We zijn de 17de week van 2024
De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
14-02-2015
Kloostertuin. Hélène Swarth
Gelijk een non die bleek en rusteloos,
de kloostergaarde wandelt op en neer,
bij hetzelfde perk neemt zij dezelfde keer,
het is herfst, ontbladerd ligt de laatste roos.
En het Plechtig uur herdenkt zij telkens weer,
toen zij zo jong, met vreugde, en voor altoos,
de witte wijle instee der wereld koos,
in het stervend lover zingt geen vogel meer.
Zo dool ik droef, door Levens dreven heen,
Geen zon, geen zang, een bloem? Ik vind er geen,
de dorre blaren vallen geel en bruin.
Op het marmeren kruisbeeld vallen ze, één voor één,
O Leven, stille, kille kloostertuin,
met hoge muren en een god van steen.
14-02-2015, 00:00
Geschreven door André
13-02-2015
Zomernacht. Hélène Swarth
De sterren bloeiden in de zomernacht,
de zuidenwind suisde in de bomen zacht,
op de oude huizen trilde het maanlicht,
hun ogen loken stil, de zwanen dicht,
die straks nog dreven op de donkere gracht,
de sterren bloeiden in hun flonkerpracht.
Wij wandelden dromend door de straten heen,
de herinnering troost mij nu ik verlaten ben en alleen,
in kalme sluimer lag de stille stad,
de maan dreef langzaam langs haar zilveren pad,
en stil togen wij over de oude brug,
die oude herinnering komt zo trouw terug.
En zoek je een rots waarop je leunen mag?
O neem mijn arm, die ik je te steunen gaf.
En zoek je een warm hart en een zachte borst?
O neem de mijne, en stil je liefdesdorst.
En zoek je een ziel die zegt, mijn vriend ontwaak?
O neem de mijne, voor die godentaak.
De jaren vlogen na die zomernacht,
weer ruist een koelte door de bomen zacht,
ik zie je ogen blauw in het sterrenlicht,
de stille stad, als in een vergezicht,
en het woord dat jij me liefde gaf die nacht,
heb ik niet gehoord, of was het te zacht?
13-02-2015, 00:00
Geschreven door André
12-02-2015
Zomeravond. Hélène Swarth
De zomeravond strooide uit Gods warande,
een rozenregen over het zee-fluweel,
en het strand van heil waar blij mijn dromen landden,
was blozend blond, vol sneeuw van meeuwengespeel.
Als rozige engelenvleugels overspanden,
blinkende wolken het heerlijk strand geheel,
en zegenend op het verenigen van onze handen,
viel gouden glorie ons van God ten deel.
Wij traden licht als tredend niet op aarde,
de lichte zee langs, in een zee van licht,
en het is mij, o liefste, of al het licht bewaarde.
De avondklaarte van je stralend aangezicht,
of rond je liefde een heir van engelen waarde,
waarvoor mijn zachte weemoed dankbaar zwicht.
12-02-2015, 00:00
Geschreven door André
11-02-2015
Mijn stad. Hélène Swarth
Uit vale velden rijst omhoog mijn grijze stad,
eerwaarde stad van kerken en prelaten,
vervallen stad van lang verlaten straten,
met een bruin verweerde huizenschat.
Kazerne en klooster, priester en soldaten,
de vesten langs, die houden het stadje omvat,
stroomloze vaart, en landschap boomloos plat,
met zwart omhuifde vrouwen, dof gelaten.
Stugge stad waar ik zo lang leefde en leed,
hoe kunt gij nog zo zoet mijn weemoed lokken,
als ik uw reuzenpoort weer binnentreed?
Wanhoopsstad, ik zal om je verleden niet wrokken,
zij het voor de harten die ik daar kloppen weet,
dode stad, vol met klank van sombere doodsklokken.
11-02-2015, 00:00
Geschreven door André
10-02-2015
Verlaten straat. Hélène Swarth
In de oude straat, waar vreemd de voetstap klinkt,
en welig gras voortwoekerend ongestoord,
in een groene lijst de grauwe keien vat,
staat droef vervallen, het lang verlaten huis.
De ruiten blinken blauw, in het licht van de maan,
en staren, stil en strak, met glazen blik,
de blik van ogen, die geen licht meer zien,
de blik van iemand, die zich heeft blind geweend.
Droef zingt de klok van de middeleeuwse kerk,
hoog boven het stadje, een oude melodie, en,
wanneer alles zwijgt alom, weeklaagt een vedel,
smeltend zacht in de sombere nacht.
10-02-2015, 00:00
Geschreven door André
09-02-2015
Lentevlag. Hélène Swarth
Ontvouw kastanje, uw witgewolde knoppen,
en hef in het blinkend blauw de lentevlag,
reeds beuren bomen hoog de omkranste koppen,
met loof bekroond, door een toverslag.
De zon zegent de aarde met haar lach,
en streelt met stralen, warm als vingertoppen,
het ontwakend woud, waar duizend polsen kloppen,
in tronk en twijg, bij de eerste weeldedag.
Een wegje weet ik, waar de dauwdrop vonkelt,
waar de anemoon haar melkwit kelkje ontplooit,
hoe lokkend lief dat smalle paadje kronkelt.
In het heesterhout, met zwellend groen getooid,
trilt vogelzang. Ontvlied de velden vlakte,
zoek voor uw droom, de schaduw van het weids getakte.
09-02-2015, 00:00
Geschreven door André
08-02-2015
Slapen gaan. Hélène Swarth
Wanneer in het westen de rozenverven flauwen,
staakt het kind het prettig popje sussen,
en het heel voorzichtig kaartenhuizen bouwen,
om lief papaatje goede nacht te kussen.
Moeder helpt haar bij het ontkleden, hoe lastig zijn die lussen,
en bij het kleren vouwen,
het schalkse mondje babbelt ondertussen,
reeds blinkt de avondster, de kimmen grauwen.
Doch eensklaps heeft op de effen kinderwangen,
een ernstig trekje, kuiltje en lach vervangen,
deemoedig knielt zij en bidt haar avondbede.
Onhoorbaar sluipt vader in het slaapvertrek,
en treedt zijn engel nader,
en heel het groepje zwemt in hemelvrede.
08-02-2015, 00:00
Geschreven door André