Als mieren slingeren kolonies door ons land,
ze komen van uit het zand om te eten uit onze hand
en geen een kan hen tegenhouden en ik zit met vragen
hoewel ik mij niet aan diepzinnig denken zal wagen
en enkel beseffen zal wanneer het zal beginnen dagen
om, hoe lang wie die touwtjes leiden kan, mij te bezinnen
dit soort mieren voor immer te verdringen.
Het is aartsmoeilijk en op gevaar van leven
te loeren van achter de gordijnen al is t maar even
naar wat zich afspeelt daarbuiten
en enkel toch maar binnenshuis mn ongenoegen te uiten.
Onze leenheren hebben ons, vazallen, bedrogen
en verzwegen de zin van deze invasie: hebben ons belogen,
uitgezogen en ons opgezadeld met lasten allerhande
en ik peins over een mensje dat haar huisje verpandde
om nog zo lang als mogelijk te kunnen blijven leven
en opgelegd door die hoge heren de eigen bevolking te geven
wat ze aan overschot heeft kunnen behouden
na dit vreemd tuig te hebben móeten onderhouden
Wat ben ik blij dat ik met een dubbel gevoel zit:
ik kijk naar de foto van mijn moeder en ben zo froh
zoals de Duitsers hun blijdschap plegen uit te drukken,
omdat zij dit allemaal niet nóg eens moet meemaken,
dat zij zich niet van uit haar graf moet offergaven
om ons niet in onze wereld te laten ondergraven
maar t gevaar loert...
Kristin oktober-november 2015
foto imgur.com