouden heeft met bestaan. Toch ben ik al even gelukkig dat hij heeft bestaan. Liefde haat dus. Ik begin mijn tocht door deze immense verzameling van huisjes waar een hoop beroemde knekels liggen te verstoffen. Na een tweehonderd meter stuit ik op het "Monument aux Morts" hier heb ik de keus tussen links of rechts een aantal trappen op te lopen en mijn weg verder te zetten. "Waar lig je Jean, vertel het mij." Roep ik op het doodstille, wat een cliché, kerkhof. Zelfs geen echo is hier te horen. En dan plots fluistert de Noordenwind: "Ici, mon amis" Het gefluister komt van rechts. " ' T werd tijd makker dat je iets van je liet horen." Euforisch, dronken van blijdschap snel ik de trappen op, het lijkt mij een reuzenkermis toe, deze vereerplaats aan de verotting. Weer trappen, links, dan weer naar rechts. "Verdomme het is hier donker, straks verzwik ik mijn andere enkel ook nog. Niet dat ik daar last van heb, maar ik heb geen zijn om op mijn ellebogen tot bij Jean Baptiste te kruipen. Maar ik verzwik niets, val niet dood of iets van dien aard. Integendeel eens door het kleine laantje met cypressen wordt het weer iets lichter. Ik hoor weer het gefluister. "Ja, ja. Je bent Godverdomme al 334 jaar dood, 't zal nu op geen vijf minuten steken zeker" Toch ga ik stevig door en na nog een paar laantjes kom ik aan op een smal kruispunt. Ik voel het, draai mij om en daar ligt hij. Vier pilaren van ongever een meter hoog dragen zijn betonnen kist. Weinig franje, Met alleen maar op de zijkant zijn naam. Niet zijn echte naam, neen. Jongeheer Poquelin mocht van zijn vader, die generaal was de familie niet te schande maken. "Gebruik jij maar een andere naam, mijn zoon" had die hem meegedeeld toen hij erachter kwam dat zijn zoon zich in zijn ongeluk wilde storten door zonodig artistiek te moeten doen. Ik spring over het hekje die deze plek omgeeft en leg mij onder mijn vriend te ruste, tijdelijk hoop ik, want mijn tijd is bij mijn weten nog niet gekomen. We liggen broederlijk boven elkaar, net een stapelbed. "Awel Moliére, waarom heb je mij uitgenodigd?"
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Beteuterd controleerde hij nogmaals zijn zakken om zich ervan te vergewissen of hij nu echt wel zijn huissleutels vergeten was. Dit was de eerste maal in zijn negenjarige leven dat dit hem overkwam. Geen huissleutels. Triest, peinzend ging hij zitten op de tweede trap die naar het volgende verdiep van het appartementsgebouw leidde. "Mijn veilige thuishaven, waar ik omringd wordt met liefde, waar het warm is en waar ik bescherming geniet is gesloten." "Hier zit ik nu." En als er niemand komt opdagen ben ik gedoemd om nu reeds in die wrede wereld te blijven. NEEN! NEEN! Het enige antwoord was de echo in het trapportaal.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na een zestal dagen in België vertoefd te hebben zijn we vrijdag terug richting Spanje getrokken, niet alvorens een bezoekje te brengen aan vrienden in Luxemburg. Nu een bezoekje, meestal draait dat uit op een hoop gezellig geklets en een overnachting bij die vrienden. Ze kennen mij al een beetje als de grootste plakker in West Europa en omgeving. Zaterdagochtend hebben we dan uiteindelijk de reis aangevat naar huis.
Het Moretus Plantin museum was een voltreffer. Prachtig museum om in verloren te lopen. Mijn dochter van vier was zelfs onder de indruk en heeft zich voorbeeldig gedragen. Toch vroeg ze zich af waarom die rijke mensen niet gewoon een Bic kochten om te schrijven in plaats van al dat omslachtig gedoe met loden lettertjes en ganzeveren.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
We zijn zaterdag aangekomen in de Vlaanders. Vrijdagavond heb ik tussen de soep en de patatten beslist dat we gingen vertrekken en op een uurtje was alles ingepakt. Iedereen behalve ik heeft gans de nacht liggen maffen, en toen ze wakker werden stonden we in Luxemburg. Gisteren, zijn we de gehele dag naar Plopsaland geweest. Mijn dochter van vier ging volledig uit haar dak. Vandaag wordt het boekendag, dus gaan we boekhandel de Slegte overhoop gaan gooien om onze gading te vinden. Morgen Antwerpen. Mijn vrouwtje meent zich te herinerren uit haar Erasmus tijd dat daar een mooi, niet al te groot, museum was over het begin van de boekdrukkunst.
Dus nu zeg ik: Groeten van de Vlaanders voor de Vlaanders
Het was nu al drie uur in de
namiddag. En Louis zijn maag begon nu toch wel te protesteren tegen
het niet bijtijds gevoederd
worden. Bij Maria kan ik nu geen frietje halen, dus zullen we maar
een Luxemburgs frietje consumeren. Het vehikel liep nu ook op zijn
laatste benen wat voeding betrof, dus dat kwam goed uit. Net over de
Luxemburgse grens heb je zo een groot nieuw pompstation waar je
allerlei lekkernijen en overbodige prullen kan kopen, ook voor de
heilige koe is het een paradijs. Louis laafde zijn autootje en zocht
een mooi plekje dicht tegen het raam van het reataurant. Ik aan de
ene kant van het raam, en jij aan de andere kant. Jij hebt eerst
mogen eten dus nu is het mijn beurt.
Bij het
binnenstappen merkte Louis dat hier nogal veel raar volk ronddoolde.
Ja met al die open grenzen wordt het één grote
mengelmoes. Filip De Winter zou hier zijn hartje kunnen ophalen.
Self Service U kent dat wel. Leuke saladbar, eigen dienbord
nemen. Vier horizontale metalen staven waarover je dat dienbord kan
laten roetsjen tot je aankomt bij de dame die je laat kiezen uit een
aantal dagschotels. Die dame had de gelaatstrekken van een nazi die
met het verkeerde been uit bed gestapt was. Neen, ze was niet lelijk
of zo, maar haar gezicht had de gelaatstrekken van haar karakter
aangenomen. Wat is dat toch met mensen. Vanaf een bepaalde leeftijd
kan je echt iemands karakter van zijn snuit aflezen. Dat gezicht
vormt zich. Iemand die relaxed is en veel lacht, heeft altijd een
aangenamer bakkes dan iemand die constant loopt te mokken. Na een
tijdje kunnen ze dat niet meer verbergen. Zelfs als ze een zeldzaam
moment van blijdschap kennen, kan je nog steeds in die wirwar van
lijntjes en huidkwabjes dat norse karakter ontwaren. Louis bekeek het
mens vriendelijk en ze vroeg hem op een manier alsof ze hem ritueel
wou afmaken: Que est ce que vous voulez Louis was zo onder de
indruk van haar voorkomen dat hij het zaakje niet meer vertrouwde. Ne kleine pak,
mee mayenaise en stoverijsijse Goede wetende dat het vrouwmens er
toch niks van begreep. Hij liet zijn dienbord staan en stapte op. Zo
iemand raakt mijn eten niet aan. Ze is in staat mij te vergiftigen,
puur uit plezier. Dan zou ze met een vergenoegde blik staan kijken
hoe ik in doodskrampen op de vloer lig te kronkelen. En bij de
laatste stuiptrekkingen zou ze een ziekenwagen bellen. Al was het
maar om een alibi te hebben. Dit was een moordwijf, maar dan
letterlijk. Ronddwalend in de bijbehorende supermarkt vond hij dan
toch iets om met zijn maag op goede voet te staan. Vooringepakte
driehoekige boterhammen met tonijnsalade en sla. Nu tonijnsalade zal
wel weer dolfijnenmoes zijn, maar dat deert niet. Hij betaalde. Het
vrouwtje was deze keer een oudere dame die wel gelaatstrekken bezat
waar je nog kon van genieten. Ze zat met haar blauwwitte schort
vergenoegd achter haar toonbank vriendelijk te glimlachen. Louis
voelde zich terug opgewekt. Gelukkig waren er toch nog wezens die
konden genieten. In zijn wagentje gezeten verorberde Louis zijn
boterhammetjes.
Vanuit mijn ooghoeken sla ik hem gade. Zittend in zijn supermoderne rolstoel zit hij bewegingloos in zijn pas aangelegde vijver te staren. Het ochtendzonnetje verwarmd zijn verlamde lijf.
Wat gaat er in hem om?
Plots slaat hij de ogen op, zijn hoofd kan hij niet bewegen, kijkt mij aan en glimlacht.
Bijna onhoorbaar zegt hij: "Schone vijver he, maat."
Ik knik.
Versteld. Ondanks alles geniet hij, en leeft duizendmaal intenser dan velen.
Hij ziet waar wij reeds blind zijn.
Hij ziet het leven zelve.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Zittend op een barkruk, Tom Lanoyes boek lezend, "Alles moet weg" wordt mijn aandacht afgeleid door een aantal laatstejaarshumaniorastudenten, alsook aanwezig in dit cafetaria. "Die eikel vindt dat ik niet gestudeerd heb" "Wat een lul" Enzovoort, enzoverder. Ik zit te genieten, en tegelijkertijd te denken dat ik niet over de capaciteiten beschik om dit volkje op een ander idee te brengen. Niet alle leraren zijn eropuit om het jonge volkje te kloten. De gedachte maakt zich meester van mij hoe mooi het lerarenvak is. In de oudheid werd de kennis mondeling van generatie op generatie overgebracht. De uitvinding van de boekdrukkunst was een enorme vooruitgang voor de pioniers der autodidacten. En toch, en toch. De leraren maken gebruik van boeken, klopt. Maar als we sommige onder deze slachtoffers van de jeugd bekijken, kom ik tot de conclusie dat zij jaren hebben gestudeerd, wijsheid hebben opgedaan om deze door te geven aan een aantal jongere generaties. Ok, een degelijk salaris is niet te versmaden. Maar toch vind ik dit nog altijd één der edelste beroepen onder de beroepen.
Een vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na het doorlezen van verschillende blogs waar ik regelmatig opkom, heb ik het gevoel dat er velen in blogland zich verplicht voelen om nu en dan te schrijven. Waarom? Als ik iets doe is het omdat ik er plezier aan beleef, en ik probeer zelfs niet uit te zoeken waarom ik er plezier aan beleef, dat is voor mij tijdverlies. Een tweede iets wat mij opvalt, is dat iedereen hengelt naar reacties. Het is fantastisch leuk om reacties te ontvangen, maar ze zijn niet noodzakelijk om verder te bloggen. Ikzelf zondig daar ook aan, dat geef ik grif toe. Ik schrijf aan een boek, en daar krijg ik geen reacties op door het simpel feit dat bijna niemand die nog gelezen heeft. Dat is moeilijk soms, zoals iedereen zit ik te twijfelen, zijn er dagen dat het niet lukt, en zonder reacties is dat des te harder. Daarom blog ik. Om nu en dan toch een reactie te krijgen op de korte stukjes die ik nu en dan schrijf. Dus blog ik lustig verder, met veel plezier, valt er iemand een tijdje weg dan is dat spijtig maar helaas. De weg ligt toch bezaaid met verrassingen, soms leuke, soms minder leuke. Maar zonder verrassingen, of nieuwe dingen zou ik er ook geen bal aan vinden.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
268--> maximum normaal niveau 200 Cholesterol "Wat betekent dit dokter, ietsje te hoog, veel te hoog, dodelijk? "Rustig Camilo, ik check dat even in mijn tabellen." Na even ongerust de dokter gemonsterd te hebben, een kerel van een jaar 45, zware lichaamsbouw, grijs sluik haar, dacht Camilo: "Op mijn leeftijd zal het wel niet zo een vaart lopen." "Wel, Camilo, je hebt een kans van 3 op 100 om de volgende tien jaar een hart en vaatziekte op te lopen." Camilo, keek de kenner van het fysische lichaam aan met een blik van "En?" "Maak je maar geen zorgen, de bloedtesten kunnen gemaakt zijn op een moment dat je cholesterol inderdaad hoog was, maar dat betkent niets. Kom binnen 6 maanden maar eens terug, dan doen we nog een bloedtest. Indien het het resultaat hetzelfde is, zien we wel wat we eraan kunnen doen." "Daar ben ik vet mee" dacht Camilo. Hij betaalde de rekening, en ging naar de dichtsbijzijnde frituur een pak frieten halen. "Als ik dan toch het risico loop om dood te vallen, wil ik toch nog eerst genieten van de simpele dingen des levens" Redeneerde Camilo.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Camillo komt terug tot leven. Na een tijdje Camilo zijn gang te hebben laten gaan, heeft hij mij weer bij mijn nekvel gepakt en wil hij terug geschreven worden. Hij is een tijdje op de dool geweest. Maar dankzij mijn Vriend Joan uit Engeland is hij nu dus terug. Deze vriend is al meerdere keren mijn redder in nood geweest. Zijn dagdagelijkse leven bestaat eruit om in de zeven zeeën onder water allerlei dingen te gaan repareren. We zien elkaar mischien één keer in het jaar. Soms horen we elkaar in geen maanden. En toch is deze vriendschap nooit verzwakt, nooit verdwenen. Ik heb het geluk van een vriend te hebben, en dan bedoel ik vriend in al zijn betekenissen. Niet zomaar een kennis, waarvan je denkt dat het een vriend is. Hij heeft de eerste 30 paginas van Camillo gelezen, en mij eerlijk op mijn plaats gezet, zoals hij trouwens altijd doet. Enfin, 't was maar om te zeggen dat ik mij goed voel en mijne moat geire zie.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het eerste artikel dat ik geschreven heb voor voetbalkrant.com is een feit. Het zijn sfeerbeelden dus geen verslag van een wedstrijd. Voor diegenen onder U die zin hebben om het te lezen kan je naar www.voetbalkrant.com surfen en in het menu specials--->columns vind je het schrijfsel mijner hand.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Spaanderen boven Waar men den Tom nog kan loven Waar de vinos belangrijk zijn En de playas omvangrijk zijn Spaanderen buiten Waar de scheidsrechters fluiten Spaanderen mijn land Bij het Meditterane strand
Spaanderen boven Waar men een chica nog kan loven Waar de chicas belangrijk zijn En de stadions omvangrijk zijn Spaanderen buiten Waar Aznar vloog buiten Spaanderen mijn land Bij het Meditterane strand
Wat ik wil zeggen is dat de titel van de colum, u raadt het al, Spaanderen Boven zal zijn.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Hoe gekker hoe liever, zotter hoe beter, en hoe rapper hoe platter. Dat is zo een beetje de omschrijving van mijn zondag. Gisteren kwam ik op het lumineuze idee om samen met dochterlief van 4 jaar oud eten klaar te maken. Ik kook namelijk graag. De hulp, of wat daarvoor moet doorgaan, van mijn dochter was dan ook een welkome afleiding bij het raspen van de wortels voor de soep. Nadat de schort was aangetrokken begon mijn dochter dan de geraspte en geschilde soepgroenten te wassen. Terwijl ze toch bezig was moet ze gedacht hebben: "Ik was mijzelf en de ganse keuken in één ruk mee." Profiterend van mijn afwezigheid, ik was eventjes aan de telefoon, zette ze dit plan dus door. Nadat ze de keuken herschapen had in een olympisch zwembad, vond ze het moment gekomen om mij van de telefoon weg te halen en fier haar werk te laten zien. Geen paniek, een blik bier opengetrokken, sigaretje gerookt, en ik had alles alweer onder controle. Het soepje heb ik wel tot een goed einde gebracht. Maar ik heb wel mijn dochter verwijderd uit de keuken met de tv verleidingstruuk. De video: Plop kookt was voor haar al meer dan voldoende om haar kookbereidheid te temperen. Tegen de middag hadden we als voorgerecht Soep, Hoofdschotel biefstuk met Pommes allumetes, allée ge kent dat wel, zeer fijne gesneden frietjes, een Bearnaise suas, en neen niet uit zakskes, en als dessert flan, wel uit zakskes. Het is maar om te zeggen dat ik een gezellige zondag gehad heb met de nodige drukte.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Ik ben op zoek naar een korte krachtige titel voor mijn rubriek in voetbalkrant.com. Het zal een rubriek zijn die gaat over hoe men hier voetbal beleefd. Zie mijn vorig schrijfsel over dit onderwerp. Als iemand suggesties heeft, Laat maar komen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Sommigen onder U zullen zich herinneren dat op Stienie's blog een artikeltje stond waar men mensen zocht om stukjes over voetbal te schrijven. Daar ik in Barcelona woon, en alhier ter stede een voetbalploegje het niet altijd slecht doet, dacht ik dat het geen slecht idee was om hier iets mee te doen. Na een paar keer de stem van Stienie te mogen aanhoren, en sorry Menck maar de stem van jouw Mieke Debruyne kan niet tippen aan Stienies stem, en doorverbonden te worden met R.D.M, is de kogel door het stadion. Na twee proefstukjes vond R.D.M dat ik voldoende mijn leesplank kende om voor voetbalkrant.com een eigen rubriek op te starten. Dit zullen niet meteen verslagen zijn over wedstrijden, Eerder zullen het beschrijvingen zijn over wat hier op straat, op het werk en in de plaatselijke barretjes gebeurt en leeft tijdens wedstrijden. Dus de schrijfsels zullen niet gespeend zijn van enige humor en eigenwijsheid. Enfin, wat ik eigenlijk wou zeggen was: Bedankt Stienie voor de goede zorgen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
T'is nogal wat vandaag de dag met het samenleven, getrouwd zijn, samenhokken of hoe men het ook wil noemen. De scheidingen staan in de uitverkoop, en als je er twee achter de rug hebt krijg je er de derde gratis bij. Jezus. Wat heeft iedereen toch altijd met dat trouwen. Ik vindt dat je dat maximaal één keer moet proberen, lukt het niet ga dan toch gewoon lekker samenwonen. Trouwen zou je eigenlijk moeten doen nadat je 25 jaar samenbent. Als alles dan nog reilt en zeilt naar je goesting, maak er dan een groot feest van. Het risico dat je dan nog gaat scheiden is miniem. Ik woon al 16 jaar samen, waarvan 14 jaar getrouwd. Dus ook ik heb mijn eigen theorie niet gevold, daar ik op het tijdstip van trouwen deze theorie nog niet op punt gesteld had. Ik ben één van de gelukkigen waar het naar onze mening reilt en zeilt. Dus geen geweeklaag alhier. Ik kende mijn vrouwtje 8 dagen en we zijn gaan samenwonen, dus liefde op het eerste gezicht bestaat wel degelijk. En ik heb de loterij gewonnen. Het moet niet altijd negatief zijn als het op relaties aankomt. Ja ik kook, en ja zij kuist. Ja ik ga uit met de moto, en ja zij gaat de hort op met haar vrienden. Ja, zij vertrouwt mij, en ja, ik vertrouw haar. Ja zij gedraagt zich soms als een vervelende koe, en ja ik gedraag mij soms als een hufter. Maar we zien elkaar o zo graag. Ik schrijf dit allemaal neer omdat ik niet wist wat te schrijven, en ik aan haar zat te denken. Dus dacht ik, ik maak mijn liefde voor de moeder van mijn kinderen blogkundig.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Waarom probeer ik altijdt zo krampachtig politiek correct te zijn. Ik geef gewoon mijn mening, zonder een bepaald personage op de korrel te nemen. Mischien voelt iemand zich wel aangevallen, maar daar kan ik ook niets aan doen. Vrijheid van meningsuiting!! Ik snap wel dat het niet leuk is als men tegen uw kar schopt, maar staat ooit iemand erbij stil dat het tegen karren schoppen heeft geleid tot de welvaart die we kennen. Mocht iedereen "politiek correct" gereageerd of geageerd hebben tegen dingen die hem niet aanstonden dan hadden we nu nog steeds Gentse of Aalsterse toestanden in katoenfabrieken. Ik wil maar zeggen dat als ik mijn mening geef over iets, dat dat maar simpelweg mijn eigen mening is. Waarom moet iedereen zich altijd aangevallen voelen? Los van het feit dat ik stilletjesaan begin te leren dat ik niet over alles een mening hoef te hebben. Er zijn dingen waar ik gewoonweg te dom, te laf, te simpel, te slecht geinformeerd voor ben om zomaar eventjes te gaan verkondigen wat ik erover denk. En toch merk i bij mezelf iedere keer dat ik politiek correct probeer te zijn. Lafaard die ik ben.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Hoe meer ik lees, hoe meer ik merk dat alle schrijvers stelen als de raven. Er zijn heel veel goede boeken waarin je soms een passage vindt waarbij je een dejá vu effect heb. De laatste tijd heb ik er een hobby van gemaakt om uit te vogelen waar ik een of andere passage reeds gelezen heb. Zo schreef Maarten Biesheuvel een mooi verhaal over zijn belevenissen met schrijvers van vroeger en nu die samen met hem in één kamer vertoeven. Toen ik verleden week "weg met de literatuur" van Brusselmans nog eens had opgediept, stuit ik op een soortgelijk verhaal. Wat niets afdoet aan de kwaliteit van de schrijvers, dit is geen kritiek maar een vaststelling. Het deed me een beetje denken aan de tijd waarin ik nog veel schilderde en tekende. Daar gebeurt eigenlijk net hetzelfde. Het is een soort leerschool en tegelijkertijd een soort kunstenaars afgunst. Zo was Dali bezeten van Vermeers schilderij "muzieklessen", die hij dan ook op allerlei manieren nageschilderd heeft. Zo was Picasso woest toen bij vrienden een vrouw een opmerking maakte dat hij maar een kliederaar was. Prompt nam Picasso blad en potlood en maakte een perfecte kopie van "Las meninas", om aan te tonen dat hij zijn metiér tot in de perfectie beheerste. Een tekening weliswaar, maar ze is prachtig. 'T is eigenlijk juist maar om te zeggen dat ik iedere dag van ieder bijleer, en dus zal ik ook wel nu en dan stelen als de raven.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor Vlaanders
Stel U leest een advertentie op een blog. Niets aan de hand. Die advertentie zoekt mensen die iets willen schrijven op een site die over voetbal gaat. Nog steeds niets aan de hand. U denkt: "Dit zou mischien leuk kunnen zijn, dus ik zal ne keer bellen." En nog altijd niets aan de hand. U draait het nummer, het toestel doet wat er van verwacht wordt, bellen dus. Na drie keer overgaan hoor je een zachte aangename stem die je begroet: "Goedenamiddag, want ik kan ik voor U doen?" "Is mevrouw R.D.M aanwezig." "Neen, die is met vakantie tot volgende week." "Ik bel in verband met de advertentie die ik op een blog van een vriendin heb gelezen." "Ja?" "Ik dacht dat ik mischien een paar stukjes zou kunnen schrijven die jullie behagen." "Ja ik kan deze boodschap overmaken." "O, U weet dus van deze materie af? "Ja inderdaad, ik ben Stien, deze boodschap staat op mijn site." 3 seconden stilte, waarbij mijn bakkes openvalt, mijn tas koffie bijna op de grond kletst, en ik het hoor donderen in Keulen. Ik herstel mezelf, laat niets merken. "Ah, U bent Stien? Wel ik ben Tom, U weet wel." "Lievens?" "Klopt" De rest ga ik jullie niet wijsmaken. Maar ik kan jullie wel verklappen dat ik een leuk gesprek gehad heb met Stien, ik hoop dat het voor haar even leuk was. Want verbazing met zenuwen gemixt zorgen bij mij voor een spraakwaterval. Sorry hiervoor Stien. In ieder geval weet ik hoe ze klinkt en jullie niet. Ik ben nu al jaloers op diegenen die kunnen aanwezig zijn op de blogmeeting.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Monumentenstrijd. Verstand van Vlaanderen. Laatste show. Het was weer zappen geblazen gisterenavond. Op sateliet kan ik één kanaal bekijken maar niet tegelijkertijd een ander kanaal op video, dvd of een ander opneemmedium branden. Dus stond de uitvinding van een pas overleden 93 jarige uitvinder roodgloeiend, en dan heb ik het over mijn afstandsbediening. Verstand van Vlaanderen voor mijn 12 jarige zoon, zodat zijn Nederlands uitbreidt. Monumentenstrijd voor mij, omdat daar mijn beroemde achterneef N.B de boekentoren onder zijn vleugels genomen heeft. En de laatste show omdat ik mij dan weer heerlijk kon ergeren aan het ijskonijn Saskia de Coster. En daar wil ik het iets uigebreider over hebben. Ik heb haar niet aan het woord gehoord, want ik zat te gapen naar de monumentenstrijd op het moment dat zij haar zegje mocht doen ( Volgens welingelichte bronnen mocht zij dat gedurende 3 minuten 54 seconden en 3 tienden doen. De kijkcijfers vielen tijdens haar zegje zodanig naar beneden dat ze de vrt toren moeten stutten hebben). Maar goed, ik heb haar dus niet bezig gehoord. Noch heb ik iets van haar mogen lezen. Zij zal allicht een literair wonder zijn, maar toen ik haar gisteren op de televisie zag moest ik denken aan Helga uit "Allo Allo". Alleen al de kleding. Wit hemd, fijn zwart stropdasje, zwarte rok tot juist onder kniehoogte, zwarte netkousen en zwarte hoge botten. Het gitzwarte haar strak tegen haar schedelplan geplakt met voldoende vet om Rommel zijn tankeenheid met in te smeren. En als ze dan nog het haar toegemeten zegje gedaan heeft zoals ze somtijds uit de hoek kwam in "De slimste mens ter wereld" dan vermoed ik dat sommige Hitlerianen, Vlaams belangers en ander gespuis spontaan een orgasme gekregen hebben. Tot zover mijn objectieve, van op afstand bekeken mening over Sskia De Coster.
Een vriendelijk groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Goedenavond,
Dit schrijven is een teken van leven. Veel meer leven zit er voorlopig niet in mij dus ga ik U dan ook niet niet vervelen met één of ander hersenspinsel waar niemand in geinteresseerd is.
Een vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Bij het lezen van alweder een artikel over de opwarming van de aarde, dacht ik dat de kerk hier een ideale stok heeft om ons terug de kerk in te slaan. Bij de volgende encycliek zou men tot de conclusie kunnen komen dat al de warmte waarmede onze aarde wordt bestookt niet afkomstig is van co2 en andere rommel, maar van onze vunzige, elke dag onreinere lichamen. De minirokjes van de jonge veulens, de stijlvolle dames van middelbare leeftijd, ja zelfs de knipogende oma's doen de thermostaat der mannenlijven volledig op hol slaan. En ook omgekeerd, de vrouwen die de mooie jonge adonissen, mannen met buikje van middelbare leeftijd en zelfs de mankende opa's zien voorbij flaneren krijgen ook plotselinge temperatuurstoornissen. Dus onze goddeloze gedachten gecombineerd met fysieke warmte is verantwoordelijk voor de opwarming van onze globe. Eventueel kan men er nog aan toevoegen dat de industrie alsook valselijk beschuldigd wordt van de reukhinder, deze wansmakelijke geur zou alweder van onze naar ongebreidelde voortplanting smachtende lichamen afkomstig zijn.
Vriendelijke groet van de al goed opgewarmde Spaanders voor de Vlaanders
Gezeten op een terrasje hier om de hoek, ja het is hier reeds terrasjesweer, zie ik wandelaars met bijbehorende hond. Na een tijdje komen twee van die vierpoters in elkaars buurt, en ja hoor, snuffelen dat het een aard is. De kont, de piemel, de vagina, geen plekje wordt overgeslagen. Terwijl ik dit tafereel zit gade te slaan, valt mij op dat een kerel links van mij eigenlijk net hetzelfde zit te doen met de dame voor mij. Zij het dat ze niet letterlijk elkaar besnuffelen, maar elkaar stiekem zitten te bekijken. U kent het wel. Iemand zitten te bekijken, en als die iemand dan terugkijkt, je ogen afwenden maar tien seconden later terug kijken om te zien of er nog gekeken wordt. Het was prachtig om zien hoe elke soort op zijn manier zijn medewezen probeerde te peilen. Gelukkig maar voor ons dat we anderen aftasten door te kijken, want ik zie mij al op een terrasje zitten terwijl iedereen aan elkaars kont zit te ruiken, of terwijl ik mijn sandwich verorber mijn kont moet opheffen omdat een medemens even zin heeft om eraan te snuffelen, de kont bedoel ik dan en niet de sandwich.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Spaanders
De eerste dag schiep Hij de aarde, en verveelde zich te pletter De tweede dag schiep Hij het licht, en bleef zich maar te pletter vervelen De derde dag schiep hij de planten, en U raadt het al: verveling troef De vierde dag schiep hij de dieren, en nog steeds viel er niets te vieren De vijfde dag schiep hij de vijfde dag, wat een miserie De zesde dag schiep hij de mens En de zevende dag en de daaropvolgende kwam hij nooit meer bij van het zich te pletter te lachen
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Rondkijkend merkte
hij een groepje van drie meisjes en vier jongens op, die hevig over
iets zaten te twisten. Nu twisten is een groot woord, eerder zaten ze
door elkaar te kletsen. Voor zover hij het kon volgen ging het om de
eenmaking van de Europese munt. Eén van hen merkte dat Camilo
hen zat te bekijken en vroeg Camilo wat hij er dan van dacht, als hij
toch zo geinteresseerd in hen was. Die uitnodiging klonk niet echt
als een uitnodiging maar eerder als wat scheelt er?. Camilo
stond rustig op, nam een stoel, en stelde zichzelf voor. Als het
ok is voor jullie, luister ik graag eventjes mee. De heikneuter
die nogal een vervelend bakkes had, vriendelijk aankijkend. Die vent
merkte wel dat Camilo er mee zat te rammelen, maar de rest van de
groep reageerde enthiousiast, dus kon hij niet anders dan zich
gewonnen geven. Ze hadden meteen door dat hij geen Fransman was, wat die meiden blijkbaar
nogal leuk schenen te vinden. tot grote ergernis van monsieur
sympa. Omdat hij dit
merkte, begon hij snel te spreken en veel moeilijke woorden te
gebruiken, alsof hij wilde aantonen dat die vreemdeling toch te stom
was om alles te begrijpen. Dat was ook zo, niet dat stom zijn, maar
wel dat hij er niet veel van begreep. Dit stoorde Camilo aan geen
kanten. De normale mensen onder ons, wat er niet echt veel zijn,
amuseren zich best met one-men shows van dergelijke zielige figuren.
Hier spraken niet de hersencellen, in zoverre hij die had, maar zijn
hormonen die hij blijkbaar te over had door een gebrek aan neuken.
Jongen, daarbij kan ik je niet bij helpen, en mocht ik het kunnen
zou ik het nog niet doen. dacht Camilo Wat Camilo ook
prachtig vond, is dat mensen soms met zoveel vuur iets kunnen
verdedigen alsof ze het zelf uitgevonden hebben en er nog dik voor
betaald worden ook. En die Fransen bleken wel heel heftig te kunnen
zijn. Hoe meer de aandacht van zijn publiek verslapte, hoe meer hij
met wijde handgebaren en op de tafel kloppend zijn argumenten kracht
bijzette. Aan het eind van zijn betoog hijgde hij, en met zijn
bloeddoorlopen ogen keek hij triomfantelijk rond, alsof hij een
toespraak had gehouden in het parlement en de vloer aangeveegd had
met de oppositie. Oui, c'est vrai.
Vous avez raison. glimlachte Camilo hem vriendelijk toe. Ah Oui? In gammel Frans
antwoordde Camilo: Ik heb er niets van begrepen, maar ik denk als
ik je gelijk geef dat je dan mischien 180 tellen die scheur onder je
neus dicht houdt. En als ik je dan nog een pint trakteer en het geluk
heb dat je een kleine blaas hebt, verdwijn je mischien ook nog 5
minuten naar het toilet. Daarom vindt ik dat je gelijk hebt. Het element was te
verstomd om kwaad te worden, hij stond daar gewoon met een verbaasde
blik te staren. Camilo begon te twijfelen of die kerel zijn gammele Frans begrepen had. Maar blijkbaar had één
van de drie meiden het wel begrepen. Want na een paar seconden
proestte ze het uit. Nu begon ook de rest mee te lachen. Ten tweede
male moest onze heikneuter zich gewonnen geven. Hij probeerde zijn
gezicht te redden door camilo te vragen of hij humorist was.
Na mijn dagelijkse portie nieuws op het net te hebben doorworsteld viel mij iets op. Oostende. Zinloos geweld. Colombiaanse toestanden in de straten van Oostende. Wat ik echter niet begrijp, als iemand het mij kan verklaren is hij of zij meer dan welkom, is de uitdrukking "Zinloos geweld". Ik heb altijd meteen het gevoel alsof er dan ook een tegenhanger bestaat die dan "Zinvol geweld" zou moeten noemen. Mijn 3 hersencellen geven mij signalen dat het eigenlijk "Geweld" tout court zou moeten zijn. Zinloos geweld bekt goed, maar het zou korter, krachtiger en vooral correcter zijn om tegen geweld te zijn, en niet alleen tegen zinloos geweld, wat voor mij direct impliceert dat ik voor zinvol geweld ben. En dat bestaat niet. Mischien heb ik het fout, ik vertaal hier alleen wat mijn gevoelens mij vertellen. En die gevoelens hebben het ook regelmatig fout dus...
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
'T is vandaag sabbat, morgen zondag, en zo kan ik nog de hele week verderdoen. Ik hou niet van zaterdagen, van zaterdagavonden daarentegen wel. Dan zit ik verlekkerd te sidderen van ongeduld, want morgen is het zondag. En zondagen daar hou ik wel van. Alle winkels zijn gesloten. De banken kunnen mij geen aanmaningen sturen. De postbode teistert mijn brievenbus niet. Ik kan rondtoeren met de motorfiets zonder files. En het is rustig. Daarvoor dienen zondagen. Niet dat ik zo een hectisch leven leid, want ik heb geen uurrooster, nog word ik ooit ergens verwacht, behalve bij de tandartse soms, wand die peutert nogal graag in mijn bakkes, met een boormachine dan nog wel. Ik zou wel liever hebben dat ze mijn tanden onderhoudt met haar tong, want het is geen misse tandartse. Maar voor dergelijke behandeling vraagt ze driedubbel tarief, de kapitaliste. U ziet, iedereen heeft zijn prijs, zelfs mijn tandartse. Ik daarentegen heb geen prijs. Ik heb mezelf ooit eens proberen te veilen, niemand bood een frank. Dus kan ik met recht en rede zeggen ik ben onschatbaar, want het was niet uit desinteresse dat men niet bood, nee nee. Ik was niet te schatten. Wat een troost. Enfin, 't was maar om te zeggen dat het morgen zondag is.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Zoals ik al in een eerder schrijfsel deed, vergelijk ik taal en schrijven dikwijls met dingen uit het dagdagelijkse leven. Nu, soms kan het schrijven echt een monster zijn. Dan moet ik er tegen vechten, heb ik echt zin om het tegen zijn kloten te stampen, te vermoorden. De meest bloeddorstige gedachten razen dan door mijn hoofd op die momenten. Die vervloekte letters die, als je ze op de juiste volgorde geplaatst krijgt, o zo prachtig kunnen zijn. En dan plots vindt er een metamorfose plaats, het monster verandert in een prachtige nimf. Waar je nu eens op een hele zachte, lieve sensuele manier de liefde mee bedrijft. Zelfs kan het zelfs vunzig worden. En soms als het vunzig wordt, is wanneer ik de meeste inspiratie opdoe. Het vunzig zijn is voor mij een metafoor van eerlijk, retchttoe rechtaan schrijven. Duizenden gedachten, boosheid, blijheid in al zijn glorie. Geen franje. Zonder erbij na te denken komen de letters te staan waar ze moeten staan. Met één blik schrikken ze alle 26 terug. Ze hebben het door. Met mij wordt niet gespot in deze gemoedstoestand. Dat kan een aantal uren duren, een aantal dagen duren. Tot de geest alweder als een pudding ineenzakt, en de letters tijdelijk de macht weer overnemen. Met een spottende blik bekijken ze je, en ik zit daar dan. Een hoop doffe ellende. Wat kan schrijven prachtig zijn.
Ik ben nog maar eens in mijn klavier gekropen, om mezelf te verblijden. In je pen kruipen klinkt een beetje belachelijk als je het over een blog hebt. Onze Hollandse is gezond en wel aangekomen. 'T is een vriendelijk mens. Wel heb ik moeten lachen, want ze had twee bollen kaas mee, kwestie van op zeker te spelen. Het schaap is allergisch aan een aantal ingredienten in eten. Moet niet gemakkelijk zijn als je op reis gaat. Maar ik vondt het toch grappig. Frikadellen heeft ze helaas niet meegebracht. Maar goed, Zapnimf komt met haar zapjes in augustus heeft ze me beloofd, met frikadellen.
Camilo verkeert in goede gezondheid, hij is op reis. En sinds dit reisverslag nog bezig is met zichzelf te schrijven kan ik U spijtig genoeg niet van dienst zijn. Ik zal morgen of overmorgen, als er geen ongelukken gebeuren op de reis, een paar stukjes publiceren. Als het jullie interesseert natuurlijk.
Voor de rest valt het schrijven mij de laatste twee dagen moeilijk, ik zwem precies in een zwembad vol stroop, en dat is lastig zwemmen dito schrijven.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na veel rondlopen,
zingen, zich vervelen, wanhopig zijn, begon Camilo in het wilde weg
op zijn computerklavier te tokkelen. Het ding stond niet eens aan, en
toch luchtte het hem op. Het was een soort wilde dans met dat
klavier. Na tien minuten zat Camilo te hijgen, hij was halfuitgeput
van dit wilde gevecht. Ik zal het ding toch maar inschakelen, wie
weet komt er nog iets interesants tevoorschijn. Na een beetje
rondgezapt te hebben op het Internet kwam hij op het idee om een
webblog aan te maken. Kan leuk zijn De daad bij de gedachte
voegend begon hij eraan. wachtwoordje hier, gebruikersnaampje daar,
titeltje ginder en klaar was Kees. Nu kan ik op zijn
minst iets schrijven, en met een beetje geluk krijg ik er nog een of
andere reactie op ook. Al starend naar het
witte scherm, dreven Camilo's gedachten af. en zonder het zelf te
merken begon hij zijn eerste blogartikel te tokkelen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Vanaf volgende zondag hebben we er gedurende een week een ziel bij. Een Hollandse lerares. Mijn vrouwtje neemt elk jaar deel aan een uitwisselingsproject van haar school. Door een beperkt Europees budget moet iedere leraar/lerares en leerling gehuisvest worden bij een opvanggezin. Hoera. In maart trekt mijn vrouw dan richting Amsterdam. Verleden jaar hadden we reeds zo een lerares in huis. T'was mij wel de ervaring. Het mens kwam des ochtends haar achterste rond 8 uur op een stoel vleien, en maakte smakkende geluidjes terwijl ze met vragende ogen rondkeek waar het ontbijt bleef. Nu heeft ze daar tijdens het weekend wel een paar uur zitten smekken, want geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om om 7 uur op te staan en eieren met spek te bakken voor hare koninklijke hoogheid. Ook was mijn afstandsbediening geconfisceerd. Ik kan via sateliet alle nederlandse zenders ontvangen, en dat vond ze werelds. Dus ook nog een week zonder televisie. Kleine kinderen "maakten haar nerveus", dus mijn toentertijd 3 jarige dochter zou een beetje stiller moeten wezen. Anneke was geen slecht mens, maar ze was zo haar eigen ritme gewoon, dat ze wel heel raar deed, eens uit haar habitat. Ze noemde Anneke. En ik met mijn stomme kop had al twee weken tegen mijn dochter lopen zeggen dat Anneke Flanneke op bezoek was. U raadt het al, mijn dochter van 's morgens tot 'savonds als den bellenman Anneke flanneke lopen declameren. Toen Anneke mijn vrouw een weekje onderdak moest verschaffen, bleek Anneke goed mee te vallen. In haar eigen habitat was het best een te pruimen dame. Dit jaar komt Judith met de tiet. Benieuwd wat dat gaat geven. Veiligheidshalve heb ik dit niet aan mijn
dochter verteld, ik heb alleen maar Judith vermeld zonder tiet.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Gisterenavond zat ik met mijn luie kont lekker televisie te consumeren. Niet dat ik met mijn kont het televisietoestel zat te verorberen. Maar ik zat lekker in de sofa televisie te kijken. Al zappend kwam ik op National Geographic. Daar werd net een spotje uitgezonden om centen te doneren. Deze centen konden goed gebruikt worden in de strijd tegen lepra.
Ik zat mij af te vragen: "In hoeverre ben ik bereid om iets voor iemand anders te doen?" En om hard en eerlijk te zijn legde ik mijzelf op de rooster. Ik woon in een appartement waar eigenlijk zonder al te veel problemen nog een ziel bij zou kunnen. Dus zou ik een arm weeskind kunnen adopteren. Eerste reactie mijnens was dat dat veel centen kostte, veel paperassen... Dus eigenlijk ga ik daar al in de fout. Ik heb zoveel geld niet, maar ondertussen heb ik wel een mooie auto en motorfiets. Tsja, ok. We zijn met twee rijbewijsbezitters, dus elk zijn voertuig. Ben ik bereid om een voertuig minder te bezitten en ervoor te gaan? Ja, in theorie wel, maar in de praktijk doe ik het niet. Ik bezit geen dure Mercedes of zo, maar met de centen van deze auto kan ik wel een half Afrikaans dorp gedurende een jaar voeden. Doe ik dat? Alweer is het antwoord neen. Dus eigenlijk als ik eerlijk ben tegen mezelf, ben ik best wel een individu dat weinig bereid is om iets te doen voor mijn arme medewereldburger. Nu moet ik alweer hard en eerlijk zijn tegen mezelf : "Maakt die gedachte mij triest of geeft ze mij een schuldgevoel.?" "Neen." Klinkt hard maar is zo. Ik vergelijk mijn situatie met een lottowinnaar. Die mensen voelen zich toch ook niet schuldig dat zij de lotto winnen en ik niet. Die gedachte maakt mij wel blij, en dagelijks beleef ik dat gevoel, en denk daaraan: "Ik ben een lottowinnaar des levens, en geniet daar iedere minuut van."
Zoals de meesten onder U ondertussen al weten, woon en leef ik in Barcelona. Nu is voetbal alhier ter stede een heel belangrijke aangelegenheid. Je kan je kop niet buitensteken of je wordt er mee geconfronteerd. Nu lag ik vorige nacht te woelen en te draaien. Voor de perverten onder jullie, mijn vrouw sliep. Dus het woelen en draaien was een individuele activiteit. En plots dacht ik dat voetbal eigenlijk is zoals schrijven. "Vasthouden die gedachte" dacht ik. Ik heb ze maar opgeschreven, want meestal des morgens ben ik die dingen die ik des nachts denk allang weer vergeten. Voetbal=schrijven. Bij het opstaan kostte het me eventjes maar toen wist ik het weer. Als je een voetbalwedstrijd op televisie bekijkt, dan zit je eigenlijk gedurende 90 minuten te kijken naar veel over en weer gehol, nu en dan een beetje actie, en met geluk 3 a 4 flitsende, sublieme acties. Als ik zit te schrijven bekruipt me hetzelfde gevoel. Ik zit gedurende een hele tijd allerlei dingen op mijn klavier te tikken, maar dat zijn gewoon maar pasjes, terugspeelballen en dies meer. Dus het publiek gaat zitten tetteren, hot dogs eten, want dat verveelt maar. Nu en dan bots ik op een gedachte, schrijf een zin. Een eerste aanzet tot een poging tot aanvallen. Het publiek kijkt op, vergeet heel eventjes zijn hot dog, en declameert een Oooohhh. Maar al snel hebben ze terug meer aandacht voor hun hot dog dan het spel. En dan na veel heen en weer gepas, middenveldverveling, komt de flits. Als een razende ga ik tekeer op mijn klavier, korte pas naar voren, ik zie de zin vorm nemen, ik voel het aan mijn water. Lange sprint naar voren, de werkwoorden komen te staan waar ze moeten staan. Laatste hakje naar de vrijstaande aanvaller. Ik moet alleen nog een punt achter de zin zetten, dit is hem. En de aanvaller tikt hem binnen. Het stadion ontploft. Ook ik. Jezus wat een zin. Ik jubel. spring op, doe een Braziliaans dansje. Het publiek gooit zijn hot dog de lucht in. Is uitzinnig. Na dit mentaal orgasme, steek ik een sigaret op. Het publiek koopt nog maar een hot dog. En alles begint weer van voren af aan.
Ik heb zopas het boek van Aster Berkhof getiteld Donnadieu uitgelezen. Het is zeker geen recent boek, maar wel was ik ervan onder de indruk. Dit is een goed boek. Voor de mensen die het niet gelezen hebben, een aanradeer. Ik heb het 3 maanden geleden bij de Slegte in Gent op de kop getikt voor de ronde prijs van 4 euro. Daar ik maar éénmaal in het jaar in België kom, kan ik de meest recente boeken niet aanschaffen, maar als er mensen zijn die aanraders hebben voor mij, altijd welkom. Want meestal sleur ik een 50 boeken mee terug naar huis, kwestie van verzekerd te zijn dat ik niet zonder leesvoer val.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Camilo zat aan zijn
witteke te lurken en keek nog een keer op het uurwerk dat boven de
toog hing. Tien na zeven. Waar blijft dat meisje. Staat mij daar
eerst op te vrijen in haar frietkot, en komt nu niet opdagen. T'zal
toch geen van die feministes zijn, die wraak wil nemen op alles wat
een klokkenspel tussen zijn benen hangen heeft. En daar dan maar
afspraakjes mee maken om de meneren voor Piet Snot te laten zitten. Nu goed, als mijn
bier op is, blijf ik niet langer wachten. Maar zoals alle
goede vrijgezellen die ongeduldig zitten te wachten bij hun eerste
afspraakje, bestelde hij nog maar een pint bier. Halverwege deze
tweede pint, ging de deur voor de zoveelste keer open, Camilo keek
half geinteresseerd, want hij geloofde niet meer dat ze nog zou komen
opdagen. T'was begot al bijna halfacht. En toch, daar was
ze. Hij had moeite om haar te herkennen. Ze was bijna niet opgemaakt,
Zuiders gezichtje, pikwarte ogen. Maar bovenal een blik in haar ogen
die nieuwsgierig alles opnam en terzelfdertijd alles leek te
verwerken in dat bevallige hoofdje van haar. Het was die blik die
Camilo uit het lood sloeg. Sta ik hier met mijn stomme kop
smoorverliefd te worden op iemand die ik van haar noch pluimen ken.
Wat een metamorfose had zij ondergaan. Simpel maar met smaak gekleed.
Donkerblauwe wijde trui, maar niet zo wijd dat haar borstjes niet
zichtbaar waren. Leuk kleurig rokje, en een paar botjes met halfhoge
hakken. Maar de grootste metamorfose zat hem in haar houding. Dit was
niet meer het frietmeisje dat hij leren kennen had een paar uur
voordien. Ze kwam op hem
toegestapt met een licht verontschuldigende glimlach. Ik heb iets
langer moeten werken, mijn collega was later dan voorzien. Sorry
zei ze alweer met dat accent dat hij niet kon thuisbrengen. Geen probleem, ze
hebben hier bier genoeg, het regent hier niet binnen, ge moogt hier
een sigaretje roken en t'is hier niet koud. Dus het wachten was geen
zwaar karwei. Wat een stinkende
leugenaar ben ik toch, dacht Camilo Amper tien minuten geleden
zat ik haar hier te vervloeken voor vuile femeniste.
Na het lezen over Philou's druifje, schoot mij een Spaanse gewoonte met druiven te binnen. Op het einde van het jaar schiet de druivenverkoop in Spanje enorm omhoog. Dat heeft een reden. Een jaarlijks terugkerende folklore wil dat je op oudejaarsavond 12 druiven moet eten. En niet zomaar, maar wel 12 seconden voor twaalf uur. Las campanadas, de klokslagen. Dus Als de klokken de laatste 12 slagen van het jaar luidden, moet je 12 druiven zien te verorberen. Het eerste jaar dat ook mij die eer te beurt viel, dacht ik: Gemakkelijk. En dat is buiten de waard gerekend, want probeer, na een lekker maal en al een iets te veel wijn, je gezicht in de plooi te houden als je iedereen na de zesde of zevende klokslag met zijn bakkes vol druiven ziet staan. Je krijgt ze niet weggeslikt. Dan heb je ook de typische flauwe plezante oom, die zijn druiven op jouw bordje probeert te leggen. Dus hier in Spanje krijg je een nieuwjaarszoen met een druifsmaakje, komt goed uit als je maal rijkelijk besprenkelt was met alilo (mayonnaise met look).
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Tot mijn grote vreugde zie ik dat de lettertjes van mijn schrijfsels onderhevig zijn aan slijtage, omdat ze gelezen worden. En de bedoeling van schrijven is uiteindelijk wel gelezen worden.
Mijn tijd gaat de laatste maanden bijna volledig op aan schrijven. Hoe doe ik dat financieel vragen sommigen zich af. Normaal. Men moet tenslotte wel eten, slapen en van tijd tot tijd zijn natje en droogje kunnen permitteren. Nu, eigenlijk is dat heel simpel. Toen ik 14 jaar terug in Spanje aankwam zonder een frank, kwam goed uit want de peseta was niet interessant om te wisselen, en met een 5 weken oude zoon op mijn arm,heb ik 6 jaar op bouwwerven gewerkt via het schrijnwerksbedrijf van mijn schoonvader. Ik sprak geen Spaans toentertijd, dus solliciteren was er niet bij. Mijn vrouw is licentiaat Germaanse, en was bezig een aantal zware staatsexamens aan het voorbereiden. Dus was ik voor het grootste deel de kostwinner. Na zes jaar lukte het me niet meer. Mijn deerne had toen na 3 jaar vechten haar felbegeerde job in de wacht gesleept. Omdat ik van jongsaf op eigen poten sta, wordt de schrik om radicale stappen te nemen, telkens kleiner. Ik heb mij toen opgesloten, en heb op een jaar tijd een paar computertalen ingestudeerd. Ben op zelfstandige basis websites beginnen maken, servers plaatsen en dergelijke dingen. Vandaag de dag maak ik amper websites, maar haal een klein inkomen uit een reeks domeinnamen die ik host. Na het overlijden van mijn vader op 59 jarige leeftijd, het overlijden van mijn grootmoeder, 11 maand nadien, was het dus alweer tijd om één van die radicale stappen te ondernemen. Mijn deerne steunt mij volledig in mijn kronkelige manier van zijn en denken, niet altijd begrijpend waar dat mentaal schip henen vaart, dat begrijp ik zelfs niet. Vandaag de dag is zij de de voornaamste kostwinner in huis. Ik heb er ondertussen trouwens nog een dochtertje bij. Dus dat is in een notedop mijn belastingsverklaring. Mijn grootste motivatie om een blog te beginnen, was opbouwende kritiek te ontvangen, maar aan de reacties te merken, staan mensen daar huiverachtig tegenover. Niemand heeft de waarheid in pacht, klopt zapnimf. Maar een kritiek kan altijd nieuwe aspecten tevoorschijn toveren. Mischien moet ik maar beter een frituur openen dan boeken schrijven, zou kunnen. Kritiek is voor mij, met een mooi Engels woord, feedback. Ik kan tegen een stoot, vooral blonde, dus terughoudendheid of bescheidenheid, wat wel siert, hoeven voor mij niet.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders.
Ik kreeg een interessante vraag gisteren van Stienie. Is Camilo biografisch of gaat het over Don Camillo? De auteur Giovanni Guareschi schreef in de jaren 50 en 60 boeken over Enen Don Camillo, met twee ellen. De naam van mijn personage is simpelweg gebaseerd op mijn schoonvader's naam, omdat ik die origineel en leuk klinken vind. Dan het tweede deel van de vraag: Is dit biografisch? Hier moet ik nuanceren, ik ben inderdaad van Gent afkomstig. En evenals Camilo, vind ik feitenkennis belangrijk. Dus ja, er zit hier en daar een autobiografisch en biografisch reukje aan. Het is voor mij een grote hulp om vragen en kritieken te ontvangen. Want hier in Spanje heb ik niemand waarmee ik in de clinch, en dit bedoel ik positief, kan gaan over wat ik schrijf. En het enige wat ik doe in mijn dagelijks leven is schrijven.
Dus Stien, enen groten dankuwel van mijnentwege.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders.
Kauwend zonder iets
te proeven wandelde Camilo terug richting Centrum. Zou dit mischien
iets zijn waarover hij kon schrijven. Eerste ontmoeting met meisje
met raar accent. Nu, als dit een onderwerp zou blijken te zijn, dan
zou hij daar wel achter komen vanavond. Om de tijd nuttig te besteden
bezocht hij een krantenwinkel om de Humo te kopen, hij ging nochtans
niet binnen alvorens zijn broekspijpen gecontroleerd te hebben. Een
ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Na dit leesvoer
aangeschaft te hebben, ging Camilo op een bankje zitten lezen aan het
St Jacobs. Camilo had wel iets met drukke kruispunten in Gent. Het
getoeter, geronk, bebabbel van de schoolgaande jeugd en de
electrische trolleys brachten hem tot rust. Terwijl de meeste mensen
een rustig parkje prefereerden. De geur van de stad was ook iets heel
apart. Een beetje zoetig, licht vochtig op winternamiddagen. Het was
nu midden oktober maar nog zeer zacht voor de tijd van het jaar, en
met zijn dikke parka had hij het sowieso niet koud. Camilo sloot zijn
ogen en liet zich drijven op
de geluiden, en het zalig niets doen. Nu en dan bleef Camilo weleens
een kwartiertje ergens
doodstil zitten. Hij was altijd nieuwsgierig geweest hoe zijn vader
het niet kunnen bewegen
ervaarde. Hij kon als in trance zijn benen loodzwaar voelen worden en
deed alsof hij wilde bewegen zonder een vin te verroeren. Met
gesloten ogen en bewegingsloos, merkte hij dat na een paar seconden
zijn zintuigen op een andere manier reageerden. De geluiden om hem
heen werden luider, maar niet storend, het was alsof ze allemaal op
een verschillende geluidsband stonden, elk geluid kon je ervan
tussenpikken, als hij alleen maar de bus wilde horen dan lukte dat
wonderwel. Ook werd zijn huid gevoeliger, hij kon de stof van zijn
trui perfect voelen. Zijn lichaam voelde wel aan alsof het 2 ton
bewoog. Na het vele jaren sleuren aan zijn vader om hem van rolstoel
naar auto of sofa te verplaatsen, had zijn onderbewustzijn dit
gegeven opgeslagen opgeslagen. Het gevecht als verlamde tegen de
zwaartekracht. Ooit in een gesprekje had Raymond, want zo noemde
Camilo's vader, gezegd dat hij best wel austronaaut zou willen zijn.
Met mijn armen en benen kan ik niets aanvangen, hier op moeder
aarde, dus waarom geen weekje gaan zweven in de ruimte. Daar zat wel
iets in, na vele jaren vastgekluisterd te zitten zou dit inderdaad
wel een hele aparte ervaring moeten zijn. Dan zou ik wel mijn
nieuws om zeven uur moeten missen, dus dan doe ik het niet. Dit
was Raymond's typische commentaar als iets onmogelijk was. Ook
vertelde hij nu en dan aan mensen dat hij helemaal niet anders-valide
was, maar dat hij roerloos bleef zitten om zijn degelijke
invaliditeitsuitkering te kunnen blijven krijgen. En zoals hij eens
gezien had in een Amerikaanse reportage over privé-detectives
die voor verzekeringsmaatschappijen mensen schaduwden om te zien of
ze nu wel echt iets mankeerden, vermelde hij erbij dat ze hem niet
zouden klissen, ik hou vol, laat ze maar komen die detectives.
Sommige mensen keken een beetje raar op als hij dergelijke
opmerkingen maakte, meestal lag Camilo in een deuk als hij die
bedremmelde blik, en de vragende ogen van de toehoerders zag
opensperren. Mensen hebben veelal een medelijden gevoel als ze iemand
aan een rolstoel gekluisterd zien, maar staan er veelal niet bij stil
dat diene duts daar niet altijd vrolijk van wordt. Welnu, elk
zijn plezier.
Camilo werd ruw
gewekt uit zijn roerloosheid en zijn dagdromen door een tik op de
schouder die vergezeld ging van een mannenstem, Alles ok, meneer?
Daar kon hij nog steeds niet aan wennen wanneer ze hem meneer
noemden, dat klonk alsof hij oud was. Camilo opende de ogen en zag
dat er een flik een beetje bezorgd op hem neer keek. Ja, ja. alles
ok. antwordde hij een beetje beduusd. Wat zijn we aan
het doen.? vroeg de flik nu niet meer zo bezorgd, maar eerder
achterdochtig alsof hij een inbreker had betrapt. Aan het
schrijven. De flik die begon te
denken dat Camilo onder invloed was van één of ander
goedje, begon zich lichtjes kwaad te
maken. "Aan het
schrijven, he? zonder papier of pen.? Denkt meneer er mee te
rammelen? Alweer dat meneer. Kijk meneer de
flik waarbij de ambtenaar zijn wenkbrauwen fronste. Ik zit hier
rustig op een bankje te genieten van de stad, bedankt voor de goede
zorgen, maar alles is ok, wilt U nu alstublieft het verkeer gaan
regelen, oude vrouwtjes helpen oversteken of iets dergelijks? Daar
kon die kerel niet echt om lachen, dat vondt hij niet beleefd. "Manneke, dat
had Camilo al liever dan dat meneer gedoe. Ge moet wat beleefder
leren zijn. De flik draaide zich om en beende met grote passen
weg. Een verstandige kerel, dacht Camilo. Die had snel door
dat dit met moeite een conversatie kon genoemd worden en nergens toe
leidde.Dus bolt hij het snel af. Goed punt voor U, meneer de flik.
Camilo Bestelde een
Kriek. Het Damberd was en is één van de bekendste cafés
in het Gentse Centrum. De meeste bezoekers waren verlopen hippies,
pseudo kunstenaars en piepjonge studentjes die al hadden horen
vertellen over deze tempel. Na een tijdje te hebben rondgekeken en
nog een Kriek te hebben besteld kwam Joan binnengestapt. Hallo, zo vroeg
vandaag? Ik heb nu toch
alle tijd van de wereld aha? Camilo vertelde
beknopt het verhaal over zijn pas verworven schrijverschap. Ge meent het
precies was het nuchtere commentaar Ja, en doe mij
een plezier, houd uw mond hierover. Ok Joan was één
van de enige mensen die Camilo als echte vriend beschouwde, en
waarvan hij wist dat hij zijn mond kon houden. Ze waren al jaren
vrienden. In de tweede helft van de jaren tachtig hadden ze samen
veel verschillende roadtrips ondernomen. Oktober 1989, Berlijn.
Fysisch waren ze tegenwoordig toen de muur viel. Camilo had daar nog
een liefje aan overgehouden. Conny. Een bevallig Oost Berlijns
meisje. Maar ja, na een jaartje en telkens 850 kilometer te moeten
heen en terug reizen was deze liefde ook doodgebloeid, niet zonder
littekens weliswaar. Het kind werkte als verpleegster in de Charite
kliniek, waar ooit Honecker nog verpleegd werd toen het Oost
Berlijnse regime viel. Alhoewel dit ook wel weer een verzinsel zal
geweest zijn van de Oost Berlijnse regering. De meeste van die
despoten werden plots ziek als hun rijk wankelend tenonder ging. Kan je ze
ongelijk geven? dacht Camilo Jaren mensen kloten, U goesting
doen, en plots moet je vluchten of ze lynchen je. Conny had een
vriendinnetje, Helga. Een slanke knappe meid. Witblond, kort gekapt
haar. Zij was totaal niet te spreken over de teloorgang van het
Oostduitse rijk. Wij hadden niet
veel, noch het modernste, en op een Trabi, zo een Oostduits vehikel,
moesten we ook 5 jaar wachten.
Vooropgesteld dat we die konden betalen. Maar we hadden in ieder
geval iets. In Oostduitsland deed trouwens het grapje de ronde als je
je Trabi bestelde dat je zo oud was als de figuur op de voorzijde van
een 5 oostmark biljet, daar stond een jonge wetenschapper op
afgebeeld. En als je je Trabi toegewezen kreeg dat je zo oud was als
de figuur op de keerzijde. Daar stond dan weer een stokoude schrijver
op afgebeeld. En nu? Sprak zij. Nu hebben we inderdaad
vrijheid, kunnen we gaan en staan waar we willen. Waarom? Om te zien
hoe men leeft aan de andere kant van Berlijn? Om te zien wat we niet
ons niet kunnen veroorloven? Neen, geef mij dan maar de muur terug.
Camillo vond dat zij ongelijk had. Ouder wordend was zijn idee
hieromtrent stilletjesaan veranderd. Tuurlijk was hij de rijke
Westerling, en zij waren diegenen die nog een televisie hadden met
lampen, en 5 verdiepingen naar beneden moesten om kolen te halen uit
de kelder. Vrijheid is het hoogste goed dacht hij toen. Maar
ja, met vrijheid smeer je geen boterhammen denkt hij nu. Alles kits met de
kids? Vroeg Camillo, die kinderen het einde vond. Ze hadden geen
vooroordelen, zeiden recht in je bakkes wat ze dachten of voelden en
als ze je waardeerden, wist je meteen dat dit niet gespeeld was.
Alhoewel als er snoep aan te pas komt, ze volleerde psychologen zijn
in het je verleiden. Ja, kan niet
beter. Joan was best vrij
kort van stof wat in den beginne onsympathiek kon overkomen. Hem
kennende wist je dat dit niet het geval was. Ik stap maar eens
op, want moeder de vrouw zal wel stilletjesaan zitten wachten. Als je
iets nodig hebt laat het mij weten. Ik ben nog in het land tot
volgende week. Verdomme
Vloekte Camilo ineens luidkeels. Verschillende mensen keken om. maar
Camilo was zo bezig met wat hij zich net herinnerde, dat hij daar
niet op lette. Mijn inpakpapier van mijn zak frieten. Het
frietmeisje had daar haar telefoonnummer opgeschreven, en zonder er
bij stil te staan had hij die weggegooid. Tedju. Alweer naar de
Dampoort te voet. Want naar de Molenaarsstraat om zijn auto te
halen was ook een eindje. Goed dan maar, alles voor de liefde en
een pak frieten. 'T is mijn dagje
niet, eerst die toestand met die kous, en nu moet ik midden op de
dampoort een vuilbak staan leeghalen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het is vanavond om acht uur of twintig uur, lijk U wilt, 39 jaren geleden dat ik voor het eerst deze bol betrad. Nu betreden is een groot woord, want het duurde nog wel een paar maanden vooraleer ik echt contact maakte met moeder aarde, en dan nog op een vrij onzachte wijze, bij het uit mijn wieg donderen namelijk. Wat ik maar wil zeggen is: Het is mijn verjaardag!
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na het 14 geleden verlaten hebben van "Mijn Gent" ben ik nog steeds verknocht aan deze hoop bakstenen, leistenen, steunbalken en andere bouwmaterialen gelegen op dezelfde hoogte- en breedtegraad. Het was daar dat ik voor de eerste keer naar de "cinema" ging aan het fonteinepleintje. De Brugse poort, volksbuurt bij uitstek. De Bruce Lee films, waarbij na het bekijken van deze cinematografische gewrochten, ik uit de kijkzaal kwam gestapt zo sterk als zeven Bruce Lee's samen. En o wee, diegene die mij dan een een vuile blik toewerpte, want dat kereltje zou ik wel eens vellen met een paar welgeplaatste karateslagen die ik net voordien geleerd had in de Cinenova. Of Jaren later, gelegen om 4h30 's zondagsmorgen naast mijn motorfiets, op een steenworp van de Cirque Central, alle drankgoden vervloekend. Of gewoonweg in het Damberd smoorverliefd brieven schrijvend aan het Oost Berlijnse meisje dat ik had leren kennen tijdens de val van de muur. Want daar was ik natuurlijk ook present, die muur zou eraan gaan. Of gewoonweg dagelijks fietsend van Oostakker naar het Sint Pietersstation om mijn dagelijkse portie kennis op te doen in het Voskenskot, oftwel Koninklijk Atheneum III Voskenslaan. De eerste tongkus die ik kreeg van een meisje in St Amandsberg. Ik bedoel maar, Gent mijne stad.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders.
Na een heleboel
overpeinzingen was hij al wandelend een heel stuk opgeschoten
richting Gent. Op de Antwerpsesteenweg dan maar een pint drinken. In
het eerste Café die op zijn route lag stapte hij binnen en
bestelde een nationale trots. T'was ondertussen al half twaalf dus
dat mocht wel. Rondkijkend zag Camilo dat hier geen Alois wieze
tafels stonden, maar wel degelijke eikehouten tafels met bijbehorende
stoelen. Aan de toog zat een verwaaid koppel van een jaar of vijftig
zich tegoed te doen aan hun dagelijkse vracht bier. Ze knikten met
waterige, halfbezopen ogen goededag . Camilo beantwoordde hun groet
met een vriendelijke glimlach terwijl hij dacht. Kan je nu over
zoiets schrijven, twee ocmw'ers die zich reeds 's ochtends een stuk
in hun voeten zuipen? Het zal wel mogelijk zijn maar ik doe het niet.
Ik heb niet genoeg achtergrondinformatie over wat die mensen
ontvangen aan uitkering, noch over wat hun voor huis doorgaand
onderdak aan huur kost. En als ik over iets schrijf moet ik ingelicht
zijn, dus dit onderwerp is al van de baan. Opgewekt na deze
gedachte bestelde Camilo nog een pint. Want, zo dacht
hij Op deze manier kom ik gewoon het onderwerp van mijn eerste
boek vanzelf tegen. Door middel van eliminatie.
Er kwamen nog een
paar mensen de drankgelegenheid binnen die Camilo aan zijn nieuw
systeem onderworp. Een iets oudere heer met een beduidend jonger
mokkel aan zijn arm. Tiens, tiens, onze oude garde lust ook nog
wel een groen blaadje. Alhoewel groen. Zo jong is ze nu ook weer
niet. maar ook deze mensen werden genadeloos geelimineerd volgens
zijn nieuw systeem. Na het vereffenen van de gemaakte schulden
vertrok hij, richting Dampoort alwaar de geur van frieten zijn neus
streelde. Aan de kramp van zijn maag te voelen kon hij wel iets
solide verdragen, dus een pak friet was de boodschap. Toen het mens
dat dit etablissement uitbaatte de tot reepjes verwerkte aardappelen
in het daartoe bestemde doosje had gekieperd meende Camilo haar te
horen vragen: Moe' k erin kakke? Stomverbaasd bekeek hij haar,
ze was trouwens een niet onaardige verschijning,
natuurlijk halfblond haar, mooi figuurtje met een minirokje, een
ietsje te veel opgemaakt maar toch jong genoeg om er lekker uit te
zien. Toen ze Camilo zijn verbaasde snuit zag, herhaalde ze haar
vraag, denkende dat hij een of andere rare kwiet was die te dwaas was
om te helpen donderen. Waarom wilt U op
mijn friet kakken? replikeerde hij Nu was het haar
beurt om Camilo stomverbaasd aan te staren. Ondertussen waren de
mensen die achter hem in de rij stonden nieuwsgierig deze op zijn
minst absurde conversatie aan het volgen. Toen het vrouwtje
over haar eerste verbazing heen was herhaalde ze haar vraag in een
soort abn, of wat daar volgens haar moest voor doorgaan. Of d'ak
et moe inpakke? Camilo schoot in een
lach. Zijn oren en het Gentse dialect hadden hem wel voor de gek
gehouden. Ook het dametje scheen nu te beseffen waarom Camilo haar zo
dwaas had staan aan staren en vroeg met een scheve grijns of hij nog
stoverijsaus op zijn frieten wilde. Ze pakte het boeltje in, en
terwijl ze dat deed merkte Camilo dat ze nog snel iets op het pak
krabbelde. Hij nam zijn pak voedsel in ontvangst en zag dat er een
telefoonnummer op stond. Ze knipoogde en glimlachte koket toen hij
vertrok. Komt dat tegen. Dat mokkel staat mij hier midden op de
Dampoort te versieren. 'T is me wel wat met die emancipatie. Mischien
is ze wel een strontfetisjiste, en was het dat kakken die het hem
gedaan heeft. Tevreden ging hij op een bank zitten en begon te eten.
Sedert een tijdje gaat negentig procent van mijn tijd op aan schrijven. De stukjes van Camilo op mijn blog zijn de eerste paginas van een boek dat kant en klaar ligt om afgebroken, opgehemeld, in stukken gesneden of nog erger door de uitgeverijen waar dit schrijfsel zal heengaan.
Ik heb plankenkoorts wordt ik weggehoond? Krijgt mijn zelfvertrouwen een knauw? Als de literatuurtijger uitslaat zijn klauw?
Of valt het mee? En word ik uitgenodigd in casino Oostende aan Zee? Wat het ook zij, ik hou het simpel en blij
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Na het lezen van een artikel op de website van het volk, rezen mijn haren ten berge. Ergens in de Verenigde Staten was een stel samen met een aantal geneesheren op het lumineuze idee gekomen om een 9-jarig meisje de borsten te amputeren en meteen ook maar de eierstokken te verwijderen, nu we toch bezig zijn zullen zij gedacht hebben, doen we het meteen volledig en goed. Nu stopt de groei en blijft ze fysisch voor eeuwig en altijd als 9-jarige door het leven gaan. Reden voor deze "ingreep", het schaap was zwaar mentaal gehandicapt en zal blijven steken op het mentale niveau van een baby. Wat heeft dat te maken met deze verminking was mijn eerste gedachte. De ouders van het kind gaven als reden op dat het veel practischer was om uitstapjes te maken en voor de verzorging.Ik vraag mij nu af: ben ik gek of zijn dergelijke mensen een gevaar voor hun omgeving. Ik heb in mijn leven van zeer dichtbij een dergelijke situatie meegemaakt. Met dat verschil dat hier geen sprake was van mentale handicap, maar wel een 100% verlamde boom van een vent. Hij: 90kg 1m80, verlamd, zij: 1m58 48kg. Het mens heeft 20 jaar hemel en aarde bewogen om hem een menswaardig bestaan te geven, daar is zij ook in geslaagd. Had zij dan ook maar moeten zeggen: "Schat, we gaan jouw armen en benen laten amputeren, dat is veel practischer." Zoals mijn vader het uitdrukte: "Hoed je om de moraalridder uit te hangen." Maar na het lezen van dit artikel sloegen bij mij heel eventjes de stoppen door. Zoiets kan niet.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Vandaag is mijn verwekster met de Noorderzon vertrokken. Mij hier achterlatend in het Zuiden. Toen wij het familiepak frikadellen en zij haar torilla's met jamon op had, zal ze gedacht hebben: "De vreet is op, het feest is hier voorbij." Dus kijken we al weer uit naar de volgende lading frikadellen die zij op haar komende reis alweer door de douane zal smokkelen.
Ze is trouwens ooit eens geklist met 20 van die worsten, ten tijde van de dioxine crisis. Maar toen ze een doktersverslag van onze frikadellenarme bloedspiegel liet zien, toonde ook de Belgische beambte der taxen en accijnzen zich van zijn menselijke kant, wreef over zijn hart, een pijnscheut bemerkend, en liet mama door de metaaldector stappen. Gelukkig waren het geen spinaziefrikadellen, want anders zou die detector meteen door het lint zijn gegaan.
Dank U mama voor de frikadellen.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Ik ga een eindje te voet,
word je gezond van. Nu konden gezondheid en al
wat daarmee gepaard gaat Camilo wel gestolen worden, maar gezondheid
is zoiets als geld, als je het hebt sta je er eigenlijk niet bij stil
en kan het je ook geen bal schelen. Gezond ben ik dus, geen
getreuzel. Stevig stappend bereikte Camilo na een paar minuten
alweder de school waar hij lager onderwijs genoten had, nu ja
genoten. Alras dook een andere herinnering op waarbij hij luidkeels
in een lach schoot. Alweer werd hij bekeken. 'T is niet echt mijn dag om
onopvallend iets tot een goed eind te brengen. De herinnering, juist. De laatste dagen
van het schooljaar waren aangebroken, en nu reeds 12 jaar zijnde,
waren ook de laatste dagen van de lagere school aangebroken. Een
fietstocht met de 5de en 6de leerjaren was het afscheidscadeau die de
school had bedacht. Iedereen dolenthousiast met de fiets naar school
om dit evenement te kunnen meemaken. Maar in dit kikkerland heeft het
weer ook nog iets in de pap te brokken, dus besloten de weergoden om
het oude wijven te laten plenzen op die bewuste dag, met als gevolg
dat de directie alles afblies. Dat zie je vanhier, dat die leraren
met 60 joelende kinderen in de gietende regen een fietstochtje gaan
maken. Dit alles was tegen de zin van Camilo, hij zou fietsen, het enige
bruikbare middel om zijn doel te bereiken was een staking. Een staking was iets romantisch in zijn
ogen. Na het lezen over het leven van Eedje Anseele, en de woelige
tijden waarin deze rode voorman had geleefd, vond Camilo dat ook hij
voor de rechten van de onderdrukten iets zou moeten doen. Al was het
op kleinere schaal. De school plat leggen was een goede start. Na
zijn plan voorgelegd hebben aan Kathleen, buurmeisje, eerste liefde
en dochter van Mevrouw Van Steenkiste, lerares derde leerjaar, ging
hij over tot daden. Er zat een klein fascistisch reukje aan de
werkwijze waarop de staking georganiseerd werd. Diegenen die niet
wilden meedoen kregen op niet misverstane wijze te horen dat ze
weleens een aantal tanden vaarwel zouden kunnen zeggen, indien ze
niet op enthiousiaste wijze zijn plan zouden steunen. Na de
middagpauze was het dan zo ver, de harde kern van de staking, zijnde
Kathleen en ik, geposteerd onder de enige boom die de speelplaats
rijk was, stond de rest van het schooltje op te hitsen met
revolutionaire taal, en eenieder te verbieden om de klassen te
betreden na het rinkelen van de bel die het einde van de middagpauze
inluidde. Hoe het kwam weet niemand, maar na het luiden van die bel,
verroerde niemand een vinger, van de kleinsten tot de grootsten
bleven ze inderdaad in de gutsende regen staan. Dat wel, rond de eik
waar hij en zijn jeugdliefde bleek maar met een gevoel van
onoverwinnelijkheid de deur van het directielokaal in het oog
hielden. Moeilijkheden konden niet uitblijven. Na een paar minuten
kwam de directrice naar buiten, gewapend met paraplu en regenjas. Wat heeft dit te betekenen. Zei
ze met een mengeling van verwondering en wrevel. Iedereen rond de boom keek onze
richting uit, met een geile rampentoeristenblik, en verkneukelden
zich in wat komen zou. Er is ons een fietstocht beloofd, en
die zullen wij krijgen ook. Het is niet omdat een paar leerkrachten
schrik hebben van water dat wij onze fietstocht moeten opgeven.
antwoordde Camilo. Stomverbaasd keek de directrice Camilo
aan. Heb jij dit georganiseerd, en alleen om een fietstocht te
laten doorgaan? Ja, inderdaad, dat heb ik.
waarbij hij een verliefde blik wierp op zijn muze die geen duimbreed
was geweken van zijn zijde. Dit was de eerste keer in zijn nog korte
leven dat hij voelde wat het moest zijn om een man te zijn. Dat zijn
leuter meer kon dan aleen maar overtollig vocht uit zijn lichaam
drijven wist hij al, voldoende getuigen in de vorm van verdroogde
zakdoekjes waren aanwezig op zijn jongenskamer. Maar dit had niets
met sex te maken, dit was een geheel ander gevoel, een soort mentale
samenhorigheid die op hem afraasde als een op snelheid zijnde TGV. De
directrice vermoedde al dat de muze er ook voor iets tussenzat, de
dochter dan nog van een collega. Iedereen begeeft zich nu naar zijn
of haar klas, meteen! Riep ze uit terwijl ze zich omdraaide naar
de schare medeleerlingen. Iedereen keek de veldheer en zijn muze aan,
zonder iets te zeggen knikten ze allebei neen. Toen het schoolhoofd
merkte dat dit niets opbracht, gooide ze het over een andere boeg, en
vertelde dat dit slechts uitsel was en geen afstel, als de weergoden
het zou believen dat we morgen of overmorgen alsnog konden gaan
fietsen. Ik stel mijn veto, wij gaan vandaag Toen werd het de directrice iets te
veel, het woord veto was als een lont die een staaf dynamiet tot
ontploffing bracht. Naar binnen bende snotneuzen, wat
denken jullie wel! Schreeuwde ze nu met overslaande stem. Deze grap
had al langer geduurd dan haar geduld kon verdragen. Alweer was de
reactie een neegeknik. Verrek dan allemaal in de regen.
zei ze woedend en ze stapte het af. Wat een triomf. We hadden de hoogste
macht van de school uitgedaagd en ze was het afgetrapt. De regen
voelde aan als de Champagne die de winnaar van de Tour de France
over zich heen krijgt, die had tenminste wel mogen fietsen voor zijn
Champagne.
Niet meer naar het werk. Lui blijven
liggen. Notitieboekje en Bic op het nachtkastje. Gebruiksaanwijzingen
lezen. Naar de bibliotheek. Nog meer lezen. Jezus, ik moet meer werk verzetten
dan vroeger. dacht Camilo. Niet geklaagd, een wandeling en een busrit is geen slecht
begin als ochtendgymnastiek. Al slenterend bereikte hij de bushalte.
Ticket kopen, instappen, raamplaats opzoeken. Neerzitten. Rondkijken.
De rit was prettig, nu hij toch het diepe ingesprongen was, waren
zijn ratjes vrij rustig. Ze knabbelden wel een beetje rond hier en
daar maar zonder al te veel schade aan te richten. Bij het passeren
van zijn oude school glimlachte hij en dacht aan de tijd waar hij
opstelletjes verkocht voor 20 frank aan zijn klasgenoten. Op
tienjarige leeftijd kwam hij tot de ontdekking dat bij de
schrijfopdrachten een tien als resultaat vaste kost was, dus waarom
geen handeltje opzetten. Er waren altijd wel klasgenootjes die geen
drie letters na mekaar in de juiste volgorde konden zetten, laat
staan een degelijke zin neerpennen. En je zal het altijd zien, dat
zijn nu juist die kliertjes die met het meeste zakgeld gaan lopen en
komen opsnijden met dikke pakken voetbalprentjes, waar jij dan al
bedelend nu en dan wel eens een paar dubbele prentjes van kreeg. Zij
zijn degenen die 'smiddags de school verlaten om lekker friet te
vreten bij moeder terwijl jij op school je boterhammetjes met salami
kan verorberen. Dus waarom niet een beetje centen aftroggelen van die
ettertjes? Het zaakje liep zo goed dat de helft van de klas
bestellingen plaatste. Het zaakje ging op de fles toen de King Kong,
want zo noemde zij meneer Tienpont van de vijfde klas, merkte dat het
niveau van de opstellen aanzienlijk verbeterde. In den beginne maakte
hij zich nog illusies dat het aan zijn leraarscapaciteiten lag, tot
op een dag Camilo met zijn stomme kop op drie opstellen zijn eigen naam
had geschreven, toen ging zelfs bij King Kong een belletje rinkelen.
Einde van mijn eerste zaak. dacht Camilo net voor de bus
Oostakkerdorp binnen reed. Bij het afstappen zag Camilo dat het goed
was en tevreden ging hij de sigarettenwinkel binnen om zijn
dagelijkse portie rookwaar aan te schaffen. Toen hij in de rij stond
merkte hij dat iets aan zijn been kriebelde, het was alsof er iets in
zijn broekspijp zijn weg naar beneden baande. Godver vloekte
hij binnensmonds Er zit nog een kous in mijn broekspijpen. want
Camilo was nu éénmaal het soort man die in één
vlotte soepele beweging broek, onderbroek en kousen uittrok bij het
zich ontkleden, en dan die hoop textiel liet vallen naast z'n bed.
Wat hij wel deed was alle dagen verse kousen en onderbroek aan
trekken, maar soms droeg hij wel dezelfde jeans twee dagen na elkaar.
Met als gevolg dat er nu en dan wel eens iets in de broek bleef
zitten, zoals nu de bewuste kous. En die kous had wel een heel
ongelukkig moment uitgekozen om zijn weg naar buiten te banen. Half
vooroverbuigend en veinzend dat hij aan zijn knie en onderbeen jeuk
had probeerde Camillo de kous uit de broekspijp te halen, wat op
grandioze wijze mislukte, met als gevolg dat het oude dametje dat
achter hem in de rij stond misprijzend op zijn rode kop neerkeek,
Toen uiteindelijk de kous toch uit de pijp en in de broekzak van
Camilo zat, richtte hij zich op en probeerde hij zo normaal mogelijk
rond te kijken. Oostakkerdorp, is de eerste weken verboden
terrein. Want in zo'n klein dorp weet iedereen geheid binnen de 24
uren dat één of andere klojo kousen uit zijn broek
tovert in de krantenwinkel.
Twee weken later was alles in kannen en
kruiken, Camilo mocht opstappen en dan nog wel met de felbegeerde
dopkaart in zijn bezit. Men had bij Stukwerkers, zo noemde dat
havenbedrijf, beslist dat hij kon opstappen. In ons Belgenlandje kan
men overal een mouw aanpassen, dus waarom niet aan Camilo zijn
ontslag. Wegens onvoldoende werk vermelde Camilo zijn
ontslagbrief en klaar was Kees.
Nu begint het echte werk dacht
hij, toen hij voor de laatste maal het kleine kantoortje buitenstapte
van de foreman, of ploegbaas lijk U wilt. De afgelopen twee weken had
Camilo wel een paar wereldoorlogen met zichzelf uitgevochten,
eigenlijk ging de strijd tussen twijfel en overtuiging. Overtuigd was
hij voldoende, maar steeds knaagde de twijfel. Soms kon hij die horen
als een rat die zich tegoed doet aan een deurpost. Knaag, knaag,
vreet, knaag. Het beste wapen was nog steeds de aanval besliste hij,
en nam zijn mentale arsenaal tevoorschijn, en met een meedogenloze
gedachtengang maakte hij de knagende rat op bloederige wijze af. Maar
ratten planten zich voort, en ze waren niet van plan om de strijd
zomaar op te geven. Dus begon Camilo erover na te denken om een soort
wapenstilstand te bedisselen met de ratten annex twijfels.
Nu alle rellen en onlusten een beetje geluwd zijn over de de balkonhangende kerstmannen, durf ook ik nu mijn mening geven over dit fenomeen. Eigenlijk niet over de kerstmannen zelf, maar over die verdwaalde geesten die zich daar druk over maken. Ik vraag mij af: "Hebt U in Godsnaam niets beter te doen dan U zich druk te maken over gevelhangende poppen?" Heeft de verveling in ons Belgenlandje zo keihard uitgehaald dat zelfs zoiets wrevel kan opwekken? Als ik 's morgens (met dank aan zapnimf staat het weglatingsteken nu wel op de juiste plaats) terug tot het land der wakkere wezens word binnengeleid, is dat steeds terug een rentree tot een waarachtig feest. Waarbij ik alleen halfvolle glazen zie, lachende mensen en blijde kinderen. Alhoewel ik twijfel aan mijn gezichtsvermogen. Want steevast kom ik in de wereld der wakkere wezens, wezens tegen die niet hetzelfde zien als ik. Er zijn er bij die verschrikkelijk vervelende kerstmannen zien hangen, en daarbij actiegroepen, zelfhulpgroepen, en zelfmoordcommando's oprichten. Zolang ik geen roze olifantjes zie langsvliegen om een praatje te komen maken, maak ik mij geen zorgen.
Vandaag komt mama aan, om 14h45 is het zover. Dan gaan we met z'n allen mijn verwekster verwelkomen. Als de vliegmaatschappijen dit toestaan natuurlijk.
Dinsdag gaat mama zich naar het nationaal vliegplein begeven, teneinde daar één vliegmachine te bemachtigen om ons te komen bevoorraden met Belgische lekkernijen. Nu denkt iedereen meteen aan chocolade en pralinen als men het heeft over Belgische lekkernijen, niet in dit geval. Mama heeft haar superkoffer beveiligd om bestand te zijn tegen terreuraanslagen, gifwolken, anthrax, en nog meer van die deugnietenstreken die vandaag de dag schering en inslag zijn. Behalve dat ding beveiligen heeft mama hem volgestouwd met Frikadellen van Beckers, Bi-Fi worstjes, bruine maizena, speculaas van Lotus, Royco Minute Soup, Pickles en nog een aantal andere verrassingen. Ik heb haar nog gevraagd om een pak frieten, een kleintje met stoverijsaus, mayonnaise en een berepoot mee te brengen, maar wat blijkt, die rotkoffer kan tegen alles behalve vette frieten. Komt dat tegen.
Dus ook dit jaar dingen we hier in Barcelona mee naar de prijs van meest originele nieuwjaarsmenu. Ik hoop dat we dit jaar nu eens eerste eindigen, want de afgelopen drie jaar hebben we telkens de duimen moeten leggen voor onze Chinese buren, die hebben Labrador op grootmoeders wijze als hoofdmenu, of andersom, en geconfijte apeteentjes als dessert, en daar kan onze frikadel qua originaliteit niet aan tippen volgens de Spaanse culinaire jury. Maar goed, niet getreurd, want ik mag frikadellen met frieten, mayonnaise en pickles eten op oudejaarsavond, terwijl jullie allicht weer bij tante Philomene haar kalkoen moeten bejubelen om familiedramas te vermijden.
Dinsdag gaat mama zich naar het nationaal vliegplein begeven, teneinde daar één vliegmachine te bemachtigen om ons te komen bevoorraden met Belgische lekkernijen. Nu denkt iedereen meteen aan chocolade en pralinen als men het heeft over Belgische lekkernijen, niet in dit geval. Mama heeft haar superkoffer beveiligd om bestand te zijn tegen terreuraanslagen, gifwolken, anthrax, en nog meer van die deugnietenstreken die vandaag de dag schering en inslag zijn. Behalve dat ding beveiligen heeft mama het ding volgestouwd met Frikadellen van Beckers, Bi-Fi worstjes, bruine maizena, speculaas van Lotus, Royco Minute Soup, Pickles en nog een aantal andere verrassingen. Ik heb haar nog gevraagd om een pak frieten, een kleintje met stoverijsaus, mayonnaise en een berepoot mee te brengen, maar wat blijkt, die rotkoffer kan tegen alles behalve vette frieten. Komt dat tegen.
Dus ook dit jaar dingen we hier in Barcelona mee naar de prijs van meest originele nieuwjaarsmenu. Ik hoop dat we dit jaar nu eens eerste eindigen, want de afgelopen drie jaar hebben we telkens de duimen moeten leggen voor onze Chinese buren, die hebben Labrador op grootmoeders wijze als hoofdmenu, of andersom, en geconfijte apeteentjes als dessert, en daar kan onze frikadel qua originaliteit niet aan tippen volgens de Spaanse culinaire jury. Maar goed, niet getreurd, want ik mag frikadellen met frieten, mayonnaise en pickles eten op oudejaarsavond, terwijl jullie allicht weer bij tante Philomene haar kalkoen moeten bejubelen om familiedramas te vermijden.
Bij het wakker worden, merkte Camilo op dat hij dringend moest plassen. Dus al stommelend en slaapdronken het toilet maar opzoeken. Na het voor deze karweien geschapen werktuig opgediept te hebben uit de middelste regionen van zijn lijf, gaf Camilo zich over aan het ons aller bekend gevoel van je blaas leegzeiken. "Geen discriminatie alhier, zowel de venten als de wijven beschikken over het juiste materiaal om dit gevoel te kunnen opwekken. Nadat alles leeggelopen en veilig opgeborgen was, slofte hij richting keuken. Want Camilo zonder slappe koffie, was Camilo niet des ochtends. "De laatste dag van noeste fysieke arbeid, mijn besluit staat vast, ik neem ontslag. Alleen maar zien dat ik aan een dopkaart geraak en klaar is Kees." Bij het naar zijn werk rijden, met een oude aftandse Honda Civic, voelde Camilo zich zeer rustig, nu hij zijn besluit genomen had kon niemand hem nog raken. Eenmaal aangekomen, na het vehikel geparkeerd te hebben op de daartoe voorziene plek, stapte hij meteen naar het bureeltje van de foreman, zoals de ploegbaas in het havenleven genoemd wordt. "Louis," want zo noemde die kerel "Ik wil ontslagen worden." "Wat? "Je hebt me gehoord, je moet me ontslaan" "Camilo, het is vrijdagochtend, dus nog een beetje te vroeg om een stuk in je kloten te hebben. Bon, de boot voor Vlissingen moet zeker weg voor 10 uur, dus ga maar naar het sifferdok samen met bob." Camilo veroerde niet, en bleef de foreman rustig aankijken terwijl hij een sigaretje rolde. "Kijk," zei hij "Ik heb nooit moeilijk gedaan, altijd rustig mijn werk gedaan, dat weet je. Maar nu ga ik iets anders doen. Dus ik ga mijn vraag niet herhalen. Ik meen wat ik je vroeg." Louis keek op en merkte nu pas de rustige zelfzekere blik op in Camilo's ogen. "Die vent meent het inderdaad" Dacht Louis bij zichzelf. "Camilo, voel jij je wel goed. Wat ge je dan doen?" "Boeken schrijven" "Die heeft een slag van de molen gehad, kan niet anders" dacht Louis. "Camilo had altijd wel een paar rare trekjes gehad, maar dat hij compleet zot was, was nieuw." de foreman gaf het op "Ik zal kijken wat ik kan doen om je kunnen ontslaan. Maar tot dan blijf jij wel je werk doen, ok? Ok, maar ik ga geen maand wachten op een antwoord." en zonder verdere af te wachten stapte Camilo het lokaaltje uit. Tijdens de middagpauze, zat Camilo te luisteren naar de dagelijkse portie zever die in de havenkantine geserveerd werd. Daar beleefde hij steevast veel plezier aan, want wat daar afgezeikt werd was simpel maar eerlijk. Want tegen mensen die naast hun schoenen liepen, wat eigenlijk opzichelf al een hele prestatie is, probeert U het zelf maar eens, kon Camilo niet. " Er lopen 2 zandkorrels in de woestijn " zei Gust, een boom van een veertiger die sinds zijn veertiende op de dokken werkte. "Zegt dien enen zandkorrel tegen den andere, we zijn hier weg joeng, want we zijn omsingeld." groot jolijt in de kantine, want Gust was een moppenverteller waar ze bij VTM grof geld zouden voor betalen. Niet dat al z'n moppen evengoed waren, maar hij kon ze wel goed brengen. "zeg Camilo, ik heb gehoord dat gij wilt stoppen hier?" vroeg Gust Verwonderd keek hij op "Hoe weet gij dat al, is het comérekrantje al zo rap." "Ja, ik heb dat gelezen op het Internet" "Ha, op het Internet. Gust, gij kent het verschil nog niet tussen een tv en een computer." antwoordde Camilo plagend. "Serieus, gaat gij vertrekken?" Ondertussen zat de rest van de tafel Camilo nu ook vragend aan te kijken. "Ja, ik vertrek, zodra ze mij laten gaan." "Allé joeng, en wat gaat gij doen" "Boeken schrijven." "Wie wil er nu boeken gaan schrijven?" "Ik, en nog ongeveer 20 miljoen anderen voor mij." "Awel, zei Gust, als gij vindt dat ge dat moet doen, dan moet gij dan maar doen." Dat was wel een reactie die Camilo kon gebruiken, want nadat de Foreman hem aangekeken had alsof hij rijp was voor het zothuis, was er toch alweer een heel klein beetje twijfel in zijn voornemen geslopen.
Om zich verder, over vanalles en nog wat te inlichten voor zijn schrijverschap, keek Camilo ook regelmatig televisie. Het toeval wou dat zijn lichtbakje en afstandsbediening het op een akkoordje gegooid hadden om vrt op te zetten bij het begin van "De slimste mens ter wereld." "Nu," dacht Camilo "Zou de slimste mens ter wereld echt in Vlaanderen wonen?" Want sedert mijn vriend Tom, vertrokken is uit België, kom ik maar weing interessante mensen meer tegen. Slim. Wel Tom is ook niet slim, maar in ieder geval niet vervelend." Na deze gedachte concentreerde onze vriend, of vijand, lijk u wilt, zich op het programma. Waarin onder andere Sergio viel te bewonderen. Die Sergio, ontdekte Camilo, dankzij de deskundige uitleg van de presentator, had nooit universiteit gelopen, noch één of ander klinkend diploma. Dat vondt Camilo wel een interessant gegeven, temeer omdat naast hem Lukas Van Der Taelen zat, waar de pretentie van afdroop. Wat een vervelende klier. Die vent had een air alsof de nulmeridiaan langs zijn gat passeerde, en dan nog met een gemaakte intelectuele blik de vragen fout beantwoordden. Alhoewel toen Sergio de vraag van de knoflooksaus niet kon beantwoordden, Camilo ook even zijn woede moest verbijten om zijn favoriete kandidaat niet eventjes onder te vloeken. Toen het programma eindigde en de blonde dame, die naar de naam Caroline Gennez luisterde, al het mannelijk grut voor de vierde keer op rij op een hoopje had gespeeld, dacht hij: "Met wat ik hier gezien heb kom ik ook niet veel verder om schrijver te worden." Al dacht hij er meteen na: "Dat vrouwmens, Caroline, heeft een snuit en zeker een stem, waar alle doden der Maldegemse oorlogsbegraafplaats een appelflauwte van verliefdheid van krijgen. Tot ze te horen krijgen dat dat mens actief is in de politiek. Want behalve van lood, hebben die dode krijgers ook de buik vol van politiek. Toch niet getreurd, onze zapmachine tovert mischien nog wel iets van waarde tevoorschijn, als ik maar lang genoeg blijf zappen natuurlijk." En al zappend viel Camilo in slaap, met z'n kop boordevol ideeën, maar nog geen duidelijk beeld hoe te beginnen met zijn pas verworven schrijverschap, al was hij de enige die het nu wel zeker wist: "Schrijver zal ik worden, en schrijver ben ik."
Terwijl Camilo zijn sigaretje rolde, ging het drukke havenleven door. Al leunend tegen de grote havenloods van "Den Dokwerker", keek hij rond. T'werk zat er bijna op voor vandaag. en dat was maar goed ook, want die verdomde Panamese boot tot de nok vol met maniok, had voor vandaag genoeg zijn longen geteisterd. De rest van zijn collega's waren bezig de grote laadluiken te sluiten zodat de boot terug kon vertrekken, met alweer een andere lading naar één of andere godvergeten bestemming.
Na 16 jaar in de Gentse haven te hebben gewerkt, wist Camilo nog steeds niet goed wat hij hier uitspookte. Hij was nu 36, en eigenlijk vondt hij dat het tijd werd dat hij nu maar eens ging leven. Met leven bedacht hij, denk ik aan mijn zin doen. "Want met die bende zakkenwassers hier schiet ik ook niet echt op." Bij het naar huis gaan, viel hij binnen in z'n vaste kroeg. Een niet echt goed verlichte volkscafé, waar men nog van die tafeltjes had met bakjes aan de zijkant, om je pint in te stellen bij het beoefenen van één of ander kaartspel. Die bakjes waren een uitvinding van de Vlaamse meubelmaker Aloies Wieze. Vandaar dat men in vele verbruikzalen in Vlaanderen nog steeds zegt "Zullen we ne keer Wiezen" waarna men aan een dergelijk tafeltje gaat zitten roepen, tieren, en met de vuist het tafeltje martelt.
Na het bestellen van z'n pint vroeg hij aan de barmeid: "Wat vindt jij van abortus bij legkippen." Compleet idiote vragen stellen waren een hobby van Camilo. Vooral omdat de wereld bevolkt was met een voldoende percentage idioten die deze vragen dan nog serieus namen ook. Het mens trok een quasi inteligent gezicht. "Ja," zei ze "Mensen staan niet stil bij dergelijke dingen, maar inderdaad zou een massale aboruts bij legkippen wel een oplossing zijn, want dan zouden die diertjes niet meer hoeven af te zien, daar hun economische waarde daalt tot nul." Ze keek fier rond in haar café om te zien of iedereen het wel gezien en gehoord had, dat ook zij een mening had en bovendien een volledige zin kon uitspreken zonder te stotteren. Inwendig lachte Camilo zich een breuk, "Leve de totale onzin." "En gij Camilo, hoet staat het met de liefde, jongen." "Goed, goed," Antwoordde hij opgeschrokken uit zijn overpeinzingen. Sinds kleinsaf had Camilo altijd vrij goed met woorden kunnen goochelen, en de laatste tijd was hij er meer en meer van overtuigd dat hij beroepsschrijver wou worden. Daar had hij het nog vele malen over gehad met zijn overleden vader. Nu was die vader een nuchtere boer van het Spaanse platteland, die in 1970 naar België was gekomen om zijn gezin te kunnen onderhouden, en ook al omdat hij in een zatte bui verteld had dat Franco een kippenneuker was, en zoiets kon je beter niet in het openbaar doen tijdens het Franco regime. "En wat gaat ge schrijven, gebruiksaanwijzingen voor koffiezetapparaten?." was het standaardcommentaar van ouweheer. "Neen, boeken." "Hebt ge iets te vertellen?." "Niet echt." "Wacht dan maar met je boek tot je wel iets te vertellen hebt." Dat was nog niet zo'n slecht idee vond Camilo. Maar dezer maanden begon hij wel iets te vertellen te hebben vandaar die onrust om het toch maar te gaan riskeren. "En al zijn het in den beginne gebruiksaanwijzingen over staafmixers, dan zij het zo" Dacht hij. "Want een schrijver moet goed ingelicht zijn over alles en nog wat, want stel dat in één van mijn boeken iemand een abortus uitvoert met zo'n staafmixer, en ik weet niet over hoeveel standen dat ding beschikt, of over hoe je dat ding moet schoonmaken, dan sta ik wel mooi voor aap.
Sedert gisteren is mijn pagina www.tomlievens.com niet te bereiken. Dus moet ik het voorlopig stellen met www.bloggen.be/tomlievens. Ik heb een probleempje met met mijn server, want zoals iedere rechtgeaarde prutser, host ik die pagina namelijk zelf. Na het updaten van de ip is mijn server zodanig goed beveiligd dat hij zelfs de webpaginas niet meer serveert. Tot deze morgen vier uur heb ik veel plezier beleefd aan mijn toch nog steeds uitgebreide scheldwoorden woordenschat.
Het is weer bijna zover. Het Kerstfeest. Dit feest was ooit de aanleiding tot mijn eerste aanvaring met het clerus. Enfin, clerus, de godsdienstleraar. Als braaf kereltje van 10, uit het Gentse volgde ik godsdienst, zoals dat betaamde. En op die leeftijd was ik een nog een braaf Vlaams manneke die altijd goed oplette in de klas, maakt U zich geen zorgen, daarna is alles goedgekomen.
In de geschiedenisles hadden we geleerd dat je nooit het jaar 0 mocht zeggen, want dat zoiets niet kon bestaan. Niet onbelangrijk, die tiep van geschiedenis deelde ons plechtig mede: "Onze jaartelling is de Christelijke jaartelling." Twee dagen later, godsdienstles. Die vergrijsde naar moteballen ruikende figuur van godsdienst maakt ons deelgenoot van het Kerstverhaal, "Op 25 december, werd het Kindeke Jezus geboren." Om eventjes te tonen dat ik bij de pinken was, steek ik mijn vinger op en krijg de toestemming te spreken. "Meneer, gij vergist U, t'is op den eerste januari, dat diene kleine ontsnapt is aan Maria haar baarmoeder. Want in de geschiedenisles heeft men ons verteld dat onze jaartelling begint op de geboorte van de verlosser. Ge zijt dus een week mis" Daar kon onze gerespecteerde burger niet echt mee lachen, temeer omdat hij niet direct een kant en klaar antwoord klaar had. Daar had die droogstoppel zelf nooit bij stilgestaan, dat er ergens in bijna 2000 jaar gefoefeld was met een week. En dat vinden die leraars dus niet echt leuk om voor aap gezet te worden door een 10-jarige snotaap. Nen ellenlange uitleg over de zon die draait en de kalenders die bijgewerkt moeten worden door de jaren heen was het gevolg. Nog steeds niet overtuigd, replikeerde ik, en dat had ik dus beter niet kunnen doen: "Nu snap ik wat het geloof betekent, meneer. Ik moet gewoon geloven wat gij mij vertelt, maar dus vooral niet denken, Ja? En als ik het niet geloof, zult gij mij wel een andere blaas wijsmaken." Resultaat, U raadt het al, met mijn klikken en mijn klakken naar de directeur. Nu had die directeur ook niet direct een antwoord klaar op die kalender die niet klopte. En ik had zo lichtjes de indruk dat die directeur en de clerusman niet direct de grootste vrienden waren, Dus kwam ik er vanaf met een uurtje papiertjes rapen op de speelplaats.
Het uitnodigen van een eenzame is nog zoiets, want als we iets doen moeten we het goed doen. Dus als de ganse familie gezellig, of wat daarvoor moet doorgaan, bijelkaar zit moet er persé een eenzame uitgenodigd worden. Dat kan gaan van de Burgemeester van Schellebelle tot een of andere arme sloeber die al jaren aan de drank is. Het mooie van gans die kermis, en neen ik ben geen t vergeten, wel degelijk kermis, is dat ons geweten gesust is met één keer per jaar zoeits te doen, de andere 364 dagen van het jaar kan dat gajes van eenzamen, gaan eten bij Poverello en dus de pot op.
Gezellig kerstfeest, en wie mij wil uitnodigen op zijn kerstdiner moet er wel mijn twee nakomelingen en echtgenote bijnemen, want ik ben een eenzame met stijl.
Of goedenacht, zo is er voor elk wat wils. Ik heb vandaag een rustige dag gehad, dus heb ik feitelijk niet veel te melden. Toch zet ik me aan het typen, want dat is wat me meestal helpt om dan toch weer één of ander schrijfsel te doen ontstaan.
Wat vandaag echter niet blijkt te lukken.
Dus rest mij alleen nog deze rotcomputer af te zetten en een schrijfsel in boekvorm van een andere idioot ter hand te nemen en te zien of ik daar nog wat plezier aan beleef.
Pinochet is dood, leve Pinochet. Ik zat vandaag weer eens in een lokaal cafetje een carajillo te drinken,(espresso met cognac) met de krant in de hand. Op de voorpagina van La Vanguardia (Spaanse krant) stond een foto met drie jongeren naast de kist van Pinochet , die de het nodig vonden om de Hitlergroet aan dat rottende lijk te brengen. Nu vraag ik mij af: " wat drijft drie jongelingen om urenlang in de rij te staan om een compleet achterlijk gebaar te gaan brengen aan de zijde van een crimineel die uit karakterloosheid toch maar eventjes een paar duizend mensen om zeep geholpen heeft." Ik snap het niet. Vanwaar die gedrevenheid? Ik snap wel gedreven mensen, maar de enige mensen die echt in positieve zin iets bereikt hebben met hun gedrevenheid, zijn figuren die die gedrevenheid aangewend hebben uit egoisme en overtuiging, en niet uit graatloosheid. Want wees nu eerlijk, wat heeft die vent bereikt? De krantekoppen gedurende vele jaren omdat hij een heleboel mensen afgemaakt heeft. Iets anders heeft die kerel niet gedaan. En dan gaat de aartsbischop van Santiago de Chile die vent nog eventjes een begrafinismis cadeau doen. Ja, mee alle Chinezen maar nie mee den dezen. Gedrevenheid uit egoisme en overtuiging, Galileo, Jean Paul Sartre, Simone de Beuavoir, etc..
T'zal er wel met te maken hebben dat we het met z'n allen hier zodanig goed hebben, dat we geen afgoden zoals Pinochet, Hugo Chavez of Fidel Castro nodig hebben. Laten we de dit gegeven dan ook koesteren. Want ik vindt het ook wel erg dat een heleboel mensen bij Volkswagen hun job verliezen, maar laten we het bos door de bomen blijven zien. We hebben het nog nooit zo goed gehad, en we hebben nog nooit zoveel geklaagd. Waar maken wij ons druk over? We kruipen iedere avond met onze dik gevulde pens onder de warme lakens in onze nest. En we klagen steen en been over alles en nog wat. De negerkes. De dikke buikskes. De armoe. Ik vind dat verschrikkelijk, en ik geef toe dat mijn kijkkastje direct naar een ander zender wordt geafstandsbediend ( mooi woord hé ) als dergelijke beelden op mijn beeldbuis worden geprojecteerd . Waarom? Wel omdat we met z' n allen geen milimeter van onze rijkdom willen opgeven. We wonen in huizen waar wel 6 negerkes bij kunnen, we gooien genoeg vreet weg om een kwart van Afrika mee te voeden. Maar zijn we bereid om 6 negerkes op te nemen in ons kot? Neen. Steek ze maar met z'n allen in het klein kasteelke, daar zitten ze goed. En ze durven nog klagen ook, dat zwart crapuul!! Dat is de algemene gedachtegang. Maar als tante Philomene komt logeren zijn we al meer dan tevreden als die ouwe taart na 3 dagen oprot, want het is geen leven in huis met iemand meer. Maar wel allemaal aan 11.11.11, een aalmoes storten om ons geweten te sussen. Ik geef gewoon eerlijk toe dat ik leef als een koning vergeleken met 98 procent van de bevolking, en dat ik graag mijn zweetvoeten op mijne zetel leg als ik daar zin in heb. En ik geniet met volle teugen van die rijkdom, want ik heb nu eenmaal de loterij gewonnen om geboren te worden in één van de rijkste delen ter wereld. Mijn gedrevenheid bestaat erin om mezelf daar dagelijks aan te herinneren en eerlijk te wezen tegenover mezelf.
Gisteren en deze morgen heb ik een beetje rondgefietst op verschillende blogs om te zien wat anderen zoal uit spoken op hun blog. Het was voor mij een openbaring. Een aantal blogs spraken mij wel aan, een uitschieter was de blog van stienie. Ook Menck was zeker niet onaardig om een tijdje te vertoeven en door te lezen.
Goed, dit gezegd zijnde, en getypt hebbende ga ik nog een beetje verder lezen op andere blogs.
Het was weer zover, ik had het in mijn niet al te lelijke kop gehaald om het vrouwtje te verassen. Met wat kon ik haar zoal verassen? Koken. Het arme schaap komt s'maandags rond halfdrie s'namiddags aangestrompeld in onze nederige stulp, oververmoeid van weer een hele ochtend een bende hopeloze tieners rustig te houden. Dat is toch zo ongeveer wat leraren vandaag de dag doen, want aan les geven komen ze al lang niet meer toe. Bon, koken dus. Hier in de Spaanse contreien wordt zowiezo al een stuk later gegeten, dus halfdrie was geen slecht uur om mijn verrassing tot haar recht te laten komen. Na het uitbroedden van dit idee zat ik al meteen opgescheept met het volgende probleem dat zich stelde: "wat zou ik gaan klaarmaken?." Nu beschikken we over allerlei hulpmiddelen vandaag de dag om aan ideeën te komen, dus niet getreurd en direct de autosnelweg der informatie gaan raadplegen, zijnde het Internet. Nu heeft dat Internet tal van voordelen, maar evenzoveel nadelen. Eén van de nadelen die ik aan den lijve ondervind, is dat eenmaal op dat net, geraak ik steevast verdwaald. Het heeft een beetje weg van een straat vol cafés en een bakker, je neemt jezelf voor om brood te gaan kopen, maar belandt geheid in een der cafés. Zo ook was ik deze keer alweer op allerlei plaatsen belandt waar ik niets te zoeken had, maar toch graag vertoefde. Mijn krantje lezen, t'is te zeggen de site van het volk, mijn elecktronische post sorteren, nog snel even langs op gmail om te zien of daar nog iemand iets interessants heeft nagelaten, en last but not least nog snel even mijn eigen blog bekijken. Na al deze activiteiten begon het al aardig laat worden en was ik nog geen zak opgeschoten met mijn "wat gaan we klaarmaken vraagstuk".
Toen kwam ik op het lumineuze idee om eventjes het plaatselijke bar/restaurant aan te doen en kijken wat zij zoal aan lekkers op het menu hadden staan. Na het bekijken van het menu zag ik niet echt een spectaculair gerecht die mij deed watertanden. Tot ik ineens een plaatselijke boer met een aantal levende kippen het restaurantje zag binnenkomen. Dat was het, ik zou Gentse waterzooi bereiden. Opgetogen over mijn idee sprak ik deze boer aan en vroeg hem of hij mij één van zijn kippen wou verkopen. De goede man was daar meteen toe bereidt. Eénmaal thuis aangekomen moest ik dat beest natuurlijk doden, en daar had ik dus niet aan gedacht in al mijn enthiousasme bij de aankoop van dit schepsel. Nu ben ik van geen kleintje vervaard, maar iemand het leven beroven vond ik toch maar een bizarre bezigheid op een nazomerse middag. Dus al bij al stapelden de problemen zich op bij het willen verrassen van mijn vrouwtje. Ik had al een hoop tijd verspeeld, en zat nu ook nog eens met een levende kip opgescheept.
"Niet getreurd," dacht ik "we maken er gewoon een broodmaaltijd met armoepaté van." Dus snel naar de plaatselijke supermarkt de goodkoopste paté, een fles wijn en een paar stokbroden gaan kopen. Nu moet ik wel een paar woordjes uitleg geven bij die armoepaté, toen wij nog zeer jong en mooi waren, nu zijn we alleen iets ouder, hadden wij bijna nooit een rotte frank. Bij grote honger en even zo grote finaciele problemen was de goedkoopste paté nog altijd een feestmaal.
Eenmaal thuis met mijn schatten dekte ik de tafel, sneed het brood. De tafel was niet rijkelijk gevuld, bijlange niet, maar het het had wel iets gezellg. Toen het vrouwtje thuiskwam, zag ze mijn festijn op de tafel staan, en tot mijn grote opluchting zei ze met blinkende ogen "Hoe romantisch, een armoepatédiner, dat is lang geleden."
Deze dame op de foto is niet zomaar een dame. Ze was destijds een diva, daarna uitgegroeid tot een monument, alhoewel van tijd tijd tot tijd zeer ambetant, als ik weer eens in mijnen pamper had gescheten, dan had ik het geweten.
Toen ik de zoveelste maal naar huis toe kwam met vele ronde en onbeduidende cijfers op mijn rapport, zijnde nullen, Was't weer ambras, en zei ze "Doe jij maar nu de was" Na een tijdje raakte ze gewoon aan de nullen, ook al omdat ik er nu en dan wel eens magische spreuken over uitsprak, waarop de derde wereldoorlog bijna uitbrak, wantmet behulp van enen bic, toverde ik dan een ééntje voor de nul. Dat zag ze natuurlijk meteen en ik dacht gij dwaze sul, maak er in het vervolg een acht van. Dat valt niet zo op, alhoewel deze truc ook niet werkte daar de meester er altijd een nul als een kathedraal opschreef Dus toen leek die acht meer op twee bovenelkaar staande kathedralen. Uiteindelijk is alles nog goed gekomen, na 38 jaren in dit leven, heb ik nog altijd een dak boven mijn kop, en nu en dan een boterham met een schel hesp. Zelfs kan ik mij soms een pint bier veroorloven, dus wat kan een mens nog meer wensen. Zoals mijn vader het uitdrukte: "wie het kleine niet begeert, is het grote niet weerd."
Dit geschreven hebbende kan ik er weer een paar uur tegen. Als het mij terug te veel wordt, hoort U nog wel van mij.
Naam en adres van deze zieleroerselen gekend door de dame op de foto
De hond op deze foto, was een dier dat leefde in de velden en tussen de beken. Zelfs de koeien vonden hem de moeite waard en ze keken. Zelfs mijn vader keek, en nam zelfs de moeite om hem te vereeuwigen. Foto: Hond. Bouwjaar en ontwikkelingsjaar: 1968 Bouwer en ontwikkelaar: Raymond Lievens
De eerste reactie van dit blog is een feit. Een Vitalski fan genaamd Els heeft de moeite genomen om op deze nederige stek enig woorden achter te laten. Ik dank haar hiervoor zeer hartelijk.
Wat het ontvangen van Vitaya betreft, goed nieuws, ook deze zender is hier te ontvangen dus zal ik alsnog Het boekenprogramma van Vitalski kunnen bekijken. Ik zal mijn nederige doch objectieve mening over dit televisiegebeuren dan ook één der volgende dagen geven.
Ik heb terug contact met Vlaanderen. Na 14 jaar weinig of geen weetjes uit ons Belgenland vernomen te hebben, heb ik er terug het medium bij uitstek bij: De televisie namelijk. Hier in Barcelona, Spanje wel te verstaan en niet Argentinië, want daar is ook een stad die naar de naam Barcelona luistert ( Voor zover steden luisteren ), breng ik mijn levensdagen door, of wat daar moet voor doorgaan. Nu ik weer kan genieten, kotsen, huilen, blij wezen en niet onbelangrijk kan kijken en luisteren naar deze zenders, begin ik terug een klein beetje onze hedendaagse nationale helden te kennen. Eén van deze helden, of wat daar moet voor doorgaan, zag ik een maandje of twee geleden verschijnen in het programma "De rechters". Deze figuur noemde zichelf Vitalsky, ik was aangenaam verrast om onze Nederlandse taal te mogen aanhoren in al zijn glorie. Het ritme, accent en woordgebruik van de genaamde Vitalsky sprak mij wel aan. Het spijtige is dat die vent dezer dagen niet met zijn kop op de televisie verschijnt. Toch moet ik opmerken dat mijn oude held nog springlevend is, namelijk Herman Brusselmans. Als Gentenaar kan ik niet anders dan genieten van zijn hersenspinsels, al die jaren dat ik weinig of geen contact gehad heb met onze Vlaamse helden, ben ik hem wel blijven volgen, d.m.v. boeken die ik eenmaal per jaar bij deSlegte kon aanschaffen. Een ander voordeel van de prachtige uitvinding die sateliettelevisie is, is dat je er ook radio mee kan ontvangen, U raadt het al, onze vlaamse radiostations zijn nu ook te onvangen! Dus nu kan ik ook terug genieten van het Vlaamse zing-en muziektalent. Ik zal vlijtig blijven doorkijken en luisteren om onze nieuwe helden te leren kennen.
Nu het toch Sinterklaas dag is, dacht ik bij mezelf: "Ik wil een geschenk.". Niet zomaar een geschenk, neen, iets waar ik lange tijd mee bezig kan zijn en mischien ook wel iets waar andere mensen plezier, ergernis, verdriet of blijdschap kunnen aan beleven. Dus voor wie zin heeft om een aantal letters in een bepaalde volgorde op dit blog te spuien of comentaar te geven op wat hier dagelijks verschijnt, zou ik zeggen: "ga je gang" Het blog is gloednieuw, buigt U zich maar naar voren en geniet van de nog nieuwgeurende blokjes en berichtjes.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.