Vrijheid van
meningsuiting en immoraliteit
Wat
is het verschil tussen het plegen van moorden en het aanzetten ertoe?
Want woorden zijn niet zomaar klanken en krabbels zoals bepaalde
libertijnen ons willen laten geloven: woorden kunnen wapens zijn. Een
bevel aan een gehoorzame kan exact dezelfde uitwerking hebben als het
overhalen van de trekker van een geladen geweer. En heeft men het
over ideologieën die ten strijde roepen, dan worden woorden bommen.
Het
vandaag zo vaak gehoorde onderscheid tussen meer en minder humane
vormen van terechtstelling, verkapt niet alleen de ernst van de
misdaad maar tevens de gevaarlijke leugen dat er zoiets als
'menselijke moord' zou kunnen bestaan. De injectienaald maakt de
doodslag minder bloederig en misschien ook minder pijnlijk en dit
uiteraard vooreerst voor beul en publiek maar geheel
onafhankelijk van het moordwapen handhaaft zich het beoogde
resultaat.
Het
moordwapen kan zelfs volstrekt afwezig zijn en de dader of de daders
buiten schot, zoals in het geval van onze dagelijkse dertigduizend
hongerdoden. Hetzelfde geldt voor de spoorloze moorden van het
spirituele soort, verkapt als suïcide: erkenning wordt uitbundig
geëtaleerd, miskenning daarentegen doodt doeltreffend door het
achterwege laten van handelingen waar deze levensnoodzakelijk
zijn, en dat geschiedt uiteraard altijd zonder getuigen.
De
moordpartijen van het laatst genoemde kaliber voltrekken zich
derhalve op een immaterieel slagveld waarop ons pas een blik wordt
gegund als dit de heersende politiek in de kaarten speelt, wat wil
zeggen dat het vrijwel voor eeuwig en drie dagen aan het oog van de
massa onttrokken blijft. Het volk wordt immers gewend gemaakt aan
opgelegde door sancties bekrachtigde wetten en normen waarvan
het, ingevolge het stilzwijgen dat onafwendbaar voortspruit uit
repressie, op de koop toe gaat geloven dat de navenante plichten en
verbodsbepalingen uit het eigen persoonlijke geweten voortkomen,
algemeen menselijk zijn, vanzelfsprekend en zelfs natuurlijk. De
media zorgen er wel voor dat quasi elkeen 'weldenkend' wordt en zo
onderscheidt men de musts correct en zelfs angstvallig van de
not dones. Een receptiementaliteit perverteert onze zielen.
Wat in is, welke toon men dient aan te slaan, wie respect
verdienen en wie men negeren moet: men komt het te weten als men de
sleutels koopt voor het decoderen van de tekens die de weg wijzen.
Men dient te betalen om erbij te kunnen blijven horen, om mee te
kunnen blijven praten, om niet uit de boot te moeten vallen. Zij die
onze levensmiddelen in beslag namen, heffen een tol en wie weigeren
te betalen omdat zij oordelen dat het leven van iedereen is, krijgen
het stempel illegaal, waarna hen de toegang tot voedsel,
drank, kledij en onderdak wordt ontzegd.
En
zo bestaat het dat anno 2016 in de veelbelovende beschaving van de EU
met zijn luidruchtige universele mensenrechtenverklaringen, niet
alleen een oorlog woedt met in zijn zog miljoenen vluchtelingen: het
ongelooflijke is dat voor die vluchtelingen, aangespoeld op het
continent der rijken, prikkeldraad wordt opgetrokken en
concentratiekampen worden opgericht met daarin, in de prille winter
van dit reeds verdoemde jaar, doodgevroren kinderen. Alle nog
weerbare mannen die ternauwernood ontsnapten aan de gruwelen van de
verdrinkingsdood welke menigeen van hun medereizigers te beurt viel,
worden met ijzeren staven de schedels ingeslagen door neonazi's die
in trance scanderen: "Wir sind das Volk!", "Vreemdelingen
buiten!", Bommen op Syrië!" Ofwel, bij monde van sir David
Attenborough: "Let them starve!" (°)
Het
volstrekt hallucinante van de hedendaagse werkelijkheid deed ons
afdwalen van het thema maar hier is het terug: is het aanzetten tot
moord dan niet even erg als moord? Zijn woorden zomaar krabbels of
kunnen zij ook dodelijke wapens zijn? Bestaat er inderdaad zoiets als
een volstrekt onstoffelijk slagveld waar perfecte misdaden zich
voltrekken, waar moordwapens geheel ontastbaar zijn en moordenaars
voor immer spoorloos? Een strijdperk dat bovendien meer slachtoffers
maakt dan alle oorlogen samen doen?
Woorden
gesproken door mensen met macht maar zonder zin voor
verantwoordelijkheid, kunnen bijzonder vernietigend zijn. Wij weten
dat goden niet zomaar tot mensen spreken en schrijven doen zij ook al
niet. De verantwoordelijkheid van mensen die beweren in naam van een
godheid te spreken, is dan ook bijzonder groot. Wij zijn
groepswezens, wij vormen complexe maatschappijen en elkeen heeft zijn
specialisme zodat wij ons wel op anderen móeten verlaten, wat
betekent dat wij onmogelijk kunnen bestaan zonder vertrouwen of
geloof. Maar die enorme kracht blijkt tegelijk een achilleshiel. Het
mag duidelijk wezen dat geen straf groot genoeg kan zijn voor wie dit
bijzondere vertrouwen misbruiken. Wie pretenderen te spreken in de
naam van een godheid, moeten zich hiervan heel goed bewust zijn.
Nu
bestaan er mensen die beweren te spreken in de naam van God, zowel
vandaag als in het verleden. Er zijn zelfs mensen die zich als de
godheid zelf hebben voorgesteld. Wij kunnen niet met zekerheid zeggen
dat zij allen liegen, maar dat zij niet allemáál de waarheid kunnen
spreken, is een conclusie die ook elk weldenkend mens wel verplicht
is te trekken op grond van het simpele gegeven dat zelfverklaarde
profeten elkaar wel vaker tegenspreken. Religieuze leiders dragen
niet alleen een verpletterende verantwoordelijkheid: zij zijn, op
zijn zachtst uitgedrukt, sowieso verdacht.
Miljarden
mensen krijgen het katholieke geloof met de paplepel toegediend door
de zusters in de kleuterschool: reeds de allerkleinsten leren de
mythologieën kennen van het Oude en het Nieuwe Testament, de
vroomheid van de heiligen, de gebeden, de prenten, de beelden en de
goede daden. Er blijkt een gemachtigde paus en een hele clerus te
bestaan die optreden als bewaarders van het geloof, dat zo belangrijk
schijnt voor ons voortbestaan in de eeuwigheid. Het zou volstaan om
gedwee de tien geboden te volgen maar het ganse opzet van de religie
kan danig intrigeren dat men algauw hunkert naar wat eigenlijk alle
begrip te boven gaat. De katholieke theologie, met stukjes en beetjes
bijgebracht in godsdienstlessen gegeven door de plaatsvervangers van
de zoon van God zelf, heeft dan ook ontelbaren mateloos geboeid.
Zoals wij het alvast allemaal geloofden te begrijpen, zijn wij
gevallen wezens naar het voorbeeld van de duivel. Anders dan de
duivel, die hiervoor gestraft werd met de eeuwige verdoemenis,
beperkt onze straf zich tot dit leven waarin wij gelukkig tot inkeer
kunnen komen, wat dan inhoudt dat wij de zoon van God als onze
verlosser moeten erkennen. In het christendom immers wordt het
heidendom omgekeerd: de mens moet niet langer zijn eerstgeboren zoon
offeren aan God God zelf offert zijn zoon aan de mensheid. Met
zijn lijden en dood koopt Hij ons vrij. Bekeerlingen krijgen
vergeving en keren na de dood terug naar het paradijs. En is dat niet
een wens die elkeen koestert in het diepste van zijn hart?
Velen
blijken zich weliswaar te storen aan de niet altijd goede voorbeelden
van wie zich profileren als vertegenwoordigers van de christelijke
ethiek en zij verliezen hun geloof. Anderen zitten die menselijke
fouten allerminst dwars: als de leer maar volmaakt is en het zo
verlangde inzicht dat zij belooft te verschaffen. En waar het inzicht
achterwege blijft, wijt men dit euvel niet aan de leer doch aan de
eigen gebrekkige kennis en zo besluit men om niet met lezen en
studeren op te houden totdat het verhoopte inzicht wordt bereikt en
quasi alles moet daarvoor wijken.
Het
resultaat van die studie schenkt bij wijlen een grote bevrediging
maar vaak is het een vrede van korte duur: er rijzen vragen, de
theorie blijkt onaf, er duiken innerlijke tegenspraken op en er lonkt
een levenspraktijk die overhelt naar mystiek. In zijn jeugd kan men
in een relatief korte tijdspanne veel uitproberen en ervaren en omdat
men dat alles voor de eerste keer doet, laat men zich er ook
makkelijk door begoochelen. Het leven lijkt geduldig als men jong is,
maar de jaren vliegen en eenmaal zijn gevorderde leeftijd een mens
bewust maakt van zijn eindigheid, gaat de tijd dringen en beseft men
ineens dat het antwoord op die ene grote vraag waarvoor men bijna
alles heeft uitgesteld, nooit komen zal. Het vreemde is dan wel dat
men het zoeken niet opgeeft, integendeel: waar de theorie steken laat
vallen, probeert men die eigenhandig op te rapen; men tracht hiaten
weg te werken en men fabriceert prompt een verhoopt verbeterde versie
van de manke theologie.
Uiteraard
kan dit zelfbedrog niet heel lang duren en men vraagt zich af of men
niet reeds in zijn jeugd op een zijspoor is beland. Hebben diegenen
die bij hoog en bij laag staande hielden dat zij spraken in de naam
van de godheid, ons dan voor de gek gehouden? Hebben zij ons, toen
wij nog weerloze kinderen waren en wij vol vertrouwen openstonden
voor wat onze ouders en onze meesters leerden, dan leugens verteld?
En als dat het geval is: hebben zij dat bewust gedaan of is het
eigen aan de mens dat hij aldus zichzelf als soort om de tuin leidt?
Andermaal: de logica gebiedt ons om aan te nemen dat dit vaker
gebeurt daar velen zich uitgeven voor goden of profeten terwijl zij
elkaar zo vaak tegenspreken. En blijkt nu niet het meest
waarschijnlijke scenario het volgende: dat ons geloof van onszelf
afkomstig is en dat wij het smeden zoals wij ook onze ploegen smeden,
omdat een mens niet leeft van brood alleen?
Maar
opnieuw dwalen wij af van het onderwerp: is er enig verschil tussen
het plegen van moorden en het aanzetten ertoe? En maken zij die in
Gods naam beweren te spreken zich niet schuldig daaraan van zodra
zij, nog voordat de tijden ten einde zijn, in de huid van de
opperrechter kruipen om ons te verdelen in schapen en bokken?
Een
theologie kan danig betoverend zijn, dat men er levenslang in opgaat
omdat men erdoor gestrikt wordt zoals een vlieg in een web: zoals
gezegd, streeft men eerst naar inzicht, maar blijkt de theorie mank,
dan probeert men ze op te lappen in plaats van ze te verwerpen
men is er immers aan gehecht geraakt gedurende de vele jaren van
toegewijde studie. Tegelijk wat zo mogelijk nog erger is
verliest men de feiten uit het oog welke zich, alle geestelijkheid
ten spijt, blijven afspelen in de stoffelijke werkelijkheid. Want
waar Christus, door de duivel meegenomen op een hoge berg, weigerde
om daar voor hem een knieval te doen in ruil voor de wereldse rijken,
blijkt de paus zich de titel van staatshoofd te laten opspelden door
Hitler's evenknie in het fascistische Italië Benito Mussolini.
"Mijn rijk is niet van deze wereld", maar daar ziet de
onfeilbare geen graten in, en hij doet prompt zaken met de duivel,
want voor wat hoort wat: als na de Tweede Wereldoorlog de koningen
van de hel, met op hun geweten zo'n zes miljoen joden, zigeuners,
homo's, geesteszieken en nog andere soorten van uitgerangeerden,
Duitsland willen ontvluchten, is het de hogere clerus die de
koelbloedige moordenaars van valse identiteiten en van reisdocumenten
voorziet: Jozef Mengele, Klaus Barbie en nog talloze andere beulen
kunnen zich in alle sereniteit via de rattenlijn in Latijns-Amerika
gaan vestigen, waar ze op de koop toe kunnen doorgaan met het
beoefenen van hun martelkunsten Barbie als expert-ondervrager van
de Boliviaanse dictators, Mengele in Brazilië als
abortusspecialist...
Kunnen
woorden dan moorden? zo luidde onze eerste vraag en weer dwaalden
wij af, alsof de woorden, geschrokken, voor zichzelf op de loop
gingen. En het verhaal van zopas herinnert onafwendbaar aan Mein
Kampf dat dezer dagen herdrukt
wordt nadat nog niet zo lang geleden de oude Simon Wiesenthal er met
zijn laatste krachten nog in slaagde om de verkoop van het haatboek
in Duitsland aan banden te leggen, daar dit testament van een
grootheidswaanzinnige dat ganse bevolkingsgroepen demoniseert,
tallozen effectief heeft aangezet tot zowat de grootste volkerenmoord
in de geschiedenis. Vandaag herhaalt zich in Europa een scenario, zo
gelijkend op het doemscenario van de nazi's, dat het net zoals dat
vervloekte boek wel een complete herdruk van die geschiedenis lijkt.
Rechtse
fundamentalisten hebben zich verenigd en als het waar is dat de
gematigde islam haar fundamentalisten-terroristen de hand boven het
hoofd houdt, dan heeft zij dat geleerd van de katholieken: de naam
van een hoofdredacteur van het rechts-katholieke blad Catholica
waarin notoire katholieken regelmatig artikels schreven, stond op de
mailinglist van massamoordenaar Anders Breivik, wiens grote
inspiratiebron naar diens eigen zeggen niemand anders bleek dan een
kamerlid van het Vlaams Belang, een rechts-katholieke conservatieve
islamofobe homojager, actief op extremistische weblogs gelieerd aan
Catholica. (°°) Het angstwekkende aan de situatie is dat het
inzake extreemrechts niet langer om een kleine minderheid gaat:
gestaag werkt zich dezer dagen het zieke gedachtengoed van de
intoleranten naar de voorgrond en krijgt het de massa mee. "60.000
Deutsche Mark per dag kost deze zieke: het is ook uw geld,
landgenoten!" met die woorden kreeg Hitler de massa op zijn
hand voor zijn euthanasieprogramma dat het opruimen van alle
'zwakkelingen' op het oog had. (°°°)
Ja,
ook de woorden behoren tot de dingen en het is moordenaars eender
waarmee zij moorden: zij kunnen dat doen met een Kalasjnikovs maar
evengoed met een heiligenbeeld of, als het hun zo best uitkomt, met
woorden. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed dat
beschermd hoort te worden, net zoals heiligenbeelden die behoren tot
het culturele erfgoed, samen met de heilige boeken uit het verre
verleden. Maar als doodslag aantoonbaar gepleegd wordt met
gebruikmaking van een heiligenbeeld, zal geen rechter oordelen dat
het nooit de bedoeling van de moordenaar kon geweest zijn om te
doden, omdat ook hij weet dat in principe om het even wat zich kan
lenen tot moordwapen. Het is niet omdat een heiligenbeeld niet
voorbestemd is om mee te doden, dat het door niemand met dit doel kan
worden gebruikt. En precies hetzelfde geldt voor woorden: zij dienen
allerminst om mee te moorden, maar als moordenaars in welbepaalde
woorden een wapen zien en bovendien een wapen dat tot een perfecte
moord kan leiden, dan zullen zij, zo dunkt het mij, niet aarzelen.
De
voorbeelden hoger in de tekst zijn allerminst overdreven en wij weten
intussen allen dat het ooit zo makkelijk onder de mat geveegde en
vaak louter verbale pestgedrag lang niet zo onschuldig is als
sommigen ons wilden laten geloven. Als de statistieken onmiskenbaar
aangeven dat het zelfmoordcijfer bij jonge homo's ongemeen hoog is,
terwijl homoseksualiteit door menige religie als zondig of doodzondig
wordt beschouwd, is het in feite onbegrijpelijk dat een beschaafd
land nog langer het betreffende godsdienstonderricht niet alleen
duldt maar bovendien financiert, temeer daar het ook nog strijdig is
met de inhoud van de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens. Waar door toedoen van de godsdienstvrijheid kinderen van hun
vrijheid worden beroofd indoctrinatie is in wezen
vrijheidsberoving , is sprake van een verknechtende vrijheid: het
gaat daar om de vrijheid van de misdadiger die de vrijheid van zijn
slachtoffer verknecht. Hetzelfde geldt uiteraard voor de vrijheid van
meningsuiting: waar woorden belasteren of moorden, wordt weliswaar de
vrijheid van de lasteraar of de moordenaar gerespecteerd, maar de
vrijheid van het slachtoffer wordt met de voeten getreden. Wie dit
goedkeuren, scharen zich derhalve achter het recht van de sterkste:
zij handelen volstrekt immoreel.
(Jan
Bauwens, 11 februari 2016)
Verwijzingen:
(°)
http://www.dailymail.co.uk/news/article-2424129/Sir-David-Attenborough-Sending-food-Africa-solve-famine-barmy.html
;
http://www.storyleak.com/attenborough-stop-feeding-third-world-reduce-population/
;
http://countdowntozerotime.com/2013/09/19/psychopath-sir-david-attenborough-calls-for-mass-third-world-sterilization-and-starvation-to-reduce-world-population/
;
(°°)
http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/07/24/killer-breivik-over-zijn-ideologische-wortels
;
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/2824465/2011/08/01/Nieuw-katholiek-bloedfanatiek-en-op-de-adreslijst-van-Breivik.dhtml
(°°°)
http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1556061
|