Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
12-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 9: Staat en kerk






           

Het narrenschip


Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019


Aflevering 9: staat en kerk


Het ontbreekt de politiek aan universaliteit en dat is een paradox omdat het in de politiek zou moeten gaan om eenheid en om eenmaking: politiek is in wezen de kunst van het samenleven en politiek zou derhalve zeer verwant moeten zijn met katholiciteit, wat immers eveneens universaliteit betekent, al beperkt zich de nationale politiek tot het eigen land (terwijl elk land sowieso gedwongen aan buitenlandse politiek zal doen en zich derhalve expandeert – principieel over de gehele wereld). In de politiek zal bijgevolg altijd het internationalisme onder een of andere vorm een streefdoel blijven: de eenheid van alle mensen, de overtuiging dat het menszijn zelf – de verwantschap van elke mens met elke andere mens – het ei is waaruit zich die eenheid wel moet ontwikkelen.

Zo bijvoorbeeld kan het vanuit een universalistische of een katholieke visie niet dat in China de praktijk van de kinderarbeid gangbaar zou zijn terwijl tegelijk de andere landen zouden oordelen dat deze flagrante schending van de mensenrechten een aangelegenheid was voor China waarmee niemand anders zich te moeien had. Het aan hun lot overlaten van mensen waar ook ter wereld en onder wiens gezag ook, wordt in een katholiek of in een universalistisch perspectief beschouwd als een verraad aan de mensheid zelf en het is vanuit deze overtuiging dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens tot stand is gekomen: mensen mogen geen speelballen zijn van machthebbers die hen immers objectiveren, gebruiken en allerminst respecteren of erkennen.

Politiek zou derhalve bovenal de kunst van het respect moeten zijn en politici die mensen uitsluiten van vrede, veiligheid en welvaart, verdienen de naam van politicus niet. Bovendien zijn zij ervoor verantwoordelijk dat de politiek in diskrediet geraakt en waar dat het geval is, blijken zich naast de politiek – aanvankelijk om princiepsredenen en dus terecht maar algauw ook gedreven door heel andere motieven – parapolitieke structuren te ontwikkelen die veel weg hebben van maffiapraktijken. Want wat vandaag doorgaat voor politiek, is helaas heel vaak het tegenovergestelde van de kunst van het samenleven; het is dikwijls veeleer regelrechte antipolitiek of de 'kunde' van het volksbedrog. Het is dan allerminst de kunst van het verenigen maar veeleer de kunde van het verdelen in functie van het verwerven, het behouden en het uitbreiden van persoonlijke macht en dit volgens het voorschrift van wie te kwader trouw zijn: divide et impera – verdeel en heers.

Staat en kerk hebben derhalve meer met elkaar te maken dan op het eerste gezicht mocht blijken maar toch toont de geschiedenis ons dat zij elkaar vaak tegenwerken en nog erger: dikwijls blijkt een evenwichtige samenwerking in de vereniging van de twee – de theocratie – een regelrechte gruwel.

Waarom dat zo is, valt niet zo moeilijk te begrijpen maar toch is het een groot probleem. In een staat wordt de onderlinge samenwerking tussen de burgers gegarandeerd door wetten waarvan de naleving verzekerd wordt door controle en door sancties: geen burger kan zich aan de wet onttrekken en bovendien heeft hij zich meestal niet te kiezen over zijn burgerschap als zodanig dat hij immers geheel onvrijwillig bezit van bij zijn geboorte. In een religie daarentegen zijn er geboden die in feite nooit perfect navolgbaar zijn omdat zij te langen leste van de gelovige de perfectie eisen en zo hebben controle en sanctionering daar maar weinig zin: zij zijn niettemin aanwezig in de vorm van het alziend oog van god die het goede beloont en het kwaad bestraft. 

En ook al kan over staatsvormen geredetwist worden: de staat is een noodzaak voor het leven van alle enkelingen, religiositeit is dat niet; een religie volgt men principieel uit vrije wil (de godsdienstvrijheid) en ook al probeert de kerk mensen in te lijven (te dopen) terwijl zij nog wilsonbekwaam zijn en vertelt zij hen bovendien eenmaal zij volwassen zijn dat zij zich in feite niet meer kunnen lostrekken van de kerk omdat het doopsel in de ziel van elke dopeling een onuitwisbaar merkteken nalaat – toch laat men zich in de praktijk niet langer door deze aanwervingsmethode corrumperen.

De eenheid van kerk en staat vergt met andere woorden dat mensen verplicht worden om een bepaald geloof aan te hangen en dat is nu eenmaal een onmogelijkheid: een geloof kan men uiteraard van niemand afdwingen; of men al dan niet gelooft, is een feit dat men vaststelt bij zichzelf en verder niets – de religie stelt zelf dat het geloof een genade is. Edoch, bekijkt men de zaak in zijn historische ontwikkeling, dan komt een en ander aan het licht dat tot nog toe verborgen bleef.

Mensen staan immers niet zomaar tegenover elkaar in het niets: er is tussen de ene mens en de andere(n) altijd nog de wereld, of eerder nog: de natuur, hetzij als (samen te overwinnen) vijand, hetzij als (te) vriend (te houden mogelijke vijand) maar altijd als een verbindende derde. De verering van natuurgoden die schrik inboezemden omdat men heel terecht zijn leven van hen afhankelijk achtte, was de eerste vorm van religie. En de overwinning op de natuur middels de (vermeende) verschalking ervan, vertaalde zich in het aan het licht komen van talloze (natuur)wetten en resulteerde aldus in feite in een onafwendbare onderwerping. Op die manier vertaalt zich de menselijke triomf op de natuur in het zich (paradoxaal genoeg tegendoelmatig) voltrekken van een verregaand en definitief menselijk knechtschap: het is de triomf van de machtige natuur over de machtswellustige doch tot onmacht gedoemde mens. Omdat er geen beheersing van de natuurkrachten mogelijk is zonder eerst de knieval voor de natuurwetten, is de verhoopte macht over de natuur in wezen een soort van onomkeerbare castratie voor de mens: de eens zo dichterlijke volkeren die leefden te midden van mysterieuze wouden vol nimfen en feeën, saters, goden van donder en bliksem en ook talloze fantastische wezens te land, ter zee en in de lucht – die volkeren die leefden van gedichten en verhalen, sprookjes, mythen, sagen en legenden, verloren met het op de voorgrond treden van de doodse en meedogenloze natuurwetten, de vrijheid van het wilde denken: in de zucht naar macht verspeelden zij de gevleugelde geest. Wonderen immers werden voortaan onmogelijk en de mensen werden vrijwel herleid tot willoos meedraaiende raderen in de machine van de natuur en tot burgers die gedwongen gehoorzaamheid bieden aan de machine van de staat. 

Automatisering van het tijd- en energie rovende handelen moet ons meer vrijheid geven en zelfbeschikking maar in de praktijk blijkt daar helemaal niets van terecht gekomen, zeer in tegendeel zelfs: alle ellende ten spijt is aan de mens van honderd jaar geleden het jachtige leven dat de hedendaagse burgers behept met onrust en met alle daarbij horende kwalen, bespaard gebleven. Andermaal alle ellende van toen ten spijt heeft het vaste vertrouwen in de goede god van weleer plaats gemaakt voor een gigantisch wantrouwen in de niet-persoon die zijn plaats innam en die zich enerzijds manifesteert in de wetenschappen die ons reduceren tot onderworpenen aan blinde natuurwetten maar ook in de politieke machten die het mens-zijn ondergeschikt maken aan het burgerschap, bij uitstek daar waar zij hardnekkig het bestaan blijven loochenen van wie geen papieren hebben en dit overeenkomstig de middeleeuwse (!) stelling: quod non est in scriptis, non est in mundo.

De relatie tussen staat en kerk is een oud zeer, ons bekend sinds sprake was van het 'rijk Gods' (de verhoopte, toekomstige wereldorde) als soelaas voor wie met het huidige wereldse rijk geen vrede konden nemen: het feitelijke maar onvolmaakte staat tegenover het volmaakte dat slechts in de verzuchting leeft. Maar gescheiden zijn zij niet: het onbestaande is het zout voor het bestaande, het alles vermogende sprookje lest de dorst van een verdorrende realiteit en op die manier is de politiek ook onafwendbaar het terrein bij uitstek van de teugelloze beloftes die gedoemd zijn tot leugens te verworden, de (veel te) goede wil en de vergeeflijke mislukking.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 12 mei 2019)



    

06-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 8: Politiek en misdaad, voor elkaar geboren





           

           

Het narrenschip


Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019

           

Aflevering 8: politiek en misdaad, voor elkaar geboren


Onder druk van zowel de oorlog als de economische strijd of de concurrentie heeft de gedragspsychologie een aantal factoren geïsoleerd welke bij criminelen het plegen van misdaden niet alleen bevorderen maar op de koop toe plausibel maken. Zo is er een wet die zegt dat het voltrekken van misdaden vlotter verloopt als die begaan worden onder de verantwoordelijkheid van een autoriteit verschillend van de dader zelf. Het bekendste voorbeeld hiervan stamt uit het nazi-tijdperk waar zij die gruweldaden pleegden zich geloofden te kunnen verschonen met de uitvlucht: "Befehl ist Befehl". En nu is het wel zo dat iedereen naar de stembus moet om het bestuur van het land te kiezen maar eenmaal de verkiezingen achter de rug zijn, berust het landsbestuur op autoriteiten en zij delen dan ook de lakens uit: hun onderdanen en vertegenwoordigers kunnen zich met gemak en met verzekerd succes verschuilen achter de uitvlucht dat zij alleen maar bevelen uitvoeren – bevelen die op de koop toe te langen leste door de kiezer zelf worden gegeven die ze ook ondergaat.


Een andere wet zegt dat men makkelijker tot een misdaad overgaat naarmate de afstand tussen de pleger van het misdrijf en het slachtoffer groter is. Zo bijvoorbeeld blijkt dat soldaten die moordende springtuigen tot ontploffing moeten brengen, hier tegenover minder weerstand bieden wanneer zij vanop afstand werken dan in het geval waarin ze ter plekke opereren. In het eerste geval hoeven ze immers hun slachtoffers niet te zien of worden ze door hen niet in de ogen gekeken; zij worden met andere woorden minder direct geconfronteerd met de gevolgen van hun gruweldaden. Gelijkaardig is het argument dat men vlotter iemand bedot, misbruikt, martelt of doodt wanneer het slachtoffer aan de dader onbekend is. En aan al deze voorwaarden is voldaan waar het de activiteit betreft die politiek heet: de zogenaamde kloof tussen de regering en de burger wordt kunstmatig zo groot mogelijk gehouden en omwille van die (vooral administratieve) afstand is het bijzonder moeilijk en vooral bijzonder duur voor de onderdanen om zich te verzetten tegen onrecht gepleegd vanwege het gezag.


Maar ook waar het een afstand in de tijd betreft, begaat men vlotter het kwaad: elkeen kan vaststellen dat de vernieling van het leefmilieu zonder veel scrupules kan worden voortgezet omdat de totale vernietiging van de natuur een zaak is voor de kleinkinderen: pas als die zelf op straat komen, wordt aan de alarmbel getrokken, al stelt men helaas vast dat de gewetenloosheid danig groot blijkt dat men ook dan nog de verantwoordelijkheid van zich afschuift. Zonder veel tegenstand immers verandert men naar aanleiding van de huidige kinderprotesten de achterliggende theorie en beweert men nu ineens aanwijzingen te hebben dat niet de mens verantwoordelijk zou zijn voor het stijgende CO.2-gehalte in de lucht en voor de navenante opwarming van de aarde: de schuldige is nu plotseling de zon. Het opwarmingsthema zet dan alle andere vormen van milieuvervuiling in zijn schaduw en men vergeet dat men niet ook de schuld voor de plastiekvervuiling of voor de kernafvalberg in de schoenen van de zon kan schuiven.


Een derde wet zegt dat het veel minder lastig is om misdaden te plegen met gedeelde verantwoordelijkheid of dus in groep. Eén losse flodder in het executiepeloton van bijvoorbeeld twaalf man blijkt te volstaan opdat elk van de daders de hoop zou kunnen koesteren dat niet hij de effectieve moordenaar geweest is. Het zich wegsteken achter een groep is eigen aan politici die zich immers moeten voegen naar de partij waartoe ze behoren en zo kunnen zij het spel van het spreken met de dubbele tong spelen zonder een al te groot risico op beschuldigingen: de burger brengt alras begrip op voor het feit dat een politicus zijn beloften niet gestand kan doen als hij komt aandraven met het verhaal dat hij wordt teruggefloten door zijn partij.


Een vierde wet zegt dat men misdaden makkelijker kan plegen als men de al dan niet vermeende toestemming van het slachtoffer heeft bekomen, bijvoorbeeld waar men een slachtoffer heeft kunnen overtuigen van zijn eigen schuld aan het ongeluk ofwel van het feit dat er helemaal geen verantwoordelijkheid in het spel zou zijn omdat het zou gaan om een niet te voorziene tegenslag waartegen niemand zich kon verzekeren, bijvoorbeeld een onvoorzien falen van een of ander instrument. In een democratie is dit argument a priori van de partij omdat, zoals reeds gezegd, de burger in feite zijn eigen wetgever is. Althans op papier.


Last but not least is er uiteraard de wet dat daden die (bij uitstek financieel) beloond worden alras de goedkeuring krijgen van de dader en zo spreekt men het woord van diegene wiens brood men eet, ook al is dat woord een leugen. Hetzelfde geldt waar de weigering tot bijvoorbeeld het plegen van moorden gelaakt wordt, zoals dat ook in België ooit het geval was met de zogenaamde desertie in oorlogstijd: tot 1918 kregen deserteurs de dood met de kogel. (1) Ook waar groepsdruk heerst, blijkt het moeilijk zich te onttrekken aan het plegen van geweld wanneer dat door de groep wordt toegejuicht. Men spreekt het woord van wiens brood men eet? Welnu, de weddes van politici (door henzelf aan zichzelf toegekend) zijn danig hoog dat zij hen wel moeten laten geloven dat zij onfeilbaar zijn en van die onfeilbaarheid is niet alleen sprake bij de pausen van Rome maar ook de parlementairen hebben zichzelf op een zogenaamde 'parlementaire onschendbaarheid' getracteerd en zij dekken zich er ook te allen tijde mee in, bijvoorbeeld ook om gerechtelijke onderzoekshandelingen te blokkeren wanneer zij bijvoorbeeld verdacht worden van moord. Waar dat gebeurt wordt uiteraard de rechtsstaat belachelijk gemaakt omdat die rust op onder meer het principe van de scheiding der machten en werd de democratie de facto ingeruild voor een dictatuur.


Conclusies op grond van deze wetenschap kunnen bezwaarlijk opbeurend zijn en wie naar de stembus trekken, dienen zich te realiseren dat, ongeacht voor welke partij men kiest, men nooit kan vermijden dat de keuze die men maakt in feite een kiezen is tussen de cholera en de pest.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 6 mei 2019)


Verwijzingen:


(1) Later werd een wet voor de tegemoetkoming aan gewetensbezwaarden goedgekeurd maar sinds 1994 geldt die niet langer wegens de opschorting van de dienstplicht.



           

   

04-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 7: De onmacht van de meerderheid



           

           

Het narrenschip


Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019


Aflevering 7: De onmacht van de meerderheid


Vernuftig, zo'n smartphone en wat dat ding niet allemaal kan, de alomtegenwoordigheid van god zelf werd werkelijkheid. God is mens geworden? De mens is god geworden! Maar niet alleen de technologie en de wetenschappen aangaande de materie zijn gesofisticeerd, ook de psychologie is dat en de sociologie en al die aanverwante vakken die het gemunt hebben op het bezit van onze ziel. Edoch, hoe welluidend de term 'wetenschappen' ook moge klinken, paradoxaal genoeg hinken zij gewis achterop in de wedloop met hun toepassingen en zo gebeurt het vaker dat medische theorieën van een elite niet kunnen bijbenen wat de ervaring aan jan met de pet reeds lang geleden leerde; de scheikundige uitleg over ontstekingsmechanismen komt pas ter sprake als de tondeldoos al duizenden jaren in gebruik is en de criminologie moet in de leer gaan bij misdadigers die sowieso altijd een ruime voorsprong zullen behouden. De praktijk immers heeft wat de theoreticus moet missen: een directe drijfveer, een noodzaak, soms zelfs een verslaving, zoals dat het geval was bij de grote Russische romanschrijver Fjodor Dostojevski, die wel verplicht was om wereldliteratuur te produceren teneinde zijn gokverslaving in stand te kunnen houden.

Niet anders gaat het eraan toe op de hedendaagse markt die even bikkelhard is als de wetten van het gouden kalf dat de plaats inneemt van de religie zoals de giftige parasiet van het moederkoren de plek bezet van het voedzame graantje. En de feiten ter zake zijn schokkend zonder meer.

Wij weten dat een bijzonder groot deel van ons budget wordt besteed aan voedsel. Ooit was dit een simpele commerce, bestaande uit de elementen productie, producten, consumptie, consumenten, prijs-kwaliteitverhouding, concurrentie en nog enkele aanverwante en heel zichtbare zaken. Vandaag echter vormt de praktijk van het winkelen zelf een steeds belangrijker onderdeel van de hedendaagse markt. Onderzoekers hebben ongetwijfeld in de gaten gekregen dat bezoekers van magazijnen niet alleen komen om te kopen; zij begeren weliswaar de koopwaar maar zij zijn ook tuk op het kopen als zodanig; zij bezichtigen de geëtaleerde waren maar evenzeer weten zij dat zij op hun beurt bekeken worden, dat zij deel uitmaken van een etalage in de etalage en derhalve komen zij niet alleen om te kopen maar op de koop toe paraderen zij en slaan zij andere kopers gade in een gesofisticeerde vorm van concurrentie. Bijna dansen zij, er is alvast achtergrondmuziek, hun bewegingen moeten vloeiend zijn: oprapen, in het mandje leggen en doorgaan naar het volgende product en dan weer het refrein: oprapen, in het mandje leggen en doorgaan. Aarzelen is uit den boze, lange stilstanden worden niet geduld: "Kan ik u helpen?" – en dat betekent: "Niet slenteren maar kopen: schiet op!"

Een vriendin van mij werkte daar in dat magazijn met die vele roltrappen en in een hokje achteraan zat een man aan de schermpjes van de bewakingscamera's, zo verklapte ze mij op een dag. De man hield het gedrag van de klanten in de gaten. Telkenmale als hij zag dat een klant op het punt stond om te kopen, stuurde hij haar op hem af om hem over de streep te trekken. En dat lukte altijd, zo vertelde ze mij maar er was meer.

Iedereen weet hoe mensen praten over magazijnen: "Daar is het tof winkelen", zo zeggen ze: "daar komen heel wat jonge mensen en die weten wat goed is". Ofwel waarschuwen ze: "Ginds is het niet aangenaam shoppen, daar komt een raar publiek, heb je die mensen al eens goed bekeken?" En mijn vriendin beweert dat de bemanning van de camera's ongewenste bezoekers detecteert, signaliseert en hen eruit laat zetten!

"Maar dat kan toch niet?", zo wierp ik tegen toen ze mij daarvan vertelde: "Men kan toch geen mensen aan de deur zetten die niks mispeuterd hebben, alleen omdat zij geen filmsterren zijn, omdat ze oud zijn, manken of veelvuldig niezen!?" Mijn vriendin knikte vastberaden: "Ik zal u vertellen hoe ze het doen maar gij zult het niet geloven!"

Zij worden dus gedetecteerd door de man die via de camera's alle klanten in de gaten houdt. Hij signaliseert wie daar niet passen en wie dus ongewenst zijn en stuurt dan telkenmale een fotootje door naar de kassajuffen. Op het ogenblik dat de 'verdachte' met zijn koopwaar bij de kassa arriveert, doet de juffrouw – zoals afgesproken – het alarm afgaan van het detectiepoortje. Hou de dief, weet je wel! Ooit meegemaakt? Alle ogen zijn gericht op de ongelukkige, zijn hart begeeft het haast, zijn bloeddruk gaat gelijk een raket de hoogte in, hij komt in ademnood: voortaan bekijkt elkeen hem voor die dief die betrapt werd in de supermarkt! Hebt u niets in uw zakken zitten, meneer, mevrouw? Hebt u onlangs misschien een kledingstuk gekocht waaruit het klikplaatje niet verwijderd werd? Neen? Niets? Wilt u eens spontaan uw handtas openen? Nou, ik ga niet moeilijk doen, gaat u maar door, het is goed voor een keer...

Edoch het kwaad is dan allang geschied: ik moet u niet vertellen dat wie het aldus vergaat, daar in dat magazijn geen voet meer binnen zet.

Uiteraard worden mensen niet aangesproken met de woorden: "Mevrouw, u moet eruit want u bent veel te oud: ga elders winkelen, er zijn magazijnen genoeg, wij mikken op een jong publiek en jongelui houden niet zo van besjes, kijk maar naar al die nokvolle bejaardentehuizen!" Aan oudjes zegt men wel dat zij er nog goed uitzien, zo hoort het ook, maar dit is slechts bedrieglijke vernis, de wet immers verbiedt discriminatie: nog lang voor men de pensioenleeftijd bereikt, wordt men er overal uit gebonjourd. Van uitheemse mensen hoort men overigens exact dezelfde klachten als zij bijvoorbeeld solliciteren: het heeft helemaal niets te maken met uw huidskleur, zo wordt hun op het hart gedrukt door de schijnbare examinandus die in feite een ordinaire buitenwipper is. Over vrouwen is allang geweten dat zij het met veel minder moeten stellen omwille van hun geslacht en dan hadden we het nog niet over lesbiennes, homo's en transgenders, die te horen krijgen dat zij al blij mogen zijn dat zij niet in Iran leven, in Saoedi-Arabië of in Tsetsenië waar zij opgehangen worden, te pletter gegooid van hoge gebouwen of anderszins gefolterd en vermoord. Ook werklozen die zich bij de VDAB moeten gaan verdedigen dankt men heel beleefd voor hun bezoek nadat zij eerst uitgenodigd werden met het dreigement dat wie niet op de uitnodiging ingaan, hun uitkering verliezen. Dat laatste is te begrijpen maar het eerste is verkapt machtsmisbruik en sadisme.

Magazijnen aantrekkelijk maken doet men dus niet alleen door kwaliteitsvolle producten te veilen aan lage prijzen; men krijgt dat met nog meer succes gedaan door ook nog eens in het publiek te gaan snoeien. Magazijnen weten immers dat zij naast de koopwaar ook de kopers zelf etaleren, ook al is het cliënteel zich daarvan helemaal niet bewust. De klanten worden weliswaar niet verkocht maar in zekere zin worden zij dan toch verhuurd en meer bepaald aan andere klanten en wel in de hoedanigheid van figuren die het winkelen nog aangenamer maken: alle klanten maken zonder het te weten deel uit van een bijzondere etalage. In dit verholen handeltje zijn allen tegelijk koper en koopwaar, precies zoals dat het geval is in huwelijksbureaus, waar dat echter expliciet en bewust gebeurt omdat naast de deelnemers geen andere koopwaar in het geding is.

Magazijnen selecteren hun publiek door hun ligging, door een doelgerichte prijsklasse te hanteren en als ik die vriendin van mij mag geloven doen zij dat dus ook door mensen met nauwelijks te detecteren methoden uit te sluiten en letterlijk aan de deur te zetten of nog erger. En het gaat dan wel om misdaad want om mensen voorgoed weg te krijgen wordt er gebruik gemaakt van schandalisering door middel van valse beschuldigingen. Mensen worden gebrandmerkt als dief en blijven daarna weg uit de bewuste winkel. Ja, bepaalde winkels staan ervoor bekend een net publiek te hebben zoals dat heet en in die bewuste winkels wordt men tijdens het winkelen gewis niet gehinderd door bijvoorbeeld ouderlingen terwijl deze mensen, die toch ook zoals elk ander dagelijks moeten eten om in leven te kunnen blijven, in heel andere magazijnen dan weer oververtegenwoordigd zijn.

De verkapte etalage waarvan sprake – de parade of de catwalk – is geen inbeelding: soms neemt zij zelfs de overhand op het kopen zelf zoals op de Meir in Antwerpen en in de Gentse Veldstraat, in de Louisalaan in Brussel of op de Parijse Champs-Elysées. En worden daar niet openlijk de 'storende elementen' door een gespecialiseerde eenheid van de politie weggeplukt? Plaagt men allochtonen daar niet onophoudelijk met identiteitscontroles? Heb ik onlangs niet vernomen dat bedelaars 'hun straten' hebben buiten het gebied waar rijkeluizen hun parades houden? Werd sinds jaar en dag de ooit in het stadscentrum gevestigde dagelijkse stempelcontrole niet verplaatst naar het havengebied en nog later helemaal afgeschaft zodat de schooiers de lanen en de pleinen waar de toeristen hun geld spenderen niet langer hoeven te ontsieren? Bestaan onze treinstellen anno 2019 niet nog steeds uit twee klassen waarvan in de tweede zelfs de staanplaatsen overbezet zijn terwijl de eerste klassereiziger een ganse wagon overhoudt voor zich alleen? En hoe zit het met de kamers in de ziekenhuizen? Maken de prijzen van de entreekaartjes voor festivals niet dat cultuur uitsluitend voor de rijken is – de armen mogen na de uitspattingen de leeggezopen blikjes oprapen.

Edoch, de buitenwippers zijn nergens zo uitdrukkelijk aanwezig als onder de politici en meer bepaald in die afzichtelijke partijen van de rijken. Waar warenhuizen het nog doen in het geniep – de mensen die zij haten aan de deur zetten – kafferen politici verkozen door een onderontwikkelde meerderheid schaamteloos ganse segmenten van de samenleving uit en zij beschuldigen hen openlijk van alles wat niet deugt: Trump in zijn lelijke States geeft de toon aan en de libertijnen hier te lande volgen met de liberalen in hun zog, de nationalisten en de separatisten. Het zijn dezen die de rijkdom van het land voor zichzelf willen houden en die de armen willen uithongeren of steriliseren om aldus, zo blijken zij godbetert te geloven, alleen nog rijken over te houden. Zij blijken helemaal niet te beseffen dat de welvaart in een kapitalistische wereld sowieso gerelateerd is aan de concurrentie, zodat er altijd klassen zullen zijn, zoals trouwens ook het geluk verworden is tot een kwestie van sociale vergelijking: de aanwezigheid van ongelukkigen is een fundamentele voorwaarde voor het geluk van de rest waar het sadisme heerst en de moraal der lege hulzen. 

Maar mensen onterecht beschuldigen zoals de rechts-extremisten doen, kan nooit een onschuldig misbaar zijn dat ongestraft kan blijven: demonisering immers is de eerste stap van een letaal vergiftigingsproces, een enkele richting straat met op het eind niets minder dan wat ooit Endlösung heette of 'oplossing': een heuse genocide. Muren bouwen of hoge hekkens aan de grenzen om noodlijdenden uit te sluiten staat gelijk met het oprichten van een gevangenis waaruit ontsnappen niet meer mogelijk zal zijn omdat de ketenen die de ingezetenen binden, immaterieel en derhalve niet verbreekbaar zijn. Want elke samenzwering houdt zichzelf in stand middels meedogenloze straffen voor de overtreders zodat zelfs met de strengste wetten een land, eenmaal dit terrein wordt betreden, niets anders meer kan dan capituleren. Want dit is de macht die sinds oudsher wordt toegeschreven aan de duivel – "legioen is mijn naam" – en die wij vieren met het zogenaamde meerderheidsbeginsel in onze heilige 'democratie'. Al te vaak immers wordt de volkssoevereiniteit verward met de macht aan de meerderheid terwijl het volk in wezen heel divers is en in een waar democratisch bestuur de macht zou moeten toekomen aan de vele minderheden – ja: aan alle enkelingen.

Zij verworden immers tot een meerderheid waar zij zichzelf reduceren tot een bolletje; zij blijven echter mens waar zij argumenten naar voren kunnen brengen, zoals bijvoorbeeld ook de wiskundigen doen die een stelling wensen te bewijzen. Het argument van één man kan dan doorslaggevend zijn als dit het juiste argument is. Het is niet de taak van een democratie om aan alle argumenten een gelijk gewicht toe te kennen; het is haar taak om aan elkeen de kans te geven om met het beste argument op de proppen te komen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 4 mei 2019)


           

   

27-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 6: Het bolletje en de kogel




            Het narrenschip

Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019


            Aflevering 6: Het bolletje en de kogel


Nog lang geen eeuw heeft het geduurd en de concentratiekampen zijn terug. In Europa. En wie concentratiekampen zegt, zegt nazisme. Hitler is terug. Zes miljoen mensen stierven tijdens de tweede wereldoorlog in Europese concentratiekampen en in datzelfde Europa zitten vandaag opnieuw uitgerekend zes miljoen mensen in nieuwe concentratiekampen. Het gaat om vluchtelingen uit Syrië, Irak, Congo en nog andere oorlogsgebieden. Op de vlucht naar Europa worden ze tegengehouden in Turkije. Europa geeft namelijk geld aan Turkije om die vluchtelingen daar ter plekke op te sluiten. Op die manier komen ze ons hier niet lastig vallen. Nota bene: niet alle Europeanen weigeren het om oorlogsvluchtelingen op te vangen, alleen de rechtse en de rechts-extremistisch partijen willen dat. Maar die zijn vandaag nu eenmaal in de meerderheid. Dankzij de kiezer, de Europese en dus ook de Belgische kiezer. Wie in het stemhokje een bolletje zwart maakt naast de naam van een man of een vrouw die belooft te zullen ijveren voor het terugsturen van oorlogsvluchtelingen, is zonder meer medeplichig aan het opsluiten van mensen in onze gloednieuwe concentratiekampen. Nog een tip: de politici die deze misdaad tegen de mensheid begaan, herkent men hieraan dat zij de huidige migratiepolitiek waarbij Europa aan Turkije geld geeft om de vluchtelingen op te sluiten, "een succes" noemen. Medemisdadiger wordt men middels de propere kogel: het in te kleuren bolletje naast hun (partij)naam.

Zie bijvoorbeeld:

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/20/artsen-zonder-grenzen-over-3-jaar-eu-turkije-deal-vluchtelinge/ 

en:

https://www.oneworld.nl/achtergrond/hoe-de-eu-deal-syrische-vluchtelingen-klem-zet-turkije/?gclid=CjwKCAjw-4_mBRBuEiwA5xnFIEwFc7yJh18r-gpuB3acb2M-DMYilrV20HZv6EvDGyV2r99tk1bXAhoCtOUQAvD_BwE 

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 april 2019)

  

           

   

13-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 5: De verloren dimensie





            Het narrenschip

Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019

           

            









Aflevering 5: De verloren dimensie


Zoals de twintigste eeuw heden berucht is voor de wereldwijde explosie van het geweld dat daarin heeft plaatsgehad, zo staat het nu al vast dat het begin van de eenentwintigste eeuw in het Westen de geschiedenis zal ingaan als een tijdspanne van uit de welstand voortgekomen vadsigheid, onwetendheid, anti-menselijkheid en egoïsme.

Het is een algemeen bekend gegeven dat de menselijke capaciteiten pas uitputtend aangesproken worden in tijden van nood, met andere woorden: waar de noodzaak tot handelen ontbreekt, neigt men ertoe om op zijn lauweren te rusten. Het duizenden jaren oude gezegde, stammend uit de tijd van Herakleitos of uit nog vroegere eeuwen, namelijk dat de oorlog de vader is van alle dingen, verwijst heel waarschijnlijk naar deze grote waarheid.

De mens heeft altijd heel wat mogelijkheden gehad maar die werden niet altijd benut omdat het inspanningen kost om die ook te realiseren terwijl al te vaak blijkt dat pas de noodzaak ons tot inspanningen kan bewegen. Edoch, waar bijvoorbeeld een tijdperk van grote welstand bewerkt dat die inspanningen achterwege blijven, blijven ook onze mogelijkheden onbenut en op de keper beschouwd betekent dit niets anders dan dat wij dan ons mens-zijn niet ten volle realiseren. Soms is de vadsigheid zo overheersend dat een algehele verdierlijking optreedt: men wordt blasé, wat wil zeggen dat men ingevolge overprikkeling (van de lusten) ongevoelig wordt voor verder genot; de ijver maakt plaats voor luiheid; de slaap vervangt de waakzaamheid en de deur staat open voor rovers: de mens dreigt zijn mens-zijn te verliezen.

Maar deze regel geldt niet alleen met betrekking tot onze fysieke en intellectuele capaciteiten: ook de voor de mens zo kentekenende morele dimensie deelt in de klappen waar niet een of andere noodzaak ons tot meer bezonnenheid inzake de omgang met onze naaste dwingt. Van een moreel tekort getuigt in feite reeds de noodzaak van een noodzaak tot ontwikkeling. Immers, indien wij moreel beter waren dan wij heden zijn, dan zouden wij misschien uit eigen beweging overgaan tot de ontwikkeling van al onze menselijke mogelijkheden; wij zouden bijvoorbeeld niet wachten om stookolie te vervangen door windenergie tot de dag dat het uitgeput raken van de oliereserves ons daartoe dwingt.

Oog in oog met de vrijwel volstrekte onverschilligheid waarop het verraad aan de door de Verenigde Naties ondertekende Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in deze tijd onthaald wordt, kan men moeilijk anders dan de toekomst van de humaniteit met pessimisme tegemoet te zien. Waar na de holocaust ten tijde van de Tweede Wereldoorlog een solidariteitsverdrag gesloten werd onder alle mensen, blijkt men zich in deze tijden helemaal niet te storen aan het feit dat dit hoogdravende gebaar gewoon een groteske leugen is gebleken. Men kan de hypocrisie terzake uiteraard niet langer met plaatsvervangende schaamte ondergaan omdat men zelf tot de mensensoort behoort en waar alsnog schaamte bestaat, blijkt deze niet eens door schuld begeleid te worden – getuige de hoger genoemde onverschilligheid.

Maar de zorg om anderen is niet alleen belangrijk voor die anderen: zoals de arbeid niet alleen goed is voor de economische productie maar ook voor de arbeider zelf omdat hij in zijn werk zichzelf realiseert of ontwikkelt – zoals trouwens bij uitstek blijkt in de sport die immers een arbeid is welke geen ander doel dient dan de ontwikkeling van de sporter – zo ook is de zorg voor anderen ook goed voor de zorgdragenden. Immers, door zorg te dragen voor anderen, boort men in zichzelf een dimensie van het mens-zijn aan die anders gedoemd zou zijn om in de duisternissen en de diepten van de ziel volledig weg te kwijnen. Bij het opvoeden van kinderen herbeleeft men zijn eigen kindertijd doordat men zich met zijn kinderen identificeert maar, meer nog dan dat, gaat men aldus in de ziel van zijn kinderen over: de opvoeding brengt de kinderen weliswaar groot maar zorgt er tegelijk voor dat de ouders zich in hun kroost transplanteren. In de zorg voor de stervenden troost men de stervenden maar tegelijk ontmoet men aldus het eigen menselijke lot, men anticipeert erop en men leert ermee omgaan. Er bestaat geen betere manier om de eigen kennis in vraag te stellen, op punt te stellen en bij te stellen dan door deze kennis te onderwijzen aan anderen. En in het algemeen bestaat er geen betere zelfhulp dan via de hulp aan anderen: de verantwoordelijkheid voor de medemens is onze verantwoordelijkheid, ze is voor de ander maar ze is ook van ons omdat ook ons bestaan er is voor de ander en tegelijk van ons – de twee zijn immers onscheidbaar omdat wij pas over ons bestaan beschikken in de mate dat wij er voor anderen zijn.

Waar de mensheid als zodanig verantwoordelijkheid opneemt voor zichzelf, kan zij dat nooit anders doen dan in de overeenkomst krachtens dewelke elke enkeling zich ertoe verbindt om voor zijn naaste zorg te dragen. Dat is geschied in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, afgelegd nadat de mensheid oog in oog stond met een van de grootste verschrikkingen uit de geschiedenis – de shoa. Zes miljoen burgers werden toen welbewust door hun eigen regering vermoord en wel op een industriële wijze en dus op dezelfde manier waarop men in fabrieken koekjes bakt, auto's monteert of vuilnis sorteert. Een volledig uit haar lood geslagen mensheid beloofde toen plechtig aan zichzelf dat zij dit nooit meer zou laten gebeuren: nooit meer zou een mens zijn broeder in de steek laten; nooit zou hij nog door zijn broeder in de steek gelaten worden. Een gloednieuw tijdperk werd aangekondigd, de mensheid leek één geworden.

Maar kijk, er is oorlog, steden en hele landen in het Midden-Oosten en in Afrika worden platgebombardeerd, mensen sneuvelen bij tienduizenden, zij laten alles achter en slaan op de vlucht, in rubberen bootjes steken zij de zeeën over, zij verdrinken, enkelen geraken tot op het Europese continent waar zij asiel zoeken, moeders met kinderen en ook jongemannen – de ouderen zijn gebleven: "Gaan jullie maar!", zo spraken ze hun zegen uit over hun nakomelingen: "Wij redden het toch niet meer!" De gelegenheid doet zich aldus voor dat mensen hun beloftes waar kunnen maken; het westen krijgt de kans om gestalte te geven aan een eengemaakte mensheid; de mogelijkheid dient zich aan om die dimensie van het mens-zijn aan te spreken en tot bloei te laten komen die wellicht onze allerdiepste dimensie is en die kan bewerken dat wij ons verheffen boven het loutere burgerschap naar het niveau van de humaniteit – wat een ervaring en wat een toekomst in het verschiet!

Moeders met op de arm kleine kinderen, wadend door rivieren, mager en ziek na maandenlange trektochten zoeken de open armen vanwege die Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zo plechtig afgesloten, zo eensluidend, zo sonoor, zo gedragen na die wrede oorlog – de holocaust is ten langen leste niet vergeefs geweest!

Edoch open armen vinden zij niet: wat zij vinden zijn muren, in geen tijd opgetrokken, muren om hen die hulp zoeken af te weren. Laaghartige lieden hitsen elkaar op en zij schilderen hen die om hulp smeken af als vijanden, ja, als moordenaars; zij demoniseren de vluchtelingen teneinde aldus excuses te kunnen verzamelen om hen niet te moeten helpen. En de laaghartigen verenigen zich en zweren samen, zij richten politieke partijen op die zich voeden met mensen besmet met vreesachtigheid en ziek gemaakt met paranoïa en in geen tijd scandeert het ganse Europese continent – een van de welvarendste ter wereld, in de allerwelvarendste tijd ooit: "Ben ik soms mijn broeders hoeder?"

(Wordt vervolgd)

(J.B., 13 april 2019)           

  

   

11-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Aflevering 4: de ochlocratie


















            Het narrenschip

Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019

           

           

Aflevering 4: de ochlocratie


De verworden monarchie is de tirannie; de aristocratie kan afglijden naar de oligarchie en de gedegenereerde democratie is de ochlocratie. In het laatst genoemde geval is het gepeupel aan de macht ingevolge doorgedreven populisme: politici kiezen dan de kant van het volk – uiteraard in de negatieve betekenis: het volk als 'asociale bende'. Zo bijvoorbeeld kan de partij van de Catalaanse Carles Puigdemont populistisch heten omdat de streek rond Barcelona – een van de meest welvarende ter wereld – met de nagestreefde onafhankelijkheid de solidariteit met de armere Spaanse regio's poogt te ontvluchten. De Nederlandse PVV van Geert Wilders en het Belgische Vlaams Belang zijn in hetzelfde bedje ziek waar zij teren op xenofobie voortkomend uit egoïsme gekoppeld aan megalomanie. In Frankrijk gaat de partij van Marine Le Pen dezelfde richting uit, in Italië wil het rijke Noorden met de Lega Nord van Matteo Salvini niet langer delen met de armere zuiderse streken; in Duitsland teren de populisten van de AfD (Alternative für Deutschland) op de kortzichtige verzuchtingen van dat segment van de bevolking dat schaamteloos het eigenbelang nastreeft terwijl het precies daardoor zichzelf de das omdoet. Kennelijk daartoe aangespoord door de wrede aanslag uitgelokt en gepleegd door extreem rechts, gaat ook Denemarken verder de populistische toer op. In de verwesterde landen van het Oostblok, met als koplopers Polen en Hongarije, wakkeren populisten het nationalisme aan terwijl ze het eigen volk uitbuiten met dezelfde ijver die de dictators in Afrika aan de dag leggen en in Noord-Amerika maakt de populist Trump de V.S. voor de ogen van de ganse geciviliseerde wereld te schande met onder meer een ver doorgedreven vreemdelingenhaat gekoppeld aan feitelijke neokolonialistische uitbuiting.


Maar niet de aanslagen hebben de verrechtsing in de hand gewerkt, aanslagen zijn er immers altijd geweest: het op zichzelf terugplooien van de samenleving is een verraad aan de beloften gedaan door de Verenigde Naties ter bekrachtiging van de solidariteit onder alle wereldburgers na de tragedie van de holocaust. Extreem rechts betekent derhalve de terugkeer van Adolf Hitler of van alles waarvoor deze waanzinnige volksmenner staat: de zelfverheerlijking die belachelijk ware indien zij niet resulteerde in de meedogenloze genocide; de stompzinnige logica van ongeletterden die menen dat zij 'de natuur' een handje moeten toesteken inzake het laten zegevieren van het zogenaamde 'recht van de sterkste' en de barbaarse vernietiging van alle kunst en cultuur.


Maar er is nog een ander aspect aan de ochlocratie dat tevens de tirannie en de oligarchie kentekent maar, veel meer nog dan dat kenmerkt het ook de zogenaamd gezonde staatsvormen: de monarchie, de aristocratie en de democratie. Het gaat om een intrinsiek kenmerk van de wereldse rijken ongeacht hun aard en om hiervan enig begrip te kunnen krijgen, moet eerst verwezen worden naar het feit dat staatsstructuren als zodanig maar bijvoorbeeld ook kerken, beschouwd kunnen worden als instituten die individuen van een deel van hun denkarbeid ontlasten – of moet men veeleer zeggen dat zij ons van ons denken en van ons bewustzijn beroven?


Een vruchtbare toegang tot de problematiek in kwestie verschaft ons de parabel van de grootinquisiteur en wel dat gedeelte van het verhaal dat handelt over het probleem dat wordt uitgelokt door het voorstel van de duivel aan Christus om stenen in brood te veranderen teneinde de honger uit de wereld te helpen – een voorstel dat door Christus afgewezen wordt met de befaamde woorden: "De mens leeft niet van brood alleen". Dostojevski laat de grootinquisiteur zeggen dat Christus de mens veel te hoog ingeschat heeft omdat hij niet in staat zou zijn om voor zijn eigen zielenheil te zorgen: de kerk doet dat in zijn plaats... in ruil voor zijn vrijheid. Het instituut van de kerk denkt en beslist eigenlijk in de plaats van elke gelovige in ruil voor zijn blinde gehoorzaamheid precies zoals de wetenschap en de techniek denken in de plaats van alle enkelingen die daar dan de vruchten van plukken. Zoals alle enkelingen de door wetenschap en techniek uitgevonden instrumenten benutten en de voorgeschreven pillen slikken, zo volgen de gelovigen de religieuze geboden en nuttigen zij de geconsacreerde hostie. De mens die zich op de kerk verlaat, geeft dan eigenlijk de vrijheid die hij van zijn Schepper ontving, uit handen aan een autoriteit die in ruil daarvoor zorg belooft te zullen dragen voor zijn ziel. Edoch, de tragedie van dit handeltje ligt hierin dat mét de vrijheid onoverkomelijk het daaraan inherente bewustzijn en het menszijn zelf overboord gaan: gehoorzame wezens die zich aan de regels houden in ruil voor hun zielenheil, handelen niet in vrijheid en kunnen derhalve nooit dat heil bereiken waarvoor mensen voorbestemd zijn – wat uiteraard zonde is in de eigenlijke betekenis van het woord omdat mensen daar worden herleid tot geprogrammeerde subjecten, tot vee.


Het communisme geldt als voorbeeld bij uitstek van een regime dat de menselijke vrijheid miskent en fnuikt en dat derhalve rampzalig is voor de mens als zodanig – vandaar ook de niet aflatende strijd van de kerk tegen deze staatsvorm. Maar zoals reeds aangestipt met betrekking tot het verhaal van de grootinquisiteur, doet – althans volgens Dostojevski – de kerk zelf eigenlijk niets anders. Staten, kerken, instituten en nog allerlei andere structuren ontlasten ons van een deel van onszelf omdat zij taken van ons overnemen met de bedoeling aldus aan onze persoonlijke vrijheid meer armslag te kunnen geven maar steeds vaker blijkt dit tegendoelmatig te werken: dat deze structuren ons ontlasten van bepaalde taken, betekent tegelijk dat ze ons van deze taken beroven en dit laatste perspectief is heel terecht waar men moet erkennen dat de mens is wat hij doet. Het delegeren van zijn werk en van zijn beslissingsmacht aan derden resulteert hoe dan ook in zelfverlies en het drama van de hele zaak bestaat hierin dat het slachtoffer van deze contraproductieve gang van zaken zich hiervan niet alleen onbewust blijft maar dat hij bovendien in de illusie verkeert van het tegendeel: prompt gelooft hij gebruik te maken van zijn vrijheid en denkt hij macht over anderen uit te oefenen. Het is de paradox van de machtsuitoefening dat men zijn macht verliest door anderen met de eigen taken op te zadelen – en hetzelfde kan gezegd worden over de vrijheid (men verliest ze door er gebruik van te maken – vrijheid is immers keuzevrijheid en wie kiest, beperkt zichzelf), over de rijkdom, het geld, de tijd en het leven als zodanig. Staten, kerken, instituten en nog andere sociale koepels en structuren weten mensen ertoe te verleiden zich bij hen aan te sluiten door aan hen hulp te beloven terwijl zij hen in feite al helpende afhankelijk of dus hulpeloos maken. Het is de list van elke politicus dat hij zich aan het volk weet op te dringen als de helper bij uitstek terwijl hij het volk er uiteindelijk toe brengt dat het hem onderhoudt. Deze manier van werken bestaat principieel in alle staatsvormen maar in de ochlocratie die immers uit het populisme voortkomt, doen politici in feite niets anders dan dit omdat zij zich principieel bereid verklaren om de wil van het volk te volbrengen – ongeacht wat die wil inhoudt.


Nog erger dan de contraproductiviteit van dit gebeuren is het feit dat via het delegeren van denk- en doewerk aan staatsstructuren, kerken en andere instellingen in feite het leven zelf geautomatiseerd wordt: de lasten – het werk – en het bestuur – het denkwerk – worden overgeheveld naar volstrekt onbewuste mechanismen, machinaties die weliswaar werkzaam zijn doch die niet weten wat ze doen en die zelfs niet weten dàt ze iets doen omdat ze in feite niet handelen. De idee dat aldus de menselijke vrijheid groter wordt, is dan een kostelijke illusie die een heel andere realiteit verkapt, namelijk de transformatie van het bewuste handelen naar het passief behandeld worden, de overgang van het kunnen en het kennen naar de stilstand, de onwetendheid en de gevoelloosheid die onder de mom van de beloofde rust, het gemak, de pijnloosheid en het genot, niets anders dan de dood in het leven naar binnen loodsen. En zoals mensen aan sport beginnen te doen op het ogenblik dat zij gaan beseffen dat het vermeende gemak en het vermijden van zweet het leven zelf uit hun lichaam wegneemt, zo ook gaan zij beseffen dat het overlaten van het bestuur over hun leven aan politici in feite uitdraait op het verlies van de eigen geest, de eigen wil en de eigen toekomst. Andermaal: dit gevaar dreigt in ongeacht welke staatsvorm maar in de ochlocratie is de vernietigende werking ervan gegarandeerd.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 11 april 2019)

 

           

                                      

           





           



   

05-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Het narrenschip - Aflevering 3: het tijdperk van de leugen

















            Het narrenschip

Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019




Aflevering 3: het tijdperk van de leugen


Hoe speelt men het klaar om in een democratie die zich beroept op de open debatcultuur, het positief-wetenschappelijk karakter van haar stellingen en een zogeheten algehele transparantie, de waarheid weg te moffelen en de meest belachelijke en gemene leugens te doen zegevieren? En laten we eerst het geheugen opfrissen inzake slechts één van de meest recente gebeurtenissen teneinde alle verdenking weg te nemen dat wat hier gezegd werd overdreven zou zijn.

Op 2 oktober van vorig jaar verdween journalist Jamal Khashoggi. Hij was de ambassade van Saoedi-Arabië in Istanboel naar binnen gegaan om papieren in orde te maken voor een huwelijk terwijl zijn toekomstige vrouw hem buiten opwachtte. De man kwam nooit terug. Speurders vonden bewijzen dat hij gefolterd en vermoord was, dat zijn lijk in stukken werd gesneden en zo de plek naar buiten werd gesmokkeld. Ook werden bewijzen gevonden dat dit het werk was van de Saoedische regering. Maar wat had de journalist dan wel mispeuterd? De man had kritiek op de islam en in het jaar dat hij werd omgebracht, stichtte hij de politieke partij Democratie voor Saoedi-Arabië. Ook was hij de enige van niet koninklijken bloede die weet had van de band tussen de koning van Saoedi-Arabië en al-Qaeda voor de terreuraanslagen van 11 september 2001. Trump reageerde op de moord op deze vrijheidsstrijder door te stellen dat de economische relaties met de Saoedi's voorrang hebben op het achterhalen van de waarheid die niet gekend zou zijn – terwijl dat laatste werd tegengesproken door het hoofd van de CIA: Trump loog en dat werd ook bevestigd door het op 7 februari 2019 uitgebrachte rapport van een onderzoek van de VN naar de moord... die gepland bleek en uitgevoerd door regeringspersoneel van Saoedi-Arabië. Deze maand (april 2019) werd bekendgemaakt dat de vier kinderen van de omgebrachte journalist een compensatie aanvaard hebben van de Saoedische regering, onder meer in de vorm van een villa in dat land en een maandelijkse uitkering. (1) De waarheid als koopwaar.

Formuleren we andermaal de vraag: hoe speelt men het klaar, in een parlementaire democratie, om de waarheid te verduisteren en de leugen te doen zegevieren? En het antwoord blijkt uit het onderzoek van een vernuftig mechanisme in het systeem zelf van de besluitvorming, een machinatie welke garandeert dat zelfs de meest overtuigende argumentatie aan de kant kan geschoven worden zonder dat ook maar sprake zou kunnen zijn van enige tegenstand. De truc bestaat er in wezen in dat uitspraken, bij de verwerking ervan in de democratische machine, van hun betekenis worden ontdaan: ze zijn niet langer waar of onwaar maar ze krijgen een zeker gewicht, meer bepaald krijgen ze een getal opgeplakt: hun inhoud verdwijnt en maakt plaats voor wat nog overschiet van een ding eenmaal het van zijn inhoud werd ontdaan, en dat is zijn marktprijs. Op de markt is een ding net zoveel waard als men bereid is ervoor te betalen en dat geldt ook voor de waarheidswaarde van een ding: een waarheid die niet rendeert, is voortaan een leugen en een leugen die zaad in het bakje brengt, wordt tot waarheid uitgeroepen. Deze verdraaiing van de werkelijkheid gaat zo ver dat zij ook de nieuwsfeiten aantast en wel tot in het absurde. Niet alleen verhindert het kapitalistische Amerika dat er nog gesproken of geschreven wordt over de moord op Khashoggi; het nieuws wordt gevuld met wat er gebeurt of te gebeuren staat in televisiefeuilletons zoals Thuis: feiten en fantastische verzinsels worden door elkaar gehaspeld en zo ook echte mensen en de rollen die gespeeld worden door acteurs. Fictieve verzinsels worden in de media als nieuwsfeiten medegedeeld.

Maar hoe speelt men het dan klaar in het parlement om de leugen te laten triomferen over de waarheid? In het parlement met haar open debatcultuur, worden eerst argumenten te berde gebracht, argumenten met betrekking tot de inhoud van de naar voor gebrachte stellingen. Dan volgt een discussie over de inhoud van die stellingen. Edoch, de kat komt op de koord wanneer er tenslotte handel wordt gedreven in de argumenten zelf, wat hier op neer komt dat de ene moet zwijgen voor de andere: men doet aan elkaar bepaalde toegevingen in ruil voor andere toegevingen, in die zin dat de ene partij belooft om de andere bepaalde zaken niet te zullen aanrekenen als die andere partij op haar beurt belooft om de eerste bepaalde zaken niet te zullen aanrekenen. En dat is op de keper beschouwd verkapte chantage omdat het vertaalbaar is in deze zin: "Als jullie ons feit X aanrekenen dan zullen we met feit Y tegen jullie op de proppen komen". Als er tenslotte gestemd wordt waarbij de argumenten zich transformeren in loutere hoeveelheden of dus getallen, geschiedt er een kwantificering van kwaliteiten – lees: de dingen worden van hun inhoud ontdaan – en speelt de inhoud al helemaal niet meer mee: niet de stellingen die krachtens zekere argumenten ook waar bleken, winnen maar wel deze die de meeste stemmen achter zich verzamelden, en dus deze welke men voor waar wil doen doorgaan – met andere woorden leugens.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 5 april 2019)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jamal_Khashoggi  

           

                                      




   

04-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Het narrenschip. Aflevering 2: het tijdperk van het sadisme.





            Het narrenschip

Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019

Aflevering 2: het tijdperk van het sadisme


In het in 1997 verschenen werk Das Böse oder Das Drama der Freiheit verhaalt de Duitse wijsgeer Rüdiger Safranski (1) over het kwaad dat onvermijdelijk want als prijs van de vrijheid in de wereld kwam. De poging tot een terugkeer naar de (eerlijk geachte) natuur die de (als hypocriet bestempelde) cultuur achter zich meent te kunnen laten, werd aangedreven door een streven naar het vermeerderen van de lust. Edoch, de lustmaximalisatie is een in wezen mateloos streven en waar dit zijn grenzen bereikt, tracht het zichzelf alsnog te overtreffen door aan de eigen lust het leed toe te voegen dat men aan derden berokkent. La maladie du voisin reconforte, même guérit, maar het leed van de buur maakt niet alleen gezond: het zorgt omzeggens voor een overmaat aan gezondheid in die zin dat het lust verschaft. In zijn bespreking van Markies de Sade, schrijft Safranski: "De lust is tiranniek. Hij wil geen genoegen schenken, maar zichzelf een genoegen verschaffen. En hij kan dat genoegen intensiveren door de ander kwaad te doen, door hem pijn te laten lijden." (2) De kwellingen waaraan men de ander onderwerpt, veroorzaken een heel bijzondere kitteling van de lust en inzake de lust is mateloosheid een principe: "Alles is goed als het maar mateloos is". (3) De wellust van het moorden wordt opgedreven door de moord te herhalen in de massamoord. Maar dat delirium, aldus de Sade, slaat uiteindelijk om in monotonie en daarom wil de lust een (tegenstribbelend) publiek, ontheiliging en schandaal.

Het kwaad is een mogelijkheid van de vrijheid en de politieke beweging van het liberalisme lijkt derhalve bijna gedoemd om, ook daar waar het niet ontspoort in het libertinisme, tot het kwaad te verworden. Het principe van de concurrentie is in wezen sadistisch omdat in de roes van het winnen, het genot dat voortkomt uit de nederlaag van de verliezer, niet te versmaden blijkt: de winnaar beklimt het podium en kijkt neer op de verliezer; hij verwerft in één klap allerlei voorrechten en het gelijkheidsbeginsel wordt als vanzelfsprekend opgeschort; het bedrieglijke gezegde dat niet de overwinning maar de deelname belangrijk is, is de enig resterende troostprijs voor de loser van wie men het normaal vindt dat hij de facto ook heel wat rechten kwijtspeelt: in economische termen staat winst gelijk met geld en geld zijn rechten omdat rechten zijn verworden tot marktproducten die immers gekocht en verkocht worden.

Waar open VLD-voorzitster Rutten voor de sterkeren – zij die een job hebben – belastingvoordeel vraagt en zij tegelijk de zwakkeren – de werklozen – ook nog van hun recht op een vervangingsinkomen wil beroven (4), toont zij het feitelijke sadisme dat zich in het hedendaagse liberalisme verschuilt: de eigen lust – de winst – heeft niet langer genoeg aan zichzelf: zij wil zich intensiveren middels het berokkenen van leed aan derden. Dit is de wansmakelijke perversie van een vrijheidsideologie die zichzelf heeft uitgehold; zij kan zich spiegelen aan het lelijke Amerika van Trump met aan de ene kant het leugenachtige vrijheidsbeeld dat staat voor de universele verwelkoming van alle mensen – want aan de andere kant de muur die de slavernij in stand houdt door illegale en derhalve rechtenloze arbeid voort te brengen welke de autochtone bevolking haar rijkdom garandeert.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 4 april 2019)

Verwijzingen:

(1) Rüdiger Safranski, Das Böse oder Das Drama der Freiheit, Carl Hanser Verlag, München, Wenen. Nederlandse vertaling van Mark Wildschut: Het kwaad, Atlas en Olympus, Amstel Uitgevers BV, 1998.

(2) R. Safranski, Het kwaad, Olympus, 2011, p. 164.

(3) Ibidem, pag. 165.

(4) Zie: https://www.hln.be/nieuws/binnenland/de-ideale-samenleving-volgens-open-vld-minder-overheid-en-minder-belastingen~a39fb32f/

                          

   

31-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het narrenschip - Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019















Het narrenschip


Een bedenking n.a.v. de verkiezingen in België in mei 2019

Aflevering 1: de democratie

           

In het jaar 427 voor Christus werd in Athene de wijsgeer Plato geboren die in zijn Politeia de verschillende staatsvormen bespreekt en als de democratie aan de beurt is, vergelijkt hij deze met een narrenschip. Hij vraagt zijn publiek zich in te beelden dat zij zich op een schip bevinden waarvan de stuurlui weliswaar charmante, welbespraakte of opvallende figuren zijn maar zij weten helemaal niets af van de stuurmanskunst; zij worden door de meerderheid van de opvarenden aangeduid om het schip te besturen maar dan omwille van eigenschappen die met zeevaartaangelegenheden niets te maken hebben. Tegelijk krijgen bekwame stuurlui zelfs geen kans om aan het roer te gaan staan omdat zij bij de meerderheid niet in de smaak vallen: zij worden prompt als nietsnutten aan de kant geschoven. Plato zegt vervolgens dat men de (democratisch verkozen) politici van dat ogenblik gerust mag vergelijken met de matrozen van dit narrenschip en dat in een democratie de bekwame stuurlui verplicht aan wal moeten blijven toezien hoe het dat narrenschip vergaat. (1)

           



           

Verwijzingen:


(1) Zie: Plato, De staat, VI, 478-488. De prent is een weergave van de betreffende bladzijden in de Plato-uitgave in Nederlandse vertaling van Xaveer de Win, Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen 1980, deel 3, pp. 297v.

NB: beschikbare Nederlandse vertaling van De staat van Plato op het internet: https://www.dbnl.org/tekst/plat008repu01_01/ 

De tekst over het zogenaamde narrenschip vindt men vanaf hier:

https://www.dbnl.org/arch/plat008repu01_01/pag/plat008repu01_01.pdf#page=231 

(Wordt vervolgd)           

(J.B., 31.03.2019)





           



           

   

25-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zeven rampzalige uitvindingen











 

           

 

           

Zeven rampzalige uitvindingen



                  

Zeven rampzalige uitvindingen from JB on Vimeo.

     



18-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graden van zijn – over hedendaags vampirisme










 

           

 

           







Graden van zijn – over hedendaags vampirisme

To be or not to be, that's the question. Edoch, zij die geloven dat hiermee alles gezegd is, slaan de bal flink mis want het gaat hier om een tautologie, een uitspraak die altijd waar is en die derhalve helemaal niets zegt. Bedoelt men met die dooddoener dat men niet tegelijk kan bestaan en niet bestaan, dan gaat men er alsnog vanuit dat men slechts voor de volle honderd percent kan bestaan ofwel helemaal niet maar die essentialistische opvatting is vandaag achterhaald: het is weliswaar correct dat doden niet weer tot leven gewekt kunnen worden maar dat neemt niet weg dat men kan spreken van een continuum als het gaat om het al dan niet bestaan en dit ziet men allang weerspiegeld in de wetgeving omtrent abortus. Maar ook anderszins kan de continuumtheorie best van tel zijn in een wereld waarin men gelijkgeschakeld wordt met zijn bezit.

In feite gaat het dan over macht, over het gewicht van iemands zijn, over wat men in de pap te brokken heeft, over het al dan niet erkend worden, over meetellen en over hebben: het volstaat niet meer te zijn; het levend wezen dat mens heet, werd herleid tot amper de kruier van een welbepaald burgerschap, een eigenaarschap of een bankrekening, een titel, een vakmanschap, een politieke en economische betekenis, een gewicht in de weegschaal die aangeeft hoe ernstig iemand mag of moet genomen worden. Lichtgewichten worden alom geschrapt en ingezet als slaven zonder stem; zwaargewichten lopen in de kijker en vreten de aandacht op van tientallen, honderden, miljoenen en soms miljarden mensen. Het is een handeltje waarover het laatste woord nog lang niet gezegd is maar het lijkt er wel heel sterk op dat mensen, of alvast bepaalde wezens die de mens als kruier hebben, zich voeden met aandacht zoals de kruier zelf zich voedt met brood.

Slaat men in de ochtend de kranten open – of de tablets – dan wordt men tot vervelens toe met almaar dezelfde figuren geconfronteerd: een of andere koning of prins, een politicus, een mediageile professor, een paus, een miljardair – noem maar op. Sommigen van hen beweren het allerminst prettig te vinden om dagelijks nieuwsjagers van zich af te moeten schudden maar anderen komen er dan weer voor uit dat zij hun bestaan te danken hebben aan de massale aandacht van de wereld: zij leven van andermans aandacht... maar dan wel zoals vampieren leven van andermans bloed.

En dat betekent dat zij zonder die aandacht gedoemd zijn om binnen de kortste keren te sterven, precies zoals vampieren voorgoed vergaan als zij niet op tijd en stond hun tanden in de kelen der levenden kunnen planten.

Verandert men echter van perspectief, wat hier betekent dat men de zaak nu eens niet bekijkt vanuit de positie van wie de aandacht trekken maar vanuit deze van wie aandacht geven, dan rijst onmiddellijk de vraag waarom men eigenlijk aandacht schenkt aan welbepaalde zaken of figuren en voor het antwoord op die vraag kan men best te rade gaan bij de waarnemingspsychologie. Mensen schenken aandacht aan figuren die op de een of andere manier opvallen, bewegen of die, kortom, als een bedreiging overkomen: iets of iemand trekt de aandacht wanneer die zaak of die persoon in het gezichtsveld treedt als een gevaar; de meest levensbedreigende figuren zijn de grootste aandachtstrekkers.

Terecht trekken vooral en uitgerekend die dingen en die mensen die een gevaar vormen voor ons ook onze aandacht; wat niet problematisch is, verschijnt nauwlijks of helemaal niet in ons bewustzijn en doet het dat wel, dan verdwijnt het er algauw weer uit, het wordt onzichtbaar. Maar opnieuw is dit een medaille met twee zijden: de aandachtstrekkers zelf staan ons in feite naar het leven, precies zoals vampieren dat doen. En een voor de hand liggend voorbeeld van het feit dat aandachtstrekkers niet onschuldig zijn, is de reclame.

De realiteit van de reclame leert ons dat zij niet vrijblijvend onze aandacht trekt; dat zaken die onze aandacht trekken, niet onschuldig zijn: hebben wij onvoldoende weerstand tegen de reclame dan worden wij erdoor verleid – met name om te kopen: vaker gaat de aandachtstrekker er ten langen leste met ons geld vandoor en geld is energie want het wordt pas verworven door noeste inspanningen – geld is... bloed. Vandaar is het een waarheid als een koe dat aandachtstrekkers in wezen vampieren zijn.

Reclame is de aandachtstrekker bij uitstek maar ook propaganda is dat, het is een vorm van verborgen reclame die wij immers gemakkelijk verwarren met informatie. En het belang van de bronvermelding bij het verstrekken van informatie, waarschuwt ons andermaal voor het feit dat zogenaamde objectieve informatie een al te mooi sprookje is: wie iets vertelt, doet dat met een zekere bedoeling, met in het achterhoofd een zeker belang en hij beïnvloedt diegenen aan wie hij het vertelt, hij manipuleert, hij liegt, alleen al doordat bij het verstrekken van informatie, zekere zaken gezegd worden en andere weer niet.

Reclame, propaganda, informatie: uitgerekend die zaken die wij voor onze oriëntatie en voor onze handhaving in de wereld nodig hebben, verkappen vaker dan wij dat vermoeden precies het omgekeerde van datgene wat wij met hen voor hadden: in plaats van ons ten dienste te staan, zien zij ons eigenlijk als prooien aan wie zij zich voordoen zoals de wolf in het beroemde sprookje van de gebroeders Grimm: De wolf en de zeven geitjes. Achter het decor van reclame, propaganda en informatie maar ook achter de façade van mode, stijl, kunst én... leerrijke sprookjes, verbergen zich steeds vaker manipulatoren die het erop gemunt hebben onze ideeën en derhalve ons gedrag – en bij uitstek ons koopgedrag – te sturen volgens hun eigenste voordeel en ten koste van ons bloed.

Voor een beschouwing over vampirisme, zie:

https://www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?ID=2746284 en

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226442.pdf

(J.B., 18 maart 2019)










Nosferatu from JB on Vimeo.


11-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seks en samenleving - deel 10: het einde van de liefde











Seks en samenleving


Deel 10: het einde van de liefde


In 1948 schreef de Schot Eric Arthur Blair – alias George Orwell – de succesrijke dystopische roman, getiteld: 1984. Samen met zijn Animal Farm is dit werk een aanklacht tegen het totalitarisme dat door velen geïdentificeerd wordt met het Stalinisme uit die tijd – Stalin regeerde van 1922 tot 1952 – maar dat volgens vele anderen evengoed slaat op elke andere totalitaire staat, van het nazisme en het Britse imperialisme tot het kapitalisme in het algemeen – Blairs vader diende het Britse imperium in de toenmalige Indische kolonie maar hijzelf keerde zich tegen die uitbuiting en werd geëngageerd journalist, marxist en socialist. De roman 1984 toont hoe de totalitaire staat, verbeeld door big brother, haar macht put uit het corrumperen van de meest intieme relatie tussen (twee) mensen: hij dwingt hen ertoe elkaar te verraden en doet dat middels gruwelijke martelpraktijken. De totalitaire staat onderwerpt de burgers door hen te controleren en hen aldus van hun privacy te beroven en van zichzelf, van hun eigen wil: zij worden herleid tot gehoorzame werktuigen van het regime. In feite wordt de mens beroofd van zijn geheimen precies omdat het die geheimen zijn waarop machthebbers nooit vat kunnen krijgen en het geheim bij uitstek is de liefde in de intiemste relatie tussen (twee) mensen. De instelling van het huwelijk is in wezen een poging om dit geheim te vernietigen door het te schenden want het huwelijk maakt de liefde openbaar zodat zij niet langer door het geheim geborgen wordt. Het koppel staat na het huwelijk te kijk voor iedereen en werd herleid tot nog slechts een werktuig van de staat die de beide participanten in de echt geslagen heeft.


Tot voor kort ontsnapten het merendeel van de holebi's aan deze staatscontrole en waren zij in feite de enigen die nog konden blijven beschikken over het geheim van hun liefde en zo waren zij ook de enigen die nog in staat waren tot liefde in de betekenis van de meest intieme relatie tussen twee mensen, geborgen door het grootst denkbare schild: het geheim. De tentakels van de macht konden niet tot in hun intimiteit reiken en homo's bleven derhalve gespaard van de wurggreep van de macht en behielden als enigen de mogelijkheid om zich te onttrekken aan de identiteitsroof die alle 'normale' burgers treft wanneer zij tot het huwelijk gedwongen worden, waarbij zij hun geheim aan de staat prijsgeven, wat inhoudt dat zij de intimiteit en dus ook het diepste wezen van hun liefdesband mét het prijsgeven van deze allersterkste bescherming teniet doen . Holebi's behielden aldus hun eigen 'ik' – hun privacy en hun vrijheid – wat verklaart waarom deze groep altijd zo goed vertegenwoordigd is geweest in de middens van kunstenaars en intellectuelen want creativiteit zonder vrijheid is ondenkbaar.


Wanneer vandaag het totalitarisme, nu in de gedaante van het kapitalisme, als nooit voordien om zich heen grijpt, blijkt men blind te blijven voor de ware toedracht van bijvoorbeeld de instelling van het homohuwelijk, dat helemaal niet bedoeld is als een tegemoetkoming aan een of andere nood aan gelijkberechtiging bij de homo's, zoals men het graag voorstelt, maar veeleer als een poging om de nog resterende vrijheden aan banden te leggen middels de verregaande controle die zich uit als een huwelijksplicht verkapt als huwelijkstoelating, waarbij men in feite uit de kast gejaagd wordt: de liefde wordt beroofd van haar heimelijk karakter dat in wezen haar meest efficiënte bescherming is en met het prijsgeven van haar geheim, houdt zij op als liefde te bestaan: zij bestaat niet langer vanuit zichzelf maar in het beste geval als een door de staat gedefinieerde en gecontroleerde relatie met verplichtingen voor de participanten, alsof zij zich helemaal niet onderscheidde van alle andere relatievormen die in wezen economisch van aard zijn.


Het verdwijnen van de liefde zal definitief zijn ofwel zal zij zich ontwikkelen in de marge van de hedendaagse totalitaire maatschappijen: om te kunnen voortbestaan zal de liefde het leven zelf van haar participanten eisen als enige geldige borgsom – in een totalitaire wereld is dat een onontkoombare consequentie. Zoals de held eerst moet sneuvelen en derhalve eerst dood moet zijn om als held te kunnen bestaan, zo ook zal voortaan de liefde bestaan. Zij die haar niet erkennen, zullen beweren dat de liefde niet langer bestaat maar zij die haar genegen zijn, zullen terecht volhouden dat zij blijft voortdurend in een andere wereld.


(J.B., 11 maart 2019)

  











08-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seks en samenleving - Deel 9







                       

Seks en samenleving


Deel 9


Stigmatiseren en afschepen

Vandaag lijken concentratiekampen in het westen voorlopig ondenkbaar maar schijn bedriegt andermaal omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan: de stigmatisering en de excommunicatie van homo's is bij wet verboden maar dat is belastingontduiking ook en zoals de meeste grootverdieners geen cent belastingen betalen terwijl zij ogenschijnlijk toch altijd binnen de lijntjes van de wet blijven kleuren, zo ook gaan homohaters onverminderd door met hun allerminst ijdele pogingen om de mensen die zij haten het leven onmogelijk te maken en de zelfmoordcijfers liegen er niet om.

In de bijzonder complexe materie van de sociologie duikt een probleem op dat omwille van zijn immaterieel karakter vergelijkbaar is met een probleem dat zich voordeed toen de elektriciteit voor het eerst alom langs de wegen door de koperdraden stroomde. Diefstal van elektriciteit kon toen immers nog een geruime tijd geheel straffeloos gebeuren omdat het ging om een onstoffelijk product zodat er volgens de wetgeving van dat ogenblik van misdaad eigenlijk geen sprake kon zijn. Een gelijkaardig probleem deed zich voor inzake auteursrechten en vandaag dienen zich weer andere, principieel daarmee vergelijkbare doch nog veel complexere problemen aan met betrekking tot zaken die verband houden met privacy, openbaarheid, eer, schande, schaamte, stalking, laster, reputatie, stigmatisering, verleiding, seks, misleiding, invloed en macht.

Verkeerdelijk wordt er door velen vanuit gegaan dat alles wat kenbaar is, ook gekend wordt, dat alle kennis principieel voor iedereen beschikbaar is, dat in de wereld waarheid en rechtvaardigheid heersen, dat er geen geheimen (meer) zijn, dat voor iedereen gezorgd zal worden, dat het leven voor onschendbaar wordt gehouden, dat de wetten de eerlijkheid dienen, dat de staat de armen bijstaat en nog meer van die beloften die luilekkerland naar de kroon steken. En zo moet het merendeel van de mensen eerst oud worden en hulpbehoevend om geconfronteerd te worden met het feit dat velen onder hen hun leven in dwangarbeid hebben doorgebracht en dat zij daarvoor vaak helemaal niet beloond worden zoals het hoort, als zij er al niet voor gestraft worden. De krachten die het intermenselijke verkeer regelen of ontregelen zijn niet zozeer de wetten – zij vormen slechts een façade – maar het zijn de moeilijk in te schatten handelingen, gedragingen, tendensen, modes, gewoonten, kortom subtiele en geheel ondefinieerbare krachten die zich niets gelegen laten aan redelijkheid, wettelijkheid, maat, norm en orde maar die veeleer verband houden met sympathie en antipathie, empathie, psychopathie, kunst, gevoelens en nog talloze andere blinde werkingen die onderwerpen zonder zelf bestuurd te kunnen worden tenzij heel tijdelijk en door enkelingen. Ludwig Wittgenstein schrijft in zijn Tractatus: “Die stillschweigenden Abmachungen zum Verständnis der Umgangssprache sind enorm kompliziert” en bij uitbreiding zou met hetzelfde kunnen zeggen over alle vormen van omgang en communicatie.

Komt daarbij dat uit de hand gelopen wetenschappen, technologieën en industrieën ons opzadelen met structuren die zich quasi autonoom boven onze hoofden ontwikkelen en die ons doen en denken binnen hun blinde banen en bochten dwingen die dan zoals door Herbert Marcuse beschreven onder meer leiden tot wat men nu de milieuproblematiek noemt – een van de vele resultaten van het contraproductieve handelen waarmee de mens zichzelf de das omdoet. De economie is niet langer een van onze werktuigen maar zij dicteert ons, wij zijn een werktuig in haar greep. Zo ook is informatie niet langer iets dat wij kunnen verwerven maar zijn wijzelf verworden tot informatiedeeltjes binnen alles verslindende databanken. Datgene aan ons wat niet omzetbaar is in cijfers, bestaat niet langer. Het persoonlijke verdwijnt uit de stuurcabine; personen worden van hun wil ontdaan en zo ook van de vrijheid welke nog restte; de wereld mist een stuurman, hij wordt 'gestuurd' door blinde krachten en in het licht van deze verontrustende omkeringen blijken de vrijheid en de wil, het ik en de eigen gedachten en emoties, die allerdiepste gevoelens waaruit eens sprookjes ontsproten, symfonieën, balletten en romances... blijken al die mooie dingen niets meer dan illusies, zeepbellen, lucht. Felix Timmermans schrijft:

Ik hou van nevel bij de val der blaadren;

het stemt tot weemoed om ik weet niet wat.

Verlangen en betreuren glimmen mat,

het hart zwijgt loom in ’t struikgewas der aadren.

Dit is de stilte die ’t geluk laat naadren,

het ver geluk, dat iets van God bevat,

maar telkens als een zeepbel openspat

bij al ’t gedruis, dat wij in ons vergaadren. (24)


Hoe ver van ons verwijderd klinkt de werkelijkheid weergegeven in dit gedicht. Maar in die bijna helemaal aan de stof onttrokken sferen is het ook dat de meest verfijnde vormen van criminaliteit zich zijn gaan huisvesten en gedijen; in feite parasiteren zij op de cultuur door haar te gebruiken als voertuig: de dief gaat aanzitten aan de tafel van de koning op de plaats waar de edelman had moeten zitten wiens kledij hij stal nadat hij hem eerst met zijn eigen mes vermoordde. De gesofisticeerde crimineel bedient zich van het protocol als was het een wapen door het in functie van beledigingen aan te wenden: iedereen is getuige van begroetingen maar het niet begroeten van mensen blijft onwaarneembaar. Mensen worden onzichtbaar beledigd in het openbaar met complimenten met titels of met eigenschappen welke hen niet toebehoren. Beschuldigingen worden geïnsinueerd bij afwezigheid van getuigen. Gepeste mensen kunnen onmogelijk een klacht hard maken omdat de pester ervoor zorgt dat er geen getuigen zijn. Ook de toegebrachte schade blijft onzichtbaar daar zij zich situeert in de ziel van de betrokkene of in de hoofden van diegenen aan wie laster werd verteld. De pester herhaalt zijn pesterijen eindeloos, de druppel op het hoofd voelt aan als een kassei maar een voorbijganger ziet slechts de waterdruppel en noemt het slachtoffer met zijn luide schreeuw kleinzerig. De pester doodt zijn slachtoffer met diens eigen stresshormoon dat continu in grote hoeveelheden geproduceerd, functioneert als een genadeloos zenuwgif dat hem gestaag ten gronde richt.

Stigmatisering en karaktermoord gaan vooraf aan en staan ten dienste van excommunicatie: waar homofobie heerst, worden in het beste geval de slachtoffers alom afgescheept, wat wil zeggen dat zij onder voorwendsels onverrichter zake weggestuurd worden – als zij solliciteren voor een job, als zij op zoek gaan naar een woonst, als zij in een winkel iets bestellen, als zij om een inlichting verzoeken of als zij gewoon de weg vragen: men zendt hen prompt de verkeerde kant op en men lacht. Karaktermoord kondigt vaker zogenaamd 'zinloos geweld' aan, moord, zelfmoord of een ongeluk.


En daar komen de neo-neonazi's

Met manifestaties zoals de Nashville-verklaring wordt de democratie verdrongen en probeert een zekere illegaliteit zichzelf tot effectieve wet te maken. Zoals de burgerwachten in Ierland het recht in eigen handen nemen en mensen kreupel maken of vermoorden omdat zij menen dat de politie haar taak niet naar behoren vervult als zij niet de dingen bestraft die door deze sekten zelf worden afgekeurd, zo ook opereren bendes die zich scharen achter verklaringen over een eigen soort moraal die volledig losstaat van de wet. In weerwil van democratisch tot stand gekomen wetten, leggen deze bendes aan het volk wetten op van eigen fabricaat en bestraffen zij middels geheel anonieme doodseskaders vergelijkbaar met de 'slapende cellen' van I.S. al diegenen die eraan verzaken deze nieuwe ongeschreven wetten te erkennen – men herinnere zich de massamoord gepleegd door Anders Breivik. Deze bendes die zich voordoen als groepen van eensgezinde intellectuelen pakken schaamteloos uit met een eigen wetgeving – 'verklaringen' – waarin zij op de keper beschouwd stellen dat zij niet langer de wet erkennen maar enkel de zelf gebrouwde eigen regels, zo bijvoorbeeld inzake de huwelijksmoraal. Mensen hebben weliswaar het recht om voor zichzelf te beslissen dat zij niet met iemand van het zelfde geslacht willen samenleven maar zij hebben niet het recht om deze eigen keuze ook aan anderen op te leggen als de wet deze keuze vrij laat; zij hebben het recht om elk voor zichzelf te geloven dat ongeacht welke, soms duizenden jaren oude geschriften het woord van god zijn maar zij hebben niet het recht om anderen ertoe te dwingen hetzelfde geloof te belijden waar staat en kerk gescheiden zijn. Maar aan anderen hun eigen willetje opleggen is wat zij doen middels hun doodseskaders (momenteel in Ierland) én middels hun verklaringen (sinds een viertal jaren in de V.S. en nu ook in Europa) waarmee zij niets minder doen dan de democratische wereldgemeenschap uitdagen. Zij verschillen in dat opzicht helemaal niet van de sekten (over welke men moet zeggen dat zij zich meestal nog gedeisd houden) of van de Islamitische Staat; zij promoten een heuse terugkeer van onze cultuur – niet naar de dictatoriale middeleeuwen maar nog veel verder terug in de tijd, naar de barbarij, de totale willekeur, het recht van de sterkste, de arbitraire regels van een handvol potentaten, afgedwongen met marteling en moord. 

(wordt vervolgd)

(J.B., 8 maart 2019)


Verwijzingen:

(24) Felix Timmermans, uit een sonnet d.d. 7 augustus 1946.

















05-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seks en samenleving - Deel 8: homohaat






           

Seks en samenleving


Deel 8: homohaat

In onze contreien is het intussen algemeen bekend dat in de jaren 1933 tot 1945 onder het naziregime zowat 50.000 homo's door een speciale afdeling van de Gestapo werden opgepakt, veroordeeld en gevangen gezet en dat tot 15.000 van hen omkwamen in concentratiekampen. (14) De vervolging gebeurde op grond van een (buiten de naziperiode zelden toegepaste) Duitse wet uit 1871 die pas in 1994 werd afgeschaft. (15) Gedwongen castratie en opname in psychiatrische instellingen waren courant.

Pas sinds de publicatie in 2015 van Psychogenocide van de Leuvense psychiater Erik Thys, weten wij dat vervolging van homo's ook in België gangbaar was: totdat de castratiewet uit 1911 na protesten onder intitiatief van onder meer Gerard Reve in 1971 werd afgeschaft, werden hier te lande de homo's naar dokter Aimé Wyffels van het Willibrordusgesticht in het Nederlandse Heiloo gebracht om daar gecastreerd te worden. (16) Het boek verhaalt eveneens dat onder de nazi's ook in de Belgische psychiatrische instellingen de patiënten werden vermoord met de medewerking van het medische corps en dit gebeurde middels de feilloze moordmethode van het vetloze dieet. (17)

Vandaag is homoseksualiteit nog steeds strafbaar in 73 landen – dat is de helft van alle landen ter wereld – en in een tiental landen geldt de doodstraf. Het homohuwelijk is nu weliswaar in 25 landen toegestaan maar de wettelijke bescherming tegen homodiscriminatie bestaat slechts in enkele Europese landen en in Canada. (18) Dat de oud-gouverneur van Indiana die in zijn staat de homodiscriminatie legaal maakte onder de dekmantel van godsdienstvrijheid vandaag de functie bekleedt van vice-president van de V.S. – het land met het grootste vrijheidsbeeld ter wereld – spreekt boekdelen. (19) En voor het Vaticaan blijft homoseksualiteit tegennatuurlijk en dit in weerwil van alle verbluffende onthullingen van de meest recente tijd, waaronder de jongste publicatie van Frédéric Martel: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan. (20)

Vandaag wordt Ramzan Kadyrov, de president van de Tsjetsjeense Russische autonome republiek, ervan beschuldigd middels folterende en moordende doodeskaders terreur te zaaien in het ganse land: de berichten dat er jacht wordt gemaakt op homo's en dat zij in regeringsgebouwen en in Kadyrov zijn ranches worden gevangen gehouden, gefolterd en vermoord, worden bevestigd door Amnesty International. (21) Het herinnert aan de joodse filosofe Hannah Arendt die wreedheid koppelt aan een gebrek aan intelligentie, als men moet vernemen dat Kadyrov de lagere school niet afmaakte. (22)

Een verkapte vorm van homovervolging bestaat in het beschouwen van homoseksualiteit als een ziekte. Van 1952 tot 1987 werd homoseksualiteit door het Internationaal Handboek voor Psychiatrie effectief als een ziekte beschouwd. Nadien werden de zogenaamde 'conversietherapieën' of methoden welke pretenderen dat zij de geaardheid van mensen kunnen veranderen, moreel veroordeeld of verboden. Conversietherapieën gebruiken drastische vormen van conditionering die de behandelde mensen allerminst helpen maar wel vaker de zelfmoord in drijven. (23) Vandaag steken die sinds 2014 door het Internationaal Comitee tegen Marteling als martelpraktijken bestempelde methoden opnieuw de kop op naar aanleiding van de beruchte Nashville-verklaring die in 2017 ontstond in de V.S. in hypocriet genoemde rechts-conservatieve religieuze middens rond Donald Trump, die zich keren tegen onder meer homoseksualiteit.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 5 maart 2019)

Verwijzingen:

(14) https://nl.wikipedia.org/wiki/Homoseksualiteit_in_nazi-Duitsland

(15) https://nl.wikipedia.org/wiki/Paragraaf_175

https://www.amnesty.nl/encyclopedie/homoseksuelen-homofobie-homohaat

https://www.amnesty.nl/encyclopedie/conversietherapie-en-mensenrechten

(16) Thys, Erik, Psychogenocide. Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi's, Epo, Berchem 2015, p. 246.

(17) Ibidem, p. 231-267.

(18) https://www.amnesty.nl/encyclopedie/homoseksuelen-homofobie-homohaat

(19) http://time.com/4406337/mike-pence-gay-rights-lgbt-religious-freedom/

(20) Frédéric Martel: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Van Halewyck 2019.

(21) https://www.amnesty.nl/actueel/tsjetsjenie-aanval-op-homoseksuelen-lesbiennes-hervat

(22) https://nl.wikipedia.org/wiki/Ramzan_Kadyrov

(23) https://www.amnesty.nl/encyclopedie/conversietherapie-en-mensenrechten













28-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seks en samenleving - Deel 7: homofobie





           

Seks en samenleving


Deel 7: homofobie

Zoals reeds gezegd moet de reden voor de vervolging en voor de discriminatie van homo's niet gezocht worden in het specifieke van deze geaardheid zelf. Homo's worden vervolgd om dezelfde reden waarom in onze contreien bijvoorbeeld ook mensen met een andere huidskleur vervolgd worden of mensen met een handicap of tot voor kort ook linkshandigen. Zij hebben namelijk allemaal dit ene kenmerk gemeen dat zij in ongeacht welke eigenschap verschillen van de meerderheid van de bevolking terwijl zij zelf een minderheid vormen. En de meerderheid vreest wie anders zijn en zo spreekt men over homofobie, over xenofobie, over de achterstelling van anderstalige minderheden en zo voort. Wie anders is dan ons, is slecht, zo luidt de eerste wet van wie tot een specifieke meerderheid behoren en die andersheid kan verwijzen naar een neutraal verschil, naar een handicap of naar een criminele ingesteldheid maar evengoed kan zij verwijzen naar een superieure lichaamskracht, naar een briljante intelligentie, naar vroomheid of naar menslievendheid, zoals dat bij uitstek het geval was met de stichter van het christendom die geen vlieg kwaad deed terwijl het volk liever Hem veroordeelde dan de moordenaar Barabbas. De kwestie is dat andersheid op zich als slecht bestempeld wordt en zo is ook homofobie in feite net zoals racisme een vorm van xenofobie: het is de vrees voor wat ongewoon is of vreemd, de angst voor het onbekende want op wat men niet kent, kan men niet anticiperen; het onbekende wordt ervaren als een dreiging, een gevaar en gevaren maken alert, gevaren verwijzen naar een mogelijk kwaad. Vandaar geldt meteen het devies: wat slecht is, moet bestreden worden, wat in dit geval betekent dat men het ideaal nastreeft van de volstrekte uniformiteit – de tegenpool van diversiteit. Mensen die om welke reden dan ook uit de toon vallen, worden uit de groep gebannen of meteen gedood.

Voorzichtigheid is een deugd maar tegelijk stamt uit de ervaring van alledag het gezegde dat vrees een slechte leermeester is: het benaderen van de dingen vanuit weetgierigheid maakt de wetenschap mogelijk en brengt ons kennis bij maar de angst voor het onbekende maakt dit onbekende bij voorbaat tot vijand waardoor men zich ervoor afsluit; men gaat het demoniseren teneinde aldus een schijn van gelijk op te hangen als men overgaat tot de bestrijding ervan: de meerderheid executeert de minderheden en doet dat op geen andere grond dan het zogenaamde 'recht van de sterkste' in de betekenis van the survival of the fittest, een term van Herbert Spencer verwijzend naar het door Charles Darwin in zijn evolutietheorie aan het licht gebrachte feit dat binnen een volk de beste overlevingskansen toekomen aan de best aangepaste leden – een natuurwet die indien zij wordt binnengeloodst in de cultuur, het 'recht van de sterkste' betekent of de regelrechte barbarij zoals verhaald in de gelijknamige roman van Cyriel Buysse, verwijzend naar een brute verkrachting. Tussen haakjes betekent de term barbaar – barbaros in het oud Grieks – brabbelaar want zo noemden de Hellenen wie geen Grieks spraken – in de wereld van vandaag zou men hen paradoxaal genoeg cultuurbarbaren noemen. De onwetendheid gaat zelfs zo ver dat bijvoorbeeld heel wat inwoners van Angelsaksische landen trots zijn op de specifieke onwetendheid welke erin bestaat dat zij geen andere taal dan het Engels (/het Amerikaans) hoeven te verstaan omdat ingevolge hun imperialisme (incluis: kolonialisme, fascisme, genocide) de hele wereld Engels als tweede taal is gaan spreken, wat zich uiteraard wreekt in het feit dat nu iedereen kan verstaan wat de Angelsaksen wel allemaal te vertellen hebben (of niet te vertellen hebben) terwijl alle anderstalige volkeren voor deze egocentrische potentaten geheel ontoegankelijk werden en bijgevolg verdacht zijn en welhaast gedemoniseerd dreigen te worden wegens 'gebrabbel', vandaag al vlotjes door de goegemeente opgevat als 'geheimtaal'.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 28.02.2019)












22-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seks en samenleving - Deel 6: de kerk en het kindermisbruik




                                 

Seks en samenleving


Deel 6: de kerk en het kindermisbruik


Op 21 februari 2019 verscheen het aangekondigde boek van de Franse socioloog Frédéric Martel, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vatikaan. Reeds werd het werk alom gelezen en gerecenseerd door talloze journalisten maar onder meer doordat het hier gaat om (1°) een turf van 670 bladzijden, te lezen door mensen die met deadlines werken, (2°) een onderwerp dat danig sensationeel is maar tegelijk ernstig tragisch en (3°) het een nogal complexe zaak betreft, is het allerminst denkbeeldig dat door de bomen het bos de mist ingaat, dat men met andere woorden blijft hangen bij allerlei openbaringen welke alleen maar in functie van het onderwerp staan en dat men uit deze moeilijke zaak al te simpele tot zelfs totaal foute conclusies trekt.


Insiders weten allang hoe de vork aan de steel zit maar met dit boek werd voor het eerst publiek gemaakt wat de feiten zijn. Het boek van Martel heeft een wat misleidende titel – Sodoma – die immers verkeerdelijk insinueert dat het onderwerp van gesprek de homoseksualiteit (binnen de kerk) zou zijn. Ofschoon hieraan weliswaar vele bladzijden worden gewijd, is dat uitdrukkelijk niet het geval. Waarover gaat het boek dan wel? Het opzet van het werk van Martel en de grondstelling van het boek zijn heel eenvoudig. Martel wil het kindermisbruik in de kerk verklaren en hij stelt dat dit niet alleen wordt veroorzaakt door pedofilie maar evenzeer door homofobie.


Sinds enkele decennia – en in België pas sinds de zaak Vangheluwe in 2010 – is een grootschalig kindermisbruik in de kerk aan het licht gekomen. De verbijstering daaromtrent is begrijpelijkerwijze zeer groot en men zoekt naar verklaringen. De Franse socioloog heeft met zijn boek een verklaring gegeven of beter: de verklaring bij uitstek. In twee woorden komt die hier op neer.


Vooreerst moet gezegd worden dat het merendeel van de clerici al dan niet praktiserende homoseksuelen zijn: homoseksuelen hebben zich zelden welkom gevoeld in de maatschappij en zij zijn overal vervolgd geweest terwijl de kerk aan dit segment van de samenleving in feite altijd een toevlucht (of is het een uitvlucht?) heeft aangeboden, namelijk het celibataire priesterschap of het leven binnen de kloostermuren onder de kuisheidsgeloften.


Nu is het niet zo dat homo's in de kerk welkom zijn omdat de kerk een verkapte homogemeenschap zou zijn – uiteraard niet, want het katholieke geloof wijst de homoseksuele praktijk af daar het die beschouwt als een ernstige zonde die vanuit dat geloof in het Oude Testament de zonde van Sodoma ofwel sodomie wordt genoemd. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en zo bijvoorbeeld gaat het slinkend aantal priesterroepingen niet toevallig gepaard met de emancipatie van de homoseksuelen. Zoals overal gaapt er ook in de kerk een grote kloof tussen hoe de zaken zouden moeten zijn en hoe ze uiteindelijk zijn – de kloof tussen schijn en zijn. En om die schijn hoog te houden, wordt de praktijk van de homoseksualiteit in de kerk geheim gehouden.


Intussen echter kan in het geëmancipeerde westen met zijn scheiding van kerk en staat de homoseksualiteit niet langer als een misdaad worden beschouwd: de emancipatie van de homo's door het werk van zelfhulpgroepen maar ook dankzij hun bevrijding van repressieve religies en dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten maakt dat men zich niet langer hoeft te schamen voor deze geaardheid: vandaag is in het westen niet de homofilie een zonde en een kwaad maar daarentegen de homofobie – en terecht zoals onmiddellijk zal blijken. In een inclusieve maatschappij hoeven homo's niet te worden vergast; zij kunnen als zij dat wensen huwen en kinderen opvoeden.


Intussen echter blijft de katholieke kerk vasthouden aan een geloof dat verwijst naar de bijbel – 'het woord van God' – waaraan zij kennelijk niet durft te tornen en dit niet alleen alle wetenschappelijke inzichten ten spijt maar ook ondanks het gezond verstand. Want wie kan in alle eerlijkheid nog langer geloof hechten aan een 'goede God' die aan zijn menselijke schepselen (tot aan de generatie van aartsvader Abraham) gebiedt dat zij een zoon aan Hem offeren (dat wil zeggen: de keel oversnijden en dan roosteren aan het spit) als bewijs van liefde en trouw? Gelijkt dat immers niet veeleer op de meedogenloze inwijdingspraktijken van zekere drieste maffiosi? Nochtans houdt de kerk daaraan vast want de bijbel, zo zegt zij, is het woord van God.


De mens is gemaakt uit kleiaarde omdat het zo gezegd wordt in het Oude Testament. De vrouw is gemaakt uit een rib van de man omdat dit in de bijbel staat. Onze sterfelijkheid is er doordat onze voorouders aten van de verboden vrucht want zo staat het in het boek Genesis. En sodomieters worden door Jahweh gedood zoals beschreven in het verhaal over Sodoma en Gomorra. Gelovigen – en bij uitstek de clerus – moeten zich derhalve blijven schamen voor hun homoseksualiteit en daarom ook verbergen zij hun geaardheid.


Maar precies die geheimhouding maakt de misdaad van het kindermisbruik mogelijk en wel op de volgende manier. Wanneer zich onder de clerici pedofielen bevinden die zich schuldig maken aan kindermisbruik, worden zij niet aangegeven door andere clerici die immers meestal homoseksueel zijn... omdat deze homoseksuele clerici vrezen dat als het kindermisbruik gerechtelijk wordt onderzocht, ook hun homoseksualiteit aan het licht zal komen – en dat willen zij niet. De reden waarom zij dat niet willen is niet dat homofilie strafbaar zou zijn – dat is homofilie alvast in Rome niet; de reden is dat zij geloven dat homofilie een zonde is ofwel dat zij de schijn van dat geloof willen ophouden.


In het eerste geval willen zij niet dat hun vermeende zonde aan het licht komt; in het tweede geval willen zij vermijden dat hun ongeloof aan het licht komt. In de twee gevallen draait alles rond hypocrisie en het is die hypocrisie inzake homofilie welke ervoor zorgt dat binnen de kerk de kindermisbruikers altijd quasi ongehinderd hun gang hebben kunnen gaan.


Misschien zal het kindermisbruik binnen de kerk altijd blijven bestaan maar het zou waarschijnlijk wel flink ingedijkt kunnen worden als het taboe dat binnen de kerk op homoseksualiteit rust, overwonnen kon worden en dus wanneer homoseksualiteit maar ook seksualiteit in het algemeen ook binnen de kerk niet langer als zondig zonder meer werd beschouwd. Want het is uitgerekend de homofobe houding van de kerk maar ook haar 'aseksuele moraal', welke de clerus slaat met de angst dat zij uit de kast zullen worden gejaagd als zij betrokken worden in rechtszaken na het aangeven van kindermisbruik gepleegd door collega's. Andermaal vrezen zij dat aldus hun hypocrisie aan het licht zal komen.


Homofobie is derhalve niet alleen verwerpelijk omdat deze afwijking homo's schaadt: binnen het instituut van de kerk blijkt homofobie om de hoger aangegeven redenen ook voor onschuldige kinderen noodlottig. Het boek van Frédéric Martel leert ons in feite dat de oorzaak van het kindermisbruik binnen de kerk niet alleen te wijten is aan de onmiddellijke daders – de pedofielen – maar evenzeer en misschien in een nog grotere mate aan de homofoben.


Personen die homofilie laken, moeten na de publicatie van Martel's boek goed beseffen dat zij in een niet geringe mate bijdragen tot de misdaad van het kindermisbruik. Bij uitstek mensen met aanzien en gezag dragen in dezer bijgevolg een grote verantwoordelijkheid; vanaf heden kunnen zij zich niet langer bedienen van het excuus van de vrije meningsuiting omdat het nu eenmaal onmogelijk is om op een zinvolle manier een mening te hebben over het al dan niet feitelijk zijn van feiten.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 22 februari 2019)












18-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over seks en samenleving - Deel 5: de kerk en het celibaat



                                                    

Over seks en samenleving


Deel 5: de kerk en het celibaat


NB: Dit artikel verscheen op deze weblog op 10 november 2010 (*)


Dit artikel wordt hier herhaald vanwege zijn eventuele toepasselijkheid naar aanleiding van het donderdag aanstaande te verschijnen boek Sodoma. Het geheim van het vatikaan van de Franse socioloog Frédéric Martel.


seks en voortplanting


Er wordt heel wat gepraat en geschreven over seks en seks wordt uiteraard ook duchtig bedreven, maar op de keper beschouwd weet eigenlijk geen mens wat seksualiteit precies is. Principieel iedereen ondergaat zijn geslachtelijkheid zoals men zijn leven zelf ondergaat en ook zijn dood, maar doorgronden doet men die zaken allerminst, ze blijven mysterieus en duister.


Louter technisch kon men seks als voortplanting definiëren, meer bepaald als voortplanting middels twee verschillende geslachten (de zogenaamde geslachtelijke voortplanting), want sommige planten kan men 'afleggen' en er bestaan ook diertjes die zich delen om zich aldus te vermenigvuldigen (de ongeslachtelijke voortplanting). Welnu, als men dát beschouwt als seks, dan is de term homoseksualiteit een contradictio in terminis: het kan geen seksualiteit zijn want er is geen voortplanting mee gemoeid. Sommige clerici benadrukken dit dan ook voortdurend: seks is voortplanting en het mag want het kan ook niets anders zijn dan dat...


De verliefden


Tegenover die definitie dat seks voortplanting is, staat nu dat vrijwel geen normaal mens zal trouwen, laat staan verliefd worden met de bedoeling kinderen te verwekken, en dit alleen al omdat verliefd worden niet iets is wat men beslist te doen. Dit kan vreemd klinken daar wij danig gewoon geworden zijn, enerzijds aan de verwisseling van drijfveren met redenen en, anderzijds, aan het identificeren van een geordend historisch proces met de noodzaak ervan.


Dat laatste toont zich in onze neiging om causale verbanden te induceren in louter opeenvolgende gebeurtenissen – een denkfout waarop onder meer de grote wijsgeer David Hume heeft gewezen. Indien mensen zouden vrijen met de bedoeling kinderen te verwekken, dan waren voorbehoedsmiddelen uiteraard overbodig en ook zou het aantal abortussen dan fors slinken. Eveneens zou in dat geval de zogenaamde homoseksualiteit vanzelfsprekend helemaal niet bestaan, evenmin als de seksualiteit met onvruchtbaren – van nature of door ziekte onvruchtbaren, nog niet vruchtbaren of dus kinderen en niet meer vruchtbaren of bejaarden, en bij uitstek bejaarde vrouwen.


Maar wie beweren dat mensen seks hebben om kinderen te verwekken, miskennen niet alleen het bestaan van allerlei vormen van seks waarbij voortplanting uitgesloten is. Zoals gezegd verwisselen zij tevens redenen, of redelijke argumenten, met drijfveren, beweegredenen of motieven, en zij doen dat wel zodanig dat hun redenen daardoor tot drogredenen verworden, wat wil zeggen dat zij worden gemotiveerd door drijfveren die zij niet redelijk verstaan, terwijl zij tegelijk redelijke argumenten genereren die uiteindelijk geen hout snijden maar die zij aanwenden als een soort van beveiligende dekmantel die er voor zorgt dat de blinde of redeloze lusten zich kunnen botvieren.


Evenwel mag hier niet voorbijgegaan worden aan een bijkomende realiteit waarvan vandaag vermoedelijk nog niet zo heel veel wordt begrepen, en dat is wat men zou kunnen aanduiden als een objectieve, natuurlijke redelijkheid welke dan uiteraard het menselijke begrip te boven ging. Zo'n veronderstelde realiteit zou dan het vermoeden voeden dat de natuur altijd 'redenen' te over had om schepselen met specifieke aandriften op te zadelen, daar deze immers in dienst stonden van die hogere, natuurlijke 'rede' die overigens ook de menselijke redenen in haar schaduw zou stellen. (12) Kortom: er wordt door de band niet gevrijd of getrouwd om kinderen te verwekken, terwijl men aan seks en aan de instelling van het huwelijk wél die bedoeling toeschrijft. En zo ook ondergaat men de verliefdheid, zeker in zijn jeugd, precies zoals men zijn eigen bestaan en zijn dood moet ondergaan.


Op zich is dat reeds mysterieus, denk maar aan de overtuiging van de verliefde dat hij de ander om zichzelf bemint, terwijl wij heel goed weten dat die ander eigenlijk om het even wie had kunnen zijn. Geliefden blijken soms bijzonder verwisselbaar, terwijl zij nochtans overtuigd aan elkander de volstrekte uniciteit toedichten. Weliswaar is elke mens uniek, in die zin dat een persoon als persoon – bijvoorbeeld een overleden geliefde – nooit door een ander kan worden vervangen. Maar tegelijk kan men zeggen over ongeacht welk koppel dat, indien zij elkaar nooit hadden ontmoet, zij hoogst waarschijnlijk wel een ander hadden gevonden. Alle koppels kunnen best geloven dat zij verliefd zijn op de unieke persoon van de ander, maar alvast de statistieken blijken dat geloof hoe dan ook geen kracht te willen bijzetten, aangezien maar bitter weinig princessen met schooiers huwen, hetero's met homo's of zwaar mentaal of fysiek gehandicapten met 'gezonde' mensen. Het ziet er dan veeleer naar uit dat de verliefdheid niet zozeer de persoon betreft doch een welbepaald natuurlijk type, en het zijn dan ook niet de personen die elkaar uitkiezen, doch die natuurlijke typen, die welbepaalde eigenschappen, die haast onkenbare scheikundige processen die zich voltrekken... ondanks de betrokken personen. Al te vaak immers ziet men koppels uiteen vallen van zodra de natuur haar werk heeft verricht en zich de personen áchter de typen met elkaar op een soms ontnuchterende wijze geconfronteerd weten.


Als dus verliefdheid iets te maken heeft met voortplanting, dan moeten we stellen dat dit, alvast vanuit het menselijke perspectief, vermoedelijk geheel toevallig zo zal zijn, want indien verliefdheid niét leidt tot voortplanting, maar bijvoorbeeld wel tot een gewisse dood, bijvoorbeeld als zij bij onwetenden daaromtrent zou leiden tot een vrijpartij met hiv-besmetting, dan zou zij helemaal niet ophouden te bestaan, en ze zou ook niet anders worden beleefd. De verliefdheid trekt zich er vaak zelfs niets van aan of zij zal leiden tot sociale aanvaarding ofwel tot sociale verwerping: de band van de tweeheid lijkt vaak krachtiger dan het deel uitmaken van een grote groep. En schijnbare verliefdheid blijkt ook te kunnen leiden tot verkrachting en zelfs tot moord, al spreekt men dan uiteraard niet langer van verliefdheid en van liefde, maar van (egoïstische) lust, van genotzucht en van moordlust. Dit gehele gebied blijkt bijzonder donker en mistig.


seksualiteit en scheikunde, huichelarij en ethiek


Als men het nu heeft over homoseksualiteit, dan is het wel duidelijk dat men het niet heeft over seks in de zin van voortplanting; wel bedoelt men dan het gebied dat zich geheel wars van de procreatie ontwikkelt, vaak eerst als verliefdheid en eventueel ook als liefde, en verliefdheid is het ondergaan van iets, het is een betoverd worden of een zich laten betoveren, al dan niet met gekende wenselijke of onwenselijke gevolgen. De gebeurlijke overgang van verliefdheid naar liefde is dan een stap welke apart kon worden besproken.


Men moet hier vooraf toch wel de nadruk leggen op het feit dat de ethische uitleggingen die hieromtrent vaak worden verkocht, meestal bijzonder huichelachtig of ongeloofwaardig blijken, en laten we het houden bij slechts een enkel maar wellicht genoeglijk overtuigend voorbeeld.


Toen in de jaren zestig en zeventig de geslachtsziekten overwonnen werden met een simpele pil of een spuit antibiotica, ontstond de ethiek van de vrije liefde. Het vreemde daaraan was nu dat de argumenten voor de vrije liefde niet verwezen naar die pillen, maar daarentegen naar een wereld van mysterie en mystiek!


Men gelooft dit niet natuurlijk, maar kijk: enkele decennia later steekt aids de kop op en wat ziet men? Prompt ontstaat een nieuwe seksuele ethiek, meer bepaald wordt nu het huwelijk weer gepropageerd. Andermaal spreekt die propaganda helemaal niet over het ontoereikend geworden zijn van de antibiotica – welnee: zij heeft het enkel over idealen van trouw, over het gezin en over nog veel hoogdravender mystiek.


Er is dus iets bijzonder huichelachtigs inherent aan deze zaken: verliefdheid, seksueel genot en voortplanting blijken soms in verband te staan met elkaar, maar wij weten niet hoe dan wel en die verbanden blijken bovendien door ons niet anders dan als toevallig te moeten worden omschreven. Zoals men er niet voor kiest of men een man is of een vrouw, zo ook is men seksueel bepaald. De fysieke of de chemische rollen die de natuur door blinde doch feilloze selectie blijkt te hebben toegekend aan mannen, vrouwen, seksuele typen en zo meer, komen niet of niet noodzakelijk overeen met de bestaande sociale of maatschappelijke rollen van verschillende individuen, en het rollenspel zal afhankelijk van de wisselende context mee veranderen.


Het onderverdelen van mensen in seksuele typen (homo, hetero...) lijkt overigens nogal lomp, het doet denken aan die allang achterhaalde typologieën van Kretschmer en anderen in het begin van de voorgaande eeuw.


seksualiteit en maatschappij: het recht van de sterkste versus de wet van de naastenliefde


Op zich (i.e. biologisch) al zo complex, wordt de zaak echter nog ontelbare keren complexer als zij gaat raken aan andere gebieden, zoals het sociale leven. We moeten ons hier noodgedwongen beperken tot een enkel voorbeeld: de verstoting van homo's.


Vooreerst gebeurt deze discriminatie niet omdat men zou inzien dat homoseks minderwaardig was aan heteroseks maar, heel wat simpeler dan dat, bestaat de neiging om homo's achter te stellen omdat zij nu eenmaal een minderheid vormen. Om dezelfde reden kregen linkshandigen slaag op de kneukels, en niet omdat ze schreven met de hand van de duivel (de manu sinistra). Opnieuw om dezelfde reden moeten allochtonen het ontgelden. En ook de praktijk van abortus oogst succes om geen andere reden dan omdat een foetus zich niet kan verweren. Om dezelfde reden maken terroristen winst – van zodra namelijk het Stockholmsyndroom gaat spelen waarbij gijzelaars gaan sympathiseren met hun gijzelnemers: omdat zij angst hebben voor die criminelen, sluiten ze zich bij hen aan. Tegen dat recht van de sterkste reageert nu het christendom. En hier zijn we vermoedelijk beland bij een mogelijke verklaring waarom er zoveel homo's onder de clerus te tellen zijn.


Van nature wordt de minderheid der homo's (tot de dood toe) vervolgd in een heterowereld en die vervolging is wel veel fataler dan velen denken. Het mechanisme dat daar voor zorgt, gaat als volgt.


Homo's vormen een minderheid en worden daarom gelaakt. Maar homoseksualiteit is relatief onzichtbaar. Ze wordt echter wel zichtbaar bij tekenen van sympathie: wie een homo helpt, wordt er op zijn beurt van verdacht een homo te zijn. Iedereen schuwt het dus om homo's te helpen. Wie echter een homo vervolgt, verstevigt zijn positie als hetero.


Dit lijkt debiel, maar men moet goed weten dat de ruime meerderheid van de bevolking niet veel hoger scoort dan iemand met de ontwikkelingsleeftijd van een (jong) kind. (13) Bovendien werd inmiddels aangetoond dat de vervolging van minderheden een activiteit is welke vooral beoefend wordt door lui die van die minderheden zelf deel uitmaken, meer bepaald wanneer zij de eigenschappen die hen tot de bewuste minderheidsgroepen doen behoren, voor de buitenwereld willen verborgen houden. Het mag worden opgemerkt dat het aan het licht brengen van deze waarheid uiteraard een gedragsverandering teweeg zal brengen bij de betrokkenen, al dan niet gevolgd door een wijziging van de onderliggende attitude.


Het christendom reageert tegen het blinde recht van de sterkste (en dus ook tegen de blinde voortplantingsdrang, paradoxaal genoeg) en zou dan in de plaats de naastenliefde moeten stellen, wat hier dus die 'verliefdheid' is die niet doelt op vermenigvuldiging of op eventueel andere natuurlijke 'voordelen' maar die louter 'gratuit' is – een graag gebruikte term onder christenen.


De verborgen afspraak


Maar tegelijk neemt het christendom als kerk nog een ander voordeel te baat: zij verenigt homo's terwijl zij voorhoudt dat dezen niet ongehuwd zijn omdat zij homo zouden zijn, doch om een heel andere reden, namelijk omdat zij de seksualiteit waarmee zij anders een gezin hadden gesticht, sublimeren, vergeestelijken en als het ware omtoveren in een liefde voor de hele mensheid of voor de maatschappij: de liefdadigheid volgt als het ware uit zelfopoffering om niet te zeggen zelfcastratie.


En pas op dit moment heeft dan de rest van de maatschappij (de heteroclan, de meerderheid) een reden om die homo's niét aan te vallen. Zij worden gespaard omdat zij winstgevend zijn: ze verzorgen de ouderen, de zieken, de kinderen en op die manier nemen ze vele soms vervelende en verlieslatende taken van hetero's op zich. Hieraan moet ter vervollediging nog worden toegevoegd dat niet alleen homo's geneigd zijn om de clerus te gaan vervoegen, maar ook heel wat andere menstypen die vaak om heel uiteenlopende redenen niet direct geïnteresseerd zijn in het stichten van een eigen gezin. Bovendien bestaan er naast de kerk nog andere organisaties waar om gelijkaardige redenen homo's relatief sterk vertegenwoordigd zijn, zoals bijvoorbeeld het leger en, meer bepaald, de marine. Het zal voor elkeen duidelijk zijn dat bijvoorbeeld een vaak maandenlang verblijf op zee, ver van huis en vaak ook in groot levensgevaar, niet de aangewezen job kan zijn voor jonge vaders.


Heel ongenuanceerd uitgedrukt, is de kerk zodoende het resultaat van een gesloten handeltje tussen hetero's en homo's waarbij men voor elkaar graag wat door de vingers ziet omdat de twee partijen daar garen bij spinnen zoals de oude Hollanders het zegden. Vandaag echter is er sociale zekerheid en dies meer, wat liefdadigheid zowat overbodig maakt, en dus ook de kerk verliest alvast voor de buitenstaanders haar zin en haar recht van bestaan. Wellicht is het om die reden dat buitenstaanders er niet langer voor terugschrikken om de clerus aan te vallen, want dat is tenslotte wat vandaag gebeurt. De mistoestanden binnen de kerk waarover men nu bericht, bestonden vroeger immers evenzeer – uiteraard.


Zelfveroordeling?


Nog een woord over de discriminatie van homo's door de kerk – uitgerekend die organisatie die als geen andere homo's groepeert. De afkeuring van homoseksueel gedrag door de kerk is immers makkelijk te begrijpen in het kader van wat zij voorwendt jegens de rest van de maatschappij, namelijk de gelofte van het celibaat, welke rechtstreeks volgt uit het geloof dat men zijn seksualiteit kan sublimeren of transformeren in liefdadigheid: de liefde van de geestelijke verdwijnt niet in het niets, maar zij richt zich voortaan niet langer op een echtgeno(o)t(e) doch op God zelf die krachtens de leer van het christendom met de naaste wordt geïdentificeerd.


Maar hieraan dient onmiddellijk een correctie te worden toegevoegd: de afkeuring van homoseksualiteit en van promiscue gedrag in het algemeen door de kerk, mag echter slechts de clerici als zodanig betreffen, daar alleen zijzelf het zijn die in de genoemde sublimatie voorhouden te geloven. Daarentegen: over de seksualiteitsbeleving van de homo's die niet tot de clerus behoren, mag de kerk uiteraard niet oordelen omdat leken geen geloften hebben afgelegd. Nog veel minder mag zij oordelen over deze dingen waar het mensen betreft die niet tot het katholieke geloof behoren.


Vervolgens moet de sublimatie van de seksualiteit een richtsnoer blijven en dat is, met andere woorden, niet zomaar een verplichting doch een ideaal. Niet het niet bereiken van het ideaal kan dan als zijnde zondig worden bestempeld, maar wel het niet langer nastreven ervan en, andermaal, alleen op voorwaarde dat men tegelijk zelf en vrijwillig voorhoudt dit ideaal na te streven want alleen dan verkeert men met zichzelf in tegenspraak.


Waar daarentegen de kerk de homoseksualiteit (dood)zondig noemt, veroordeelt zij onvermijdelijk en meteen alle homo's zelf, terwijl die veroordeling, krachtens het sociaal karakter van de kerk, eveneens een maatschappelijk karakter heeft en in feite neerkomt op excommunicatie. Het betreft dan meer bepaald niet slechts het buitensluiten van mensen uit de kerkgemeeenschap: omdat de kerk ernaar streeft iederéén te bekeren, worden zodoende mensen principieel uitgesloten uit de maatschappij zonder meer. Omdat wij ons mens-zijn exclusief danken aan onze intersubjectiviteit, houdt sociale uitsluiting niets anders in dan regelrechte moord. De moordenaar in kwestie beseft dat hijzelf ongestraft zal blijven omdat bij dit type van moord de fysieke doodslag achterwege blijft of wordt overgelaten aan het slachtoffer, wat de misdaad des te wreedaardiger maakt. Wanneer nu de clerus de discriminatie van homo's aldus bevordert met de verborgen bedoeling om zelf buiten schot te blijven, kan het wezen, het bestaansrecht en de ware aard van de kerk terecht in vraag worden gesteld.


De zaak anders bekeken


Het onderwerp werd hiermee vanzelfsprekend allesbehalve afdoende behandeld, en meer vragen rijzen. Zo bijvoorbeeld de kwestie of en in hoeverre het zich aansluiten van homo's en andere menstypen bij de kerk een geplande activiteit is. Vervolgens ook de vraag of die al dan niet bewuste organisatie van de maatschappij dan wel zo'n slechte zaak is en of er daarvoor dan betere alternatieven bestaan.


Onmiskenbaar is er maatschappelijke organisatie van bovenaf – denk maar aan de beruchte woorden: "Houdt gij ze dom, wij houden ze arm". Maar tegelijk komt die organisatie heel waarschijnlijk tegemoet aan een lacune, aan een nood aan ordening en meer bepaald: een nood aan ontwikkeling en aan welstand. Het volk zoekt met andere woorden wel naar leiding maar die blijkt niet altijd naar behoren te worden ingevuld. De democratie lijkt het best mogelijke regime om mistoestanden ingevolge dictaturen te voorkomen, maar tegelijk kan zij zelf verworden tot een dictatuur van de massa die, zoals hoger vermeld, maar al te dikwijls geen bijster verstandige antwoorden te bieden heeft op de grote uitdagingen van deze tijd. Zij lijdt in feite een beetje aan hetzelfde euvel als de vrije markt, die voortdurend wordt geconfronteerd met de gevaren van de middel-doelomkering, de vraag- en aanbodomkering en de contraproductiviteit in het algemeen – allemaal deviaties welke te wijten zijn aan een tekort aan die leiding die daarentegen in de dictaturen al te nadrukkelijk aanwezig is en al te machtig.


Het menselijke handelen, op persoonlijk en maatschappelijk vlak, technisch, wetenschappelijk, religieus en noem maar op... is en blijft een fantastische improvisatie; onze wereld blijkt een compositie die soms aan een kunstwerk denken doet, maar soms ook aan een machine. Het is hoe dan ook niet altijd feest voor iedereen en hoe om te gaan met de medemens, de wereld en het leven, is een vraag die in het licht staat van antwoorden op grote levensvragen – antwoorden die, bijzonder halsstarrig, hetzij afwezig blijven, hetzij zeer ambigu zijn. Wat er te doen valt en te laten, is zoals al het andere aan evolutie onderhevig. Naast het brede terrein van nauwkeurig gereglementeerde doelstellingen en acties, bestaat er altijd ook een marge waarin de dingen minder vast liggen, als het ware vloeibaarder zijn en ook onzekerder. Daar zijn geen voorschriften voor elk van onze handelingen; daar wordt van ons gevergd dat wij zelf keuzen maken, en die vaak ongemakkelijke situatie is tegelijk de vrijheid – het summum van al 't menselijke waar vele anderen die in zekerheden geloven te leven, in wezen naar verlangen.


En zo komt het allemaal zo lang als het breed is, zoals men dat in de volksmond zegt: kritiek op bestaande gebeurtenissen, toestanden en organisaties kan terecht zijn, maar het blijft een louter theoretische aangelegenheid, die alleen daarom al maar weinig recht van spreken heeft. De beste stuurlui staan altijd aan wal, woorden kunnen afschrikwekkend of enthousiasmerend zijn, maar zij missen spierkracht, zij kunnen geen huizen bouwen, hun greep op de stoffelijke werkelijkheid blijft vaak zeer beperkt. Theorieën missen daarom ook ervaring, wat ze a priori geheel waardeloos maakt. En misschien is ook de huidige kritiek van woorden op het instituut van de aloude kerk in die zin veeleer onvruchtbaar en ook onterecht. Dat de kerk overigens alleen in het 'beschaafde' westen blijkt te wankelen terwijl zij het in nog onontwikkelde gebieden bijzonder goed doet en zij aldaar zelfs groeit, doet tevens het vermoeden rijzen dat haar verzwakking wel eens het gevolg zou kunnen zijn van het feit dat de meer ontwikkelde staten essentiële functies van haar overnamen, en dan vooral sociale functies die alles te maken hebben met caritas, liefdadigheid of noem het sociale zekerheid.


Staten met een uitgebreid ontwikkelde sociale zekerheid, hebben de behoefte aan de liefdadigheid, die anders kerken kunnen bieden, niet meer nodig. Eenmaal het vangnet van de menslievendheid vervangen werd door een systeem dat burgers welhaast machinaal verzekert tegen honger, kou en zelfs tegen onwetendheid, verliest de religie een groot stuk van haar aantrekkingskracht. Het voordeel van die 'afschaffing' der armoede, om het zo maar te zeggen, ligt hierin dat men bij niemand nog moet gaan bedelen om in leven te kunnen blijven. Het nadeel echter is dat men op den duur niet meer geven kán omdat alle behoeften automatisch worden bevredigd door de staat: de vrije menselijke interactie werd vervangen door een strikt gereglementeerde en haast machinale activiteit tussen enerzijds het staatsapparaat en anderzijds de burgers. De ziel dreigt volledig te vervluchtigen in een wereld waarin, samen met allerlei belemmeringen, ook de vrijheid werd weggewerkt.


Menstypen die hun liefde niet natuurlijkerwijze aan een gezin schenken, worden in die omstandigheden ook niet langer gestimuleerd tot de transformatie van hun zorginstincten in de richting van de behoeftige medemens, die in een verzorgingsstaat immers niet meer bestaat – alvast theoretisch – omdat hij wordt opgevangen door beroepsverzorgers die voor hun werk worden betaald, wat wil zeggen dat zij zullen staken als hun loon uitblijft. Het gouden kalf dreigt daar met andere woorden elke plaats in te zullen nemen waar voorheen een mens aan 't werk was die handelde vanuit het binnenste van zijn ziel: hij hielp omdat hij er nood aan had te helpen – omdat hij er nood aan had om mens te zijn – terwijl hij van nature niet bestemd was om die zorg aan een eigen gezin te geven. Een verschuiving dreigt dan op te treden van het levend organische, dat te maken heeft met menselijke klieren, zorg en ziel, naar het institutionele, dat aanvankelijk door plichten geregeerd werd maar dat nu steeds afhankelijker wordt van geld, dat op zijn beurt niet langer verwijst naar zorg en ziel, maar veeleer naar een principieel onbevredigbare hebzucht: de nood om te helpen wordt dan vervangen door de weigering van hulp van zodra de geldelijke vergoeding of de sanctionering achterblijft, wat concreet betekent dat hulp niet langer wordt beschouwd als een genade – waarbij men blij mag zijn dat men iemand helpen kán – maar als een last – waarbij men 'vergoed' wordt, met name voor het (materiële) nadeel dat men al helpende gebeurlijk ondervindt. En als het loon uitblijft, dan staakt men die hulp, wat betekent dat men geconditioneerd werd – in niet mis te verstane termen: afgericht, zoals een dier.


Want dat is wat geld met het volk doet: het africhten, zoals het vee wordt afgericht. En africhting lijkt ons alvast een heel wat groter kwaad dan opvoeding. Opvoeding is het bijbrengen van begrip of inzicht, met name in de noodzaak van de dingen, en uitgerekend dat is vrijheid, zou Spinoza zeggen. Edoch, beter nog dan africhting en opvoeding is liefde, meer bepaald dan naastenliefde. En als de caritas nu kon gewonnen worden op een degelijk bewerkt veld van aanvankelijk ongeordende aandriften en relatief blinde verlangens: wat kon er dan op tegen zijn om haar te telen? Het dunkt ons dat geen patriarch haar niet te baat zou nemen als hem die kans geboden werd. En was het niet de kerk die aan de wereld een dergelijk compromis aanbood doorheen de tijden? Wie zal het zeggen!

           

(J.B., 10.11.2010)


Noten


(*) https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=973932


(12) In wezen gaat de natuurlijke 'redelijkheid' aan de menselijke vooraf, wat inhoudt dat het niet zozeer de natuur is die nadenkt, doch veeleer ons verstand dat 'natuurlijk selecteert'. Denken immers is anticiperen, het is een (onvolmaakte) vorm van natuurlijke selectie, het is logische mogelijkheden op een rijtje zetten en ze toetsen aan (opgeslagen) ervaringen om de ongeldige te elimineren en de geldige over te houden. De natuur doet hetzelfde, maar dan niet in gedachten anticiperend op de werkelijkheid, doch in de werkelijkheid zelf.


(13) Zie het onderzoek van Yerkes in 1921, USA, bij 160.000 volwassen Am. rekruten in het leger. Bron: Gie van den Berghe, De mens voorbij, pag. 233.


            (Wordt vervolgd)



                                   

           











17-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over seks en samenleving (delen 1-4)

           

           

           

Over seks en samenleving

(delen 1-4)


1.


Seks en macht


Vandaag vragen steeds meer mensen zich verontwaardigd af waarom in 's hemelsnaam derden moeten betrokken worden in de overeenkomst die twee volwassenen met elkaar sluiten om samen door het leven te gaan: met welk recht dringen volstrekt onbekende machthebbers zich via totaal onpersoonlijke instituten op om hun zegen te geven over de meest serieuze en intieme relaties die mensen met elkaar kunnen aangaan? Want het huwelijk is een contract waarbij de partners in feite bij de staat dit allerintiemste gaan opbiechten, zodat zij daarvoor dus als het ware zo niet aan vreemden dan toch aan een onpersoonlijke instantie de toelating vragen en zodoende beamen dat hun onderlinge intieme relaties ondergeschikt worden aan hun relaties met die instantie. Door te trouwen, belijden zij dat hun huwelijk in dienst staat van de staat; zij maken hun onderlinge intimiteit ondergeschikt aan de volstrekt onpersoonlijke relatie die zij als burger hebben met de staat. Door middels onder meer sociale druk het huwelijk af te dwingen, pleegt de staat in feite een machtsgreep op de burger: de staat vernietigt de persoonlijke intimiteit tussen mensen door deze aan een onpersoonlijke machtsrelatie ondergeschikt te maken.


Misschien staat men er niet bij stil dat dit alleen maar kan gebeuren omdat mensen als het ware van in den beginne in de klauwen van potentaten gevangen zitten, voor wie het erom te doen is beslag te leggen op het leven zelf: het levend wezen 'mens' dankt zijn bestaan aan zijn burgerschap; het burgerschap gaat aan het mens-zijn vooraf; men kan pas mens zijn als men eerst burger is, wat betekent: als men eerst zijn mens-zijn aan de staat heeft verkocht, wat zich bijvoorbeeld manifesteert in de problematiek van de sans-papiers: wie niet over identiteitsbewijzen beschikken, bestaan ook niet want wij bestaan niet bij de gratie van onze schepper maar dankzij 'vadertje staat', 'het vaderland'. Analoog aan de problematiek van de sans-papiers volgt uit diezelfde perversie de armoedeproblematiek: de mens is wat hij heeft, hij is niets meer dan zijn bezit, een getal op zijn bankrekening en hij dwingt pas respect af als eigenaar; men is eerst eigenaar en dan pas mens. Een gevolg daarvan is dat wie geen ander bezit hebben dan het eigen leven, gedood kunnen worden zonder dat een haan daar naar kraait, bezitsloze mensen kunnen immers geen rechten doen gelden. Een bijzonder geval daarvan is de onbestrafte moord op het ongeboren kind dat immers nog geen burger is.


De machtsuitoefening over menselijke intieme relaties is slechts een onderdeel van een alles en allen omvattende beheersing van onderdanen en een verklaring in de vorm van een beschrijving van de historische evolutie daarvan vindt men bij Michel Foucault: vroeger had de vorst het recht over leven en dood van zijn onderdanen zoals ook de pater familias die, omdat hij aan zijn kinderen en slaven het leven schonk, ook het recht had het hen weer te ontnemen. Dit uit zich tot vandaag bijvoorbeeld in het recht van de staat om van de burgers te eisen dat ze in oorlogstijd naar het front gaan vechten – weigeraars krijgen de dood met de kogel – al kan dit ook worden uitgelegd als een afgeleide van het recht op zelfverdediging. In de zeventiende eeuw is dit recht om te doden 'omwille van het leven' verschoven naar het recht om het leven te maximaliseren, wat in feite neerkomt op het recht om het uit te buiten: de macht organiseert de staat met het oog op het uitoefenen van controle over alle beschikbare energieën die aan personen onttrokken worden door hun wil uit te schakelen en deze te vervangen door de wil van de staat. Zo zijn de burgers eraan gewend geraakt dat zij tewerkgesteld worden en dat zij aldus in feite het meesterschap over hun fysieke en mentale krachten uit handen geven aan een overheid die hun gebiedt in welke activiteiten zij die krachten dienen om te zetten, wat betekent dat de overheid haar burgers gebiedt wat te doen en te laten. De machtsgreep gebeurt via de politiek, de economie, de opvoeding en noem maar op en een bijzondere toepassing daarvan is de macht die de staat uitoefent over de intieme relaties van mensen onderling. (1) Een ontleding van het samenspel van staat en kerk op dit vlak brengt een duizelingwekkende beheersing door de machthebbers van de meest innerlijke kern van de mensen aan het licht. En in wezen gaat het in dezer over niets minder dan fascisme.


Seks en fascisme


In een artikel getiteld Soldatenhardheid en opofferende moeders. Over gezin en seksualiteit tijdens 'De Nieuwe Orde', schrijft Bob Carlier (1931-1990) – "in Vlaanderen de meest prominente vertolker van een progressief perspectief op seksualiteit en relaties" (2) – hoe in de periode 1930-1940 Europa in de ban kwam van het fascisme, alhier bekend als 'De Nieuwe Orde': een "autoritair systeem waarnaar de burgerij grijpt om haar belangen in crisisperiodes te verdedigen als dit met democratische middelen niet (meer) gaat" (3) Op vlak van relaties en seksualiteit worden de traditioneel burgerlijke waarden gehuldigd; het gezin als hoeksteen van de staat vormt een staat in het klein, gebouwd op een levenslange monogame relatie waarin de vrouw bij de haard, onderworpen aan haar man, in feite haar bestaansrecht ontleent aan haar functie als 'broedmachine' van de staat. Alle vormen van seks die dit politiek vooropgesteld einddoel niet dienen zijn daarom uit den boze, en dus ook praktijken zoals anticonceptie, prostitutie, abortus, masturbatie en homoseksualiteit – zelfs al te frequente (en dus niet functionele) seksuele betrekkingen binnen het huwelijk worden om die reden afgekeurd: “(...) een overdaad aan geslachtsverkeer [is] de doodsteek van alle hogere liefde” (4) en de toenmalige kardinaal Mercier spreekt dan over doodzonden. Tegenover die repressie vanwege de staat, kweekt de overheid in het nazisme koel berekend en ongeremd 'raszuivere' specimen in Lebensborn. Fascistische mannen vrezen de vrouwelijke erotiek vanwege onder meer geslachtsziekten en zij beantwoorden die met de 'verstarring tot een rots' – een schild van gevoelloosheid en geweld. Hun moraal is de katholieke zedenleer met bijvoorbeeld de aanmaningen gericht tot de vrouwen van Cyriel Verschaeve, die propageert dat de vrouw ondergeschikt is aan de man en het gezin aan de staat. Vrouwen moeten zich oefenen in versterving en zelfbeheersing, alleen in het moederschap vinden zij hun bestaansrecht, in dienst van het volk, het ras en de toekomst; 'kinderloze dames' en 'moderne moeders' (met één kind) worden gehekeld en vrouwenarbeid in fabrieken en kantoren wordt verboden omwille van de goede zeden. Homoseksualiteit wordt volledig afgewezen, homo's worden vervolgd, in kampen opgesloten en uitgeroeid en dit geschiedt feitelijk ingevolge de burgerlijke en kerkelijke moraal. [N.B.: sinds de publicatie in 2015 van Psychogenocide van psychiater Erik Thys weten wij ook dat homo's in België tot 1971 naar de katholieke Willibrordusstichting in Heiloo gebracht werden waar ene dokter Aimé Wijffels hen castreerde (5)]. Dat lesbische vrouwen het minder hard te verduren krijgen, volgt slechts uit een geringschatting van de vrouwelijke seksualiteit. De seksuele opvoeding uit die tijd weerklinkt uit repressieve publicaties met titels zoals Mijn jongen, nu wordt gij man! waarin verhaald wordt hoe ontelbaren ingevolge zelfbevlekking krankzinnig werden; er wordt een Bond voor openbare moraliteit opgericht met het lijfblad Zedenadel. Heel wat boeken worden verboden alsook het bioscoopbezoek en de kerk sticht een Katholieke Filmcentrale en een Katholieke Filmliga met eigen propagandafilms en voorlichting. In zijn artikel wijst Bob Carlier erop dat we inzake de fascistische ideeën over gezin en seksualiteit, ook onze periode moeten betrekken: de vermeende emancipatie van de sixties bleef immers vaak elitair en louter verbaal. Bob Carlier overleed – veel te vroeg – bijna dertig jaar geleden maar zijn waarschuwing blijft actueel. (6)


2.


Machthebbers dringen door tot in de intiemste wezenskern van mensen en zij doen dat door zelfs de meest hechte en persoonlijke banden die mensen onderling met elkaar kunnen hebben, ondergeschikt te maken aan hun relatie met elk individu afzonderlijk. Het is bekend dat machthebbers beducht zijn voor samenscholing of bendevorming en om die reden moeten wie verenigingen stichten van welke aard dan ook, hiervoor eerst de goedkeuring van de overheid bekomen en geregeld verslag uitbrengen over de gevoerde activiteiten. Persoonlijke contacten tussen twee mensen kunnen uiteraard moeilijk verboden worden, al is de kerk erin geslaagd om dit alsnog te realiseren binnen de kloostermuren middels de regel numquam duo semper tres (wat wil zeggen: groepjes van twee zijn verboden, zij moeten altijd uit tenminste drie personen bestaan) – een regel die ervoor zorgt dat als twee mensen samenzijn en misschien wel wat vertellen of bekokstoven, er altijd een mogelijk oog van het gezag aanwezig is in de vorm van de verplicht aanwezige derde. Maar ook contacten tussen twee mensen worden aan banden gelegd, bijvoorbeeld als zij van langdurige aard zijn of als zij een economische betekenis hebben. Het instituut van het huwelijk werd niet in het leven geroepen om mensen bij te staan doch om volledige controle uit te oefenen over alle mogelijke activiteiten die zich in dergelijke engagementen kunnen ontplooien en dan vooral inzake het kroost: de opvoeding van kinderen tot gehoorzame burgers – arbeidskrachten in vredestijd, soldaten in tijd van oorlog. In 1984 moeit de overheid zich met principieel alle intieme relaties en die worden in feite in de kiem gesmoord met de meest gruwelijke middelen: Big Brother bespioneert intieme contacten en vernietigt ze door de partners er middels folteringen toe te brengen dat ze elkaar verraden (– in de distopische roman van Orwell geschiedt dat in de gevreesde room 101).


Hedendaags fascisme


Vandaag zorgt het internet ervoor dat zelfs de intieme relatie van mensen met zichzelf onmogelijk wordt: ingevolge de verregaande controle van onze activiteiten op het internet kan niemand nog zeggen: die Gedanken sind frei. En de psychologie leert ons dat als mensen weten dat zij gevolgd worden, zij hun gedrag gaan aanpassen aan de verwachtingen van wie hen volgen. Dit betekent zonder meer het definitieve einde van onze vrijheid.


Het hedendaagse fascisme manifesteert zich niet langer met stokken of met geweren maar met het veel efficiëntere middel van de spionage die in feite de diefstal is van de privacy. Iemand zijn privacy ontnemen, is hem zijn wil ontnemen en wie willoos worden gemaakt, worden van zichzelf beroofd: zij doen slaafs wat van hen wordt verwacht door wie hen controleren, precies zoals degenen doen die onder hypnose zijn. De fascist van vandaag is hij aan wiens blik men zich niet kan onttrekken en zijn macht is nog groter dan die van de biechtvader van weleer die in feite zijn prototype is omdat men ongewild bij hem te biechten gaat – hij is de god uit de spreuk God ziet u, hier vloekt men niet.


Welbeschouwd is het hedendaagse fascisme in feite een nabootsing van de dwang die ook uitgaat van de wetten welke in een staat van kracht zijn. De wetten waarborgen de vrijheid van de burgers doordat zij met sancties van eenieder een gewenst gedrag afdwingen en vaak is het alleen de wetenschap dat men gadegeslagen kan worden welke burgers aanzet tot een gedweeë volgzaamheid aan de wetten.


Wat hier werd omschreven als het hedendaagse fascisme is dan noodzakelijk een praktijk welke zich aan de controle van de wet onttrekt: het zijn de vrijwel onzichtbare vormen van gesofisticeerd geweld die in feite uitsluitend het slachtoffer tot getuige hebben. Precies omdat zij zich onttrekken aan het oog van alle anderen, zodat er geen getuigen zijn, gaan ze vrij hun gang en brengen ze het slachtoffer niet zelden in een toestand van complete wanhoop, wat dan ook hun wreedheid uitmaakt. De meest gangbare vorm van hedendaagse fascisme is het pestgedrag en de zaak wordt nog verergerd waar de betrokken pesters vaak blinde en verwisselbare actoren zijn van een systeem waaraan discriminatie inherent is – een systeem dat binnen de staat geduld wordt omdat zijn vernietigende effecten zich aan elke controle van derden onttrekken.


Zo bijvoorbeeld bestond er tot voor kort in het westen vaak helemaal geen tolerantie voor holebi's zodat zij straffeloos konden worden achtergesteld en compleet weerloos waren tegen openbaar verbaal en fysiek geweld. Sinds het van kracht zijn van de antidiscriminatiewetten wordt intolerantie en homofoob gedrag bestraft maar een gevolg daarvan is dat fascistoïde individuen daardoor gefrustreerd raken: zij onderdrukken hun geweldplegingen niet doch verplaatsen ze van de openbaarheid naar de privésfeer en van de arena naar de plekken waar geen getuigen meer zijn. Zij plegen vormen van geweld waarvan alleen het slachtoffer getuige is en bovendien zorgen zij ervoor dat dit geweld geen uiterlijke sporen nalaat.


Pesterijen gebeuren inderdaad per definitie onttrokken aan het oog van derden en zij hebben een voor derden onnaspeurbaar effect op het lichaam van het slachtoffer. Pesters brengen hun slachtoffer zo vaak als zij kunnen in een stresstoestand. Het staat vandaag wetenschappelijk vast dat mensen die herhaalde en langdurig grote stress moeten ondergaan, hiervan ernstige fysieke gevolgen dragen: hun lichaam produceert stresshormoon dat in grote hoeveelheden bijzonder giftig is; stress jaagt de stofwisseling op, de hartslag en de bloeddruk, stress doodt hersencellen, zorgt (vooral bij nog onvolgroeide individuen) voor onherstelbare hersenschade en achterlijkheid en jaagt wellicht nog veel vaker dan men kan bewijzen het slachtoffer de zelfmoord in. Insiders spreken het sterke vermoeden uit dat heel wat ongevallen in feite zelfmoorden zijn terwijl wellicht heel wat zelfmoorden in feite moorden zijn. Het ongeval blijkt een uitgelezen schuilplaats voor de moordenaar. Fascisten opereren vandaag onttrokken aan de openbaarheid in een subcultuur waar straffeloos gemoord wordt.


3.


De staat controleert de meest intieme relaties tussen mensen en degradeert ze zodoende tot levenszaken van secundair belang: wat primeert, is immers de relatie tussen burger en staat. Deze controle van de intiemste relaties betreft in de eerste plaats uiteraard de koppelvorming en de seksualiteit – welke immers vaak de kern uitmaken van alle verdere 'economische' relaties – en zij wordt georganiseerd vanuit het opleggen van welbepaalde wetten en normen naar welke men zich dient te schikken. Deze wetten en normen zijn bedoeld om de controle – de overheersing, de macht – ingang te doen vinden, te handhaven en te versterken: wie tegen de wetten en de normen zondigen, wacht een gewisse straf en aldus gaan burgers zich noodgedwongen schikken naar wat de wet voorschrijft, ook en vooral inzake relatievorming en seksualiteit.


De legitimering van waarden middels onwaarheden


Edoch, er is in dezer uiteraard ook een natuurlijke dwang werkzaam welke de opgelegde wetten en normen kan tegenspreken, zodat een machthebber die gehoorzame burgers wil, er moet voor zorgen dat de door de staat uitgeoefende druk groter is dan elke andere mogelijke dwang en meer bepaald moet hier worden gedacht aan natuurlijke dwang. Maar in vele gevallen volstaat voor de machthebber zelfs de doodstraf niet om bijvoorbeeld homoseksualiteit onmogelijk te maken omdat aldaar nog twee krachten werkzaam zijn die in de gestelde situatie elkaar tegenwerken, namelijk die van het zelfbehoud en die van het (veronderstelde) soortbehoud. Want de doodstraf kan bij degenen aan wie zij wetten oplegt weliswaar de drang tot zelfbehoud van de betrokkenen aanspreken, maar die ene natuurlijke drang botst in dat geval met een andere, met name de (onterecht) veronderstelde drang tot soortbehoud die immers (verkeerdelijk) geacht wordt aan de basis te liggen van de seksuele aantrekkingskracht.


Want meteen moet hier opgemerkt worden dat de klassieke voorstelling van zaken een welbepaalde perversie bevat omdat daar waar men de seksuele aantrekkingskracht wetenschappelijk gelooft te verklaren middels de drang tot soortbehoud, men exact hetzelfde doet als wat de bioloog van weleer deed waar hij stelde dat vogels nesten bouwen vanuit een nestbouwinstinct. En precies zoals men heeft leren inzien dat deze uitleg strandt in het spelletje van de kip en het ei, moet men ook toegeven dat het poneren van de zogenaamde drang tot soortbehoud als basis van de seksualiteit, geen wezenlijke verklaring kan zijn voor het verschijnsel als zodanig: het verklaart noch de heteroseksualiteit (die achteraf gezien wel het soortbehoud tot gevolg heeft maar dan helemaal onbedoeld) noch de homoseksualiteit – uiteraard niet. Waar koppelvorming, 'geslachtelijke liefde' en paring de voortplanting in de hand werken, gebeurt zulks geheel onbedoeld door de betrokkenen en indien dan gesteld wordt dat het aldus bedoeld zou worden door de soort of door de natuur, begaat men dezelfde redeneerfout ('inductie' genaamd) welke ook gemaakt wordt door wie inzake de evolutie de theorie van het Intelligent Design aanhangen. Werden paarden speciaal geschapen om de karren van de mensen mee voort te trekken? Zijn bepaalde grassoorten genetisch veranderd in granen om mensen te kunnen voeden? Dienen appels en peren om ons van vitamine C te voorzien? Of benutten wij paarden, granen en vruchten omdat zij nu eenmaal voorhanden zijn, terwijl er ook heel andere omstandigheden hadden kunnen zijn welke van ons heel andere wezens hadden gemaakt? Deze laatste stelling lijkt ons het meest voor de hand liggende omdat zij geen geloof vergt in veronderstelde doch onbewezen krachten en zo beantwoordt zij veel beter aan de eis van simpliciteit waarmee uiteraard rekening moet worden gehouden in de keuze van een optimaal verklaringsmodel.


Met betrekking tot de seksualiteit welke de staat probeert te normeren en te controleren, moet men besluiten dat men tegen alle wetenschappelijke inzichten in handelt waar men gelooft te mogen verwijzen naar de veronderstelde natuurwet van het soortbehoud waar men de heteroseksualiteit als enige norm vooropstelt. Heteroseksuelen hebben er geen enkele persoonlijke verdienste aan waar zij door de beleving van hun seksualiteit kinderen voortbrengen. Ofschoon zij weten dat hun specifieke seksuele betrekkingen kunnen resulteren in het voortbrengen van nakomelingen, stellen zij deze daden niet noodzakelijk met dat doel – in het merendeel van de gevallen moeten zij daarentegen zelfs bekennen dat zij seksuele contacten hebben ondanks het risico dat er kinderen van komen of ook nog ondanks het besef dat zij geen kinderen (meer) kunnen krijgen. Net zoals homoseksuele betrekkingen, worden heteroseksuele betrekkingen aangegaan omwille van zichzelf en omdat ze op de een of andere manier 'goed' zijn voor de participanten, zoals ook mensen dagelijks voedsel tot zich nemen, voldoende slapen, aan sport doen en muziek maken omdat zij zich daar goed bij voelen, ook als zij weten dat zij voedsel en slaap nodig hebben om te leven – sport en muziek kunnen zij op de keper beschouwd missen. Mensen beschermen zich tegen honger, tegen kou, tegen eenzaamheid door te eten, door zich te kleden en door intieme relaties met anderen aan te gaan; zij gaan relaties aan met die bedoelingen en niet omdat zij vermoedens hebben over een of andere natuurlijke noodzaak daarvan. Mensen zullen niet nalaten om piano te leren spelen op het ogenblik dat men hen vertelt dat onze vingers niet gemaakt zijn met dat doel omdat een pianoklavier nu eenmaal een maaksel is uit een welbepaalde cultuur en helemaal geen natuurproduct. De tegenstelling tussen natuur en cultuur is nu eenmaal een theoretisch maaksel uit vervlogen eeuwen, in wezen een al te grove theorie van lui op zoek naar de gewenste verklaringen voor allerlei verschijnselen, op zoek naar ordentelijke indelingen van de chaos, op zoek naar middelen om controle te handhaven, macht uit te oefenen en naar zich toe te trekken, op zoek naar redenen om oorlog te kunnen voeren en wat niet al meer.


Wetten en normen worden door machthebbers opgelegd, niet omdat zij absoluut zijn en opgesteld worden vanuit absolute waarheden en waarden maar als en omdat zij nuttig voor hen zijn en in dit geval dienen zij ter controle van de burgers. Waar immers de wetten en normen hun doel voorbij schieten, blijken zij met het grootste gemak van de wereld bijgesteld te kunnen worden of zelfs helemaal omgekeerd en het homohuwelijk is daarvan een uitnemend voorbeeld. Waar verboden burgerlijke praktijken zich sowieso aan de controle van de macht onttrekken, weigert de machthebber alsnog te bekennen dat hij de teugels niet langer in handen houdt en hij probeert dan maar de kool én de geit te sparen door het betreffende verbod op te heffen – alle voordien op handen gedragen waarden ten spijt – zodat het lijkt alsof de praktijken veeleer dan een overtreding van een verbod of dus van een aanfluiting van zijn macht, een gevolg zijn van zijn toestemming en een bevestiging van zijn macht. De machthebber gedraagt zich dan zoals de pantoffelheld uit het werk van de grote Vlaamse dramaturg Dirk Biddeloo, die uitroept: “Als ik zeg: ik doe de afwas, dan doe ik de afwas!”


4.


Het geweten en de wet


Het machtsinstituut bij uitstek dat het ganse westen gedurende twee millennia onder de duim hield en dat in het bijzonder het gedrag van mensen stuurt daar waar de controle van de wereldlijke macht op haar grenzen botst (met name onder het beddenlaken en onder het schedeldak) heeft het in haar catechismus over het menselijk geweten als over een door God geschreven wet vanbinnen in zijn hart (7) en zij opponeert dan ook deze onveranderlijke goddelijke wet aan de externe wetten uitgevaardigd door koningen en parlementen die van wereldlijke aard zijn, arbitrair en veranderlijk.


Aan atheïsten die immers een ethiek wensen te grondvesten op bijvoorbeeld wetenschappelijke basis wordt verweten dat zij het geweten reduceren tot een interiorisering van externe wetten maar bij die gelegenheid blijken zij te vergeten dat de apostel Paulus in zijn Brief aan de Romeinen het feit benadrukt dat er geen (innerlijke) kennis van goed en kwaad mogelijk is zonder de (externe) wet. “Ik zou de zonde niet hebben leren kennen zonder de wet”, zo zegt Paulus het letterlijk. (8) Driehonderd jaar later herhaalt de kerkvader Augustinus hetzelfde in zijn Belijdenissen waar hij zich een roof van peren uit zijn jeugd herinnert en waar hij zegt dat de zonde niet ligt in de lust in zoete peren doch in de lust om de wet – Gij zult niet stelen! – te overtreden.


Paradoxaal genoeg wordt het feit dat het geweten zijn grond vindt in een aan onszelf externe wet, door katholieke hedendaagse filosofen zoals Rüdiger Safranski aangehaald (9) en dat geschiedt terwijl de waarheden, de wetten en de geboden van de katholieke kerk doorheen de geschiedenis onder de druk van de feiten bij bosjes moeten sneuvelen: in weerwil van de pauselijke mening van destijds draait de aarde rond de zon en niet andersom, ook niet als wie hem tegenspreken op de brandstapel belanden wegens ketterij. (10) En dan hebben we het nog niet gehad over het geweten in relatie tot de wetten in het jodendom, een zaak welke bijvoorbeeld in verband met de heilige eroev dan toch wel proporties aanneemt die alvast bij buitenstanders de wenkbrauwen doen fronsen. (11)


Als nu de kerk zelf bij monde van haar apostelen en kerkvaders de zonde definieert als de overtreding van de (externe) wet – haar wet – terwijl de wetenschappen ons voortdurend tot de bijsturing van waarheden en wetten dwingen, sneuvelt daardoor niet alleen de vermeend onveranderlijke innerlijke wet of het geweten maar gaat evenzeer het boven de tijd verheven onderscheid tussen goed en kwaad onder de hamer.


Tot op zekere hoogte kon de kerk zich nog uit de slag trekken met de uitleg dat de veranderlijkheid van goed en kwaad slechts schijn is ingevolge een niet altijd naar behoren in acht genomen onderscheid tussen de letter en de geest van de wet want waar het ooit goed was om veel kinderen te krijgen en slecht om er helemaal geen te krijgen terwijl de paus vandaag mensen vermaant dat wij niet moeten kweken zoals de konijnen dat doen, kan men nog zeggen dat het achterliggende goed in wezen hetzelfde is gebleven, namelijk het op het ideale peil houden van de bevolkingsdruk.


Op gelijkaardige gronden kon men zelfs veranderlijke wetten inzake het al dan niet geoorloofd zijn van het gebruik van voorbehoedsmiddelen verdedigen. Maar ook rest om diezelfde reden geen enkel argument waarom men dezelfde logica niet zou doortrekken inzake de discriminatie van homoseksualiteit. Als de kerk volhoudt dat de seksualiteit van heteroseksuele echtparen gelegitimeerd wordt door hun intentie om kinderen te krijgen – ook als zij onvruchtbaar zijn – dan onderscheiden zich met betrekking tot dit criterium de hetero- en de homoseksualiteit niet van elkaar en dat doen ze al helemaal niet van zodra gedacht wordt aan adoptie. Overigens, in acht genomen de schokkende onthullingen over het verleden van (vaak katholieke) weeshuizen, zal voor een kind dat wordt geadopteerd door een homopaar de kans op een gelukkige jeugd waarschijnlijk veel groter zijn dan voor een kind dat zijn jeugd in een weeshuis moet doorbrengen.

           

[J.B., 30.01 tot 14.02.2019 (delen 1-4)]

Noten

(1) Michel Foucault, Geschiedenis van de seksualiteit, Boom Amsterdam 2018. (Oorspronkelijk verscheen deel 1 van Histoire de la sexualité in 1976 onder de titel: La volonté de savoir).

(2) Wim De Temmerman, uitgever en redacteur van “Bob Carlier. Diep en duizendvoudig leven. Over seksualiteit, relaties en ethiek”, VUBPRESS, Brussel 1993 (een bundel met teksten van Bob Carlier) in zijn Ten geleide op het boek.

(3) Carlier, Bob, Diep en duizendvoudig leven. Over seksualiteit, relaties en ethiek, VUBPRESS, Brussel 1993:24 haalt onder meer deze economisch deterministische definitie aan van P. Aycoberry 1979.

(4) Carlier 1993:30.

(5) Thys, Erik, Psychogenocide. Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi's, Epo, Berchem 2015. Zie ook het artikel: Helden en heldinnen. Over schone schijn, schaamte en schande.

(6) Carlier 1993:23-41.

(7) Catechismus van de katholieke kerk, artikel 6: Het morele geweten: https://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=1&id=1279

(8) Rom:7,7: “Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren."

(9) Rüdiger Safranski, Het kwaad, 2011 (1997): 21 resp. 41.

(10) In het jaar 1600 hing de kerk het geocentrisme aan en Bruno het heliocentrisme en of het die ketterij was ofwel een andere welke de dominicaan op de brandstapel deed belanden, kan vandaag bezwaarlijk gelden als verschoning voor de kerk.

(11) De heilige eroev is een ijzerdraad die op zes meter hoogte een gebied omspant (bijvoorbeeld de stad Antwerpen) dat dan beschouwd kan worden als 'binnenshuis'; volgens het joodse geloof mag immers op de sabbath alleen binnenshuis gewerkt worden.





08-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de klimaatsverandering (3 mei 2007)











           

Over de klimaatsverandering:


https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=42




Over de klimaatsverandering


Niets is zo onvoorspelbaar als het weer. Als het in Frankrijk regent, en de wind waait uit het Zuid-Westen, dan is het waarschijnlijk dat de buien na een poos ook boven België hangen. Ziedaar de wetenschappelijke basis voor de weersvoorspelling. Het volstaat echter dat plotseling de wind gaat liggen, ofwel van richting verandert, opdat die voorspelling fout zou blijken.


Het weerbericht geeft voorspellingen die een welbepaalde graad van waarschijnlijkheid hebben, maar zekerheid bieden ze nooit. Bovendien kunnen die voorspellingen slechts worden gedaan over een zeer korte termijn. We kunnen met een relatief grote zekerheid iets zeggen over het weer van morgen, en misschien over dat van overmorgen, maar wat er na overmorgen zal gebeuren, is al onzeker, en een voorspelling van vier dagen is zowat de grens van het geloofwaardige. Dat is de waarheid, en zelfs een kind kan dit vaststellen.


Het weer is onvoorspelbaar, omdat de bewegingen in en van de atmosfeer fundamenteel chaotisch zijn. En het weer is niet het enige gebeuren dat onderhevig is aan chaos. Ook de economie deelt in de klappen - denk aan het probleem van de beleggingen en de beurscijfers. En met onze gezondheid is het al eender.


In feite zijn principieel alle mogelijke gebeurtenissen onderhevig aan chaos. Waar wij relatief betrouwbare voorspellingen doen, hebben we dat veeleer te danken aan een zekere inertie in de gebeurtenissen die we bestuderen, dan wel aan een vermeende afwezigheid van chaos.


Chaos, of wanorde, is het oerprincipe van alle dingen. Het woord "Chaos" is van oorsprong Grieks, en stamt uit de Helleense mythologie: Chaos, die aan de oorsprong der tijden die enige werkelijkheid was, vulde het ganse heelal als een ongeordende, dode oermassa. De vraag rijst, hoe uit die chaos dan ooit "orde" kon voortkomen - tenminste: als er orde uit voortgekomen is.


Het antwoord van de Oude Grieken luidt dat er, naast Chaos, nog een andere werkelijkheid was - of is - met name een orde-brengende werkelijkheid, "Eros" genaamd.


Eros wordt getypeerd als een kracht die de chaos bezielt en die aldus de ongeordende, dode oermassa tot leven brengt. Door de inwerking van Eros op de chaos, krijgt het ongeordende ineens structuur of vaste vorm. En de allereerste manifestatie van die vaste vorm was vanzelfsprekend de Aarde. Tegelijk met de aarde ontstond zo de ruimte daarboven - de hemel - en die daaronder - de hel. In het Grieks heten zij: Gaia, Ouranos en Tartaros.


Toeval of niet, maar deze gang van zaken, zoals hij wordt beschreven in de volstrekt onwetenschappelijk geachte mythen, doet denken aan een vormeloze eicel dewelke door een zaadcel wordt bevrucht, en die na de bevruchting structuur, vorm en leven ontvangt. De cel splitst zich eerst in twee, dan in vier, en zo differentieert ze steeds verder, totdat een bijzonder geordend wezen met biljoenen gespecialiseerde lichaamscellen daaruit voortkomt. Ook over die voortdurende differentiatie hebben de Griekse oorsprongsmythen het, maar dat is een onderwerp apart.


Eros, het bezielende of leven brengende principe, is vanzelfsprekend de geest, en we kunnen dat ook heel letterlijk nemen, bijvoorbeeld inzake het klimaat, de economie, de gezondheid, of met betrekking tot alles wat ons van buitenaf tegemoet komt. Alles is chaos, totdat de geest het benadert, analyseert, bestudeert.


Een jong kind is als het ware één met zijn omgeving, het maakt nauwelijks onderscheid tussen zichzelf en de dingen om zich heen, het zwemt als het ware in de wereld rond zoals een vis in het water, en zelfs droom en werkelijkheid worden door het kind nauwelijks onderscheiden.


Hetzelfde geldt in zekere zin ook nog voor heel wat volwassenen die niet participeren aan de cultuur van de geest: zij schrijven natuurverschijnselen toe aan innerlijke zielstoestanden (schuld en boete), ze projecteren hun innerlijk op de buitenwereld en ze haspelen droom (angsten en wensen) en werkelijkheid door elkaar. Pas het vooropstellen van de rede, welke gedragen wordt door de taal, maakt een duidelijk onderscheid tussen het onechte en het ware mogelijk: "De droomwereld is voor elk mens verschillend, maar de rede is voor iedereen dezelfde", zo klinkt een van de meest oorspronkelijke verwoordingen van de Verlichtingsgedachte. Wat iemand beweert, dient principieel (door allen) op zijn waarheidswaarde gecontroleerd te kunnen worden. En dit vormt dan de basis voor het tribunaal, het openbaar overleg, de grondslag van de zogenaamde positieve wetenschappen, die in wezen een zaak van rechtspraak is: rechtspraak inzake het zo kostbare goed van de Waarheid.


Met betrekking nu tot het onderwerp van de zogenaamde klimaatsverandering, kunnen analoge opmerkingen gemaakt worden. Vooreerst dient gezegd dat, met betrekking tot het principieel chaotische klimaat, er enige orde verschijnt op het ogenblik dat mensen het nauwlettend gaan bestuderen: Eros brengt orde, structuur en leven in de chaos. In het weer onderscheiden wij de temperatuur, de windkracht en zijn richting, de luchtvochtigheid, de luchtdruk, en tal van dergelijke zaken meer. Met behulp van de fysica, de geologie, de statistiek en nog andere wetenschappen, worden de genoemde en nog andere begrippen aan elkaar gerelateerd, en er wordt gezocht naar regelmatig terugkerende patronen of wetten, welke het doen van betrouwbare voorspellingen min of meer mogelijk maken.


Maar ook hier geldt dat het onderscheidingsvermogen soms het onderspit moet delven voor een 'restant' van het primitieve, pre-rationele denken dat - zoals alom aantoonbaar - ook volwassenen nog parten kan spelen, en - andermaal zoals de feiten bewijzen - dit primitieve 'restant' kan relatief groot zijn en geleerdheid garandeert geen immuniteit daartegen. Concreet betekent dit, dat de (noodzakelijke) interpretaties van 'feitelijke' gegevens sowieso 'besmet' zijn met de resultaten die wij hetzij vrezen, hetzij wenselijk achten. Met andere woorden: we blijven nillens willens onze gevoelens van schuld en boete, onze angsten en onze verlangens, een te grote rol laten spelen in onze (noodzakelijke) interpretaties van de 'feiten'. Nogmaals: naakte feiten zijn er nooit: de interpretatie ervan is een zaak van "Eros" - de bezieling, of de geest - en zo zal de specifieke kleur van de geest van de betreffende onderzoeker terug te vinden zijn in wat hij uiteindelijk als 'feit' gaat erkennen.


Enkele mooie, want extreme voorbeelden vindt men in de interpretaties van de (al dan niet vermeende) klimaatsverandering bij fundamentalistische aanhangers van bepaalde religies. Sinds jaar en dag zien zij in de zogenaamde veranderingen van de natuur duidelijke tekenen dat "het Einde" nadert. Ook de economie, de wetenschappelijke ontwikkeling, de politiek, de ethiek en zo meer ontsnappen niet aan de specifieke 'kleuren' welke zij aan hun interpretaties toevoegen. En zij kunnen het niet laten om hun interpretaties op die welbepaalde manier te kleuren, omdat er nu eenmaal geen 'feiten' kunnen bestaan dan via de ordenende werking van Eros - de geest: de geest geeft betekenis aan wat aanvankelijk chaotisch is, en de specifieke 'kleur' van de geest zal altijd in de betekenisgeving, en dus ook in de (nooit naakte) 'feiten' terug te vinden zijn.


Maar niet alleen religies kunnen fundamentalistisch zijn: alle overtuigingen en geloofssystemen - religieus of niet - kennen dat gevaar, en nog vaker onderkennen ze het niet. De 'New-Age'-beweging is een voorbeeld van een niet klassiek religieus geloofssysteem. Niettemin deze naam een veel te bonte lading dekt om zomaar eenduidig omschrijfbaar te zijn, kan hij als voorbeeld dienen. Een ander voorbeeld is dat van het fysicalisme - een uitloper van het materialisme dat, op een scheve en schotse manier, enkele zaken uit de gezaghebbende positieve wetenschappen te baat heeft genomen om zichzelf mee te tooien: niettemin het er heel wetenschappelijk uitziet, is het sciëntisme een 'ordinair' geloofssysteem zoals een ander, en ook niets meer of niets minder dan dat. In feite zijn de mogelijke geloofssystemen die een rol spelen in het interpreteren van 'feiten' - en men moet eigenlijk zeggen dat zij onmisbaar zijn op straffe van het wegblijven van 'feiten' en van het zich doorzetten van de chaos - ontelbaar in aantal.


Bekend zijn echter alleen die geloofssystemen die zich hebben weten te handhaven door zich te verweven met de heersende machten - denk aan het katholicisme, het kapitalisme, de islam, het jodendom, het vooruitgangsgeloof, allerlei vormen van doemdenken, het geloof in "Moeder Aarde", en zo voort. Zij zijn - in bepaalde tijdsperioden en in bepaalde streken - dominant en daardoor is de kleur die ze aan de 'feiten' hebben gegeven, zo goed als onzichtbaar geworden: hun interpretaties gelden bijgevolg als "vanzelfsprekend". Onterecht, zo kan men opmerken, maar wat is onrecht als geen mens, en zelfs niet de slachtoffers daarvan, er tegen protesteren? De kwestie is geen sinecure.


Maar keren we nu terug naar het probleem van de zogenaamde "klimaatsverandering", en merken we vooreerst op dat het begrip een wanbegrip is, want een contradictio in terminis. Het klimaat verandert immers per definitie. Het verandert op korte of op lange termijn, maar veranderen doet het, omdat nu eenmaal alles verandert, zoals de allereerste Oud-Griekse wijsgeer, Herakleitos al zei, met zijn beroemd geworden slagzin: "Panta rei": "Alles stroomt", "Alles verandert". Maar er is meer aan de hand.


Een klimaat drukt een geheel uit van gemiddelde weerstoestanden welke voorkomen in een welbepaalde streek, in een welbepaalde tijdsperiode. Als we spreken over het huidige Middellandse-Zeeklimaat of over dat van Noord-West Europa, dan hebben we een algemeen, vaag doch welbepaald beeld, dat duidelijk onderscheiden is van bijvoorbeeld het huidige klimaat in de Tropen of op Antarctica. Dat klimaatbeeld wordt uitgedrukt in een aantal vaste parameters, welke aangeven wat bijvoorbeeld de gemiddelde dag- en nachttemperaturen zijn in bepaalde perioden van het jaar, steunend op metingen die worden verricht op een welbepaald aantal tijdstippen en plekken, onder welbepaalde omstandigheden. Die metingen gebeuren niet willekeurig en ook niet 'neutraal' (neutraliteit is een onding op mening terrein): ze gebeuren eigenlijk in functie van hun bruikbaarheid, hun direct nut, en zo bijvoorbeeld zijn ze gerelateerd aan de landbouw en aan de condities die vereist zijn voor een rijke oogst, of aan de gezondheid van de streekbewoners. En zo is het uiteindelijk de natuur zelf die ons inspireert, of conditioneert, inzake het hanteren van welbepaalde interpretatiemodellen van de 'feiten'. Het klimaatbegrip is dus vaag, maar het is voldoende welomlijnd om voor ons bruikbaar te kunnen zijn; het maakt dat we ons plan kunnen trekken.


Echter, als men zijn vleugels wat wijder wil open slaan, en men het terrein van het directe nut wil overstijgen - wat theoretisch perfect mogelijk is - komt men aardig in de problemen. Inzake het klimaat kunnen dan meer bepaald vragen rijzen die eigenlijk hun boekje te buiten gaan, en die een loopje nemen met de onderzoeker, in die zin dat zij danig vaag of chaotisch worden dat zij een veel en veel te vrij spel geven aan de "Eros" - het bezielende, ordenende principe - ter herinnering: het principe zonder hetwelke van 'feiten' geen sprake kan zijn. En met zijn (al dan niet vermeende) overschot aan energie, heeft de mens vaker de neiging om zijn vleugels wat wijder te gaan open slaan. Deze keer echter - inzake het klimaat - ligt niet een overschot aan energie, doch een gevoel van bedreigd worden aan de basis van de grote maneuvers waartoe hij zich nu verplicht weet.


De gletsers wijken alom ter wereld terug, de poolkappen smelten nu heel snel af, tsunami's volgen elkaar op en oogsten dreigen overal te mislukken. En in een golf van paniek, slaat men aan het meten, doet men metingen, en fabriceert men theorieën over deze weliswaar geheel onverwachte en bedreigende schommelingen. In zekere zin reageert men aldus een beetje zoals iemand doet die het plotseling warm krijgt, die zich daarop naar de thermometer spoedt teneinde zich ervan te verzekeren dat de temperatuur inderdaad gestegen is, om vervolgens te besluiten dat de gestegen temperatuur de oorzaak is van het feit dat hij het warm kreeg.


De man die zo handelt heeft natuurlijk niet helemaal ongelijk, maar de zaak is wel dat - uiteindelijk - het warmtegevoel van de man in het geding is, en niet de temperatuur: die "temperatuur" - hoe fysisch correct die ook is - is slechts een door de man uitgevonden hulpmiddel in dienst van zijn warmtegevoel - zijn comfort. De eindwaarde is het comfort van de man, en aan dat comfort dient alles zich per definitie te onderwerpen. Het is omwille van dat comfort dat thermometers werden uitgevonden, windrichtingen, luchtdrukmeters en weerberichten. De paniek bij de man is dus gerechtvaardigd in zoverre zijn waarnemingen zijn comfort bedreigen; hij is echter volstrekt onterecht waar het alleen maar "afwijkingen van de norm" betreft. En dan rijst de vraag: wat is de norm? Of, nog sterker: is er een norm? En is die norm wel kenbaar?


In juni 2006 verscheen een wetenschappelijk artikel, getiteld: "Does a Global Temperature Exist?" In dat artikel bewijzen drie wetenschappers - met name: Christopher Essex (wiskundige, van de University of Western Ontario), Ross McKitrick (Econoom van de University of Guelph) en Bjarne Andresen (van het Niels Bohr Institute of Copenhagen) dat er noch fysische, noch wiskundige, noch proefondervindelijke gronden bestaan om inzake het vraagstuk van de vermeende opwarming op een zinnige manier te spreken over een "globale temperatuur van de aarde". Het artikel in kwestie telt vierentwintig A4-tjes en kan geraadpleegd worden op het internet. Het zal hier niet worden vertaald, maar wie het leest, ziet dat daar beweerd wordt dat het onmogelijk is om wetenschappelijk vast te stellen dat de gemiddelde temperatuur van de aarde gestegen is, alleen al omdat het volstrekt onmogelijk is om op een of andere manier vast te stellen wat de globale, gemiddelde temperatuur van de aarde dan wel mag zijn. En als er al zoiets zou bestaan als de "globale aardtemperatuur", dan ware die zelfs niet bij benadering vast te stellen.


Vanzelfsprekend is het onjuist om, zoals onder meer auteur Christoffer Essex doet, op grond van dit onderzoek te gaan ontkennen dat er wat schort met het klimaat. Essex gedraagt zich in feite zoals de man, hoger beschreven, die het warm krijgt, doch die ontkent dat het warmer geworden is... omdat hij nu eenmaal niet over een thermometer beschikt! Wat echter wél correct is - en laten we voor een keer niet het kind met het badwater buitengooien - is het feit dat de zogenaamde klimaatsverandering een (al dan niet vermeende) gebeurtenis is die vrijwel volkomen aan de greep van het huidige wetenschappelijk onderzoek ontsnapt. De bocht van honderdtachtig graden die het wetenschappelijk establishment inzake enige consensusvorming gemaakt heeft in de jongste jaren en zelfs maanden, doet zelfs de volslagen leek zijn wenkbrauwen fronsen en dreigt de vooralsnog 'heilig' geachte positieve wetenschappen flink in discrediet te brengen. Te meer wanneer men vaststelt dat de 'zaak' van de klimaatverandering pas aan het rollen ging nadat een Amerikaans toppoliticus zich daarmee in meerdere betekenissen is gaan verrijken. Nu het wantrouwen eens en voorgoed werd gevoed, en aangezien genoeglijk bekend is dat naakte feiten niet bestaan, krijgen ook de critici van de milieubewegingen de wind in de zeilen, want het chaotisch karakter van het weer is misschien wel het enig overblijvende feit. Dat de interpretaties ervan vrij spel krijgen, spreekt vanzelf, alsook het feit dat de interpretaties van de machtigsten (diegenen die het luidste kunnen roepen) het uiteindelijk zullen halen op de rest. Een feit is dat de reputatie van Al Gore wel vaarde bij zijn 'engagement'. Een feit is dat men erin geslaagd blijkt de niet te overwinnen vijand tot vriend te maken. Een feit is dat naast de milieubewegingen, ook tegenbewegingen uit de grond rijzen, die er op hameren dat de hele heisa rond de volgens hen geheel vermeende klimaatverandering zal dienen om de belastingdruk te verhogen voor nog meer "wetenschappelijk onderzoek", dat misschien hoofdzakelijk aan het leger ten goede zal komen, en tegelijk het volk in de ellende zal storten. Want het is nu 'bon ton' om milieumaatregelen te gaan verdedigen, ook als men niet weet of ze wel gaan helpen, zoals het ooit 'bon ton' was om te vechten voor de kerk en voor het zielenheil. Wat er ook van zij: de machthebber heeft zich vandaag het milieu-item toegeëigend en het lijdt geen twijfel dat hij het zal aanwenden in functie van zijn macht. [Voor de slechte verstaander: men kan zich verwachten aan de promotie van kernenergie.] De waarheid daarentegen zal, zoals gewoonlijk, verdwijnen in het ongewisse en in de chaos van de gebeurtenissen die rommelig nog wel ergens liggen opgeslagen in het geheugen van de mensheid, maar die niemand zich ooit nog zal kunnen herinneren. Wie herinnert zich nog de motieven voor de golfoorlog? Voor de jodenvervolging? Wie heeft nog weet van de genocide door de katholieke kerk op de Albigenzen? Wie maalt er nog om de veroordeling van Giordano Bruno? De geschiedenis is gewoon doorgegaan, bijna alsof deze ware zaken er helemaal niet toe deden.


J.B. (3 mei 2007)




           










25-01-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug naar de middeleeuwen (delen 1-5)

           

Terug naar de middeleeuwen (delen 1-5)


1.


Iemand had, zo geloof ik mij te herinneren, een reusachtige boete gekregen voor een ontbrekend achterlicht op de fiets bij valavond en het was toen ik dat voorval vertelde aan een vriend, een veel te jong overleden, grote Vlaamse schrijver, dat hij mij een bijzonder geheim verklapte.


Als iemands misdaden maar groot genoeg zijn, zo stelde hij, dan wordt de dader niet langer beschouwd als een crimineel. Misdaden die dermate groot zijn dat ze eigenlijk ons bevattingsvermogen te boven gaan, krijgen wonderlijk genoeg het uitzicht van hun tegendeel; ze worden dan veeleer beschouwd als heldendaden en de misdadiger in kwestie wordt door het volk op de handen gedragen en op een voetstuk geplaatst.


Neem bijvoorbeeld een van de grootste massamoordenaars aller tijden, zo repliceerde de wijze man op mijn ongeloof en hij noemde er een bij naam: Napoleon Bonaparte! Hoeveel standbeelden van deze supercrimineel sieren de grootste pleinen alom ter wereld? Werden van hem niet ontzaglijk veel meer portretten geschilderd dan van de heilige Antonius, om maar iemand te noemen? Wordt de naam van deze onbarmhartige slachter niet geschonken aan de meest prominente lanen en pleinen in onze wereldsteden? Luisteren ontelbare restaurants en cafés dan niet naar zijn naam? En wat dacht u van sterke dranken, koekjes, pralines en bonbons Napoleon? Met het guitige hoofddeksel en in de hem kenmerkende pose situeren wij Bonaparte prompt naast sinterklaas en de kerstman! De bijwoorden 'berucht' en 'beroemd' lijken ineens synoniemen geworden.


Mijn zeer belezen vriend had het gewis bij het rechte eind en wat meer is: ik ontdekte dat zijn stelling niet enkel gold voor exuberante misdaden; ze blijkt ook toepasselijk op buitensporige onzin.


Mensen die beweren dat er ooit kabouters en vuurspuwende draken rondliepen op deze aarde, worden scheef bekeken of dat was dan toch tot voor kort het geval want bijvoorbeeld in Harari's jongste 'wereldwijde bestseller' wordt verteld hoe deze kleine mensensoort de Sapiens vergezelde tot een paar duizend jaar geleden – overigens samen met nog andere soorten – en het is intussen ook geen geheim meer dat niet alleen draken maar ook gewone kevers vandaag de dag nog vuurspuwend vijanden te lijf gaan, net zoals diepzeevissen dat doen met stroomstoten om u tegen te zeggen.


Maar wat hier gezegd moest worden: voor kleine onzin wordt men beslist veroordeeld, zelfs als die helemaal geen onzin blijkt te zijn, terwijl daar tegenover staat dat het overgrote deel van het mensdom zijn gedrag laat bepalen – inzake leven én dood – door fabels waarvan men maar moeilijk kan geloven dat een mens ze ooit heeft kunnen verzinnen. En dan heeft men het over oorlogen aangevoerd door jaloerse goden die hun priesters gebieden dat zij hun trouw bewijzen door het bloedeigen kroost om te brengen.


U raadt inderdaad goed als u vermoedt dat hier de bijbel wordt bedoeld en meer bepaald het zogenaamde Oude Testament, dat Christenen, Joden en Moslims delen. Meer dan zeven van de acht miljard mensen die momenteel de aarde bevolken, geloven hun ganse leven te kunnen en te moeten verantwoorden aan de hand van de verhalen die men leest in de bijbel en in gelijkaardige geschriften uit de tijd dat de uilen nog spraken.


Edoch, dit verhaal wordt nog sterker eens men zich realiseert dat dit feit dienst doet als argument ter verdediging van de waarde van de betrokken fabels. En zo hebben ook hier te lande recentelijk de bisschoppen beslist om de lectuur van de bijbel weer bovenaan op de agenda te plaatsen voor de lessen godsdienst op school.


2.


Wij willen terug de bijbel gaan lezen, aldus spreken de bisschoppen vandaag in koor: de Joden leren de Thora uit het hoofd en de Moslims kunnen moeiteloos de Koran reciteren terwijl wij onze eigen Bijbelse verhalen vergaten en zo kan het beslist niet verder. En zij krijgen bijval, zelfs van atheïsten en in het bijzonder van taal- en cultuurkundigen, die er immers op wijzen dat wij ons taaleigen en onze beschaving voor een flink stuk aan die bijbel te danken hebben.


Edoch, als dat zo is, dan blijft het wel zeer de vraag of dat deel van onze cultuur dat wij aan de bijbel te danken hebben – of moet men veeleer zeggen 'te wijten' – wel wenselijk is in functie van onze toekomst en van ons geluk, want is dat uiteindelijk niet de inzet als het gaat om de opvoeding van kinderen?


Zo bijvoorbeeld staat te lezen in het Bijbelboek Genesis dat God de mens heeft geschapen als Adam en Eva, als man en vrouw, en wel uit kleiaarde. Geen probleem voor mensen van nu die immers weten dat alle leven op aarde uiteindelijk uit de aarde zelf voortkomt, zij het wellicht via een proces van scheppende evolutie. Maar niet veel verder in datzelfde boek dat kennelijk meer dan één auteur had, leest men dat Eva werd gemaakt uit een rib van Adam. Moderne theologen wijzen er dan wel op dat 'rib' wellicht een wat ongelukkige vertaling is van een woord dat veeleer 'deel' betekent maar het probleem van de zaak ligt elders. Vooreerst blijken mensen niet enkel te bestaan uit twee strikt gescheiden geslachten en vervolgens ware het wellicht geloofwaardiger indien gezegd werd dat de man was voortgekomen uit een deel van de vrouw in plaats van andersom. Want de eer van het moederschap wordt hier aan de vrouw ontzegd en aangezien daarvoor geen goede argumenten te vinden zijn, kan men niet anders dan besluiten dat hier de man die eer naar zich toe trekt omdat hij nu eenmaal de sterkste is van de twee. Iedereen weet dat alle mensen uit vrouwen geboren worden maar welke vrouw zal de man tegenspreken als hij het been stijf houdt en beweert dat zij gemaakt is uit een deel van de man? Of zal het zwakkere schepsel dan met het sterkere ruzie zoeken als haar leven haar lief is?


Andermaal krijgt het zwakkere geslacht een dreun in het verhaal van de zondeval want het is niet Adam die zich laat verleiden door de slang: de mens wordt ten val gebracht door de zwakte van de vrouw, die op haar beurt, als het ware als een vermomming van de slang, de man ten val brengt en daardoor de mens als zodanig.


Wat verderop kan men lezen dat de aartsvader Abraham een harem vol met vrouwen had, zij behoorden omzeggens tot zijn bezittingen. De vraag rijst uiteraard of in onze toekomstige wereld ons geluk dan echt op het spel staat als wij eraan verzaken om die oude Bijbelse ongelijkheid en rivaliteit tussen man en vrouw in ere te herstellen.


Immers, heel anders dan Genesis wijzen genetici erop dat bijvoorbeeld inzake sportwedstrijden het onderscheid tussen man en vrouw vandaag in feite irrelevant is geworden: andere categorieën dringen zich op sinds men kennis heeft van het spel der hormonen dat het sterkere geslacht tot het sterkere maakt en men oppert het invoeren van categorieën al naar gelang het testosterongehalte in het bloed van de deelnemers – ongeacht of zij 'man' dan wel 'vrouw' zijn. In welke zin kan men dan nog spreken over het nut van de bijbel of over de wijsheid van het boek als daar van een derde geslacht dat zich gestaag doch gewis aan ons opdringt, geen sprake kan zijn en wat met de rechten van homo's, lesbiennes en transgenders? In de fabel over Sodom en Gomorra wordt dit dan toch aanzienlijke segment van de wereldbevolking meedogenloos veroordeeld en in de zevende hellekring in zijn Commedia laat Dante de straf die de sodomieters reeds op aarde te verduren krijgen door de algemene haat ingevolge de veroordeling van hun bestaan door de bijbel, onbarmhartig voortduren: onder een regen van vuur lopen zij over hete kolen en krijgen aldus nimmer de rust die zelfs de simpelste dieren genieten:


'O zoon', sprak hij, 'alwie van deze kudde


één oogwenk stilhoudt, ligt dan honderd jaren


hier hulpeloos, terwijl het vuur hem geselt. (1)


Het Oude Testament is het wetboek van de Joden en de fundamentele wet aldaar is die van de vergelding of de wraak: een oog voor een oog en een tand voor een tand. In het Nieuwe Testament daarentegen breekt de jood Jezus van Nazareth categoriek met die zeden: hij onderwijst de Schriftgeleerden, noemt hen witgekalkte graven en hij vervangt hun wet door de wet van de naastenliefde met het loodrecht daarop staande principe van de vergeving. Die breuk met alle voorgaande Bijbelboeken is van dezelfde orde van grootte als de tegenstelling tussen de inzet van de twee rivaliserende engelenscharen, respectievelijk geleid door Gabriël en Lucifer, in de hemelse oorlog zoals beschreven door Joost van den Vondel (°1587-†1679): de stadhouder Gods wenst recht en orde en veroordeelt de 'gril' van de Schepper om de engelen die zuiver geestelijke wezens zijn, in dienst te stellen van de mens die behalve uit geest ook nog gemaakt is... uit stof:


'Men zou ons Paradys om Adams hof verwenschen.


't Geluck der Engelen moet wycken voor de menschen' (2)


3.


En laat de Eerwaarde Heren Monseigneurs nu vooral niet komen aandraven met het excuus dat die Bijbelse verhalen die veelwijverij propageren alsook moord in naam van God en de veroordeling van homo's, onschuldig zijn daar zij 'uiteraard' niet letterlijk mogen worden genomen! Laat hen nu vooral niet proberen ons te paaien met de uitleg dat het dikke boek vol beeldspraak staat en dat het niet de bedoeling is om van de nieuwe kinderen fundamentalisten te maken! Laat hen nu ons niet komen vertellen dat het hier slechts om mythen gaat zoals ook Hellas, het Oude Egypte en de beschaving van de Inca's die hebben want als puntje bij paaltje komt, citeert vanuit zijn Heilige Stoel de paus van Rome, tevens staatshoofd van het Vaticaan, onverbiddelijk letterlijk 'het woord van God'. Als het er werkelijk op aan komt, prevelt de zelfverklaarde plaatsbekleder van de stoel van Christus op aarde in Rome langs de ene kant weliswaar iets in de zin van: “Wie ben ik om homo's te gaan veroordelen?” maar enkele dagen later tijdens een trans-Atlantisch uitstapje vervoegt hij daar op straat prompt een massa fundamentalisten die protesteren tegen het homohuwelijk, de wereld eraan herinnerend dat in de bijbel staat geschreven dat Onze-Lieve-Heer Adam and Eve geschapen heeft en niet Adam and Steve.


Neen, die bisschoppelijke excuses zijn echt misselijk makend want o zo bedrieglijk leiden ze ons om de tuin: het gaat om verhaaltjes, zeker niet letterlijk te nemen, die onze woordenschat verrijken en die behoren tot de fundamenten van onze beschaving... tot op het ogenblik dat men moet ondervinden dat men in die sectoren die alsnog onder de kerkelijke macht staan, niet aan de bak komt omdat men vrouw is, homoseksueel, transgender en noem maar op: geen jobs voor wie behoren tot dit segment van de mensheid en dus voor hen geen inkomen en geen menswaardig bestaan en klinkt daar onder de mijters van de haters van de moeders en de sodomieters dan niet verborgen en gedempt doch nog heel duidelijk hoorbaar en gestemd niet een of andere christelijke hymne doch het ketterse lied uit – jawel – de Driestuiversopera van Kurt Weill en Bertolt Brecht?


“Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral.” (3)


Tegelijk etaleren de doortrapte excuses dat die bijbel ons toch ook alleen al omwille van zijn rijke fabels ten goede komt, de erbarmelijke situatie waarin het machtsinstituut van de kerk na de Verlichting beland is: men ziet het huis helemaal afbranden en men probeert nog rap enkele meubels te redden; in zijn wanhoop poogt men alsnog iets te verkopen van die dingen waarvan men niet langer de eigenaar is; in de misleidende verpakking van 'allerlei culturele lekkernijen, spreuken en zegswijzen, voor elk wat wils' tracht men ons nog rap te doen tekenen voor ontvangst van een meedogenloos discriminerende zending vol met zedenwetten uit de middeleeuwen. En andermaal: de bisschop van Rome zal niet nalaten om te gepasten tijde letterlijk te citeren uit dit wetboek en wel met dezelfde ijver waarmee de schuldeiser voor de schuldenaar citeert uit de ellenlange tekst met minuscule lettertjes onder welke hij geheel te goeder trouw zijn naam neerkrabbelde ter vermeende bezegeling van een luchtige grap van de geslepen commerçant.


4.


Maar til toch niet zo zwaar aan wat de paus allemaal uitkraamt, zo proberen ons de lagere echelons bij de clerus alsnog te bezweren: pauselijke encyclieken zijn louter theorie, niet al te serieus te nemen; het zijn hoogdravende epistels; het echte werk gebeurt in de pastoraal en daar is de toon beslist heel anders!


Edoch, over de feitelijke invloed op het volk van wat autoriteiten allemaal 'uitkramen' wordt altijd listig gezwegen omdat potentaten zelden verantwoordelijk handelen. Herinneren wij ons bij deze gelegenheid maar een keer de verbanden tussen enerzijds de extremistische theoretici die niet echt lijken te handelen en die derhalve onschuldig lijken en anderzijds zij die met deze ideeën plannen smeden om ze ook in de praktijk te brengen – de uitvoerders of de beulen. Het zijn verbanden die verborgen blijven... zolang zij zich niet manifesteren in een of ander bloedbad!


Een voorbeeld van net geen acht jaar geleden biedt ons de zaak van de Noorse massamoordenaar Anders Breivik uit wiens geschriften bleek dat tot diens grootste inspiratiebronnen de teksten behoorden van Vlaams-nationalist Paul Belien die na de calamiteiten en na de bekendmaking van de inhoud van het racistische manifest van Breivik, zijn verwondering uitte over het feit dat hij door de moordenaar meer dan tachtig keer geciteerd werd. Dat de man niet leek te kunnen begrijpen dat hij de muze was geweest van een massamoordenaar, illustreert uitnemend het schromelijke tekort aan mensenkennis en aan realiteitszin bij haat zaaiende politici en ofschoon de gedachten vrij zijn, volgt daaruit niet zo vanzelfsprekend dat ook de uitgesproken of de neergeschreven woorden dat zijn – zij zijn immers specifieke daden – en derhalve kan men stellen dat de psychopathie welke wordt toegeschreven aan blinde volgers van dergelijke profeten, evenzeer deze profeten zelf treft, en zeker daar waar zij kunnen geacht worden het impact in te schatten van de selectieve misantropie die racisme heet en die uiteraard wordt vergezeld van en uitgelokt door een zekere verschijningsvorm van de immer verblindende megalomanie.


Want het is een wetenschappelijk gegeven dat mensen kuddedieren zijn en dat de kuddegeest zich uit in onder meer een sterke afhankelijkheid van autoriteiten; in de navenante volgzaamheid worden dikwijls onnadenkend en aldus geheel gewetenloos de bevelen van de autoriteit ten uitvoer gebracht – onder meer het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963 illustreert dit overtuigend. Vandaag worden wij jammer genoeg met talloze modellen van deze waarheid geconfronteerd in het verschijnsel van het zogenaamde islamterrorisme.


God is voor velen de autoriteit bij uitstek en zij die aan een boek het auteurschap van die allerhoogste autoriteit toeschrijven – en dat zijn nota bene geen goden doch mensen – dragen zodoende een wel bijzonder grote verantwoordelijkheid; het is een verantwoordelijkheid die op de keper beschouwd geen mens in staat is om te dragen en het getuigt daarom van een volstrekt onverantwoord gedrag waar een mens beweert die link te kunnen leggen.


Een mens of veeleer mensen, in het meervoud, omdat gedeelde verantwoordelijkheid zo kenmerkend is voor de verantwoordelijkheidsvlucht of voor het onverantwoordelijk gedrag dat we bijvoorbeeld kennen van de fusillade; daarbij wordt immers een truc gebruikt om iemand ter dood te kunnen brengen zonder de mogelijkheid om de schuldigen aan te wijzen – in het vuurpeloton wordt namelijk één van de geweren geladen met een losse flodder. In dit geval wordt de verantwoordelijkheid gevlucht door hem te verdelen onder de clerus en meer specifiek onder de ('door God geïnspireerde') kerkvaders: zij kiezen de teksten welke zullen worden erkend als het woord van God; zij benoemen auteurs tot profeten en aldus schuiven zij het auteurschap voor door hen gekozen teksten in de schoenen van hun schepper; zij vertellen aan het volk dat zij beweren te weten dat God gesproken heeft en wat hij dan precies gezegd heeft en meer bepaald beweren zij te weten wat God aan de mensen bevolen heeft om te geloven, te hopen, te denken, te doen en te laten.


Edoch, wie dat plaatje aandachtig bekijken en ook weigeren om tegen de logica te zondigen, zien noodzakelijkerwijze een groep van lieden aan het werk die zelf voor god spelen, een bende die alle anderen proberen te dwingen om te erkennen dat zij God zelf zijn. En in wezen is dit niets anders dan de reinste dictatuur.


5.


We moeten terug naar de bijbel, zo haasten zich de bisschoppen, en zij hebben het over Mozes, Abraham, Job en talloze andere figuren uit de geschiedenis van een volk dat sinds de oudste tijden in oorlog is en dat niets minder dan de wereldheerschappij nastreeft, waarin het zich van talloze andere volken helemaal niet onderscheidt. Tegen die eer- en wraakzucht reageerde een wijze uit het eigen joodse volk, Jezus van Nazareth, die helemaal niets optekende maar over wie verslag werd uitgebracht door anderen – het werd zijn dood. En Hij verrees in de gedaante van zijn aanhangers, zoals dat met echte helden meestal het geval is. Edoch, de politieke heersers zagen Hem als een rivaal, zij vreesden voor het verlies van hun wereldlijke macht die Hij immers des duivels noemde en zij deden verwoede pogingen om de christenen uit te moorden. De volgelingen van de Opstandeling tegen het wereldlijke gezag verborgen zich in catacomben, zij werden afgeslacht doch hun aantal slonk geenszins, zij vermenigvuldigden zich zoals hun Leidsman het hun had opgedragen. Het wereldlijke gezag zag geen andere oplossing meer dan de nieuwe sekte in te lijven: de kerk van het zogenaamde christendom werd een erkende staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en vanaf die dag smeedden de koning en de paus samen en niet zelden verenigden zij zich in de gang der tijden in het keizerschap dat onder meer Napoleon te beurt viel – de man wiens misdaden dermate groot zijn dat hij welhaast met de kerstman werd vereenzelvigd. Niet te geloven! Ha, stel eens dat Jezus van Nazareth nu terugkwam!


Ja, stel dat eens. Een groot Russisch schrijver liet de Messias naar deze wereld wederkeren en wel in een van zijn wereldberoemde romans die bestonden uit de vervolgverhalen die hij voor de kranten schreef om zijn schulden af te betalen want Dostojevski was een verwoed gokker maar desalniettemin en misschien precies daardoor, gedreven door de noodzaak, maakte hij wereldliteratuur. In een raamvertelling in De gebroeders Karamazov zette hij naar het voorbeeld van Christus zelf, een heuse parabel neer, De grootinquisiteur van Sevilla. (4) De inhoud ervan is een openbaring:


In Sevilla ten tijde van de Inquisitie worden de ketters verbrand; Jezus is teruggekeerd en wordt door de grootinquisiteur betrapt bij de opwekking uit de dood van een zevenjarig meisje. De kerkvorst laat Jezus gevangennemen en vermaant Hem dat Hij op aarde niets meer te zoeken heeft, daar Hij lang geleden zijn macht heeft overgedragen aan de kerk; Hij noemt Hem de allergrootste ketter en dreigt Hem op de brandstapel te gooien. De grootinquisiteur herinnert Jezus eraan dat tijdens zijn vasten in de woestijn de duivel Hem verzocht om stenen in brood te veranderen maar dat Hij weigerde, zeggende dat de mens niet leeft van brood alleen doch van Gods woord; verder weigerde Hij te erkennen dat de mens een kuddedier wil zijn en het er beter af brengt zonder vrijheid en geheel onderworpen aan het kerkelijke gezag. Tenslotte wees Jezus de Hem door de duivel aangeboden heerschappij over de wereld af. En de grootinquisiteur maakt nu zijn standpunt duidelijk: wij (de kerk van Rome) zijn niet met U doch met hem (doelend op de duivel), ziedaar ons geheim! En wij zullen de mensen bedriegen en hun zeggen dat wij in Uw naam heersen. U bezit de uitverkorenen maar wij bezitten alle mensen. De mensen zijn zwak en willen gedomineerd worden; wij zullen hun toestaan te zondigen en we zullen hun zonden vergeven als zij maar met onze toestemming bedreven worden. Zo zullen zij uiteindelijk gelukkig zijn dankzij ons die hen bedriegen en die ons geluk aan hen opofferen.


Het enige antwoord van Christus op de woorden van de grootinquisiteur is een kus; de kerkvorst jaagt Hem weg en bezweert Hem nooit meer terug te komen.


(J.B., 23-25 januari 2019)


Verwijzingen:


Verwijzingen:


(1) Dante's leermeester Brunetti Latini aan het woord in Dante Alighieri, De goddelijke komedie, De hel, Vijftiende zang, verzen 37-42, in de Nederlandse vertaling uit 1929-'30 van Christinus Kops O.F.M. (°1877-†1951), De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen 1985, p. 94.


(2) De woorden van Belzebub nadat Apollion teruggekeerd van het aards paradijs aan de andere engelen verslag heeft uitgebracht over het nieuwe schepsel dat de mens is.


    (3) Kurt Weill en Bertolt Brecht, Die Dreigroschenoper, 1928. Het stuk in kwestie is geïnspireerd op de exact tweehonderd jaar oudere The Beggar's Opera van John Gay.

    (4) Fjodor Dostojevski, De gebroeders Karamazov, II-5.5.







Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Bericht aan de lezer
  • De lugubere sprookjes van extreemrechts
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (4 delen)
  • Waar komen al die tumoren toch vandaan? (prof. Pierre Capel)
  • Farid Sheek en Moshen Masoumi
  • Farid Sheek:
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 4)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 3)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 2)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • De grote gijzeling Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 10: De afgrond
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 9: De slang die zichzelf in de staart bijt
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 8: De ballade van Arie Hop of de consumptie van het eigen lijf
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 7: Massa-suïcide
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 6: De droom van volmaaktheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 5-
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
  • -
  • Paternalisme
  • IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
  • hitler
  • Adolf Hitler en extreemrechts - Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
  • 9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
  • Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
  • Nosferatu
  • Pasen
  • 9 juni 2024 en de frontsoldaten
  • 9 juni 2024 en de stomme kinderen
  • 9 juni 2024 en Sint-Grobian
  • 9 juni 2024 en de 'vrije' mening
  • Het wrange wringen van de macht
  • Democratie en mensenrechten?
  • democratie en mensenrechten?
  • Vrije meningsuiting?
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen-
  • p glass einstein on the beach violin solo
  • glass F L
  • P. Glass vioolconcerto 2
  • De cultus van Mammon
  • De cultus van Mammon (deel 5)
  • De cultus van Mammon (deel 4)
  • De cultus van Mammon (deel 3)
  • Van ruilmiddel tot god
  • Jan Bauwens, Klarinetconcerto 1
  • De cultus van Mammon (deel 2)
  • Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • opmerking leesbaarheid blogteksten
  • Democratie en mensenrechten (deel 8)
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • Democratie en mensenrechten (deel 6)
  • Democratie en mensenrechten (deel 5)
  • Democratie en mensenrechten (deel 4)
  • Democratie en mensenrechten (deel 3)
  • Democratie en mensenrechten (deel 2)
  • Democratie en mensenrechten
  • Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
  • Volstrekt gewetenloos
  • Misschien laatste interview
  • joelia-navalnaja
  • Het licht en de duisternis (deel 5)
  • Het licht en de duisternis (deel 4)
  • Het licht en de duisternis (deel 3)
  • Het licht en de duisternis (deel 2)
  • Het licht en de duisternis (deel 1)
  • Over Navalny
  • Een gelaat van zand
  • Het kaf en het koren
  • Benjamin Britten's War Requiem | Full Concert in HD
  • Gorecki – Symphonia No 3, Beth Gibbons & Polish National Radio Symphony
  • Gorecki Symphony No. 3 "Sorrowful Songs" - Lento e Largo
  • Gustav Mahler: 2. Sinfonie, Auferstehung
  • Olivier Messiaen: Quatuor pour la fin du temps
  • Het Dorp
  • Oorlogsgeleerden
  • Die Todesfuge, Paul Celan
  • De held en het geld
  • Extreemrechts, symptoom van zwakte
  • Kannibalisme en Lebensraum. Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Dr. Erwin Annys
  • Aftroggelaars
  • Uw geld of uw leven!
  • 5G
  • Ondoorgrondelijke wegen
  • Verschijnt binnenkort:
  • De duistere kant van de democratie
  • Over voorwendsels en motieven
  • Zo begint het
  • Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
  • Vreselijk lot
  • De toekomst wordt gewis nog zwarter
  • Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
  • Voodoo
  • Het perverse van aanzien
  • Struisvogelpolitiek
  • Over het jodendom (herhaling)
  • Genocide in Gaza
  • Zes bedenkingen bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Extase en andere verhalen
  • Aan de ontbijttafel
  • Genosuïcide
  • klimaat (2007)
  • Water (d.d. 2007)
  • droog blijven
  • Een middel tegen onderlopende huizen
  • John Heartfield video
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 10
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 9
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 8
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 7
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 6
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 5
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 4
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 3
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 2
  • Kerst 2023
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces
  • hannah arendt
  • Eigen zak eerst: niets nieuws onder de zon!
  • Fragment film
  • "Uninformed Consent"
  • Daarom is de waarheid een zaak van leven of dood
  • Gevaren van extreemrechts (8) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Zesde fragment: pp. 481-484
  • Gevaren van extreemrechts (7) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vijfde fragment: pp. 460-481
  • Feiten en meningen omtrent de pandemie: een gesprek met een journalist
  • Gevaren van extreemrechts (6) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vierde fragment: pp. 449-460
  • De verdwaalde mens
  • Gevaren van extreemrechts (5) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Derde fragment: pp. 443-449
  • Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld
  • Gevaren van extreemrechts (4) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Tweede fragment: pp. 435-442
  • Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Eerste fragment: pp. 427-434
  • Gevaren van extreemrechts (2)
  • Gevaren van extreemrechts (1)
  • Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
  • Dead-line
  • Stof en as (2010)
  • cnn 25/11/2023: uitbarsting van de Etna
  • Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
  • Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
  • Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
  • Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
  • Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
  • Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
  • Het Boek (J.B., 2007)
  • Wie brandmerkt wie en waarom? - Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
  • Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”ollen van de wijzen van Sion”
  • Over het jodendom - Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
  • De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
  • Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop (d.d. 2012, herhaling)
  • W.O. III, een ruzie om de Tempelberg? (d.d. 24/9/2012, herhaling)
  • Barbarij
  • Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 2: De atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds
  • Over het jodendom - Aflevering 1: beknopte historiek
  • Over het misbruik van macht (J.B., 1-19 oktober 2019)
  • Extase en andere verhalen
  • Christendom, wraak en vergeving
  • Drie verhalen over vergankelijkheid
  • Is er leven na de dood? (J. Bauwens, 2006-2007-2014)
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw
  • water
  • Wat met osteopathie? Aflevering 4
  • Wat met osteopathie? Aflevering 3
  • Wat met osteopathie? Aflevering 2
  • Wat met osteopathie? Aflevering 1
  • LUDO NOENS: SIGNALEN UIT EEN VERZWEGEN WERELD
  • Het lezen waard: Lieven Debrouwere: het-coronaraadsel
  • Multidisciplinariteit
  • https://www.voiceforscienceandsolidarity.org/videos-and-interviews/mccullough-vanden-bossche-titans-of-the-covid-conversation
  • Illustratie bij: "De zege van Lucifer: non posse peccare"
  • A.I.
  • De zege van Lucifer
  • Plato en de opstanding (aflevering 6)
  • Plato en de opstanding (aflevering 5)
  • Plato en de opstanding (aflevering 4: Agustinus)
  • Terzake-sprak-met-Bernie-Sanders
  • VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE - Over de uitbraak van WOIII
  • Plato en de opstanding (aflevering 3)
  • Plato en de opstanding (aflevering 2)
  • Plato en de opstanding (aflevering 1)
  • Twee maten en twee gewichten
  • Is er leven na de dood?
  • Omsk Van Togenbirger en het vaccin Uit: “Panopticum Corona”, pp. 1060-1065. ( Tekst d.d. Pasen 2021)
  • Over de uitroeiing van bejaarden Uit: “Panopticum Corona”, deel I, paragraaf 16. ( Tekst d.d. 29 oktober 2018)
  • Honger is niet ver meer af Uit: “Panopticum Corona”, deel V, paragraaf 9. ( Tekst d.d. 30 december 2020)
  • Hoe corona het katholicisme op de helling zet
  • De sacramenten en het einde der tijden

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs