Het is stil, onhoorbaar stil.
Ik luister naar de stilte maar die laat niemand toe,
wil enkel stil zijn, nog moe.
Ik hoor het ruisen van mijn oren, het bonzen van mijn hart,
ik durf niet te zuchten want dan verbreek ik die broze stilte
die toch zo stil kan zijn, en hoe
Zachtjes neergevleid op mijn stille bed blijf ik luisteren
naar die stilte die niet verraadt hoe zij gekomen is.
Ik bekijk mensen op een foto die onbeweeglijk stil staan,
die zwijgen, niet kibbelen, die niet tieren noch gillen,
die ik niet hoor fluisteren want de stilte maakt geen geluid,
voor elkeen verschillend maar zo door mij zo te verstaan,
want ook buiten hangen ook de nog enige blaadjes stil,
en onwezenlijk word ik plots angstig door die stille lied
in mijn hoofd dat ik een halt wil toeroepen.
Ik poog mijn keel te schrapen, maar ook die maakt geen geluid,
zou ik dood zijn?
Eén seconde wou ik de stilte hebben verstoord,
voor wie, voor wat, ik weet het niet
Ineens hoor ik de stilte niet meer: stemmen schallen door de lucht,
musjes kwetteren, en autos razen mekaar voorbij en hoe:
deuren slaan dicht, rennende voetstappen bonken op een trap
en ik ben blij dat het niet stil meer is, dat ik toch leef!
Blij gezind sta ik op en sla míjn deur hard achter mij toe.
Kristin van herfst naar winter 2010