Het zwemmen en de atletiek brachten ons de voorbije zomer Europese kampioenschappen. So what, hoor ik jullie denken. Ik ben van mening dat deze twee sporten de waardemeter zijn voor wat een land kan brengen op Olympische Spelen. Je kan er op geen enkele Spelen om heen, de hoofdbrok wordt geserveerd in het zwemmen en de atletiek. Netjes opgedeeld in elk een week, niet toevallig.
Atlanta 96 was voor België één van de beste Spelen van de laatste decennia en alles begon daar met het goud van Fred Deburghgraeve op de 100m schoolslag. In Athene 2004 had België geen enkele zwemmer, het totaalresultaat was negatief. Beijing 2008 was ook weer niet zo schitterend, maar dankzij het goud van Tia Hellebaut in het hoogspringen en het zilver van de estafettemeisjes op de 4x100m werden deze Spelen hoger gewaardeerd in dit land.
Wat betekent dat dan voor Londen en Rio? Wat atletiek betreft zitten we wel goed. Er is talent en dat talent komt in aanmerking voor finales op de komende Spelen. De Borlées bewezen op de 400m tijdens het voorbije EK zonder twijfel kandidaat te zijn voor een finale. Daaraan gekoppeld moet ook de estafetteploeg 4x400m hiervoor in aanmerking komen. Svetlana Bolshakova is een kadootje dat we kregen en in dank moeten aanvaarden. Wat mij vooral bezighoudt, is wie er de komende jaren aankomt. Op dat vlak was het WK voor junioren positief. Vier finalisten en drie atleten tot in de halve finale lijken aan te geven dat er in atletiekland goed werk wordt geleverd.
Maar dan heb je natuurlijk nog mijn andere waardemeter, het zwemmen. Een twijfelgeval. Ward Bauwens en Jasper Aerents zilver en brons op het voorbije EK junioren. Knap, maar in vergelijking met atletiek is Europees zwemniveau veelal verder verwijderd van wereldniveau. Amerikanen, Australiërs en Aziaten drukken internationaal veel meer hun stempel in het zwembad dan op de piste. Het EK senioren was er dan weer ééntje die te wisselvallig was. Glenn Surgeloose was OK, maar achter hem kregen we toch iets te weinig. Kimberly Buys en Elise Matthysen werden twee jaar terug nog toptalenten genoemd. Ik hoop dat hun wisselvallige prestaties te maken hebben met het vrouw-zijn. Bijkomende opmerking bij het zwemmen is dat er de voorbije jaren toch te gemakkelijk talent verloren ging of even snel weer verdween als het gekomen was. Loopt daar ergens iets mis?
En tenslotte kan ik me niet ontdoen van de indruk dat ons zwemland wat uitgekeken is op de heren Obreno en Gaastra. Sorry guys, geen twijfel over jullie capaciteiten als trainer. Daarvoor hebben jullie al teveel succes geoogst. Maar ik hoor al te lang hetzelfde verhaal en dat komt niet echt motiverend over. Aan elk trainersverhaal komt een eind, misschien zijn onze zwemmers toe aan een nieuwe badmeester.
Conclusie is dus fifty-fifty. We scoren internationaal een pak beter dan een aantal jaren geleden. En ik ben ervan overtuigd dat dit zijn positief effect zal hebben op de kleinere sporten. Maar voor Londen krijg ik meer en meer het gevoel dat een viertal medailles toch het maximum zal zijn en dat zijn er drie of vier te weinig.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Joerie Devreese is een sportliefhebber pur sang. Eentje die nog wakker blijft om echt alles te volgen. Sinds vijf jaar organiseert de Deurlenaar de Omloop Het Nieuwsblad voor vrouwen. Regelmatig geeft Joerie -exclusief voor deze blog- zijn kritische kijk op de sport en op de Olympische Spelen. Meer nieuws over de voorbije en de komende Olympische Spelen vind je op zijn blog www.bloggen.be/deolympischedroom.
|