Stille
zaterdag
In
een recent interview
van Jan Jagers, voor Magazine
Universiteit Antwerpen,
met Jeffrey Sachs, topadviseur van de secretaris-generaal van de VN
en 's werelds grootste econoom van dit eigenste ogenblik, herinnert
de eredoctor aan een fenomeen waarover bijvoorbeeld ook 'de laatste
getuigen' [van de holocaust] het hebben en dat verwant is met wat
Primo Levi betitelt als het allergrootste kwaad, zijnde de
onverschilligheid: "(...)
Hoewel we kúnnen samenwerken, lijken we desondanks in een tijd te
leven die compleet gevangen zit in toenemend wantrouwen, waardoor
zelfs het gevaar op wereldwijde vernietiging dreigt. (...) De opkomst
van vooral China, van Azië, betekent het einde van de door het
Westen geleide wereld zoals we die de laatste 250 jaar hebben gekend.
Opmerkelijk is dat de VS (...) nu zelf onstabiel is en in vele
opzichten een schurkenstaat, a rogue nation. Jammer genoeg. Met een
mentaal zieke president kan je dit moment niet anders zien dan als
dramatisch. (...)
Ik vrees een nucleaire oorlog. (...) We
zien zoiets nooit als een optie tot het echt gebeurt, omdat onze
psychologie zulke risicos simpelweg niet kan verwerken. (...)
Vliegende ganzen in radarstralen hebben we geïnterpreteerd als
intercontinentale raketten uit Rusland, ook radarreflectie op de
opkomende maan is daar al voor doorgegaan, en zopas was er in Hawaii
vals alarm over een nucleaire aanval (...). Het is twee minuten voor
middernacht. Alle mensen van goede wil moeten nu opstaan en nee
zeggen (...)" (1)
Onze
psychologie kan dit niet verwerken: als
een kwaad maar groot genoeg is, zal het niet langer als zodanig
gelden doch daarentegen als een goed. Om die reden wordt de naam van
Napoleon Bonaparte (1769-1821), een der grootste massamoordenaars
aller tijden, alom in ere gehouden met reusachtige standbeelden en
andere eretekens bij de vleet; naar hem worden in alle metropolen ter
wereld restaurants en cafés genoemd en zelfs allerlei luxeproducten,
incluis dranken en bonbons, alsof hij een sinterklaas was of een
paashaas. Hetzelfde geldt voor Nero (37-68), Mao (1893-1976), Stalin
(1878-1953) en vele andere tirannen. Het droppen van de atoombommen
op Hiroshima en Nagasaki die in één klap een kwart miljoen mensen
ter plekke deden verdampen zodat het enige spoor dat van hen restte
een zwarte vlek was op de grond, wordt niet alleen herdacht door de
slachtoffers: ook de daders bleven hun heldendaad vieren, onder meer
met de tentoonstelling in het National Air and Space Museum, in
Washington D.C., van de belangrijkste onderdelen van de Enola Gay
het vliegtuig waarmee de bommen werden gedropt tot de dag dat het
tuig met verf en bloed besmeurd werd. En de Japanners werden sinds
die zwartste dag uit hun geschiedenis de beste bondgenoten van de
moordenaars van hun volk.
Onze
psychologie kan een zo groot kwaad niet verwerken of toch niet
meteen. Want als er vele, vele jaren overheen gegaan zijn, blijft
uiteindelijk de waarheid over. Zo kwamen heel lang geleden de eerste
mensen Amerika in via het Noord-Westen dat aan het Noord-Oosten van
Azië grenst en zo bevolkten geelhuiden met pikzwarte haren
Chinezen dat continent totdat zij daar door Europese goudzoekers
werden verdreven, gescalpeerd of in reservaten ondergebracht met
gratis alcohol dat de zogenaamde Indianen echt Chinezen zijn,
verraadt ons zelfs hun beider poëzie. (2) Hollywood ten spijt met
zijn op nog ongerepte breinen mikkende propagandafilms over
heldhaftige cowboys, weet nu stilaan iedereen hoe gigantisch de
leugens zijn die door de oorlogsmachinerie gebrouwen worden.
Maar
als onze psychologie niet in staat is om een kwaad te verwerken dat
al te groot is, waarom zou hetzelfde dan niet waar zijn voor een al
te groot goed? Het is bijvoorbeeld algemeen geweten dat het
menselijke besef van het mirakel van het leven bijzonder ontoereikend
is. Of spreken de kwistigheid met levensbelangrijke zaken, met
mensenlevens en met levende soorten dan geen boekdelen? En het gemak
waarmee men oorlog voert, de onbezonnenheid van landen en hun
leiders? Onze psychologie blijkt derhalve evenmin in staat om een
goed dat al te groot is, te bevatten. Vandaar de vraag: zou het niet
kunnen dat niet slechts het leven maar evenzeer het eeuwig leven of
de verrijzenis behoren tot die goederen waarvan de omvang het
bevattingsvermogen van onze psychologie simpelweg te boven gaan?
Want
dat wij het wonder van het biologische leven altijd zo fel onder zijn
waarde schatten, komt doordat wij eraan gewoon geraakt zijn, zoals
men zo vaak zegt, en gewenning is niets anders dan ongevoeligheid,
psychisch onvermogen of een tekort aan besef. En gaan zij die het
leven na de dood verwerpen omdat zij zeggen dat niemand dit bevatten
kan, er dan niet verkeerdelijk vanuit dat het leven vóór de dood
wél bevattelijk zou zijn? Ja, zij verwijzen naar de wetenschappen,
die de religie van de nieuwste tijd zijn, maar zij blijven een
religie. Want meer dan beschrijvingen geven de wetenschappen
vooralsnog niet. Meer kan onze psychologie vandaag kennelijk niet
verwerken. Pasen blijkt een zaak voor veel en veel later een zaak
voor een tijdperk dat nog volgen moet op dat van de vrede, dat nog
lang niet in zicht komt. Wij houden noodgedwongen halt bij Stille
Zaterdag.
(J.B.,
Paaszaterdag 2018)
Verwijzingen:
(1)
https://www.uantwerpen.be/images/online/magazine/MUA27/#6/z
(2)
https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3062603
|