Der kleine klare kijkers zijn gelijk het fluweel
der veldviooltjes, die ze zegekraaiend plukken,
hun kaakjes gloeien bij het dartel dwaas gespeel,
en het minst verrassen is het begin van nieuw verrukken,
elk heeft zijn eigen schoon, en elk is liefst van al,
daar elk de eenvoud uit der feeën schatkist stal.
Het is zomer, zo ik het mij van vroeger niet geheug,
o kinderen, schelmse kinderen, poezelige blondjes,
drinkt nu zijn gaven met opbeurend lange teug,
en kust de toekomst met uw monkelende mondjes,
ik ook wuif haar thans tegen. Zomer, zomer, wees
gezegend, daar ik door u van heimwee gans genees.
27-07-2017, 00:00
Geschreven door André
|